Einde van de Sovjetunie: rampspoed voor het Westen
Opinions Geopolitics & Global Order

Einde van de Sovjetunie: rampspoed voor het Westen

18 Aug 2016 - 15:40
Photo: Wikipedia
Back to archive

Op 19 augustus vond vijfentwintig jaar geleden in Moskou een mislukte poging tot staatsgreep plaats die, met de daaruit eveneens resulterende val van Gorbatsjov, het lot van de Sovjetunie bezegelde. Ook voor het Westen vormt dat een cruciaal omslagpunt. Er loopt namelijk een directe lijn van de ondergang van de Sovjetunie, die toen als de mondiale zege van het westerse democratische ideaal werd gevierd, naar de politieke crisis waarin thans de Europese Unie en de Verenigde Staten verkeren, en die de mondiale overtuigingskracht van het westerse democratische ideaal sterk heeft aangetast.

Met de ineenstorting van het communisme in Oost-Europa viel een maatschappelijk tegenmodel weg dat, hoe weinig succesvol het in economisch opzicht feitelijk ook was, tegelijk wel altijd sinds 1917 als dreigement boven de westerse politieke markt had gehangen. De angst voor een communistische revolutie dan wel verkiezingszege – ook in Nederland scoorde de CPN in 1946 tien procent van de stemmen – had na de Tweede Wereldoorlog in West-Europa (alsmede in bescheidener vorm ook in de Verenigde Staten) de opbouw door sociaal-democraten en christen-democraten van de verzorgingsstaat mogelijk gemaakt, die voor sociale zekerheid en dus politieke stabiliteit zorgde.

Drie rampzalige historische coȉncidenties

Die opbouw had vérgaande staatsinterventie in de economie gelegitimeerd, teneinde een herhaling te voorkomen van de grote crisis van 1929 die tot de opkomst van Hitler en de ondergang van de democratie in veel andere Europese landen had geleid. Met allerlei wetten waren de financiële markten aan banden gelegd ten einde het voordien bestaande ongebreidelde kapitalisme te temmen.

 

'Met de ineenstorting van het communisme in Oost-Europa viel een maatschappelijk tegenmodel weg'. Bron: Flickr / Raphaël Thiémard

 

Het was in dit licht een eerste rampzalige historische coïncidentie, dat de ondergang van de Sovjetunie juist samenviel met de ideologische hoogtijdagen van het neoliberalisme in de jaren negentig, dat in de jaren tachtig onder Reagan en Thatcher als reactie op de westerse verzorgingsstaat was ontstaan. Als gevolg daarvan werden, in het kader van een grootschalig privatiserings- en dereguleringsprogramma, veel overheidsmaatregelen teruggedraaid die een halve eeuw eerder waren genomen om de democratie grip op de economie te verschaffen. Dit opnieuw ontketende kapitalisme heeft vervolgens, omdat het met zijn op persoonlijke hebzucht gerichte systeem van bonussen bancaire speculatie aanmoedigde, vervolgens de kredietcrisis van 2008 veroorzaakt, waarmee het westerse financiële stelsel bijna is geïmplodeerd.

Die ontketening van het kapitalisme ging, tegen de achtergrond van de globalisering, gepaard met toenemende materiële ongelijkheid en – vooral in het bedrijfsleven – absurd hoge salarissen voor de top, voor wie niet de eigen samenleving maar internationale soortgenoten de maatstaf gingen vormen. Door het wegvallen van de communistische revolutiedreiging, die decennia lang voor matiging had gezorgd, werd de sociaal-democratie de wapens uit handen geslagen om de inkomensongelijkheid binnen de perken te kunnen houden. Dat werd in de kringen van de haute finance soms ook openlijk zo gesteld: nu doen wij gewoon lekker weer waar wíj zin in hebben – en Rijkman Groenink, persoonlijk twintig miljoen rijker nadat hij ABN-AMRO de afgrond in geholpen had zodat De-Bank-van-Nederland met tientallen miljarden belastinggeld moest worden gered, beval die houding vervolgens iedereen aan.

 

Door het wegvallen van de communistische revolutiedreiging werd de sociaal-democratie de wapens uit handen geslagen om de inkomensongelijkheid binnen de perken te kunnen houden

 

De tweede rampzalige historische coïncidentie was, dat de opmars van het neoliberalisme met de vergroting en verdieping van de Europese Unie samenviel, die onder druk van vooral de Britten – maar met de zegen van Nederlanders als eurocommissaris Bolkestein – tot een markt werd gereduceerd. Vrijhandel in combinatie met het ontbreken van afdoende sociale en fiscale randvoorwaarden leidde op beide terreinen tot een door de meerderheid van de Europeanen ongewenste race to the bottom, die het imago van Europa bij velen blijvend beschadigd heeft. Europa werd zo in de praktijk het verlengstuk van het dankzij omvangrijke lobby’s oppermachtige bedrijfsleven, en fungeerde dus niet als bescherming, maar als bedreiging van de door veel gewone burgers gekoesterde verzorgingsstaat.

Van Thatcher naar Brexit
In Groot-Brittannië werd de materiële kloof extra scherp, omdat Thatcher door haar keuze voor een eenzijdig bancair nationaal verdienmodel met de vakbonden ook meteen de industrie kapot had gemaakt. De daaruit resulterende sociale neergang, die door de slachtoffers (paradoxaal genoeg) aan (een vooral door Londen zelf misvormd) Europa wordt geweten, heeft zich recent in een meerderheid voor een Brexit vertaald, die Europa met een volgend probleem heeft opgezadeld.

De na de val van de Sovjetunie mogelijk geworden uitbreiding van de EU met Oost-Europese landen, als gevolg van hun slechte ervaringen met het communisme extra bevattelijk voor de lokroep van het naakte kapitalisme, heeft die groeiende euroscepsis in West-Europa – leidend tot de opkomst van Wilders, Le Pen en anderen – versterkt. Daarmee kwamen namelijk lage-lonenlanden, en dus goedkope concurrenten, binnen de Unie.

Het grote welvaartsverschil zette vervolgens, mede als gevolg van de door Bolkestein ingevoerde dienstenrichtlijn, de inkomsten van monteurs en chauffeurs onder druk. Een salaris waarvan men in het Westen amper kan leven, betekent voor het Oosten – ook vanwege de veel lagere kosten van levensonderhoud – tegelijk een forse sprong vooruit. Niet voor niets is op dit punt inmiddels een groot conflict tussen Oost en West ontstaan: mag een Poolse ondernemer in Nederland lonen van Poolse hoogte aanbieden en zo Nederlanders het brood uit de mond stoten?

Het Rusland van Jeltsin: privatisering leidt tot grootschalige verarming
De derde rampzalige historische coïncidentie betrof het samenvallen van de hoogtijdagen van het neoliberalisme met de moeizame democratische hervormingspogingen in Rusland onder Jeltsin. De abrupte introductie van de markt, in combinatie met de snelle privatisering van het Russische staatseigendom dat daardoor vooral de oude communistische, voortaan kapitalistisch opererende nomenklatoera ten goede kwam, heeft in de jaren negentig tot grootschalige verarming van de gewone Russische bevolking geleid. Velen hebben toen als gevolg van de roebelcrisis vrijwel al hun spaargeld verloren.

 

Veel Russen associëren markteconomie en democratie niet met welvaart en vooruitgang, maar met chaos, verarming en instabiliteit

 

De vanuit het Westen veel gepropageerde panacee voor alle ellende in die tijd, als bijvoorbeeld door het toenmalige VVD-Kamerlid Hans van Baalen geformuleerd in een stuk van zijn hand in de Internationale Spectator van juni 2000: nog meer privatisering en nog meer markt.[i] Hij en de zijnen waren als kwakzalvers in de Middeleeuwen, die voor elke kwaal slechts één remedie kenden, namelijk aderlaten, om, als dat niet hielp, te verkondigen dat er gewoon nog méér adergelaten moest worden om, als de patiënt vervolgens overleed, tot de slotsom te komen dat er dus te weinig adergelaten was.

Als gevolg van de uitwerking van dit soort adviezen in de Russische praktijk associëren veel Russen nu markteconomie en democratie niet met welvaart en vooruitgang, maar met chaos, verarming en instabiliteit. Beide zijn, als gevolg van hun eigen slechte materiële ervaringen ermee, bij de grote meerderheid van de bevolking in diskrediet geraakt. Dat is nog versterkt door de vernedering van Rusland waarmee de misvormde introductie van deze westerse beginselen onder Jeltsin vaak op het internationale toneel gepaard ging.

Daarmee werd, als gevolg van hun eigen vérgaande kortzichtigheid, door de Van Baalens de basis gelegd voor het geloof in de sterke man en de sterke staat, die aan de electorale basis van de opkomst van Poetin ligt. De brede steun voor zijn autoritaire optreden naar binnen en zijn assertieve optreden naar buiten vindt hierin haar diepste oorzaak, en draagt inmiddels – met de ongestrafte schending van de grenzen van Oekraïne – aan de schending van het Europese aanzien en daarmee aan de verdieping van de Europese crisis bij.

 

Vluchtelingenkamp in het Turkse Kahramanmaraş, maart 2016. Foto: Europese Commissie

 

Een laatste belangrijke oorzaak van de huidige malaise in Europa ten slotte, waarbij landen tegenover elkaar komen te staan, vormt de vluchtelingencrisis. Ook die valt niet los te zien van de westerse reactie op het einde van de Sovjetunie. Die reactie bestond uit ideologische overmoed: het idee van het “einde van de geschiedenis” en de universele geldigheid (en dus spoedige dominantie) van het westerse democratiemodel. Dat heeft het Westen roekeloos gemaakt – de ook door Nederland politiek gedragen inval met bijbehorende naïeve ‘democratiserings’-plannen in Afghanistan en Irak na 9/11 zijn zonder dat niet denkbaar.

Daarmee is een steen losgetrapt die mede tot de huidige chaos in het Midden-Oosten, met bijbehorende opkomst van IS plus moslimterrorisme en massale vluchtelingenstromen, heeft geleid. Dat draagt, als sociaal-culturele factor, nog extra bij aan de toch al door groeiende sociaal-economische onzekerheid veroorzaakte politieke destabilisering van dit moment in vrijwel alle Europese landen. Zonder het wegvallen van de Sovjetunie als geostrategische concurrent had het Westen hier nooit zo de vrije hand gehad, en het moderne islamfundamentalisme zich vermoedelijk veel minder exclusief tegen het Westen gekeerd.

 


[i] Hans van Baalen, ‘De Russische keizer heeft geen kleren meer’, Internationale Spectator, juni 2000, pp. 307-310.

 

Authors

Thomas von der Dunk
Cultuurhistoricus en publicist