De kater voor Polen na de samenwerking met de CIA
Books & Movies Diplomacy & Foreign Affairs

De kater voor Polen na de samenwerking met de CIA

07 Dec 2021 - 16:44
Photo: Warschau bij nacht. © Radek Kucharski / Flickr
Back to archive
Author(s):

In het boek From Warsaw With Love analyseert de Amerikaanse journalist John Pomfret hoe de CIA tijdens de val van het communisme eind jaren ’80 bewust toenadering zocht tot de Poolse inlichtingendienst in de hoop op een vruchtbare samenwerking. Die volgde daadwerkelijk, totdat de CIA terreurverdachten begon te martelen op Poolse bodem.

Eind oktober 1990 nam een Poolse inlichtingenofficier clandestien zes Amerikanen vanuit Noord-Irak mee de grens over naar Turkije. Onder de Amerikanen waren twee militairen, twee specialisten in het breken van codes en de CIA-chef in Koeweit – allen met kennis van een breed scala aan Amerikaanse staatsgeheimen.

De operatie was opgezet door de Poolse inlichtingendienst, die de zes Amerikanen ook van valse Poolse identiteitspapieren en echte Iraakse uitreisvisa had voorzien. In inlichtingenjargon ging het hier om een ‘exfiltratie’.

Het tijdstip was belangrijk: het Iraakse leger had in augustus dat jaar Koeweit bezet. Als uitvloeisel daarvan had de president van Irak, Saddam Hoessein, opdracht gegeven alle westerse buitenlanders op te pakken en vast te zetten.

De Poolse inlichtingenofficier Gromoslaw Czempiński speelde een sleutelrol bij de geslaagde ontsnappingsoperatie die de ironisch klinkende codenaam ‘Friendly Saddam’ had gekregen

De meesten daarvan zouden nog worden vrijgelaten vóór de bevrijding van Koeweit in januari 1991 door een alliantie van legers onder aanvoering van de Verenigde Staten. Het was echter van groot belang deze zes personen niet in Iraakse handen te laten vallen en zo snel mogelijk het land uit te krijgen.

De Poolse inlichtingenofficier Gromoslaw Czempiński speelde een sleutelrol bij de geslaagde ontsnappingsoperatie die de ironisch klinkende codenaam ‘Friendly Saddam’ had gekregen. Czempiński en zijn superieuren in Warschau konden bij dit alles handig gebruikmaken van het feit dat Poolse firma’s in voorgaande jaren duizenden ingenieurs en andere specialisten naar Irak hadden gestuurd om te werken aan grootschalige projecten als de bouw van fabrieken en de aanleg van wegen.

Saddam Hoessein onderhield goede relaties met de landen van het Warschaupact en de Poolse inlichtingendienst had Irak in de loop der jaren goed in kaart gebracht. Een groepje Polen dat Irak in of uit ging, viel dus niet echt op.

Vruchtbare samenwerking
bookcoverOperatie Friendly Saddam en de rol van Czempiński daarin worden uitvoerig besproken in het boek From Warsaw With Love van de Amerikaanse journalist John Pomfret. De primeur over de geslaagde exfiltratie van de zes Amerikanen had Pomfret al in 1995 naar buiten gebracht in een artikel in The Washington Post, dat destijds nogal wat aandacht kreeg.

Er was hier echter veel meer aan de hand dan die ene operatie. In From Warsaw With Love legt Pomfret uit dat de CIA eind jaren ’80, toen het communisme in Oost-Europa op instorten stond, bewust toenadering had gezocht tot de Poolse inlichtingendienst in de hoop op een vruchtbare samenwerking.

De eerste voorzichtige benadering door de CIA vond begin 1990 plaats in Lissabon; Pomfret beschrijft op gedetailleerde wijze hoe dat verliep. Belangrijke overwegingen van de Amerikanen bij de poging om contact te leggen waren de hoog ingeschatte competentie van de Polen en hun latente – zo niet manifeste – anti-Russische gevoelens.

Die competentie kenden Amerikaanse overheidsinstanties uit eigen ervaring door Poolse inlichtingenoperaties in de Verenigde Staten in de laatste decennia van de Koude Oorlog. De anti-Russische gevoelens waren gezien de recente Poolse geschiedenis een vanzelfsprekendheid.

Een van de personen die operationeel actief was geweest in de VS, was diezelfde Gromoslaw Czempiński. De Poolse spionageactiviteiten op Amerikaanse bodem in de laatste fase van de Koude Oorlog komen uitvoerig aan de orde in het eerste deel van From Warsaw With Love.

Het werk van Pomfret is bijzonder omdat het de recente relatie en hechte samenwerking tussen diensten van twee mogendheden tot onderwerp heeft. Intelligence liaison – zoals dit onderwerp in vakkringen wordt genoemd – is met veel geheimhouding omgeven, juist omdat er twee (of soms zelfs meer) diensten bij betrokken zijn.

Het is lastig voor een dienst om informatie daarover publiek te maken, omdat men dan immers vrijwel onvermijdelijk ook geheimen van de partnerdienst prijsgeeft – die dat in veel gevallen niet wil. Toch is Pomfret erin geslaagd vooral aan Poolse kant de nodige betrokkenen aan de praat te krijgen.

Verder gebruikt hij tal van geschreven bronnen in het Pools, waaronder archiefstukken van de inlichtingendienst van vóór 1989. Aanvullende informatie is ook afkomstig uit interviews met voormalige CIA-medewerkers. Een punt van irritatie is overigens wel dat een persoonsregister ontbreekt, wat de bruikbaarheid van het boek sterk vermindert.

Er werd naar hartenlust informatie met de CIA gedeeld en op hun beurt ondersteunden de Amerikanen de Poolse dienst financieel en door de levering van hoogwaardige technische apparatuur

De Poolse inlichtingendienst maakte in de periode van 1990 tot 2002 deel uit van een overkoepelende dienst die door het leven ging onder de naam Urzad Ochrony Państwa (UOP, Bureau voor Staatsveiligheid). Toen men bij UOP eenmaal met toestemming van de nieuwe, door Solidarność gedomineerde regering voor samenwerking met de CIA had gekozen, ging men voluit. Er werd naar hartenlust informatie met de CIA gedeeld en op hun beurt ondersteunden de Amerikanen de Poolse dienst financieel en door de levering van hoogwaardige technische apparatuur.

De CIA kon bij dit alles profijt trekken van de zeer gunstige informatiepositie van de UOP in landen als Irak, Iran, Cuba en Noord-Korea, waarmee het communistische Polen tot voor kort nauw had samengewerkt. Die landen waren voor de CIA grotendeels een gesloten boek. Ook over de Sovjet-Unie en het doen en laten van de KGB was men bij de UOP natuurlijk uitstekend geïnformeerd.1

Martelpraktijken op Poolse bodem
Helaas voor de Polen bleef een kater niet uit. Dat had alles te maken met de war on terror die de Amerikaanse regering voerde onder George W. Bush. Als uitvloeisel daarvan gaf de Poolse president Aleksander Kwaśniewski in juli 2002 toestemming aan de CIA voor de vestiging van een ‘black site’ op Poolse bodem, waar terroristen van Al Qaida werden vastgehouden.

Kwaśniewski deed dat bij een onderhoud onder vier ogen met president Bush in het Witte Huis. De CIA zette de black site op in een trainingscentrum van de Poolse dienst, in een plaats genaamd Stare Kiejkuty, een kleine tweehonderd kilometer ten noorden van Warschau.

DeJong - Protest in Washington in 2015 tegen de behandeling van de gevangenen van Guantanamo Bay. Stephen Melkisethia - Flickr
Protest in Washington in 2015 tegen de behandeling van de gevangenen van Guantanamo Bay. © Stephen Melkisethia / Flickr 

CIA-medewerkers en gevangenen kwamen en gingen via een nabijgelegen vliegveld, zonder douane of paspoortcontrole; Polen kwamen de black site niet binnen. Poolse instanties waren op een enkele uitzondering na niet in de operatie gekend en schriftelijke informatie was sowieso tot een minimum beperkt.

Naar later zou blijken werden gevangenen daar onderworpen aan ‘enhanced interrogation techniques’, wat in de taal van gewone mensen betekent dat zij werden gemarteld. Een van hen was Khalid Sheikh Mohammed, die over het algemeen wordt beschouwd als het brein achter de aanslagen van 9/11 en nu nog steeds vastzit in Guantanamo Bay. Nadat de CIA de black site in september 2003 had ontruimd, vonden de Polen er inderdaad ‘signs of mistreatment’ zoals de eufemistische formulering luidde.

In de VS blijft een geheim meestal niet lang geheim; de martelpraktijken die de CIA in opdracht van de regering-Bush had uitgevoerd, inclusief de black sites, kwamen druppelsgewijs aan het licht. Het waren deels zelfs CIA-medewerkers die lekten over de Poolse rol naar onder andere The New York Times.

We have an incredible relationship now, but at a certain point we’re going to screw you

Het politieke tumult dat daarop in Polen losbarstte, resulteerde in 2008 in gerechtelijke onderzoeken naar de rol van diverse sleutelfiguren van UOP in de affaire.2  Ook de Raad van Europa rapporteerde al eerder kritisch over de Poolse betrokkenheid.3

Het hielp bij dit alles niet dat Kwaśniewski aanvankelijk alle betrokkenheid ontkende, maar later moest toegeven dat hij wel degelijk op de hoogte was geweest. Het kwam nu uit wat CIA-functionaris Michael Sulick in 1994 tegen zijn Poolse gesprekspartners had gezegd, toen de onderlinge betrekkingen nog volop rozengeur en maneschijn waren: “We have an incredible relationship now, but at a certain point we’re going to screw you.”4  Eventueel onbedoeld, wilde hij zeggen – maar toch.

Voor de medewerkers van de Poolse dienst die al onder het communisme actief waren geweest, kwam er op termijn nog een probleem bij. De extreemrechtse Poolse partij Recht en Rechtvaardigheid van Jaroslaw Kaczyński lanceerde rond 2017 een campagne om alle voormalige communisten uit het overheidsapparaat te verwijderen, ook al was het communisme al dertig jaar ter ziele.

In dat kader werden ook oudedagsvoorzieningen van medewerkers die de oude orde nog hadden gediend drastisch gekort. Of zij de Poolse staat na 1989 nog belangrijke diensten hadden bewezen, speelde daarbij geen rol. Ook Gromoslaw Czempiński, de held van operatie Friendly Saddam, moet nu rondkomen van een schamel pensioentje. Na zo’n bejegening door de eigen overheid stonden Czempiński en andere ex-collega’s Pomfret ongetwijfeld graag te woord.

bookcoverJohn Pomfret, From Warsaw With Love: Polish Spies, the CIA and the Forging of an Unlikely Alliance

New York: Henry Holt and Company (2021)

273 blz.

 

 

  • 1Hoezeer Polen in de jaren na 1989 voor toenadering tot de Verenigde Staten koos bleek ten overvloede ook nog eens uit het feit dat een Poolse elite-eenheid in maart 2003 vanaf het eerste moment aan Amerikaanse zijde deelnam aan de oorlog tegen Irak. Een bijkomende omstandigheid die maakte dat het voor de CIA goed samenwerken met de Polen was, lag in het feit dat de nieuwe Poolse regering na 1989 had besloten het personeel van de UOP uit de communistische tijd niet in zijn geheel naar huis te sturen, in tegenstelling tot wat in sommige andere ex-communistische staten gebeurde. Het bestaande personeel werd weliswaar politiek doorgelicht, maar met name de inlichtingendienst behield voor het grootste deel zijn ervaren medewerkers en hoefde daardoor niet opnieuw vanaf de grond te worden opgebouwd.
  • 2John Pomfret, From Warsaw With Love: Polish Spies, the CIA and the Forging of an Unlikely Alliance, New York: Henry Holt and Company, 2021, p. 218-222. 
  • 3Een voormalige openbare aanklager, de Zwitser Dick Marty, stelde in opdracht van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa in 2006 en 2007 twee rapporten op over geheime detentiecentra van de CIA in Polen en Roemenië. Beide rapporten kregen veel publieke aandacht. Beide geraadpleegd op 6 december 2021.
  • 4John Pomfret, From Warsaw With Love: Polish Spies, the CIA and the Forging of an Unlikely Alliance, New York: Henry Holt and Company, 2021, p. 223.

Authors

Ben de Jong
Intelligence expert at Leiden University