Internationale Spectator 2 – 2016 (jrg. 70) – Item 7 van 7

ARTIKEL

Het gaat om de gevolgen: elf aandachtspunten

Joris Voorhoeve

De discussie die is ontstaan over de vraag wat het beste richtsnoer is voor het buitenlandbeleid volgt de klassieke keuze tussen enerzijds behartiging van nationale belangen en anderzijds ethische en juridische waarden en politieke idealen. Han ten Broeke begon de discussie met een doorwrochte uiteenzetting van uitgangspunten voor een realistisch beleid.‍[1] Hij stelt vast dat internationale politiek door grote machten wordt beheerst en dat een kleine staat als Nederland daar met zijn juridische, morele en idealistische voorkeuren weinig aan kan veranderen en ‘Realpolitik’ dient te voeren om effectief te zijn.

Het ‘nationaal belang’ dat de denkwijze van het Realisme in de Leer der Internationale Betrekkingen vooropstelt, schijnt een objectief gegeven te zijn dat gediend moet worden. Het dienen van nationaal belang is niet in zichzelf verkeerd, zoals vaak wordt gesteld, maar de vraag is wat het nationaal belang precies is, welke waarde-belangen daar ook onder vallen, wie de belangen vaststelt en hoe zij in de praktijk worden gediend. Zijn het de belangen van de leiders van de politiek actieve groeperingen, van de meerderheid of minderheid van de samenleving, van deze generatie of van de vele nog volgende, en vooral: worden die belangen wel goed gezien?

Ook van de Verenigde Staten wordt vaak verondersteld dat zijn regering altijd het nationaal belang vooropstelt. Was dat maar waar, zou men zeggen. Was bijvoorbeeld het Amerikaanse beleid om in Irak in te grijpen in het nationaal belang van de Verenigde Staten, ook al werd dat zo door de pleitbezorgers daarvan gedefinieerd? De Verenigde Staten zijn er, als leidende staat, niet sterker maar juist veel zwakker door geworden in reputatie, financiën en gezag. Was het clandestiene ingrijpen van Rusland in Oekraïne wel in het belang van Rusland? Rusland is daardoor in een economische ramp beland en Moskou heeft zijn toch al minder goede reputatie verslechterd.

‘Nederland moet proberen de gebrekkige orde en leiding in Europa te versterken.’

© Flickr / Charles Clegg

‘Nederland moet proberen de gebrekkige orde en leiding in Europa te versterken.’

Buitenlandwoordvoerders in discussie over nationaal belang

Het draait dus om de vraag: wat is eigenlijk het welgekozen nationale belang? Dat moet keer op keer worden vastgesteld en vereist complexe afwegingen tussen verscheidene visies, belangen en waarden. Nationaal belang is dus geen simpel richtsnoer, maar wel een nuttige vraag als men deze goed weet te beantwoorden.

Het Tweede-Kamerlid Voordewind en beleidsmedewerker Ceuleers stellen daarentegen dat niet het belang van de staat, maar mensenrechten het richtsnoer moet zijn. Dat klinkt zeer sympathiek. Maar: welke rechten van welke mensen? Er zijn ongeveer honderd rechten van de mens geboekstaafd. Gaat het om basisrechten als voedsel en veiligheid, of om vrijheid, of op alle rechten in een bepaalde volgorde, en voor welke van de 7,3 miljard mensen? Iedereen en in gelijke mate? Dat zullen zij niet bedoelen want dat is nogal een opgave voor een kleine mogendheid.

Grashoff stelt in zijn bijdrage het mondiaal belang voorop, en ook die visie is sympathiek, maar is niet makkelijk concreet te maken. De wereld groeit in de loop van deze eeuw naar c. 10 miljard zielen. India omvat dan waarschijnlijk 1,7 miljard mensen en Nederland 17 miljoen. Hoe weegt men in concrete situaties het mondiaal belang af tussen alle verschillende belangen en waarden? Moet de visie daarop van India duizend maal meer invloed in het beleid hebben dan die van Nederland? In de praktijk zal geen Nederlandse regering daarmee instemmen.

Er hoeft geen algemene, principiële tegenstelling tussen belangenpolitiek en recht plus ethiek te bestaan

Ook voor het mondiale belang gelden de vragen wat dat precies is, van wie, en hoe te verwezenlijken. Van Bommel waarschuwt in zijn bijdrage aan de discussie vooral tegen de risico’s van militaire interventies en bepleit een zo vreedzaam mogelijk beleid. Dat lijkt nobel, maar overtuigt dat de landen die ernstig lijden onder de dreiging van gewapende agressie van anderen?

Wat wordt bereikt en voor wie?: daar gaat het om

Ik bepleit een iets andere denkwijze dan de tegenstelling tussen belangen en idealen. Er hoeft eigenlijk geen algemene, principiële tegenstelling tussen enerzijds belangenpolitiek en anderzijds recht plus ethiek te bestaan. Het gaat niet in de eerste plaats om de vraag waar in het buitenlandbeleid naar wordt gestreefd, maar om wat er wordt bereikt en voor wie.

Centraal hoort te staan hoe met concrete stappen verbeteringen worden bereikt voor het welzijn in brede zin van de ingezetenen van Nederland en de grotere kringen en verbanden waarin Nederland mee is verbonden. Van nabij tot veraf zijn dat Noordwest-Europa, het EU-gebied, heel Europa, de NAVO en het Noord-Atlantisch gebied; voorts de democratische en min or meer rechtsordelijke staten in de wereld, de opkomende en ontwikkelingslanden en in het algemeen de mensheid als geheel. Men kan daar ook de natuur aan toevoegen, maar laat ik het eenvoudig en mensgericht houden, al is dat onvolledig.

Minister-president Rutte en president Obama tijdens de Nuclear Security Summit, 2014.

© Flickr / Minister-president Rutte

Minister-president Rutte en president Obama tijdens de Nuclear Security Summit, 2014.

Buitenlandbeleid betreft zeer grote collectiviteiten, en niet alleen de huidige wereldbewoners, maar ook de toekomstige. Wie beslissingen bepleit, neemt of goedkeurt, hoort zich steeds af te vragen welke mensen daar beter van worden en hoe de kansen en risico’s van het besluit volgens de best beschikbare informatie en inschattingen verdeeld zullen worden over welke staten, volken en personen. Volgens deze benadering verschilt het buitenlandbeleid niet van de eisen waar alle vormen van beleid aan dienen te voldoen: het leven hoort er beter van te worden in vergelijking met niets doen of andere beleidskeuzen.

De ethiek van de gevolgen

Goede bedoelingen zijn van belang in de persoonlijke verhoudingen tussen mensen die elkaar kennen, maar naar de mate waarin de relaties grotere afstanden betreffen en het niet meer om enkele individuen maar om grote collectiviteiten gaat, zijn voornemens en bedoelingen veel minder belangrijk dan gevolgen. Het gaat in de wereldpolitiek om de feitelijke consequenties van het handelen, niet om al dan niet hoogstaande bedoelingen. Dus: de ethiek van de gevolgen. En die vereist zowel klinisch realisme als de overtuiging dat waarden van groot belang zijn.

De tweede vraag is dan, hoe de verbetering die met beleid wordt nagestreefd vastgesteld of ingeschat moet worden. Theoretisch is het antwoord: mensen dienen door het beleid gelukkiger te worden dan zonder dat beleid het geval zou zijn, maar hoe is dat te meten? Gelukkig-zijn is voor een groot deel subjectief: relatief armen kunnen gelukkiger zijn dan ontevreden rijken. Geluk is wel met onderzoek te meten, maar zulke metingen zijn niet voorhanden in veel buitenlandpolitieke vraagstukken.

Daarom is het beter de factor geluk om te draaien: we weten tamelijk goed waar mensen ongelukkig van worden en zwaar onder lijden, zoals oorlog, verdrukking, onvrijheid, honger en ziekten. Als ezelsbrug kan met het denkmodel van de quallies gebruiken: quality-adjusted life expectancy.‍[2] Als door een bepaald beleid velen overlijden en weinigen erop vooruit gaan, is het duidelijk slecht beleid. Maar er zijn veel gevallen waarin van tevoren niet goed is beseft dat er storende factoren en nare gevolgen konden zijn. Die moeten wel zo goed mogelijk vooraf worden ingeschat.

Mogen de baten voor de huidige generatie zwaarder wegen dan de schade aan de toekomstige?

De derde vraag is: hoe pakt de verdeling uit van baten en lasten (inclusief risico’s) van beleid over mensen in binnen- en buitenland? Mogen de baten bij een kleine groep bevoorrechte inwoners terechtkomen, maar de lasten en risico’s op buitenlanders worden afgewenteld? Dat zal niemand openlijk willen beamen, maar dat geschiedt toch soms impliciet, zoals in delen van het veiligheids- en handelsbeleid. En hoe worden de kosten en baten in termen van quallies verdeeld over mensen in de eigen politieke regio enerzijds en anderzijds mensen in andere staten, zelfs aan de andere kant van de wereld? En mogen de baten voor de huidige generatie zwaarder wegen dan schade aan de toekomstige? Als iedereen op de wereld en alle toekomstige generaties er door een beleidsmaatregel op vooruit gaan, is het eenvoudig, maar zo liggen de kansen en risico’s vrijwel nooit.

Verantwoordelijk beleid

Hoewel de denkwijze over beleidskeuzen die hier uiteen is gezet, tot vragen leidt die in veel situaties niet goed zijn te beantwoorden, leidt zij wel tot een zo verantwoord mogelijke afweging van belangen, waarden, recht en ethiek. Verantwoordelijk beleid betekent gewoon dat de besluiten gebaseerd zijn op zo goed mogelijke beantwoording van vragen over mogelijke gevolgen. Dat is geen wiskunde, maar praktische filosofie.

Twee heel verschillende voorbeelden, om rechts en links te plagen: ten eerste, hoe om te gaan met het vluchtelingen- en migratievraagstuk? Hen wegjagen vergroot het lijden van veel mensen en is dus geen goed beleid. Hen massaal opnemen kost grote inspanningen, waarmee overigens slechts een klein deel van de vluchtelingen (thans 70 miljoen in de wereld) is te helpen. Het verminderen van de oorzaken van gedwongen migratie en vluchten is dus meestal effectiever en kan veel grotere aantallen mensen bereiken. Door bijvoorbeeld met realistische investeringsprojecten in Noord-Afrika werkgelegenheid te scheppen, kan men miljoenen meer mensen kansen op vooruitgang bieden dan door enkele honderdduizenden in West-Europa op te nemen.

Daaruit volgt dat het rationeel is de ontwikkelingssamenwerking, waar Nederland juist zeer sterk op heeft bezuinigd, spoedig sterk uit te breiden, zeker nu investeringskapitaal voor landen als Nederland slechts een zeer lage rentevergoeding vergt. Land- en tuinbouw en zonne-energieproductie in Noord-Afrika bieden grote perspectieven voor werkgelegenheid als die mogelijkheden goed worden benut.

Bondskanselier Merkel spreekt met minister-president Rutte in de Duitse grensplaats Kleef om de bijzonder hechte band tussen beide landen te benadrukken, 2013.

© Flickr / Minister-president Rutte

Bondskanselier Merkel spreekt met minister-president Rutte in de Duitse grensplaats Kleef om de bijzonder hechte band tussen beide landen te benadrukken, 2013.

Een tweede voorbeeld: Oekraïne, Estland, Georgië en andere staten en volken in Oost-Europa en Centraal-Azië worden bedreigd door destabilisering en hybride oorlogvoering. Wat is de beste wijze om die dreiging te keren? Hen bijstaan met expertise voor rechtsordelijke staatsopbouw, goed economisch beleid en investeringen. Een bondgenoot als Estland moet ook kunnen rekenen op verdediging door de NAVO, dus Nederland is verplicht in doeltreffende verdediging van de Baltische regio te helpen voorzien, ook tegen hybride oorlog. De meest humanitaire vorm van defensie is deterrence, want als dat goed wordt geregeld betekent het dat de NAVO niet kan worden uitgedaagd, en dan vallen er dus geen slachtoffers. Daarvoor is het o.a. nodig dat de NAVO over een beperkt maar overtuigend nucleair vermogen blijft beschikken, dat alleen effectief kan zijn als het grootste NAVO-lid dat duidelijk achter de hand houdt.‍[3]

Een elftal aandachtspunten

Vanuit de bovenstaande redenering over de ethiek van de gevolgen, die gericht is op tijdige afweging van de effecten van buitenlandbeleid, kom ik op praktische beleidsvragen soms anders uit dan de aangehaalde buitenlandwoordvoerders. In plaats van een lijst van mogelijke beleidsconclusies te presenteren, die met de tijd zullen moeten worden aangepast, is een andere (aanvullende) lijst van algemene aandachtspunten passender:

1.
Wie wordt beter van voorgesteld nieuw beleid? Is dat niet duidelijk, laat het dan rusten.
2.
Hoe worden de baten, lasten en risico’s verdeeld over welke personen in binnen- en buitenland? Is dat redelijk en billijk? Zo niet, verbeter het of trek het voorstel in.
3.
Tracht steeds de gebrekkige orde en leiding in Europa en het Noord-Atlantisch gebied te versterken. Betere leiding door andere grote staten buiten het Noord-Atlantisch gebied is niet voorhanden.‍[4]
4.
Beleid moet in vijf minuten zijn samen te vatten en uit te leggen via de media aan de kiezers.
5.
Wil een andere staat of organisatie een bijdrage van Nederland, bijv. voor een interventie? Begin met stevige voorwaarden te stellen. Wie direct ja zegt, verspilt invloed op de aanpak en kan worden meegesleurd in verkeerd ontworpen interventies.
6.
Kom alle internationale afspraken na, inclusief die inzake ontwikkelingssamenwerking en defensie. Dat geeft middelen voor goed beleid en voor zinvolle invloed op anderen.
7.
Wees gastvrij voor internationale organisaties in Nederland. Dat geeft invloed.
8.
Analyseer klinisch de politiek-antropologische realiteit in een land waarmee wordt samengewerkt en vermijdt wensdenken.
9.
Concentreer op comparatieve voordelen van Nederland: internationale rechtsinstellingen, water- en landbouwtechnologie, family-planning en autonomie van vrouwen (seksuele en reproductieve gezondheid en rechten).
10.
Leg voortdurend helder aan eenieder uit dat internationale samenwerking en organisaties als de EU het verlicht eigenbelang van Nederland dienen en daarom versterkt moeten worden. Praat populaire commentatoren niet naar de mond, die willen afbreken wat zorgvuldig is opgebouwd maar nog niet af is, en juist versterking behoeft.
11.
Benoem in het Kabinet mensen die internationaal gezag uitstralen en persoonlijke invloed kunnen uitoefenen. Internationale politiek is een 24-7-conferentie waarin de deelnemers vooral worden beoordeeld op de kwaliteit van hun bijdragen.‍[5]

Tot slot, Nederland is geen ‘middelgrote mogendheid in zakformaat’ meer, maar een modern, klein en soms wat verwend land. Toch kan Nederland nog steeds een nuttige bijdrage leveren aan de belangrijkste internationale verbanden die instabiliteit, oorlog, grote armoede en onrecht kunnen terugdringen. De hier gevoerde discussie tussen buitenlandwoordvoerders in de Tweede Kamer helpt in elk geval om daarin de beste beleidskeuzes te maken.

Noten

Zoals bepleit in: Labiele Vrede, Amsterdam: Uitgeverij Balans, 1995; en uitgewerkt in: Negen Plagen Tegelijk, Amsterdam: Atlas Contact, 2011, schrijver dezes.
In dat licht is het verwijderen van een eventueel nog aanwezig Amerikaans afschrikkingswapen uit Nederland eigenlijk geen bijdrage, omdat de politieke lastenverdeling in de NAVO op vrijwel alle gebieden al zeer ongelijk is en Nederland, net als enkele andere kleinere landen, in het militaire veiligheidsbeleid door grote bondgenoten impliciet als profiteur, zo niet als zwartrijder, wordt gezien. Dat verkleint de mogelijkheden van ons land om serieuze invloed op het algemene veiligheidsbeleid te houden, al is dit niet te kwantificeren.
Onder voorbehoud dat de Verenigde Staten verantwoordelijke leiding houden.
Nog een incidentele suggestie: schaf de referendumwet af; deze ondermijnt een verantwoord democratisch buitenlands beleid. Is het een kroonjuweel van D66? Kroonjuwelen horen in een museum.