Alles voor de macht in Venezuela
Analysis Conflict and Fragility

Alles voor de macht in Venezuela

07 Sep 2017 - 11:11
Photo: Wikimedia Commons
Back to archive
Author(s):

Na vier maanden massaal protest zit de Venezolaanse president Nicolas Maduro steviger in het zadel dan ooit. Opstappen of de macht delen is nooit een optie geweest. De Bolivariaanse Revolutie is gekomen om te blijven.

“We zijn nu onder elkaar met alle macht in handen. Het is afgelopen met de sabotage van het parlement, het is afgelopen!” Met deze woorden sprak Nicolás Maduro 30 juli jl. zijn aanhang toe, de dag waarop zij hadden gestemd op de leden van een Grondwetgevende Vergadering. Het land stond al maanden in brand. Geplaagd door gierende inflatie, voedselschaarste, criminaliteit en een knellend politiek klimaat, waren honderdduizenden de straat opgegaan om verkiezingen en het vertrek van Maduro te eisen. De repressie was meedogenloos. Meer dan honderd demonstranten werden doodgeschoten, ruim 700 burgers voorgeleid voor militaire tribunalen.

Maduro’s geniale idee
De Constituyente, zoals de Grondwetgevende Vergadering in het Spaans heet, zou volgens Maduro “de economie weer op de rails krijgen en de verzoening tot stand brengen”. Een nieuwe grondwet als middel tegen economische chaos en sociale onrust, dat klonk eigenaardig. Maar het bleek – uit oogpunt van machtsbehoud – een geniaal idee. Dit instituut, dat de president volgens de grondwet in het leven mag roepen, was gemachtigd alle macht naar zich toe te trekken en per decreet te regeren. Terwijl de regionale verkiezingen al maanden waren uitgesteld, werd de verkiezing voor deze Constituyente in no time geregeld, tot woede van de oppositie. Die zag het als een schijnvertoning en boycotte het proces. Drie maanden later zat er een nieuw, almachtig instituut, voor honderd procent gecontroleerd door vertrouwelingen van de regering.

Maduro’s noodgreep werd internationaal fel bekritiseerd. Het is neergezet als het einde van de Venezolaanse democratie en sommige media repten al van een “dictatuur”. Toch is er in politiek opzicht niet zoveel nieuws onder de zon. De Venezolaanse democratie sneuvelde al lang geleden. De Constituyente was een voorspelbare volgende stap richting een autoritair bewind, volstrekt in lijn met de ontwikkelingen in Venezuela van de afgelopen vijftien jaar. 

‘Democratie’ in de westerse opvatting heeft nooit onderdeel uitgemaakt van de revolutie in Venezuela, net zo min als de scheiding der machten

Maduro volgt gewoon de traditie van zijn leermeester Hugo Chávez. Deze leider, die de revolutie in 1999 startte en in 2013 overleed, kneedde de wet ook al naar believen om aan de macht te blijven. Chávez politiseerde de kiescommissie, de rechterlijke macht en de strijdkrachten. Hij sloot kritische televisiekanalen en vervolgde oppositieleiders. Rechters zwoeren al tien jaar geleden hun trouw aan de revolutie. Toen in 2009 het burgemeesterschap van Caracas in handen kwam van een tegenstander, kwam Chávez met een superburgemeester op de proppen en benoemde daarvoor een vertrouweling die alle taken, het budget en zelfs het gemeentehuis kreeg toebedeeld. De gekozen burgemeester nam zonder geld en personeel zijn intrek in een leegstaand kantoor.

“Democratie” in de westerse opvatting heeft nooit onderdeel uitgemaakt van de revolutie in Venezuela, net zo min als de scheiding der machten. De Bolivariaanse revolutie ziet de wet niet als middel om macht te begrenzen en te controleren, maar als een instrument om aan de macht te blijven. Lukt dat niet dan moet hij worden genegeerd, geherinterpreteerd of herschreven – zoals nu gaat gebeuren door de Constituyente. De macht overdragen aan de oppositie past niet in de denkwereld van de revolutionairen. “Als we niet met stemmen winnen, dan winnen we met kogels,” zei Maduro onlangs. De crisis in Venezuela is voor hen niet alleen een strijd tussen links en rechts of rijk en arm, maar ook een strijd tussen twee modellen: de klassieke westerse democratie versus wat Chávez het “Socialisme van de 21ste eeuw” noemde.

Een nieuwe samenleving
Om dit te begrijpen is het nodig terug te gaan naar de vraag waarom de revolutie plaats had. Waarom kwam Chávez aan de macht? Historisch is Venezuela in meerdere opzichten een buitenbeentje in Latijns-Amerika. Waar buurlanden decennialang leden onder burgeroorlogen en militaire dictaturen, kende Venezuela sinds 1958 ononderbroken een partijdemocratie. Daarnaast bulkte het land van de olie, hetgeen bij tijden leidde tot enorme inkomsten. Dit resulteerde in een graaicultuur waarbij een corrupte elite van ondernemers en politici steenrijk werd en een totaal genegeerde grote massa straatarm bleef.

Hugo Chávez, een sociaal bewogen militair, maakte eind jaren negentig van dit onrecht zijn verkiezingsbelofte. Hij presenteerde zich als buitenstaander, beloofde een “Bolivariaanse revolutie” gebaseerd op de principes van gelijkheid en rechtvaardigheid van de 19de-eeuwse Venezolaanse bevrijder en aartsvader Simón Bolívar en won de sympathie van de arme massa. Bij de verkiezingen van 1999 veegde hij decennia oude partijen in één keer van tafel. De verbijsterde partijelite kon niet anders dan inzien dat zij hem met hun corrupte praktijken zelf in het zadel hadden geholpen.

Chávez maakt ‘Venezuela van het volk’
In de daaropvolgende jaren bouwde Chávez een systeem op van sociale programma’s en financierde die met de almaar stijgende olie-inkomsten. “Nu is Venezuela van het volk,” zei hij en gaf de miljoenen armen die altijd waren genegeerd twee dingen: een aandeel in de rijkdom van Venezuela en – misschien wel net zo belangrijk – het gevoel dat ze eindelijk meededen. Chávez was geen verre, formele president, maar een kameraad die – vaak letterlijk – een arm legde om de schouders van de verdrukten.

Homage aan Chavez en Guevara in de straten van Havana, Cuba
Homage aan Chavez en Guevara in de straten van Havana, Cuba Bron: Wikimedia Commons

Onderdeel van deze revolutie waren de politisering van de instituties en de scheldkanonnades tegen iedereen die daar kritiek op had. De polarisatie die dat opleverde, was volgens Chávez onvermijdelijk. Een revolutie kon alleen lukken als iedereen meedeed; niet alleen de regerende partij, maar ook de rechterlijke macht, de strijdkrachten, de media, de ondernemers en uiteindelijk het hele volk. Een ‘beetje revolutie’ bestaat niet, het is alles of niets. Als een overstap van Windows op Apple. Chávez was niet gekomen om de samenleving een beetje bij te sturen en na een paar jaar weer te vertrekken; hij vestigde een nieuw Venezuela. Wie tegen was, of dat nou een journalist was of het Hooggerechtshof, vormde een restant van het oude systeem dat moest worden opgeruimd.

“Heel vaak lukt het [de oppositie] beslissingen van de revolutie te neutraliseren via een rechter, of via de Hoge Raad!,” riep Chávez ooit verongelijkt uit. “Achter de rug van de revolutie om! Dat is verraad aan het volk!” Dat de oppositie weer eens aan de macht zou kunnen komen, past niet in het concept. Dat wordt niet gezien als ondemocratisch, integendeel. De revolutie is met de emancipatie van de armen juist vele malen democratischer dan het klassieke model, dat had geleid tot corruptie en uitsluiting – en niet alleen in Venezuela. Als de oppositie terugkomt, zullen alle verworvenheden weer verloren gaan, is de logica.

Oppositie kansloos
Die oppositie maakte aanvankelijk geen schijn van kans. De haat tegen de oude elite en het profijt van de vele subsidies hielden de aanhang op peil. Chávez legde zijn achterban in de watten en won de ene verkiezing na de andere. Daarbij faalde de radeloze oppositie keer op keer om een aantrekkelijk alternatief te bieden. Er was geen charismatisch leider, en evenmin een consistent programma. Partijen van links tot rechts wilden allemaal van Chávez af, maar bleven verdeeld over de manier waarop: via verkiezingen, sabotage, demonstraties, dialoog, een staatsgreep, impeachment?

Chávez had bovendien economisch de wind mee. De olieprijzen rezen de pan uit, waardoor hij miljarden kon besteden aan de gratis huizen, studiebeurzen en andere subsidies die hij had beloofd. De traditionele economie, gebaseerd op vraag en aanbod, werd vervangen door een staatsgeleide economie en prijscontroles want ondernemers denken aan winst, de regering aan het algemeen belang. Fabrieken werden onteigend, militairen namen de leiding. Dat daarnaast de munt in waarde daalde, hele industrietakken failliet gingen en miljarden verdwenen door corruptie maakte niet veel uit zolang het geld met bakken bleef binnenstromen.

Pas toen de olieprijs omlaag ging, werden de problemen zichtbaar. Basisproducten werden schaarser, steeds meer voedsel moest worden geïmporteerd. De exportinkomsten, inmiddels voor 95% afhankelijk van de olie-export, liepen terug. In 2016 was de inflatie al gestegen tot 800%. Dit jaar zal de economie naar verwachting krimpen met 10%. In Venezolaanse ziekenhuizen sterven volgens de Vereniging van Kinderartsen wekelijks 7 tot 10 kinderen aan ondervoeding.

De electorale gevolgen hiervan waren een kwestie van tijd. Eind 2015 won de oppositie een historische meerderheid in het parlement. Het cliëntelisme waarmee de revolutie 15 jaar aan de macht was gebleven was uitgewerkt en Maduro ging over op grover geschut. De Nationale Kiescommissie, beheerst door partijgetrouwen, annuleerde een referendum voor het afzetten van Maduro en stelde de voor 2016 geplande regionale verkiezingen met onbepaalde tijd uit. Het Hooggerechtshof, ook gedomineerd door revolutionairen, verklaarde alle wetgeving van het parlement met vooruitwerkende kracht ongeldig. Populaire oppositieleiders werden vervolgd of het passief stemrecht ontnomen.

De absolute macht
Bij elke volgende vrije verkiezingen zouden de chavistas worden weggevaagd. Volgens recente peilingen heeft Maduro nog de steun van 17 tot 27% van de bevolking (volgens opiniepeilers Datanálisis respectievelijk Consultores 21). Om te kunnen winnen moet Maduro de regels veranderen, en dat is precies wat de Constituyente gaat doen. Hoe de nieuwe grondwet eruit gaat zien, is onbekend. Maar gezien de opvatting van democratie en het feit dat alle 545 leden revolutionairen zijn, is niet te verwachten dat de oppositie nog veel ruimte zal vinden om aan de macht te komen.

Overigens kreeg Maduro’s machtsgreep ook vanuit eigen kring kritiek omdat hij de erfenis van Hugo Chávez zou verkwanselen. Zo ontpopte hoofdaanklager Luisa Ortega zich in enkele maanden tijd tot zijn felste tegenstander. Maar het liep slecht met haar af. Op de allereerste vergadering van de Constituyente werd zij ontslagen en beschuldigd van landverraad. Met een motorbootje glipte zij het land uit naar Aruba en vluchtte verder naar Colombia.

Het lot van Ortega illustreert hoe de Constituyente al direct zijn nut voor Maduro bewees. In de eerste weken is met geen woord gerept over een nieuwe grondwet. Wel gaf het orgaan zichzelf voor de komende twee jaar de absolute macht over het land, superieur aan het parlement, de rechterlijke macht en zelfs de president. Er volgde een heksenjacht op burgemeesters van de oppositie, parlementsleden werd de immuniteit ontnomen om vervolging mogelijk te maken.

Vervolgens nam de Constituyente de wetgevende taken over van het parlement, precies zoals Chávez ooit deed met de burgemeester van Caracas. “We zullen ze een historische les geven,” zei voorzitter Delcy Rodríguez en daarmee was het machtsmonopolie, dat eind 2015 met de verkiezingszege van de oppositie was doorbroken, hersteld.

Met Trumps afkondiging van economische sancties tegen Venezuela  kreeg Maduro precies het cadeau dat hij nodig had; een extra stok om de oppositie in de hoek te zetten van handlangers van ‘het imperium’

Opvallend was de lauwe reactie van de Venezolaanse bevolking. Toen in maart het Hooggerechtshof de taken van het parlement overnam, volgden maandenlange, massale demonstraties, waarna de maatregel werd teruggedraaid. Nu bleven de demonstranten thuis. De moedeloosheid is toegeslagen. Wat aanvankelijk een moment van verandering leek, is uitgemond in uitzichtloosheid. De protesten hebben het regime uiteindelijk alleen maar steviger in het zadel geholpen.

Muurschildering ten tijde van de Presidentsverkiezingen in 2013
Muurschildering ten tijde van de Venezolaanse presidentsverkiezingen in 2013 Bron: Joka Madruga / Flickr

Met alle instituties weer stevig onder controle, durft Maduro eindelijk de uitgestelde regionale verkiezingen aan. In oktober gaan de Venezolanen opnieuw naar de stembus. Na lang soebatten besloot de meerderheid van de oppositiepartijen de handschoen op te nemen. Zeker 17 leden van het parlement hebben zich kandidaat gesteld voor het gouverneurschap.Hoe begaanbaar deze sluiproute naar de macht is, moet de komende weken blijken.

Met argwaan wordt gekeken naar de splinternieuwe Waarheidscommissie, die kritische politici op het matje gaat roepen wegens ‘opruiing en haat zaaien’. Iedereen die zich sinds het begin van de revolutie in 1999 schuldig heeft gemaakt aan ‘politiek geweld’ riskeert 15 jaar celstraf. Een ‘Wet tegen de Haat’ is in de maak. Oppositieleiders verwachten een heksenjacht om hun weg naar het gouverneurschap te dwarsbomen.

Authors

Edwin Koopman
Latijns-Amerika journalist en analist voor VPRO Bureau Buitenland, Trouw en Elsevier en auteur van "De Oliekoning" over de revolutie in Venezuela