Internationale Spectator 2 – 2016 (jrg. 70) – Item 4 van 7

ARTIKEL

Realistisch én waardengedreven

Raymond Knops

Europeanen komen van Venus, Amerikanen van Mars, zo stelde de Amerikaanse denker Robert Kagan in zijn boek Of Paradise and Power. Democratie, diplomatie, handel, vreedzame geschillenbeslechting en internationaal recht hebben Europa vrede en welvaart gebracht. De werkelijkheid in de wereld buiten ons continent is echter een stuk rauwer. Het is minder maakbaar naar ons voorbeeld dan we hoopten. Europa is omgeven door een ring van instabiliteit. De gevolgen daarvan komen ook onze kant op, in de vorm van massale migratiestromen en in- en uit reizende jihadisten.

Ons ‘paradijs’ zelf staat onder druk. De invloed van het Westen neemt af; economische, politieke en militaire macht verschuift. Autoritaire regimes dagen het Westen uit. De geopolitiek is terug in een wereld die steeds meer multipolair wordt. Herbezinning op het buitenlands beleid is nodig. In een artikel in de Internationale Spectator heeft Han ten Broeke (VVD) tien vuistregels opgesteld voor een realistisch buitenlands beleid. Zijn voornaamste stelling is dat machtspolitiek in de internationale betrekkingen meer oplevert dan een morele beschouwing van de internationale verhoudingen.‍[1]

De belangrijkste drijfveer van het buitenlands beleid van Nederland zou het nationaal belang moeten zijn. Hierbij zou Nederland niet blind mogen zijn voor morele drijfveren, zolang deze drijfveren het nationale belang niet schaden. Een realistisch buitenlands beleid kan daardoor amorele keuzes met zich brengen, meent Ten Broeke.‍[2]

Bijdragen aan idealen

Het CDA deelt de opvatting van Ten Broeke dat te veel idealisme juist kan leiden tot het tegenovergestelde van wat oorspronkelijk werd beoogd. Het is verstandig een realistische, pragmatische koers te varen. Maar een uitsluitend nationale oriëntatie op het eigenbelang gaat voorbij aan het ideaal van de bevordering van de internationale rechtsorde. Beide zijn noodzakelijk: enerzijds moeten we rekening houden met eigenbelang en machtspolitiek, anderzijds moeten we zelf bijdragen aan het ideaal van vrede en recht in de wereld. Het één doen, en het ander niet laten.‍[3]

Na de val van de Muur was er een zeker vooruitgangsgeloof in het Westen te bespeuren. De liberale democratie zou overal ter wereld de norm worden. De verspreiding van democratie en mensenrechten is in Irak en Afghanistan echter weinig succesvol gebleken. De Arabische Lente ontaardde in chaos, conflict en de opmars van het islamitisch fundamentalisme. De Europese Unie liep ‘slaapwandelend’ de Oekraïense crisis binnen; de heftige reactie van Rusland werd niet goed ingeschat. De annexatie van de Krim en de strijd in Oost-Oekraïne luidden de terugkeer van de geopolitiek in. Dat manifesteert zich ook in Syrië. De burgeroorlog is geëscaleerd tot een grensoverschrijdend conflict met verschillende spelers die proxy-oorlogen voeren.

Een internationale orde van veiligheid en vrede zal nooit bereikt worden, zolang het universele recht op een menswaardig bestaan niet wordt nageleefd

Met soft power alleen kan het Westen geen deuk in een pakje boter slaan. De fluwelen handschoen van de diplomatie heeft een ijzeren vuist van militaire macht nodig. De terugkeer van de geopolitiek luidt ook de terugkeer van een klassieke rol van de krijgsmacht in: verdediging van het bondgenootschappelijk grondgebied, machtsprojectie, afschrikking, beïnvloeding van gedrag van potentiële tegenstanders. Maar dit betekent ook het opkomen voor belangen, zoals het beschermen van onze energievoorziening en handelsroutes.

Opkomen voor belangen – hoe belangrijk ook – mag niet de enige drijfveer van buitenlands beleid zijn. Het CDA staat ook in de verplichting om bij te dragen aan de internationale rechtsorde, zoals wordt aangegeven in artikel 90 van de Grondwet. Dit omvat onder meer de bevordering van mensenrechten, vreedzame betrekkingen tussen staten, handhaving van het internationaal recht en bevordering van economische ontwikkeling.‍[4] Nederland moet deze processen ondersteunen. Een internationale orde van veiligheid en vrede zal namelijk nooit bereikt worden, zolang het universele recht op een menswaardig bestaan niet wordt nageleefd.‍[5]

Ongemakkelijke vrienden

In zijn artikel past Ten Broeke de door hemzelf voorgestelde Realpolitik niet altijd consequent toe. Nationaal belang lijkt vaak neer te komen op handelsbelang. Het is zeker niet verkeerd handelsbelangen zwaar te laten wegen, maar in sommige gevallen kan dat indruisen tegen andere Nederlandse belangen. Een voorbeeld is Saoedi-Arabië – een “ongemakkelijke vriend”, die we kennelijk moeten “koesteren”. Het land is echter zo fundamentalistisch, dat het in veel opzichten op ISIS lijkt. De sharia wordt op brute wijze toegepast, met zweep- en stokslagen, onthoofdingen en kruisigingen. De repressie van het regime neemt toe.

De indeling in vrienden, ongemakkelijke vrienden, tegenstanders en vijanden in het buitenlands beleid is enigszins dogmatisch.

© Flickr / Ministerie van Buitenlandse Zaken

‘De indeling in vrienden, ongemakkelijke vrienden, tegenstanders en vijanden in het buitenlands beleid is enigszins dogmatisch.’

De VVD ziet het opschorten van wapenexport als ineffectieve getuigenispolitiek. Saoedi-Arabië koopt inderdaad steeds meer wapens van het Westen, maar trekt zich van datzelfde Westen steeds minder aan. Met westerse wapens wordt het humanitair oorlogsrecht geschonden in Jemen. Andere westerse wapens worden naar jihadisten in Syrië gestuurd. Saoedi-Arabië heeft naast olie namelijk nóg een exportproduct: salafisme. Dat is een fundamentalistische stroming binnen de islam die een belangrijke voedingsbodem vormt voor jihadisme. Saoedi-Arabië en rijke Arabische Golfstaten financieren de verspreiding ervan, ook naar Nederland.

Een meerderheid van de Tweede Kamer – inclusief de VVD – steunde een motie‍[6] van het CDA om deze financiering aan banden leggen. Helaas berust de VVD in de situatie dat het kabinet de motie naast zich neerlegt. Kennelijk weegt het belang deze “ongemakkelijke vriend” niet voor het hoofd te stoten, zwaarder. Een realistisch buitenlands beleid heeft oog voor de ideologische uitdaging van het islamitisch fundamentalisme en de dreiging van de radicale islam. Merkwaardig genoeg gaat Ten Broeke hier in zijn betoog helemaal niet op in.

Ten Broeke pleit terecht voor de NAVO als belangrijkste garantie voor de veiligheid van Nederland, trans-Atlantische solidariteit en burden sharing. Europa kan zich geen free rider-gedrag meer veroorloven. Daarvoor zal een serieuzere defensie-inspanning moeten worden geleverd en moeten onze constant afgenomen defensie-uitgaven worden omgebogen, aldus Ten Broeke.

Het Westen moet niet vanuit het zogenoemde “humanitaire impe­ratief” onbedoeld als luchtmacht voor jihadisten optreden

De vraag is wel: waarom heeft de VVD de krijgsmacht dan door de hoeven laten zakken? Nog nooit besteedde Nederland zo weinig geld aan defensie en was de krijgsmacht zo klein en zo minimaal inzetbaar. De NAVO heeft hierover publiekelijk haar verontrusting uitgesproken.‍[7] Het kabinet heeft te veel bezuinigd op defensie en doet te weinig én te laat om de schade te herstellen. De grote vraag is nu wat het kabinet met de kritiek van de NAVO zal doen in de aanloop naar de NAVO-top in Warschau. Gaat de VVD een vuist maken van haar eigen vuistregel?

Responsibility to Protect

Op het punt van bevordering van de internationale rechtsorde spreekt Ten Broeke zichzelf tegen. Aan de ene kant is hij tegen interventies onder het mom van “we moeten iets doen”, aan de andere kant pleit hij verderop in zijn artikel voor humanitaire interventies op basis van het begrip Responsibility to Protect (R2P).‍[8] Zo wilde de VVD in 2013 militair ingrijpen tegen het Assad-regime in Syrië – buiten de VN-Veiligheidsraad om – rechtvaardigen onder het motto: “Niet de procedure, maar het principe moet hier uiteindelijk overleven.”‍[9]

President Obama’s rode lijn is inderdaad overschreden, maar door wíe, dat staat volgens het CDA nog steeds niet vast. Mogelijk was Jabhat al Nusra verantwoordelijk voor de chemische aanval op Ghouta.‍[10] Een strafexpeditie tegen Assad – op morele gronden – had ISIS en Al Nusra aan de macht geholpen in Syrië en tot een nog grotere crisis met Rusland geleid. Bij eerdere interventies tegen Arabische dictators – eveneens op morele gronden – zagen we soortgelijke resultaten. De verhoudingen tussen het Westen, Rusland en China zijn erdoor verslechterd.

Bovenal heeft regime change in Irak en Libië geleid tot chaos, geweld en groei van jihadistische groeperingen. Het is nodig om lessen te trekken. Het Westen moet niet vanuit het zogenoemde “humanitaire imperatief” onbedoeld als luchtmacht voor jihadisten optreden. Is dat niet juist het idealisme met “oogkleppen op” waar Ten Broeke zelf – terecht – voor waarschuwt?

Ook het CDA is voorstander van het principe van R2P, maar de VVD wil de deur wel erg ver openzetten voor militair ingrijpen buiten de VN-Veiligheidsraad om; Ten Broeke wil zich ontdoen van de “volkenrechtelijke dwangbuis” en het vetorecht van permanente leden van de Veiligheidsraad afschaffen bij inzet van chemische wapens.‍[11] Het risico hiervan is verdere ondermijning van het systeem van collectieve veiligheid, waarbij ook landen als Rusland en China zich niets meer van het geweldsmonopolie van de Veiligheidsraad aantrekken. Ze zouden het R2P-beginsel zelfs kunnen misbruiken om bijvoorbeeld de Baltische Staten of Oekraïne binnen te vallen.

Nederland heeft ook belang bij stabiliteit in gebieden buiten de directe omgeving.

© Wikipedia

‘Nederland heeft ook belang bij stabiliteit in gebieden buiten de directe omgeving.’

In de Realpolitik van Ten Broeke is weliswaar ruimte voor mensenrechtendialogen, maar dan toch vooral in de vorm van stille diplomatie. Met een opgeheven vingertje wijzen, zou volgens hem juist contraproductief kunnen werken, zeker in gevallen dat Nederland journalisten of activisten vrij probeert te krijgen. Voor Ten Broeke is effectiviteit van diplomatie belangrijker dan de vraag of een bepaalde boodschap publiekelijk is verkondigd.‍[12]

Het CDA erkent de kracht van stille diplomatie. Achter de schermen kunnen diplomaten belangrijk werk verrichten, waarbij soms opmerkelijke successen worden geboekt. Ten Broeke onderschat evenwel het effect dat publieke verontwaardiging kan sorteren. Denk daarbij ook aan protestacties en publiciteitscampagnes van mensenrechtenorganisaties.

Koopman en dominee

De VVD wil volop handel drijven; inderdaad is de nadruk de afgelopen jaren meer op economische diplomatie komen te liggen. Zo zijn koopman en dominee bij handelsmissies naar China strikt gescheiden.‍[13] Ontmoediging van handelsmissies zou volgens Ten Broeke ten koste gaan van invloed, maar hoeveel verwacht de VVD van de mensenrechtendialoog met het Iran van de ayatollah’s?

Meer handel betekent niet per se meer leverage. Sterker nog, angst voor represailles kan er juist toe leiden dat het Westen zich minder hard opstelt. Neem bijvoorbeeld Saoedi-Arabië, dat 750 miljard dollar aan waardepapieren van de Verenigde Staten van de hand dreigt te doen als het Amerikaanse Congres een wet aanneemt die processen mogelijk maakt tegen Saoedische overheidsfunctionarissen vanwege eventuele betrokkenheid bij de aanslagen van ‘9/11’.‍[14] Het risico van een handelsboycot tegen Nederland is bovendien nog niet uit de lucht.

Daarnaast stelt Ten Broeke in zijn artikel dat buitenlands beleid in eerste instantie een buitengrenzenbeleid moet zijn. De inzet van militairen en hulpgelden zou in de eerste plaats gericht moeten zijn op de gebieden rondom Europa. Pas wanneer daar stabiliteit is, zou Nederland de ruimte hebben deel te nemen aan (militaire) missies in Afrika of Azië.‍[15] Op dit punt gaat Ten Broeke echter voorbij aan het feit dat Nederland niet alleen belang heeft bij stabiliteit in de directe omgeving van Europa, maar ook in de gebieden net daarbuiten.

In Afrika liggen nogal wat conflictgebieden en fragiele staten die broeinesten vormen voor terrorisme en smokkel van mensen, wapens en drugs richting Europa. Mali dreigde ten prooi te vallen aan jihadisten. De opmars is gestuit, maar de dreiging is niet weg. Boko Haram heeft zich aangesloten bij ISIS en ze hebben in het noorden van Nigeria een eigen kalifaat uitgeroepen. De ‘ring van instabiliteit’ rondom Europa is groter dan de directe omgeving van Europa. Op ’9/11’ werd het Westen getroffen door een dreiging op duizenden kilometers afstand. Nu trekt de NAVO zich terug uit Afghanistan, en is de Taliban in het offensief. Dit zorgt onder meer voor een vluchtelingenstroom van Afghanen richting Europa.

De gevolgen van instabiliteit komen ook onze kant op, in de vorm van massale migratiestromen.

© Wikimedia Commons

‘De gevolgen van instabiliteit komen ook onze kant op, in de vorm van massale migratiestromen.’

In het verband van de stabiele buitengrenzen, is het opvallend dat Ten Broeke met geen woord rept over ontwikkelingssamenwerking. Veel ontwikkelingslanden kampen met een bevolkingsexplosie en de gevolgen van klimaatverandering. Ontwikkelingssamenwerking kan bijdragen aan het wegnemen van de grondoorzaken van migratie naar Europa en afspraken mogelijk maken met ontwikkelingslanden om in Europa uitgeprocedeerde of illegale onderdanen terug te nemen. Het is welbegrepen eigenbelang van Nederland deze landen te ondersteunen.

Hokjesdenken

Ten Broeke’s Realpolitik maakt een categorisering van de relaties die Nederland met andere landen heeft. Er zijn vrienden, ongemakkelijke vrienden, tegenstanders en vijanden. Deze indeling is enigszins dogmatisch. Waar is deze categorisering goed voor? Er zijn namelijk grote grijze gebieden. Nederland heeft zonder meer bondgenoten en partners nodig om zaken als migratie, terrorisme en het klimaatprobleem aan te pakken. Sommige van deze partners, zoals Turkije, Pakistan, Qatar en Saoedi-Arabië, hebben echter een dubbele agenda.

Ze zijn enerzijds “ongemakkelijke vrienden” die nodig zijn om strategische belangen te borgen. Anderzijds vertonen ze trekjes van “tegenstanders”, die opzettelijk onze belangen schaden en die indirect of impliciet onze veiligheid bedreigen. Het Turkije van Erdoğan heeft de migratiecrisis als drukmiddel gebruikt om de EU te dwingen tot visumliberalisering, miljardensteun, versnelde toetredingsonderhandelingen en een luchtbrug naar Europa. Intussen worden democratie en rechtsstaat in Turkije afgebroken. Kritische journalisten en academici belanden in de cel. Erdoğan voert een brute campagne tegen de Koerden. Het leger schiet met tanks en artillerie op steden. Cultureel erfgoed wordt vernield, kerken worden onteigend.

De Turkse president Erdoğan beschikt over lange tenen en een lange arm

Bovendien steunt Turkije jihadisten in Syrië. Ten Broeke zelf wees op “onloochenbare bewijzen” voor banden met ISIS;‍[16] in september 2015 pleitte hij dan ook terecht voor het opvoeren van de druk op Turkije.‍[17] Door de migratiedeal is het juist de EU die onder druk wordt gezet. Erdoğan stelt zich steeds assertiever op richting de EU en trekt zich steeds minder van kritiek aan. De Turkse president beschikt over lange tenen en een lange arm. Zelfs de vrijheid van meningsuiting in Europa wordt onder druk gezet. Belangrijke waarden zijn in de uitverkoop gedaan.

Assertief opkomen voor waarden die ons dierbaar zijn

Concluderend kan worden gesteld dat de ontwikkelingen op het wereldtoneel inderdaad nopen tot een meer realistisch buitenlands beleid. De Amerikaanse president Roosevelt hanteerde als motto: “Speak softly, and carry a big stick.” Europa kan het zich niet veroorloven het tegenovergestelde te blijven doen. Het CDA staat voor realistisch én waardengedreven buitenlands beleid. Dat betekent niet altijd en overal met het opgeheven vingertje zwaaien, maar wel assertief opkomen – en op kúnnen komen – voor waarden die ons dierbaar zijn, als het erop aankomt. Om met de woorden van Kagan te spreken: zonder “power” komt ook ons “paradise” onder druk te staan.

Noten

H. ten Broeke, “10 vuistregels voor een realistisch buitenlands beleid”, Internationale Spectator, maart 2016.
H. ten Broeke, “10 vuistregels voor een realistisch buitenlands beleid”, Internationale Spectator, maart 2016.
T. Brinkel, M. Neuteboom & B. Bot, ‘Waardengedreven buitenlandpolitiek in een weerbarstige wereld’, Christen Democratische Verkenningen 4, 2014, p. 22.
T. Brinkel, M. Neuteboom & B. Bot, ‘Waardengedreven buitenlandpolitiek in een weerbarstige wereld’, Christen Democratische Verkenningen 4, 2014, p. 28.
E. Hirsch Ballin, ‘Ontwikkeling van een Internationale Rechtsorde’, Christen Democratische Verkenningen 4, 2014, p. 136.
Motie van het Kamerlid Knops over aan banden leggen van buitenlandse financiering van salafisme in Nederland (Kamerstuk 34300-V, nr. 24).
Overview van de NATO Defence Planning Capability Review (DPCR) (Kamerstuk 28 676, nr. 241).
H. ten Broeke, “10 vuistregels voor een realistisch buitenlands beleid”, Internationale Spectator, maart 2016.
Plenair debat begroting Buitenlandse Zaken 2014, 26 november 2013.
Vragen van het Kamerlid Omtzigt (CDA) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie over het bericht dat Turkije betrokken is bij wapenleveranties aan de Syrische rebellen, steun aan de terroristische organisatie Al Nusra verleent en zelfs betrokken zou zijn bij de chemische aanval op Ghouta (ingezonden 11 april 2014).
H. ten Broeke, “Schaf VN-vetorecht bij inzet chemische wapens af”, Internationale Spectator, juni 2015.
H. ten Broeke, “10 vuistregels voor een realistisch buitenlands beleid”, Internationale Spectator, maart 2016.
O. Garschagen, “Geen enkel land begint in China nog over mensenrechten”, NRC-next, 20 oktober 2015.
H. ten Broeke, “10 vuistregels voor een realistisch buitenlands beleid”, Internationale Spectator, maart 2016.
Vragen van het Kamerlid Ten Broeke (VVD) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de relatie tussen Turkije en ISIS (ingezonden 3 augustus 2015).
H. ten Broeke, “NAVO-bondgenoot Turkije heeft wat uit te leggen”, The Post Online, 21 september 2015.