Add new comment

Filip Spaak
Thu, 09/12/2019 - 16:17

Permalink

Een stuitende opinie van Open Europe’s Pieter Cleppe in vier delen over het Brusselse onvermogen om te begrijpen wat de Britten nu precies beogen met hun Brexit. Alle vier delen behoeven weerlegging, maar duidelijk is dat Cleppe er net zo weinig van heeft begrepen als de regering in Londen.

Cleppe begint zijn pleidooi met een glasharde leugen, Boris Johnson onderhandelt niet en wenst ook niet te onderhandelen zo lang de backstop nog op tafel ligt, volgens eigen zeggen. Johnsons benadering heeft niet één kenmerk van een onderhandeling en is slechts bedoeld om in zijn eigen land een signaal af te geven. Het is overduidelijk in wiens kamp de bal ligt, maar tot nu toe is die niet opgepakt door de Britse regering. Dat is niet mijn indruk, maar wordt bevestigd door Europese regeringleiders als Merkel, Macron en de Ierse Taioseach Varadkar, die dat afgelopen maandag nog eens heel duidelijk stelde toen hij Johnson ontving in Dublin. Precies datzelfde beeld wordt bevestigd door de Europese instellingen en zelfs de van de week opgestapte Britse minister Rudd zegt dat er geen snippertje bewijs is dat Johnson aan het onderhandelen is met Brussel. Er zijn ook andere tekenen dat er van onderhandelen geen sprake is. Zo is weliswaar de frequentie tussen de EU-adviseur van Johnson, David Frost, en de Commissie opgevoerd, maar ondertussen is veel personeel dat zich bezig hield met de uitwerking van de overeenkomst op de Britse permanente post in Brussel teruggetrokken om zich bezig te houden met de zogenaamde no-deal voorbereidingen. Die no-deal benadering, die überhaupt weinig kenmerken van een onderhandeling herbergt, is afgelopen week vooral in de binnenlandse politiek erg desastreus gebleken, terwijl het zoals verwacht weinig effect heeft gesorteerd op de Europese betrekkingen. Uitgangspunt in elke onderhandeling blijft echter dat men in eerste instantie blijft vasthouden aan de eerder gemaakte afspraken tot dat er een werkbaar alternatief is voorgesteld. Het is al volkomen kolderiek dat bondskanselier Merkel haar Britse ambtgenoot daar aan moest herinneren toen ze tijdens het bezoek een deadline vaststelde, maar tot nu toe heeft die oproep geen enkel bruikbaar antwoord opgeleverd. Sterker nog de Britse regering lijkt terug te komen op reeds lang overeengekomen uitgangspunten met zinloze dreigementen over het niet betalen van de uittredingsvergoeding en het toegestane niveau van frictie op de handelsstromen aan de Ierse grens. De no-deal benadering, het constante gebrek aan werkbare alternatieven en zelfs het terugkomen op eerder gemaakte afspraken rechtvaardigen wel degelijk de conclusie dat de Britten een rigide en telkens onhoudbaar standpunt innemen.

Ook onder punt twee, de veronderstelde irrationaliteit van de Britse benadering, gaat Cleppe vanaf het begin volkomen fout. Hoewel de ‘backstop’ symbool geworden is van het Britse verzet tegen de uittredingsovereenkomst is de weerstand hiertegen verre van universeel, zoals Cleppe betoogt. In het Britse Lagerhuis waren er slechts een kleine 100 Tory backbenchers en de coalitiepartner DUP, met 10 zetels, tegen de deal die Theresa May voorlegde vanwege de backstop, ruim 300 oppositieleden van Labour, de Schotse nationalisten, enkele kleinere partijen en ongeveer 20 dissidente conservatieven stemden tegen om een reeks van andere reden. Dat het May daarna lukte om de conservatieven te herenigen via het zogenaamde Brady amendement mag ook beslist niet gelezen worden als een verzet in meerderheid tegen de backstop (die daarmee ook niet ondemocratisch is, zoals premier Johnson veelvuldig placht te zeggen.), maar als een partijpolitiek vehikel. Dat de zoektocht naar deze ‘alternatieve arrangementen’ sinds eind januari volkomen inhoudsloos is gebleven is, is dan ook veelzeggend. De Britten worstelen overigens al veel langer met dit Noord-Ierse probleem en daarmee valt het Britse verzet wel degelijk als irrationeel te typeren. Het Noord-Ierse probleem is tijdens de referendumcampagne door Vote Leave volkomen genegeerd en nog tot op de dag van vandaag houdt Boris Johnson vol dat hij geen grenscontroles gaat houden aan deze landgrens, maar zonder afspraken zijn dergelijke beloften volkomen inhoudsloos. Drie jaar lang hebben de Brexiteers deze hete brij voor zich uitgeschoven. Eerst kon de Britse onderhandelaar David Davis nog wegkijken van deze verantwoordelijkheid onder de noemer “niets is besloten, tot alles is besloten” in het gezamenlijke EU – VK memorandum van december 2017, daarna hielden de conservatieven een onderling wedstrijdje ‘ver pissen’ tussen de door onder andere Johnson gepropageerde “maximale facilitatie” en het door May gewenste “douane arrangement”. Theresa May won na de kabinetbijeenkomst op Chequers in juli 2018, hetgeen leidde tot het aftreden van zowel Davis als Johnson, terwijl May’s voorstel even later sneuvelde op de onderhandelingstafel. Gedurende de partijverkiezing ontweek Johnson stelselmatig vragen over oplossingen, maar kwam desondanks in de problemen door de absentie van enige inhoudelijke kennis over dit onderwerp in interviews met doorgewinterde journalisten en tijdens het recente bezoek aan Dublin ontweek Johnson wederom het antwoord op de veelvuldig gestelde vraag wanneer hij voor het laatst in Noord-Ierland was geweest. Pas eind augustus 2019 lag er iets van een substantief voorstel op tafel in de vorm van een rapport van de “Alternatieve arrangementen commissie”, een mêlee van vooral conservatieve Brexiteers en zelfbenoemde experts, die toch ook moest erkennen dat de zo vurig gewenste technologische oplossingen pas over enkele jaren binnen handbereik zijn. Het wegkijken naar acceptabele oplossing voor dit probleem door de Britten is debet aan de huidige patstelling. Bijna 40 maanden lang hebben de Brexiteers volgehouden dat er geen probleem is en anders waren er voldoende oplossingen voor de Ierse grens. Als de regering Johnson echt die overtuiging zou bezitten, dan zou er geen enkel probleem zijn om in te stemmen met de huidige backstop-regeling in de overeenkomst. Deze voorziet immers keurig in een (uitrekbare) implementatieperiode voor Britse voorstellen om de finale backstop te voorkomen. De beweringen van Trimble ten spijt, de Unionist die naast Nobelprijswinnaar toch ook onderdeel is van de extreme European Research Group, wordt Noord-Ierland geen Europees protectoraat en dat zegt genoeg over de relevantie van zijn argumenten. Uiteindelijk valt er geen andere conclusie te trekken dat de discussie tegen de backstop door de Britten in ieder geval gevoerd wordt met valse argumenten en daarmee is het verzet feitelijk irrationeel.

Over de verhouding tussen de Britten en de circa 3,5 miljoen EU burgers in Groot-Brittannie zal nog veel geschreven worden, maar de enkele poll die Cleppe aanhaalt vertelt zeker niet het hele verhaal. Zo hebben onderzoekers uit Southampton aangegeven dat er wel degelijk een significante stijging was van het aantal haatmisdrijven gericht op EU burgers direct aansluitend op het referendum en is gebleken dat bijna de helft van leerlingen tussen 12 en 18 jaar, afkomstig uit Centraal Europa, sinds juni 2016 vaker te maken krijgen met racistische en xenofobe opmerkingen, uitingen en geweld op hun Engelse scholen, zo blijkt uit weer ander onderzoek van de universiteit van Strathclyde. Tevens liggen er tal van onderzoeken waarin er wel degelijk een verband gesuggereerd wordt tussen bepaalde vormen van vooringenomenheid of ervaringen met (Europese) immigranten en de keuze voor uittreding. Daarnaast is er natuurlijk ook tal van anekdotisch bewijs die de stelling van Cleppe dat er geen sprake is van een anti-migratiesentiment weerlegt. Nota bene was ‘take back control of our borders’ een centrale stellingname van Vote Leave, terwijl hun voorman Boris Johnson valselijk waarschuwde voor de komst van miljoenen Turkse migranten omdat Turks lidmaatschap niet kon worden gestopt en Leave.eu campaigner Farage poseerde trots voor een Goebelliaanse poster met een vluchtelingenstoet die impliceerde dat deze slechts door een ‘leave’-stem tegen gehouden kon worden. In The Guardian bekende onlangs een vrouw uit Kent dat ze voor uittreding gestemd had omdat een Baltische man de dochter van een vriendin vermoord had, maar nu de Brexit tot gevolg had dat de huizenprijzen in de omgeving begon te dalen had ze wel haar twijfels gekregen en weer een andere vrouw in Dover vond dat haar excellente kind te weinig aandacht kreeg in de klas, omdat de leerkracht te veel aandacht gaf aan de immigrantenkinderen die gebrekkig de taal spraken. Nee, de verhouding tussen de EU migranten en een deel van het Britse volk is wel degelijk verzuurd en tot dat deel van het Britse volk behoort ook die zekere mevrouw Patel die Cleppe opvoert. Met dat verschil dat zij momenteel het departement aanstuurt dat gaat over immigratie en vestiging in het Verenigd Koninkrijk. Haar benoeming op binnenlandse zaken was gelet op haar rechtsstatelijke opvattingen en haar verleden überhaupt al opmerkelijk, maar de door Cleppe aangehaalde gebeurtenis geeft eens te meer aan waarom de EU burgers in het Verenigd Koninkrijk wel degelijk grote zorgen en bezwaren hebben. Klaarblijk bestaat nog geen drie maanden voor de definitieve deadline nog niet eens absolute duidelijkheid over de te volgen beleidslijn die bepalend zijn voor het dagelijkse leven van grote groepen burgers. Dat is geen blijk van zorg voor de EU burgers, maar een totaal bespottelijk uitgangspunt. Ondertussen maken grote groepen EU burgers in het Verenigd Koninkrijk zich wel zorgen en niet in de laatste plaats omdat dit departement van binnenlandse zaken bekend staat als een bureaucratisch mijnenveld met een heleboel lijken in de kast. De eenzijdige beloftes van de Britse regering om de circa 3,5 miljoen EU-burgers gerust te stellen zijn ook weinig waard vanwege enorme wachtlijsten, gedraai en technisch geschutter, zo is de app waarin de elektronische aanvraag gedaan moet worden alleen beschikbaar op android, voor Ios wordt deze pas eind 2019 verwacht. Hun grootste zorg is ook niet of de Britten er met de EU op dit punt uit zullen komen, al dan niet in een bespottelijk idee van een zelfstandig akkoord, maar de volatiliteit van de Britse standpunten en het volstrekte onvermogen van de departementen die met dergelijke situaties geconfronteerd worden. Daarnaast is het zo dat de Britten wel degelijk een agenda nastreven die het moeilijker maakt voor, vooral de archetypische laagbetaalde, immigranten om na uittreding nog te werken in het Verenigd Koninkrijk, ondanks verzet daartegen van de land- en tuinbouwsector die nu al problemen ondervindt met het werven van grote hoeveelheden werknemers. Het argument dat het VK niet zo zit met EU-burgers zal ik dan ook niet helemaal weerleggen. Er zijn voldoende pragmatische geluiden die wijzen op de bijdrage van Europese burgers in de wetenschap, de gezondheidszorg en ander goed betalende sectoren, maar dat neemt niet weg dat de verhouding tussen bepaalde groepen in de Britse maatschappij wel degelijk verziekt is, dat veel EU burgers zich wel degelijk zorgen maken over de onzekerheid en bovenal de Britse onkunde op dit terrein, waardoor dit onderdeel ook nog steeds een factor van belang is in de relatie tussen Londen en Brussel.

Tot slot keert Cleppe op rasse schreden terug naar de Ierse grens waar de eerste twee standpunten eigenlijk ook al over gingen. Cleppe grijpt een kleine geste gemaakt in het Lagerhuis door Johnson, die de feitelijkheid van het bestaan van een gezamenlijk agrifood beleid op het Ierse eiland niet betwist, aan om de Ierse rigiditeit te hekelen. Dat is ook wederom een pertinente leugen. Ten eerste is het geen serieus voorstel, maar slechts de opstart naar een technische discussie op een heel beperkt terrein en dan niet eens de EU-voedselstandaarden die Cleppe benoemt, maar vooral was de Ierse reactie niet zo star als Cleppe doet overkomen. De gezamenlijke persverklaring na het bezoek van Johnson op maandag 9 september aan de Ierse premier luidde immers dat er wel degelijk “Common ground” was, maar dat er ook nog steeds significante lacunes zijn in de standpunten van beide landen. Ook de Ierse minister van buitenlandse zaken Coveney verwelkomde de handreiking van Johnson, maar herinnerde hem er tegelijk aan dat dit volstrekt onvoldoende was om definitief afscheid te nemen van de backstop, die natuurlijk tal van beleidsterreinen bestrijkt. Overigens maken de Ieren zelf al vanaf het begin duidelijk dat ze heus openstaan voor gesprekken met Londen, maar dat de daadwerkelijke onderhandelingen in Brussel plaats vinden. Terwijl het Johnson was die van de Britse conventie afweek om na zijn benoeming contact op te nemen met Dublin en zodoende Ierland pas na zes weken bezocht. Tot slot krijgt het pleidooi van Cleppe een bizarre wending. In het geval van no-deal schrijft wereldhandelsrecht inderdaad voor dat er grenscontroles moeten komen, zoals ook plaats vinden aan de andere buitengrenzen van het Europese douanegebied. Dat is een situatie die de EU en haar lidstaten niet willen, maar niet per se kunnen voorkomen. Het is volkomen debiel, excusez le mot, om dat standpunt te verwerpen met een referentie naar een uitspraak van burgemeester De Wever over de drugsproblematiek in de Antwerpse haven. Dat slaat als een tang op een varken en dat is toch de meest vriendelijke kwalificatie die ik er voor heb.

Cleppe verdedigt vier standpunten die slechts van leugens en verdriet aan elkaar hangen. Dat wekt natuurlijk geen verbazing aangezien het Angelsaksische Open Europe zeker niet die onafhankelijke denktank is die het beweert te zijn, maar in feite een club Eurofoben zijn die hun obsessie toedekken met een dun vleugje analyse. Van analyse is hier echter totaal geen sprake. Cleppe praat achteloos en kritiekloos de harde Brexitkliek rondom Premier Johnson na en gaat wel heel erg los om met de feiten. Dat mag natuurlijk, maar het is wel opmerkelijk dat dit vervolgens een plaats krijgt op de redactionele pagina’s van instituut Clingendael. Afwijkende opinies zijn niet erg, maar dergelijk bedrog zou geen ingang mogen vinden bij een zichzelf respecterende, academische instantie. Tot slot zijn geen van de vier standpunten van Cleppe verdedigbaar en is de argumentatie ronduit stuitend. Klaarblijkelijk heeft hij van alles wat de afgelopen drie jaar heeft plaats gevonden vrij weinig begrepen en die parallel geldt helaas ook voor Westminster. Brussel heeft London heel goed begrepen en dat alles is samengevat in een akkoord van 585 pagina’s, maar nu wordt het eindelijk tijd dat London zichzelf eens gaat begrijpen.

Restricted HTML

  • Allowed HTML tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd> <h2 id> <h3 id> <h4 id> <h5 id> <h6 id>
  • Lines and paragraphs break automatically.
  • Web page addresses and email addresses turn into links automatically.

Plain text

  • No HTML tags allowed.
  • Lines and paragraphs break automatically.
  • Web page addresses and email addresses turn into links automatically.