Internationale Spectator 1 – 2016 (jrg. 70) – Item 5 van 9

ARTIKEL

Bindt Rusland in of blijft het de confrontatie zoeken?

Max Bader

Meer dan ooit sinds het uiteenvallen van de Sovjetunie stelt Rusland de internationale gemeenschap voor grote uitdagingen. De ontwikkelingen die in recente jaren hebben bijgedragen aan de toegenomen spanningen, zijn bekend: de bezetting van de Krim, de steun aan separatisten in oostelijk Oekraïne en het militair ingrijpen in Syrië.

Rusland wordt meer dan voorheen gezien als onberekenbare partij in de internationale politiek. Het land schendt internationale verdragen die onaantastbaar leken, zoals het Boedapest Memorandum van 1994 dat de territoriale integriteit van Oekraïne garandeerde. Het ontkent militaire hulp te bieden aan separatisten in het oosten van Oekraïne, ondanks overweldigend bewijs van het tegendeel. Rusland beweert in Syrië ISIS te bestrijden, maar bombardeert met name de rebellen die tegen Assad vechten. Bovendien schendt het land geregeld het luchtruim van NAVO-bondgenoten, maar ontkent dit.

Daarnaast worden Poetin en andere Russische leiders steeds meer gezien als leiders met wie men uit ethische overwegingen de omgang zou moeten schuwen. Het is tot meer mensen doorgedrongen dat de omgeving van Poetin zich onrechtmatig heeft verrijkt, en dat corruptie een bouwsteen is van het regime. Bovendien wordt er inmiddels aangenomen dat de moord op dissident Litvinenko in 2006 op het hoogste niveau is gesanctioneerd. Poetin en andere Russische leiders zijn niet meer “gewoon politici met wie men het oneens is”; ze worden als een bedreiging voor de stabiliteit en vrede in Europa en daarbuiten beschouwd.

Wikimedia Commons

Source: Wikimedia Commons

Hoe kijken Russische leiders naar het Westen? En hoe zien Russische leiders hun eigen buitenlands beleid en de positie van Rusland in de wereld? De – op confrontatie gerichte – Russische buitenlandpolitiek van de afgelopen jaren wordt gedreven door grieven en door een wereldbeeld dat onverenigbaar is met dat van de meeste westerse leiders. Inzicht in de Russische grieven en het Russisch wereldbeeld helpt te begrijpen hoe de relatie met vooral het Westen zo kon verslechteren, en waarom Rusland zich zo onberekenbaar opstelt.

Russische grieven

De lijst van Russische grieven jegens het Westen is lang. Het voornaamste bezwaar betreft de uitbreiding van de NAVO richting Oost-Europa. Het is onder Russen gebruik geworden te beweren dat westerse leiders in de nadagen van de Sovjetunie hebben toegezegd dat de NAVO niet naar het Oosten uit zou uitbreiden.[1] Analyses van wat destijds werkelijk is besproken, maken aannemelijk dat de toezegging op een mythe berust.[2] Zelfs als dit niet het geval is, is het curieus dat de Russen er zo zwaar aan tillen: het gaat om een mondelinge toezegging, gedaan door individuele westerse leiders op een moment dat de wereld er wezenlijk anders uitzag dan nu.

Bovendien zou het – vanuit westers perspectief althans – ongepast zijn de autonome keuzes van soevereine staten te verwaarlozen. Volgens Sergej Karaganov, een van de meest invloedrijke Russische specialisten op het gebied van de internationale betrekkingen, betekent het uitbreiden van de NAVO dat het Westen de Koude Oorlog heeft voortgezet ten koste van een lange tijd verzwakt Rusland.[3] Vooral toen Georgië in 2008 een NAVO-lidmaatschap in het vooruitzicht werd gesteld, vatten de Russen dit op als het overschrijden van een zekere grens. Dat is bovendien waarschijnlijk één van de voornaamste redenen voor het Russisch militair ingrijpen in Georgië in datzelfde jaar.

In het hechten aan absolute, traditionele waarden voelen veel Russen zich verbonden met de niet-westerse wereld

Een tweede belangrijke grief – die met de eerste verband houdt – is dat het Westen zou hebben geïntervenieerd in wat door de Russen wordt gezien als de traditionele invloedssfeer.[4] Hierbij gaat het om twee zaken in het bijzonder: subversieve activiteiten gericht op regime change in bepaalde staten in de regio – waaronder Rusland zelf – en democratiebevordering in de vorm van steun aan niet-gouvernementele organisaties.

De bewering dat het Westen actief en consistent naar regime change toewerkt in staten van de voormalige Sovjetunie, is grotesk, maar lijkt door veel Russen – inclusief de president – écht te worden geloofd. Poetin en de zijnen zijn er kennelijk van overtuigd dat het Westen een doorslaggevende rol heeft gespeeld in de ‘kleurenrevoluties’ in Georgië (2003) en in Oekraïne (2004). De revolutie in Oekraïne in de periode 2013-2014 wordt door Moskou gekarakteriseerd als een staatsgreep, die werd gepleegd door Oekraïense nationalisten met – cruciaal – financiële hulp van het Westen.[5]

Een derde bezwaar berust tot slot op de perceptie dat in internationale kwesties de voorkeuren en belangen van Rusland niet worden gerespecteerd. Rusland was tegen de invasie in Irak, de afscheiding van Kosovo en internationaal ingrijpen in Libië; toch zette het Westen door. De Russische politieke leiders beweren in dit verband vaak dat het Westen, in het bijzonder de Verenigde Staten, een unipolaire wereld nastreven, waarin de belangen van andere machtige staten ondergeschikt worden. Volgens Rusland-experts is het meer assertief buitenlands beleid van de afgelopen jaren een uitdrukking van het feit dat Rusland eindelijk voor zichzelf opkomt, na jarenlang te hebben toegekeken hoe zijn belangen en voorkeuren werden genegeerd.[6]

Verschillen tussen Rusland en het Westen

Terwijl na 1991 de Russen lange tijd op de overeenkomsten tussen Rusland en het Westen hebben gewezen, benadrukken de Russen nu juist hoe wezenlijk anders Rusland is dan het Westen, en dat Rusland meer gemeen heeft met andere culturen en tradities. Een eerste vermeend onderscheid tussen de twee blokken is het belang dat wordt gehecht aan conservatieve maatschappelijke waarden.

Poetin en Obama in overleg over de situatie in Syrië in 2015.

Poetin en Obama in overleg over de situatie in Syrië in 2015. Source: Wikipedia

Rusland zou een wezenlijk conservatieve samenleving zijn waarin bijvoorbeeld “niet-traditionele seksuele oriëntaties” niet worden geaccepteerd.[7] De conservatieve trend is vooral merkbaar geworden sinds de herverkiezing van Poetin in 2012 en wordt bijvoorbeeld weerspiegeld in de vervolging van Pussy Riot en de ‘anti-homowetgeving’ van 2013.[8] In het hechten aan absolute, traditionele waarden voelen veel Russen zich verbonden met de niet-westerse wereld. Vanuit dit perspectief is het niet verwonderlijk dat Rusland nauwere relaties nastreeft met niet-Westerse staten.

Een ander onderscheid tussen Rusland en het Westen dat wordt benadrukt, is dat van een gewetenloos Westen, zonder principes, tegenover een moreel hoogstaander Rusland.[9] In de – echte of geveinsde – perceptie van veel Russen komt het Westen zijn afspraken niet na, volgt het blind zijn belangen, hanteert het stelselmatig ‘dubbele standaarden’ en houdt het geen rekening met anderen. Vooral de uitbreiding van de NAVO na 1990, ondanks de vermeende toezeggingen op dit vlak, wordt door veel Russen gepresenteerd als het duidelijke bewijs van de perfide aard van westerse beleidsmakers.

De Russische leiders leggen de schuld voor de verslechterde relatie met het Westen bij de tegenpartij. Ze benadrukken dat Rusland lange tijd aansluiting heeft gezocht bij het Westen, onder andere met het voorstel tot hechtere samenwerking met de NAVO.[10] Rusland streefde naar eigen zeggen naar een grand deal met het Westen: er zou duurzame stabiliteit komen als het Westen de Russische invloedssfeer in de voormalige Sovjetunie zou respecteren en de NAVO niet ten koste van Rusland zou uitbreiden naar het Oosten. Doordat het Westen niet inging op de Russische voorstellen, is Rusland – vanuit zijn eigen perspectief – als het ware in de handen gedreven van andere, niet-westerse partners.

Parallelle instituties

In de afgelopen vijftien jaar heeft Rusland pogingen gedaan tegenhangers te creëren van alle belangrijke ‘westerse’ instituties: de financiële instituties (IMF en Wereldbank), het militair bondgenootschap (NAVO) en het grootste economische samenwerkingsverband (de Europese Unie).

Een analist van Goldman Sachs bedacht in 2001 de afkorting BRIC (Brazilië, Rusland, India, China) voor wat hij zag als de belangrijkste opkomende economieën van dat moment. Voor Rusland was het concept ‘BRIC’ om twee redenen aantrekkelijk: het erkende het economisch gewicht en de potentie van Rusland in de 21ste eeuw en suggereerde daarnaast dat de opkomst van niet-westerse staten de macht van het Westen in de 21ste eeuw zou doen afnemen. Rusland heeft zich sinds 2001 actief ingezet om van BRICS[11] een organisatie te maken die tegenwicht moet bieden aan – volgens Rusland – door het Westen gedomineerde financiële instituties zoals het IMF en de Wereldbank.

Russische militairen in actie tegen IS in Syrië

Russische militairen in actie tegen IS in Syrië. Source: YouTube

Bovendien werkt Rusland sinds 2001 met China en de Centraal-Aziatische staten aan veiligheidsvraagstukken in het kader van de Shanghai Cooperation Organization (SCO). De verwachting is dat India en Pakistan in 2016 tot de SCO zullen toetreden. Tot slot heeft Rusland het initiatief genomen tot oprichting van de Euraziatische Economische Unie (EEU). Het doel van de EEU is een vérgaande mate van economische integratie van de lidstaten te bewerkstelligen. Tot de lidstaten van de EEU behoren voormalige Sovjetrepublieken, die over het algemeen goede betrekkingen met Rusland hebben, te weten Armenië, Kazachstan, Kirgizië en Wit-Rusland. De meeste andere voormalige Sovjetrepublieken lieten weten geen interesse te hebben in deelname aan de EEU.

BRICS, SCO en de EEU zijn bij lange na (nog) niet zo ver ontwikkeld als hun ‘westerse’ tegenhangers. Het gaat om jonge organisaties en het is voorstelbaar dat ze zich verder zullen ontwikkelen. Tegelijkertijd lijkt het alsof de betreffende organisaties een eerder symbolische waarde hebben dan dat ze een serieus alternatief vormen voor de gevestigde intergouvernementele organisaties.

Het Russisch wereldbeeld

Hoe kijkt de Russische politieke elite naar de wereld? Vanzelfsprekend leven binnen de politieke elite uiteenlopende ideeën. Ook zijn de plannen van de Russische leiders niet per se consistent: Poetin zelf lijkt sinds zijn aanvankelijke aantreden in 2000 een ontwikkeling in zijn denken te hebben doorgemaakt.

Wanneer wordt geprobeerd een aantal kernideeën te distilleren, ontstaat het volgende beeld; de hoekstenen van de mondiale orde zijn staten en dat moet vooral zo blijven. Intergouvernementele organisaties dienen in wezen niet meer dan de soevereine belangen van deelnemende staten. Ook internationale verdragen weerspiegelen uiteindelijk slechts nationale belangen. Staten hebben intrinsieke belangen die door de tijd heen niet veel veranderen. Voor Rusland is het bijvoorbeeld van belang een dominante positie te behouden in de regio en een eventuele militaire dreiging van bijvoorbeeld de NAVO af te houden. Omdat staten hun belangen verdedigen en die belangen in de praktijk vaak botsen met de belangen van andere staten, ontstaat rivaliteit.

De nieuwe wereldorde zal een multipolaire wereldorde zijn, met Rusland als één van de polen

In het huidige wereldbeeld van de Russen proberen westerse staten gezamenlijk hun hegemonie te laten gelden in de wereld en veronachtzamen ze daarbij de belangen van andere staten. Tevens is het Westen in verval, vooral door de opkomst van de BRICS en andere staten.[12] De nieuwe wereldorde zal een multipolaire wereldorde zijn, waarin Rusland één van de polen moet vormen. Rusland moet op mondiaal niveau één van de grootmachten zijn en dé grootmacht in de regio van de voormalige Sovjetunie.

Daarnaast is het in de ogen van de Russen vanzelfsprekend dat grotere staten kleinere staten willen beheersen. Staten zijn dus formeel gelijkwaardig, maar in de praktijk niet. De mate waarin een staat andere staten beheerst, of wordt beheerst door andere staten, bepaalt zijn mate van soevereiniteit. Rusland moet een staat zijn met een maximale mate van soevereiniteit: dominant in de eigen regio en onafhankelijk van andere grootmachten. Een min of meer stabiele wereldorde wordt bereikt wanneer de grootmachten elkaars invloedssferen erkennen. De primaire invloedssfeer van Rusland is de voormalige Sovjetunie; daarbuiten kan het moeilijk aanspraak maken op grondgebied, maar het land wil wel voor vol worden aangezien.

Discrepantie tussen ambities en mogelijkheden

Rusland eist dus een voorname rol voor zichzelf op het wereldtoneel op. Door de indrukwekkende economische groei in de periode 2000-2008 – gedreven door stijgende olieprijzen – is bij velen de perceptie ontstaan dat Rusland zijn internationale ambities kan verwezenlijken. Inmiddels is die perceptie aan het veranderen en wordt duidelijk dat er een discrepantie bestaat tussen Ruslands ambities en de feitelijke uitvoerbaarheid daarvan.

In de internationale politiek staat Rusland tamelijk geïsoleerd. Weinig landen zijn bijvoorbeeld bereid de Krim te erkennen als regio van Rusland. De internationale initiatieven waar Rusland dé drijvende kracht of één van de drijvende krachten achter is, zoals BRICS, SCO en EEU, blijven onderontwikkeld. Zelfs met zijn meest trouwe bondgenoten – Kazachstan en Wit-Rusland – zijn de betrekkingen sinds de bezetting van de Krim bekoeld.

Rusland wordt steeds minder gezien als een opkomende staat, maar als een probleem voor de internationale gemeenschap

De Europese Unie, de Verenigde Staten en enkele andere landen hebben sancties tegen Rusland ingesteld en met Turkije heeft Rusland er in 2015 een machtige opponent bij gekregen. In de periode 2008-2016 is de economie bovendien nagenoeg gestagneerd. Doordat de olieprijs op het laagste niveau in tien jaar staat en de effecten van de sancties voelbaar worden, zijn de vooruitzichten voor de Russische economie ronduit slecht. Rusland wordt steeds minder gezien als een opkomende staat, maar als een probleem voor de internationale gemeenschap. Niemand betwist dat Rusland belangrijk zal blijven, maar het belang van Rusland zal niet zozeer zitten in zijn sterke economie of zijn ideologische aantrekkingskracht, maar in zijn potentie om instabiliteit te creëren.

Twee scenario’s

In deze situatie zijn – simpel gesteld – twee scenario’s mogelijk. Als eerste is het mogelijk dat de Russische leiders inzien dat het land zich in een precaire situatie heeft gewerkt en dat het land zich moet richten op economische hervormingen en het verbeteren van de betrekkingen met de buitenwereld. Het andere scenario is dat Rusland de confrontatie blijft zoeken. Het ingrijpen in Syrië sinds 2015 en de blijvende steun aan separatisten in oostelijk Oekraïne suggereren dat de Russische leiders vooralsnog voor het tweede scenario kiezen.

Noten

Ook president Poetin heeft deze bewering gedaan. Zie: Vladimir Poetin, ‘Obrashchenie prezidenta Rossiiskoi Federatsii’, 18 maart 2014.
Mark Kramer, ‘The myth of a no-NATO-enlargement pledge to Russia’, The Washington Quarterly, jrg. 32 (2009), no. 2, pp. 39-61; Michael Rühle, ‘NATO Enlargement and Russia: Discerning Fact from Fiction’, American Foreign Policy Interests, jrg. 36 (2014), no. 6, pp. 234-239.
Sergei Karaganov, ‘Europe and Russia: Preventing a New Cold War’, Russia in Global Affairs, no. 2 (2014).
Zie bijv. Alexander Lukin, ‘Russia in a Post-Bipolar World’, Survival, jrg. 58 (2016), no. 1, pp. 91-112.
Zie bijv. Vladimir Tschernega, ‘Cacaphony instead of European Concert’, Russia in Global Affairs, no. 2 (2015).
Zie bijv. Sergei Karaganov, ‘Europe: A Defeat at the Hands of Victory?’, Russia in Global Affairs, no. 2 (2015).
Alexander Lukin, ‘Eurasian integration and the clash of values’, Survival, jrg. 56 (2014), no. 3, pp. 43-60.
Stanislav Secrieru, ‘Russia’s Conservative Reawakening’, PISM Strategic File no.18 (2014).
Zie bijv. Timofey Bordachev, ‘Power, Morality, and Justice’, Russia in Global Affairs, no.2 (2014).
Zie bijv. Pavel Zolotarev, ‘The Missed History Classes’, Russia in Global Affairs, no. 3 (2015).
Door de deelname van Zuid-Afrika sinds 2010 heet de organisatie sindsdien BRICS.
Zie bijv. Sergei Lavrov, ‘Russia and the World in the 21st Century’, Russia in Global Affairs, no. 3 (2008), pp. 8-18.