2 – 2016 (jrg. 70)

redactioneel

Een realistisch buitenlands beleid?

“I’m an idealist without illusions,” zei John F. Kennedy. Die uitspraak drukt volgens VVD-buitenlandwoordvoerder Han ten Broeke de essentie uit van een realistisch buitenlands beleid zoals dat door Nederland gevoerd zou moeten worden. Het Tweede Kamerlid presenteerde in maart 2016 op www.internationalespectator.nl tien vuistregels voor een realistisch buitenlands beleid. In dit dossier reageren voor het eerst vijf collega-buitenlandwoordvoerders, die op hun beurt weer op een reactie kunnen rekenen van emeritus hoogleraar Internationale Organisaties Joris Voorhoeve. Allen buigen zij zich over de prangende vraag: wat is een realistisch buitenlands beleid?

VVD

De aftrap wordt gegeven door Han ten Broeke in een samengevatte versie van zijn oorspronkelijke manifest. Een realistisch buitenlands beleid wordt volgens het VVD-Kamerlid gedreven door de overtuiging dat machtspolitiek en pragmatisme in de internationale betrekkingen meer opleveren dan een morele beschouwing van de internationale verhoudingen.

GroenLinks

GroenLinks-Kamerlid Rik Grashoff stelt daarentegen dat een waardengedreven benadering van buitenlands beleid de internationale vrede en veiligheid dient, en daarmee onmiskenbaar het Nederlands belang. “Nederland moet opnieuw het lef krijgen om de wereld te willen veranderen.”

CDA

Het CDA deelt de opvatting van Ten Broeke dat te veel idealisme juist kan leiden tot het tegenovergestelde van wat oorspronkelijk werd beoogd. CDA-Buitenlandwoordvoerder Raymond Knops citeert echter de Amerikaanse president Roosevelt: “Speak softly, and carry a big stick.” Europa kan het zich volgens Knops niet veroorloven het tegenovergestelde te blijven doen en pleit voor een realistisch én waardengedreven buitenlands beleid.

ChristenUnie

Joël Voordewind en Shamir Ceuleers van de ChristenUnie pleiten ook voor een gezond huwelijk tussen de koopman en de dominee, “waarbij de één niet ondergeschikt is aan de ander”. Drie belangrijke gebeurtenissen uit het (recente) verleden maken volgens de auteurs duidelijk dat de liberale visie op het buitenlands beleid uiteindelijk onwenselijk en op de langere termijn onhoudbaar is.

SP

Ook Harry van Bommel concentreert zich op een concrete gebeurtenis; de Oorlog tegen het Terrorisme. Hier slaat Ten Broeke volgens het SP-Kamerlid de plank volledig mis: “Wie, na vijftien jaar War on Terror, durft te beweren dat ‘de Amerikanen (…) telkens de kastanjes uit het vuur halen’ en ‘het de Amerikanen (zijn) die terroristische organisaties in het belang van het Westen indammen’, heeft een paar belangrijke lessen gemist – lessen die leidend zouden moeten zijn bij het vormgeven van buitenlands beleid.”

Respons

Joris Voorhoeve neemt bovenstaande standpunten onder de loep en bepleit vervolgens een andere denkwijze dan de tegenstelling tussen belangen en idealen. Er hoeft volgens de emeritus hoogleraar geen principiële tegenstelling tussen enerzijds belangenpolitiek en anderzijds recht plus ethiek te bestaan. “Het gaat niet in de eerste plaats om de vraag waar in het buitenlandbeleid naar wordt gestreefd, maar om wat er wordt bereikt en voor wie.” In plaats van een lijst met beleidsconclusies, sluit Voorhoeve af met een lijst van aandachtspunten die allemaal draaien om de mogelijke gevolgen van buitenlands beleid. Dat is volgens Voorhoeve geen wiskunde, maar praktische filosofie.

Blijf op de hoogte

Bezoek onze website, ook voor toegang tot ons uitgebreide archief: voor nog meer duiding en diepgang bij de internationale ontwikkelingen van vandaag en morgen. Volg de Internationale Spectator op Twitter, Facebook en LinkedIn of abonneer u op onze nieuwsbrief. Daarin zetten we recent verschenen artikelen op een rij, blikken wij vooruit op komende dossiers en brengen wij lezingen & debatten onder uw aandacht.

Coverfoto: Flickr / Minister-president Rutte