Afrika 60 jaar na kolonisatie: succesverhaal of mislukking? 05 - 2020 - Item 4 from 9
Waar staan Afrika en Nederland nu?
Serie Diplomatie & Buitenlandse Zaken

Waar staan Afrika en Nederland nu?

21 Jul 2020 - 14:47
Photo : Minister Stef Blok van Buitenlandse Zaken in Zuid-Afrika in februari 2020 om het over de samenwerking tussen Nederland en Zuid-Afrika te hebben in de context van de bredere politieke en economische ontwikkelingen in Europa en Afrika. © MinBuZa

Als bilaterale handelspartner, investeerder en donor speelt Nederland een relatief bescheiden, maar toch relevante rol in Afrika. In deze vierde bijdrage van de serie “Afrika: 60 jaar onafhankelijkheid” analyseert Alle Dorhout de huidige relatie.1

Africa is hot! Hoewel het geopolitieke belang van Afrika2 na de Koude Oorlog behoorlijk afnam, buitelen de diverse regionale en mondiale spelers nu weer over elkaar heen om strategische en financiële posities in Afrika in te nemen of te versterken.3

China, Rusland, de Verenigde Staten (sinds kort weer), de Golfstaten, Turkije, India, Brazilië, Zuid-Korea en Japan. En niet te vergeten Europa, dat als grootste buur van Afrika door de eeuwen heen een breed spectrum van relaties heeft opgebouwd. De Europese Unie (EU) is nog steeds de grootste handelspartner van Afrika, de grootste investeerder in Afrika en de grootste donor in de meeste Afrikaanse landen.

Nederland heeft met Afrika – vooral met de Afrikaanse kustgebieden in het westen en zuiden van het continent – een lange, maar relatief eenzijdige relatie. In eerste instantie was Afrika vooral een obstakel op de weg naar Azië. Daarna werd Afrika bezien vanuit het perspectief van pragmatisch winstbejag zonder scrupules.

In de afgelopen halve eeuw werd dit aangevuld met investeringen van grote Nederlandse ondernemingen en ontwikkelingssamenwerking in een aantal Afrikaanse landen. Nederland heeft op dit moment een uitgebreid netwerk van 21 ambassades in Sub-Sahara Afrika en is vanuit Afrikaans perspectief nog steeds een relatief grote handelspartner en investeerder.

Dorhout-Minister Stef Blok van Buitenlandse Zaken in Zuid-Afrika in februari 2020 om het over de samenwerking tussen Nederland en Zuid-Afrika te hebben in de context van de bredere politieke en economische ontwikkelingen in Europa en Afrika. MinBuZa
Minister Stef Blok van Buitenlandse Zaken in Zuid-Afrika in februari 2020 waar hij sprak over de samenwerking tussen Nederland en Zuid-Afrika in de context van de bredere politieke en economische ontwikkelingen in Europa en Afrika. © Ministerie van Buitenlandse Zaken

Als donor speelt Nederland vaak een voortrekkersrol. In Afrika heeft de betekenis van ontwikkelingssamenwerking in financiële zin aan belang ingeboet ten opzichte van geldstromen vanuit de Afrikaanse diaspora en investeringen uit de private sector. Binnen de EU is Nederland een van de actieve spelers als het om Afrika gaat.

In dit artikel zal overigens minstens zoveel geschreven worden over de EU en Afrika, als over Nederland en Afrika. Dat heeft met drie zaken te maken.

Ten eerste zijn Afrika en Europa beide continenten en zijn het in die zin vergelijkbare grootheden. Ten tweede zijn veel van de uitdagingen waar beide continenten mee te maken hebben zo groot, complex en grensoverschrijdend, dat ze veel beter op Europees niveau kunnen worden aangepakt. Ten derde kan Nederland een aantal van zijn doelstellingen beter verwezenlijken door zich actief op te stellen binnen de EU en andere internationale organen, dan via de bilaterale relaties met een aantal Afrikaanse landen.

Door binnen de EU nauw samen te werken in een coalitie van gelijkgezinde partners (zoals Duitsland, Frankrijk, de Benelux-partners, Zweden, Spanje en Italië) en met de Europese Commissie en de Europese Dienst voor Extern Optreden, kan Nederland meer slagkracht op een hoger niveau genereren en zo de Nederlandse belangen beter dienen. Als bilaterale handelspartner, investeerder en donor speelt Nederland een relatief bescheiden, maar toch relevante rol in Afrika.

Afrika en Nederland
Waar staan Afrika en Nederland nu? Het is eigenlijk een rare vraag, want Afrika is een enorm continent en Nederland een middelgroot Europees land.

Desalniettemin wordt in Nederland vaak over Afrika gesproken alsof het een land is. Dat doet geen recht aan de diversiteit, aard en omvang van dit continent met 54 landen. Nederland heeft om die reden gekozen voor regionaal beleid en landenbeleid.

Onder het huidige kabinet is dat regionale beleid vooral gericht op Noord-Afrika, het Midden-Oosten en twee focusregio’s in Sub-Sahara Afrika: de Sahel (Senegal, Mali, Burkina Faso, Niger, Tsjaad en Nigeria) en de Hoorn van Afrika (Soedan, Zuid-Soedan, Ethiopië, Eritrea, Somalië, Oeganda en Kenia).

Daarnaast is Zuid-Afrika van oudsher een belangrijke strategische partner met mondiale en grote regionale invloed, waarmee Nederland een brede relatie onderhoudt en waar meer dan 30.000 Nederlandse paspoorthouders wonen.

Dorhout - Minister Kaag tijdens een bezoek aan Soedan in februari 2020. Ministerie van Buitenlandse Zaken
Minister Kaag tijdens een bezoek aan Soedan in februari 2020. © Ministerie van Buitenlandse Zaken

Nederland kijkt van een afstand naar Afrika. Als in onze nationale context het aantal Kamervragen en krantenartikelen over Afrikaanse aangelegenheden de graadmeter zou zijn, dan zou geconcludeerd kunnen worden dat de Nederlandse belangstelling voor Afrika beperkt is.

Zo werden aan de ministers Stef Blok en Sigrid Kaag in de eerste helft van 2020 evenveel Kamervragen gesteld over heel Sub-Sahara Afrika als over Israëlische nederzettingen in de Palestijns gebieden.4 Zonder iets af te willen doen aan het laatste onderwerp, verdient Afrika meer aandacht, gezien de diverse belangen die Nederland in Afrika heeft.

Nederlandse belangen in Afrika
Veel van de Nederlandse belangen in Afrika zijn gedeelde belangen. Gedeeld met de Afrikaanse partners en met de lidstaten van de EU en andere gelijkgezinde landen. Het gaat dan vooral om de grote en complexe thema’s die geadresseerd worden in de zogeheten Sustainable Development Goals (SDG’s), ofwel de Duurzame Ontwikkelingsdoelen.5

Nederland draagt bij aan het bereiken van deze belangrijke doelstellingen via bilaterale programma’s in een aantal specifieke Afrikaanse landen. Daarnaast biedt Nederland financiële steun door middel van substantiële bedragen via de EU, grote VN-instellingen, internationale financiële instellingen en niet-gouvernementele organisaties (ngo’s).6

Dorhout - Kenia, 2017. Ministerie van Buitenlandse Zaken
Kenia, 2017. © Ministerie van Buitenlandse Zaken 

Het is in het belang van zowel de EU als van Afrika als de snel groeiende Afrikaanse bevolking zich weet te ontwikkelen tot een koopkrachtige en arbeidsproductieve middenklasse. Goed functionerende, groeiende Afrikaanse economieën en een jeugdig, goed opgeleid Afrikaans arbeidspotentieel zullen leiden tot een win-win situatie.

Dat gebeurt natuurlijk niet van de ene op de andere dag. Daarom moet Europa – en Nederland – hier samen met de Afrikaanse partners voor de lange termijn in investeren.

Te grote verschillen tussen de welvaart in Europa en Afrika zal de aanzuigende werking van Europa op een snel groeiende Afrikaanse jeugd alleen maar vergroten

Het creëren van banen in Afrika staat daarbij centraal. Dat kan door het bevorderen van handel tussen Afrika en de EU, door meer investeringen in Afrikaanse landen en door te sturen op meer toegevoegde waarde op Afrikaanse landbouwproducten en grondstoffen in Afrika zelf.

Bovendien geldt de wet van de communicerende vaten ook voor Afrika en Europa. Ongelijkheid leidt tot druk en grote ongelijkheid leidt tot grote druk. Te grote verschillen tussen de welvaart in Europa en Afrika zal de aanzuigende werking van Europa op een snel groeiende Afrikaanse jeugd alleen maar vergroten. Het tegengaan van (te grote) ongelijkheid – en dus van armoede in Afrika – is een belangrijk gedeeld belang.

Hetzelfde geldt voor het bevorderen van goed bestuur, een functionerende rechtsstaat en naleving van de mensenrechten in Afrika. Vanuit onze westerse visie op ontwikkeling (die overigens met hard cijfermateriaal wordt ondersteund7 ), zijn dit misschien wel de belangrijkste obstakels voor ontwikkeling in veel Afrikaanse landen. Op dat gebied kunnen nog flinke stappen worden gezet.

Dorhout - De Westelijke Sahara in 2010. UN Photo
VN-medewerkers van de MINURSO-missie in de Westelijke Sahara in 2010. © UN Photo

Een ander sprekend voorbeeld van een gedeeld belang is de invloed op ons Europese klimaat van zowel Afrika’s groene long in het Congobekken als die van de uitgestrekte Sahara. Zo stelden wetenschappers vast dat de effecten van de grote droogtes in de Sahel en de Sahara in de jaren 1970 en 1980 niet alleen lokaal, maar ook globaal een grote klimatologische impact hadden.8 Daarnaast is klimaatverandering een belangrijke oorzaak van onvrijwillige migratie.

Het economisch belang
Het economische belang van Afrika voor Nederland is nog relatief bescheiden. De totale waarde van de handel in goederen tussen Nederland en Afrika komt neer op ongeveer 46,5 miljard dollar voor 2018, dat is 5 procent van de totale mondiale handel in goederen met Afrika. Daarmee staat Nederland echter
 op dezelfde positie als de VS op de ranglijst en boven Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Spanje en Italië.
9  Een relevante bijdrage aan banen en winst in Nederland.

Nederlandse investeringen in Afrika stonden voor 2018 op 68 miljard euro. De balans tussen economische kansen en uitdagingen op het gebied van ondernemers- en investeringsklimaat – zoals een voorspelbare overheid, corruptie, belasting, uitvoer harde valuta, rechtsbescherming en maatschappelijk verantwoord ondernemen en infrastructuur in de brede zin van het woord – verschuift langzaam in de goede richting.

Het is niet voor niks dat VNO-NCW en MKB Nederland samen een Afrika-strategie publiceerden, die in het najaar van 2019 door Hans de Boer werd aangeboden aan minister-president Mark Rutte tijdens zijn bezoek aan Nigeria.

De kern van de strategie is om zowel het handelsvolume als de Nederlandse investeringen in Afrika voor 2030 te verdubbelen.10 Naast de grote Nederlandse bedrijven die al decennia in Afrika aanwezig zijn, zijn er nu ook mooie voorbeelden van Nederlandse startups die het prima doen door samenwerking met lokale partners en goede kennis van de lokale omstandigheden.

Dorhout - Kenia, 2017. Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Kenia, 2017. © Ministerie van Buitenlandse Zaken.

Het economisch potentieel is evident. Hoe dit ten gunste van alle betrokkenen te ontsluiten en daarmee de vele broodnodige banen in Afrika te creëren, is de grote vraag waarmee men zich op beide continenten bezighoudt.

Tempering van de demografische groei zou ervoor zorgen dat de economische groei sneller rendeert, omdat een onevenredig deel van de economische groei nu wordt besteedt aan de snel groeiende, nog niet productieve jonge bevolking in Afrika. Er wordt weliswaar meer verdiend, maar er moeten ook meer monden gevoed worden.

Hierdoor bereikt de verhouding tussen het productieve en het niet-productieve deel van de bevolking niet het optimum dat nodig is voor versnelling van de economische groei en de opbouw van een meer welvarende middenklasse die op haar beurt weer nieuwe banen genereert.

In het overgrote deel van de Afrikaanse landen krijgen vrouwen nog steeds drie tot zes kinderen. Dat betekent dat in dit tempo de Afrikaanse bevolking in 2050 is verdubbeld en 40 procent van de wereldbevolking zal uitmaken.

Een dergelijke demografische groei lijkt in niemands belang te zijn. Goede voorlichting aan vrouwen en mannen, goed onderwijs voor meisjes en vrouwen, en erkenning en handhaving van seksuele rechten van vrouwen zullen onder meer bij kunnen dragen aan een lagere bevolkingsaanwas.11

Veiligheid en stabiliteit: als het bliksemt in Afrika, dondert het in Europa
De EU en Afrika hebben ook een gedeeld belang bij veiligheid en stabiliteit in Afrika. Grenzen uit een koloniaal verleden, interne rivaliteit, grote ongelijkheid, grote rijkdommen en externe interventie bleken en blijken al te vaak een recept voor ellende in de vorm van vooral intra-, maar ook interstatelijke conflicten.

Deze conflicten zijn om te beginnen een drama voor de mensen die daar ongevraagd door getroffen worden. Ze leiden niet alleen tot grote aantallen slachtoffers, maar ook tot nog grotere aantallen vluchtelingen en ontheemden.

Dorhout- Een Somalische vluchteling in Ethopië in 2011. UN Photo
Een Somalische vluchteling in Ethopië in 2011. © UN Photo 

Instabiliteit en onveiligheid zijn niet alleen een obstakel voor ontwikkeling, maar in combinatie met armoede ook een rijke voedingsbodem voor extremisme, radicalisering en in het verlengde daarvan: terrorisme. En dat is in niemands belang.

De Nederlandse focusregio Sahel is daarvan nu het meest in het oog springende voorbeeld. De Nederlandse inzet in deze regio is gericht op het bevorderen van stabiliteit, onder andere door een langetermijninvestering op het gebied van ontwikkeling en armoedebestrijding. Op dit moment bestaat die inzet vooral uit diplomatieke en financiële middelen.

Eerder heeft Nederland met een bijdrage aan de VN-missie naar Mali (MINUSMA) ook zijn verantwoordelijkheid genomen ten aanzien van de inzet van militaire middelen om de duurzaamheid van de impact van wat we nu doen te vergroten. Nog steeds levert Nederland een bescheiden bijdrage aan de militaire missies in de regio.

Migratie is van alle tijden
In het debat over migratie uit Afrika springen een paar zaken in het oog. Ten eerste wordt vaak gesproken over migratie als een uitsluitend negatief verschijnsel. Dat is niet zo. Een van de pijlers van de EU is immers het vrije verkeer van personen, waar zoveel mensen en bedrijven van profiteren.

Het is daarnaast van belang onderscheid te maken tussen migratie als eeuwenoud en wereldwijd regulier verschijnsel en irreguliere migratie die vaak door tussenkomst van mensenhandelaren tot stand komt. Die laatste vorm is zowel de EU als Afrika een doorn in het oog.

De EU wil terecht geen ongecontroleerde toegang tot Europa en Afrikaanse leiders vinden het ongemakkelijk dat de lastig te controleren toestroom de relaties met de Europese partners onder druk zet. Iedereen vindt het pijnlijk om op de televisie de mensonterende beelden te zien van migranten die vastlopen op – of zelfs verdrinken in – de Middellandse Zee.

Daarnaast komen de migranten die de oversteek naar Europa willen wagen meestal niet uit de armste gezinnen. De herkomstlanden verliezen hierdoor vaak ondernemende en meer capabele mensen.

De Spaanse kustwacht bij een boot Afrikaanse migranten in 2007. UNHCR
De Spaanse kustwacht bij een boot Afrikaanse migranten in 2007. © UNHCR  

Irreguliere migratie is een complex probleem, omdat het haar wortels vindt in grondoorzaken die complex en hardnekkig zijn. Deze grondoorzaken worden voor een groot deel geadresseerd met de SDG’s. Reden te meer om deze enthousiast te ondersteunen.

Hoewel sommigen het graag willen (laten) geloven, zijn er geen simpele of snelle oplossingen voor complexe problemen. Dat is een illusie.

De enige manier om dit soort complexe problemen bespreekbaar te maken, inclusief de terugkeer en overname van uitgeprocedeerde asielzoekers, is in het kader van een brede, duurzame en gelijkwaardige relatie, waarin ruimte wordt geboden voor elkaars zienswijzen en waaruit een langdurige en daadwerkelijke betrokkenheid spreekt. Die relatie moet onderhouden worden door frequente contacten op ministerieel en hoog ambtelijk niveau.

De Afrikaanse Unie staat steeds steviger in haar schoenen als gelijkwaardige partner

Daarnaast willen de Afrikaanse leiders het gesprek niet alleen voeren over de terugkeer en overname van uitgeprocedeerde asielzoekers, maar ook over mogelijkheden voor legale migratie vanuit Afrika naar Europa. Dat zijn voor hen twee kanten van dezelfde munt.

Legale migratie staat in de Migratienota vermeld als een van de zes pijlers van het Nederlandse migratiebeleid. Ook wordt er naar verwezen in de slotverklaring van de top van de Afrikaanse Unie (AU) en de EU in Abidjan in 2017.12

De Afrikaanse Unie op weg naar een gelijkwaardig partnerschap
Wat betreft de relatie tussen Afrika en de EU is de Afrikaanse Unie de afgelopen jaren steeds prominenter in beeld gekomen. De AU heeft zich ontwikkeld van een platform voor discussie, tot een organisatie met groeiend gewicht met steeds meer politieke en economische doorzettingsmacht.

African solutions for African problems is niet alleen meer een slogan. De AU staat steeds steviger in haar schoenen als gelijkwaardige partner. De EU is hierbij gebaat en moet daarom in de AU en haar instituties blijven investeren.

De Europese Commissie heeft recent een nieuwe Afrika-strategie gelanceerd. Deze strategie bouwt voort op de slotverklaring van de top van Abidjan, waarin investeren in de Afrikaanse jeugd voor versnelde inclusieve economische groei en duurzame ontwikkeling centraal stond.13

Dorhout-Minister Stef Blok van Buitenlandse Zaken in Zuid-Afrika in februari 2020 om het over de samenwerking tussen Nederland en Zuid-Afrika te hebben in de context van de bredere politieke en economische ontwikkelingen in Europa en Afrika. MinBuZa2
Minister Stef Blok van Buitenlandse Zaken in Zuid-Afrika in februari 2020. © Ministerie van Buitenlandse Zaken

Banen, banen, banen voor de Afrikaanse jeugd. Deze Afrika-strategie is in lijn met veel van de Nederlandse ambities en doelstellingen ten aanzien van Afrika. In oktober zal de volgende top tussen de EU en de AU plaatsvinden. Daar zullen belangrijke afspraken over de gezamenlijke weg vooruit moeten worden gemaakt.

It takes two to tango
Europa en Afrika zijn geen verre vrienden, maar nabije buren. De zuidelijke lidstaten van de EU weten dat als geen ander. En of we het nou leuk vinden of niet; door allerlei mondiale ontwikkelingen komt deze buur elke dag een stukje dichterbij.

Alleen door langdurig te investeren in de onderlinge relatie en gedeelde belangen, en door nauw samen te werken bij het zoeken naar oplossingen voor gemeenschappelijke problemen, zullen op deze terreinen resultaten bereikt kunnen worden waar beide partners van zullen profiteren.

It takes two to tango. Het zal niet altijd een snelle of makkelijke weg zijn, maar wel de enige. De EU heeft Afrika net zo hard nodig als andersom het geval.

Auteurs
Alle Dorhout
Directeur directie Sub-Sahara Afrika van het ministerie van Buitenlandse Zaken