Clingendael Spectator 3 – 2018 (jrg.72) – Item 7 van 7

ARTIKEL

Waarom de Hanzen-coalitie niet genoeg zal zijn

Rem Korteweg

De Britse stem voor Brexit heeft in Den Haag tot zorgen geleid over de veranderende machtsbalans in Europa. Met het vertrek van de Britten ontstaat een vacuüm dat Nederland in beweging brengt.

Hoewel Brexit zich formeel nog moet voltrekken, lijkt het of de Europese diplomatie het Britse vertrek al heeft verwerkt. Het Verenigd Koninkrijk is, als één van de drie grote EU-lidstaten, een centrale spil geweest waarlangs gelijkgestemde landen zich vanzelfsprekend hebben georganiseerd. Die Britse hub is verdwenen en de overgebleven landen zijn nu zoekende. In die context wordt door Nederland, en andere gelijkgestemde lidstaten, gezocht naar nieuwe verbanden om zo hun stem in Europa sterker te doen gelden.

Niet alleen Brexit, maar ook de nagenoeg gelijktijdige verkiezing van Emmanuel Macron als Franse president, heeft geleid tot alertheid in Den Haag. Zonder goed georganiseerd tegengeluid zou Duitsland – en daarmee Brussel - wel eens meegevoerd kunnen worden door de nieuwe ambities van Macron voor diepere Europese integratie. Deze ambities zouden haaks kunnen staan op de Nederlandse belangen. Nederland wil eerst dat bestaande afspraken worden nagekomen alvorens er actief wordt ingezet op die verdere integratie.

Premier Mark Rutte heeft het afgelopen jaar daarom de banden met verschillende regeringsleiders aangehaald: zo heeft hij in april 2017 een bijeenkomst georganiseerd met zijn Deense en Ierse collega in het Catshuis. In juni 2017, een maand na de verkiezing van Macron, zijn de drie Benelux-lidstaten op bezoek gegaan bij de Visegrad-4 (Polen, Hongarije, Slovakije en Tsjechië). Later diezelfde maand heeft Nederland een minitop met de Baltische staten, de Benelux en de Scandinavische EU-lidstaten georganiseerd.

De meest concrete uitkomst tot dusver is een brief van 5 maart 2018 van de ministers van Financiën van acht noordelijke lidstaten. Naast Nederland zijn dat de drie Baltische staten, Finland, Denemarken, Zweden, en Ierland. Om twijfel te voorkomen over wie aan het roer staat van dit initiatief, schrijft de website van de Rijksoverheid: “Minister Hoekstra smeedt alliantie van 8 EU-landen voor een sterker economisch Europa.”‍‍[1]

Premier Rutte met zijn Ierse collega Enda Kenny

© Merrion Street / Flickr

Premier Rutte met zijn Ierse collega Enda Kenny

De brief gaat over de Economische en Monetaire Unie (EMU) en benadrukt de noodzaak om de Bankenunie af te maken en het ESM (Europees Stabiliteitsmechanisme) om te vormen tot een volwaardig Europees Monetair Fonds (EMF). Maar de brief stelt vooral dat de verantwoordelijkheid voor het Europese economisch-monetair beleid, en voor de noodzakelijke hervormingen, op het nationale niveau moet (blijven) liggen. Geen Europees budget, geen EU minister van Economische Zaken, geen grote hervormingen van de eurozone. Landen moeten zich vooral aan de bestaande afspraken houden. In Brussel werd de brief gezien als een schot voor de boeg van Macrons Europese ambities.

De groep werd al snel de “Hanzen-coalitie” genoemd. De benaming is echter historisch onjuist, want Duitsland ontbreekt in de coalitie. De naam is wel stukken beter dan vele alternatieven die snel de ronde deden, zoals de ‘Gang of Eight’ of ‘Netherlands and the Seven Dwarves’. Een echo van het succesvolle handelsverbond rond de Oostzee ten tijden van de late Middeleeuwen klinkt ook door in de ambitie van de acht landen: de EU moet vooral handel drijven, gezamenlijk afspraken maken over economische en monetaire samenwerking, maar centralisatie en politieke vergezichten uit de weg gaan.

De Hanzen-groep: een gelegenheidscoalitie?

De vraag is nu: hoe moet de Hanzen-coalitie gezien worden? Alvorens daarop te antwoorden moeten we onderscheid maken tussen drie soorten coalities binnen de Europese diplomatie. Kopgroepen zijn vrijblijvende samenwerkingsverbanden op ambtelijk niveau, vooral bedoeld om bepaalde zaken in Brussel in beweging te krijgen. Gelegenheidscoalities zijn meer politiek van aard, maar gaan over één onderwerp, of zijn eenmalig aan de orde. Bondgenootschappen worden op politiek niveau gevoed en gesteund, zijn structureel van aard en niet afhankelijk van een specifiek onderwerp. Een voorbeeld van deze laatste soort coalitie is de Benelux-samenwerking.

De Hanzen-coalitie heeft meer substantie dan een ‘kopgroep’; het is een blokkerende, of afremmende, coalitie op politiek niveau. Maar is het een gelegenheidscoalitie, of een bondgenootschap? De nieuwe coalitie is niet groot genoeg om een blokkerende minderheid te vormen wanneer gestemd wordt met een gekwalificeerde meerderheid. Maar dat is de Benelux of de Visegrad-4 ook niet. Wel is het een signaal dat de noordelijke landen niet zomaar zullen instemmen met Franse hervormingsplannen. De coalitie zou onder andere de reden zijn waarom president Macron snel na de ‘presentatie’ van de coalitie, op 21 maart aan de vooravond van de Europese Raad, naar Den Haag is gekomen voor een bilateraal onderhoud met de Nederlandse premier.

Het met Duitse goed­keuring opzoeken van een rechterflank in de Europese politiek zal als resultaat hebben dat Duitsland zich centraler kan opstellen om compromissen te sluiten tussen Frankrijk en de noordelijke landen

Het nieuws dat de toenmalige de rechterhand van Bondskanselier Angela Merkel, Peter Altmaier (inmiddels minister van Economische Zaken), aanwezig is geweest bij de vergadering waarin de Hanzen-brief is opgesteld, sterkt de gedachte dat deze coalitie vooral bedoeld is als tegenwicht tegen Franse plannen. Het met Duitse goedkeuring opzoeken van een rechterflank in de Europese politiek zal als resultaat hebben dat Duitsland zich centraler kan opstellen om compromissen te sluiten tussen Frankrijk en de noordelijke landen. Merkel heeft inderdaad lauwtjes gereageerd op de plannen van Macron. Maar komt dit door de Hanzen? Na de Italiaanse verkiezingen werd al snel duidelijk dat hervormingen van de eurozone er voorlopig überhaupt niet in zitten.

Een bondgenootschap is een coalitie die zich niet eenmalig, of louter, op een bepaald onderwerp richt, maar structureel van aard is en een palet aan onderwerpen afdekt. De Ierse vicepremier, Simon Coveney, gaf op 11 april een toespraak in Den Haag. Hij sprak daar de verwachting uit dat de Hanzen ook voorstellen zullen doen voor het Midden-Oosten vredesproces en over de betrekkingen met Afrika.‍‍[2] Dit zou kunnen duiden op een structureel, nieuw verbond. Het is echter de vraag of de andere zeven landen deze ambitie delen. Er is reden om sceptisch te zijn. Behalve de EMU-samenwerking zijn er onderwerpen waar de acht landen niet gelijkgezind zijn. Denk aan de discussie over het nieuwe EU-budget, waar de Baltische staten het oneens zijn met de harde lijn uit Den Haag. En ook op het vlak van het Europees migratiebeleid en de hervestiging van migranten en asielzoekers liggen de meningen tussen Nederland en de Scandinavische landen enerzijds, en de Baltische staten anderzijds, ver uiteen.

Premier Rutte op het Wereld Economisch Forum in 2015. Van links naar rechts: moderator Robin Niblett, Mark Rutte, premier van Finland Alexander Stubb, premier van Ierland Enda Kenny, premier van Letland Laimdota Straujuma en de Duitse minister van Energie Sigmar Gabriël.

© WEF / Flickr

Premier Rutte op het Wereld Economisch Forum in 2015. Van links naar rechts: moderator Robin Niblett, Mark Rutte, premier van Finland Alexander Stubb, premier van Ierland Enda Kenny, premier van Letland Laimdota Straujuma en de Duitse minister van Energie Sigmar Gabriël.

We kunnen concluderen dat de Hanzen-coalitie voorlopig nog een gelegenheidscoalitie behelst. Het logische gevolg is dat Nederland meer coalities zal moeten smeden om zijn stem in Brussel effectief te laten horen, zeker nu de Britten de Unie verlaten. Hierdoor zal de complexiteit en dynamiek van de Europese diplomatie voor Nederland alleen maar toenemen. De vraagt blijft of het Nederlandse ambtelijke en parlementaire apparaat hierop is toegerust.

Een groepje noordelijke, rijke landen

De Hanzen-groep wordt, vooral in Den Haag en in de Brusselse wandelgangen, gezien als een concreet initiatief van een Nederland dat bezorgd is over de toekomst van Europa. Nederland claimt leiderschap van de coalitie, en voor Den Haag is de samenwerking met de zeven landen inderdaad iets nieuws. Maar de Baltische en Scandinavische staten kennen bijvoorbeeld het ‘NB6’ (Nordic-Baltic 6) format, waar zes van de acht Hanzen reeds deel aan nemen. In deze landen wordt de vraag gesteld wat er zo nieuw is aan de Hanzen-coalitie. Gaat het niet gewoon om het NB6 plus Nederland en Ierland?

Voor de Europese Unie, en voor het imago van Nederland in de EU, zou het goed zijn wanneer de Neder­landse overheid in zijn pogingen om nieuwe coalities te smeden probeert om juist de noord-zuid tegen­stelling te over­bruggen, niet te benadrukken

De Hanzen-coalitie wordt ook gezien als een groep rijke, noordelijke landen die zich afzetten tegen de zuidelijke. Dit past binnen de analyse dat na de Brexit het relatieve gewicht van de zuidelijke lidstaten binnen de EU toe zal nemen. Het probleem is dat vanuit dit perspectief de Hanzen-groep weinig vernieuwend is. Sterker nog, het verscherpt de al bestaande noord-zuid tegenstellingen binnen de Unie.

Voor de Europese Unie, en voor het imago van Nederland in de EU, zou het goed zijn wanneer de Nederlandse overheid in zijn pogingen om nieuwe coalities te smeden probeert om juist de noord-zuid tegenstelling te overbruggen, niet te benadrukken. Op die manier zou er sprake kunnen zijn van nieuwe strategische samenwerkingsverbanden. Zo zijn er in de context van de EMU-hervormingen ook zuidelijke landen die vinden dat EU-lidstaten zich aan de afspraken moeten houden, denk bijvoorbeeld aan Spanje. Het is een gemiste kans dat Madrid niet medeondertekenaar van de Hanzen-brief is.

Het risico bestaat dat met de Hanzen-coalitie Nederland gezien wordt als de leider van een clubje kleine, rijke, noordelijke landen die hervormingen binnen de EU willen afremmen. Per slot van rekening, de constructieve agenda ontbreekt vooralsnog. De Nederlandse overheid zou er daarom goed aan doen om te zoeken naar coalities waar vernieuwende stappen gezet kunnen worden, te meer omdat de kans bestaat dat Nederland nu geafficheerd gaat worden als het ‘nieuwe Verenigd Koninkrijk’ in de EU.‍‍[3] En met de recente politieke ontwikkelingen in het VK in het achterhoofd kan dat toch niet de bedoeling zijn?

Noten

Department of Foreign Affairs & Trade, “Speech by Tánaiste Simon Coveney T.D. at The Hague, The Netherlands,” 11 april 2018.
The Economist, “How the Dutch will take Britain’s place in Europe”, 31 maart 2018, https://www.economist.com/europe/2018/03/31/how-the-dutch-will-take-britains-place-in-europe.