Sint Maarten niet langer levensvatbaar als autonoom land
De orkaan Irma heeft diepe wonden geslagen op Sint Maarten. De hulpacties vanuit Europees Nederland en Curaçao geven blijk van een diep gevoeld medeleven. Toch rijst de vraag of Sint Maarten in staat is aan toekomstige natuurrampen het hoofd te bieden. Daarbij hoort een afweging van de huidige positie van het land binnen het Koninkrijk, beschouwd vanuit een gezamenlijk Caribisch en Nederlands belang. Een pleidooi voor een nieuwe status van Sint Maarten.
Sint Maarten is sinds 10 oktober 2010 een autonoom land binnen het Koninkrijk, na een proces van ontmanteling van de Nederlandse Antillen.1 Het leidde tot de uitbreiding van één (Aruba) naar drie autonome landen (ook Curaçao en Sint Maarten); het betekende ook de bestuurlijke integratie van drie eilanden (Bonaire, Sint Eustatius en Saba) als bijzondere gemeenten in Europees Nederland.
Economisch leek het Sint Maarten met de autonomie voor de wind te gaan. Het kende sinds 2012 vier jaren onafgebroken economische groei, terwijl Curaçao pas in 2015 uit de krimp kwam. Beide eilanden profiteerden van de aanzienlijke schuldkwijtschelding vanuit Den Haag. Het GDP per hoofd van de bevolking over 2015 lag in Sint Maarten met ruim $ 26.000 dertig procent hoger dan in Curaçao.
Met een riante haven, die wordt beschouwd als dé maritieme hub voor megajachten in bezit van multimiljonairs, en een op toerisme toegesneden dienstensector had Sint Maarten een magnetische aantrekkingskracht. De bloei van het eiland leek door eerdere orkanen als Donna (1960) en Luis (1995) maar kort te zijn onderbroken. Wat kon er misgaan? Met drie breuklijnen is te illustreren waarom Sint Maarten al vóór de komst van Irma steeds kwetsbaarder werd.
Wat ging er mis?: drie breuklijnen
Eén: transparantie van gegevens
In het land Sint Maarten is het doen van economisch, sociaal en politiek onderzoek voor wetenschap en beleid uitermate lastig. Bevolking en bedrijven zijn nauwelijks te traceren, vooral vanwege incomplete en inexacte informatie in het publieke domein. Weinig organisaties zijn toegerust voor betrouwbare dataverzameling. Extra complicerende factoren zijn de maar liefst vijf gesproken talen, alsmede veelvuldig wantrouwen tussen onderzoekers en onderzochten.
Ook het IMF heeft wat betreft Sint Maarten vastgesteld dat de statistieken kwalitatief ondermaats zijn.2 Zo is de betalingsbalanspositie alleen vast te stellen door van totaalgegevens van de Centrale Bank (van Curaçao en Sint Maarten) de cijfers van Curaçao af te trekken en zo de lopende rekening van Sint Maarten te bepalen. Breed heerst de indruk dat economisch verkeer met Sint Maarten – te land en ter zee – onvoldoende of gewoon niet in statistieken wordt vastgelegd.
Waar goede gegevensregistratie ontbreekt, wordt een cultuur van transparantie moeilijker. Zo is in een recent rapport van Transparency International3 te lezen dat de pijlers van rechtszekerheid in het land van zeer ongelijke kwaliteit zijn. De wetgevende macht en toezichthoudende instanties zijn robuust. Daartegenover staan geconstateerde zwaktes in de publieke sector, het maatschappelijk middenveld en het zakenleven. Het gaat om checks and balances voor de bescherming van burgers en bedrijven. Die hebben zij nodig om hun verhaal te doen, dan wel dat te kunnen halen. Na 2010 heeft het daar in Sint Maarten aan ontbroken.
Twee: achterblijvende marktvorming en economische onzekerheid
Na de ontmanteling van de Nederlandse Antillen is de economie steeds meer gericht op het toerisme, en dan vooral de ontvangst van cruiseschepen, jaarlijks goed voor zo’n twee miljoen bezoekende toeristen. In 2016 waren tegenvallers te noteren door het wegvallen van enkele cruiselijnen en de angst onder toeristen door de uitbraak van het Zika-virus. Bij de verwerking van toeristen – dagelijks meer dan vijfduizend – hadden zich al eerder problemen voorgedaan; zo was het dichtslibbende Philipsburg niet berekend op de meer dan 40.000 voertuigen in circulatie, een verdubbeling ten opzichte van het wagenpark vóór 2010.4
De filevorming, als dagelijkse straatbeeld in Philipsburg, werd mede bevorderd door de belastingvrije import van voertuigen.
Voor de andere Bovenwindse Eilanden bleef Sint Maarten een onvermijdelijke spin in het economische web. Voor bedrijven op Saba of Sint Eustatius was het ondoenlijk om alleen lokaal een eigen zaak te drijven. Handels-, kadaster-, notaris- en veel bankzaken bleven onverminderd lopen via Sint Maarten. Ondernemers voelden des te meer de lastenverzwaring na 10-10-’10. Die was weliswaar vanuit Europees Nederland ingevoerd, maar daar kwam nog een extra omzetbelasting in Sint Maarten bij. Op papier was en is aan dubbele belastingheffing te ontkomen, maar in de praktijk lang niet altijd. Voor controle op de handel is op Sint Eustatius en Saba een rijksdouane ingesteld, bemensd door ploegendiensten die vanuit Bonaire worden ingevlogen.
Drie Bovenwindse Eilanden hadden inmiddels ook met drie muntsoorten te maken gekregen. Op het Franse deel van Sint Maarten, evenals in het nabijgelegen Saint Barth, was de euro al ingevoerd. Aangezien Sint Maarten in een muntunie met Curaçao zit, is het de Antilliaanse gulden blijven gebruiken. Voorts was voor Saba en Sint Maarten de Amerikaanse dollar, die er tevoren al circuleerde, als valuta erkend.
Voor boekhouders, ATM-beheerders en ondernemers deed de praktijk denken aan het West-Europa van de 20ste eeuw. Banken op de Bovenwindse Eilanden, alle in buitenlandse handen, draaiden na 2010 langzaam de kraan dicht voor kredieten en verzekeringen. Liquiditeitsoverschotten waren het gevolg.
Sint Maarten en anderzijds Saba en Sint Eustatius waren immers voor elkaar economisch buitenland geworden. Ridderikhof merkt over de regulering van de Caribische financiële sector het volgende op: “Het opmerkelijke is dat deze grens, ondanks dat deze binnen het Koninkrijk loopt, een nog ‘hardere’ grens is dan die tussen Nederland en België”.5
De marktfragmentatie verergerde ook de problemen in de terugbetaling van kredieten, want cliënten verkeerden immers voortdurend in ‘het buitenland’. Het rendement op de activa van banken liep gestaag met de helft terug. In 2016 reduceerde Moody’s de kredietwaardigheid van Sint Maarten, verwijzend naar de teruglopende groei en kritieke overheidsfinanciën.6
Drie: mileu en klimaat
Sint Maarten is een insulaire landstrook die deel uitmaakt van het kleinste bewoonde eiland ter wereld, door twee staten gedeeld. Met 34 km2 en bij benadering 40.000 inwoners is het in oppervlakte en bevolkingsomvang vergelijkbaar met gemeenten als Harderwijk, Tiel, Vlissingen en Zutphen. Andere overeenkomsten liggen in de pittoreske plezierhavens en de bezoeken begin 20ste eeuw van Koningin Wilhelmina.
Maar dan houden de parallellen snel op. Sint Maarten had in 1950 amper 1.500 inwoners; dat aantal zou zich in elk van de vier decennia tot 1990 verdubbelen tot meer dan 24.000. En de afgelopen 25 jaar zou dat nog eens met ruim de helft toenemen. Thans kent Sint Maarten in de Cariben met 1.200 inwoners per km2 de hoogste bevolkingsdichtheid.
Sint Maarten staat, samen met Curaçao, in de mondiale top tien van landen gerangschikt op kooldioxide-uitstoot
Diensten voor water, elektriciteit en afvalverwerking zijn steeds meer onder druk komen te staan. Tarieven voor water en electriciteit zijn vooral in de Nederlandse Cariben torenhoog: het doorsnee kleinbedrijf betaalt maandelijks gemiddeld meer dan $ 250 voor water en meer dan $ 400 voor elektriciteit. Winkels en zelfs kleine hotels betalen soms het tien- of twintigvoudige. Per persoon wordt op Sint Maarten dagelijks bijna tien kilo afval geproduceerd en gedumpt, meer dan dat van alle andere Caribische rijksdelen per hoofd opgeteld, en goed voor een regionale toppositie. Met Curaçao staat Sint Maarten ook in de mondiale top tien van landen gerangschikt op kooldioxide-uitstoot, met 20,8 ton emissie per hoofd per jaar.
De ruimtelijke ordening van het land is niet minder problematisch. In 2014 berichtte de Sint Maarten Nature Foundation dat een half dozijn baaien op het eiland, de Queen Juliana Airport en ook Philipsburg aan een groeiend risico van overstroming komen bloot te staan. Een stijging van de zeespiegel kan voor het grondgebied, nu gemiddeld twintig meter boven de zeespiegel gelegen, inhouden dat het voor een kwart onbewoonbaar wordt, en dat betreft vooral de economische kernzones.
Intussen brengen processen van verzuring van zeewater en verbleking van koraalriffen rond het eiland steeds meer schade toe aan de maritieme flora, alsook de (herbivore) fauna.7 Tot voor kort bood de kust garantie voor biodiversiteit en een ecologisch evenwicht. Maar onlangs stelden ecologen vast dat door groeiend toerisme en ongebreidelde stadsuitbreiding tachtig procent van de koralen bij de kust als verloren moet worden beschouwd. Niettemin deed het Sint Maartense Ministry of Public Housing (VROMI) weinig om de ruimtelijke planning te herijken.
Twee, drie, vele orkanen...
De meest actuele en op 6 september uitgekomen dreiging is dan nog niet genoemd: de positie van alle Bovenwindse Eilanden binnen de Atlantische orkaangordel. Gemiddeld krijgt Sint Maarten eens in de zes jaar een orkaan of storm direct te verwerken. Vóór de orkaan Luis in 1995 had de nog sterkere Donna in 1960 al vernietigend huisgehouden. Tussen Donna en Luis zat 35 jaar, tussen Luis en Irma maar 21, hetgeen op toeval kan berusten. Maar klimaatonderzoek van Amerikaanse meteorologen geeft aan dat in de loop van deze eeuw orkanen niet zozeer frequenter als wel krachtiger worden én meer water gaan bevatten. Binnen een constant aantal orkanen zullen die van de zwaarste categorieën 4 en 5 vaker voorkomen.
Het risico bestaat dat de na Irma verleende hulp voor wederopbouw verloren gaat bij een volgende orkanische voltreffer
Het is de geografisch ‘perfecte’ locatie van de Bovenwindse Eilanden die hen nog kwetsbaarder maakt dan voorheen. Verwacht wordt ook dat droogteperioden, waar de noordoostelijke Cariben in 2016 al onder leden, langer gaan duren. Al met al ontstaat een klimaat-cocktail van lange droogtes, incidentele neerslag van honderden millimeters vergezeld van windsterktes van meer dan 200 km. per uur, metershoge vloedgolven bij een afnemend grondoppervlak: een huiveringwekkend toekomstbeeld. Vergeleken met het tijdperk van de orkanen Donna en Luis maakt na Irma de klimaatprojectie voor Sint Maarten alles anders.
Welke opties zijn er?
Als land ziet de toekomst van Sint Maarten er somber uit. Economisch beschouwd zijn de Bovenwindse Eilanden ten prooi gevallen aan een fragmentatie die haaks staat op een rationeel proces van schaal- en marktvorming. In klimaatopzicht waren de bedreigingen vóór 2010 wel bekend, maar niet beleidsmatig meegenomen bij de omvorming van Caribisch Nederland. Het risico is dat de na Irma verleende hulp voor wederopbouw verloren gaat bij een volgende orkanische voltreffer.
Veel alternatieven zijn er dan ook niet, of het moest de meest vérstrekkende zijn: de exit van Caribisch Nederland uit het Koninkrijk. Langs aanpassing van het Koninkrijksstatuut zou eerst Sint Maarten onafhankelijk worden. Niettemin, een cynisch uittrekken van de Nederlandse stekker – een Caribische ‘smexit’ – zou te vergelijken zijn met de terugtrekking van de Verenigde Staten uit het Parijse klimaatakkoord. Ook daarbij spelen immers strikt nationale en financiële overwegingen de hoofdrol.
Toch is er ook een andere optie: de omvorming van Sint Maarten binnen het Koninkrijk tot bijzondere gemeente van Nederland, net als Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Voordelen van een status als bijzondere gemeente zijn er in de eerste plaats voor de Sint Maartenaren zelf. Zij en volgende generaties, samengepakt op een overbevolkt eiland, hebben het recht op een duurzaam en ‘klimaatwaardig’ leven. De rechten van burgers binnen één juridische en economische regio, Bonaire met de Bovenwindse Eilanden, zijn beter gewaarborgd. De rol van Sint Maarten als een overbodige, gecompliceerde en vaak ongecontroleerde schakel tussen de BES-eilanden zou komen te vervallen.
Ten tweede, de huidige bedreigingen verdienen een weloverwogen, met de Sintmaartense civil society overlegd, en lokaal uitvoerbaar beleidsantwoord. Het betreft zaken van ruimtelijke ordening, infrastructurele planning, kustversterking, nutsvoorzieningen, toerismebeleid en het in stand houden van biodiversiteit te land en te water. De wederopbouw van Sint Maarten strekt veel verder dan die van voorheen bestaande wegen en gebouwen. Ze staat in direct verband tot zones die technisch en milieukundig daarvoor in aanmerking komen, waaronder de vraag of, en zo ja hoe, de hoofdstad Philipsburg kan worden herbouwd. Dat is een duur en riskant project.
Ten derde is er het argument van samenwerking in Europees en eiland-verband. Veel zaken ter plaatse – vliegverkeer, vervoer, nutsbedrijven, afvalverwerking, onderwijs en medische zorg – zijn afhankelijk van coördinatie tussen Franse en Nederlanse instanties. In feite behoeft het eiland een integraal plan voor duurzame wederopbouw, waarbij onvermijdelijk de vraag rijst of de EU-status van het eiland ultraperifeer gebied, overzees gebiedsdeel of beide wordt, en dus dubbelzinning blijft. Frans-Nederlandse samenwerking kan kostenbesparend werken.
De huidige bedreigingen voor Sint Maarten verdienen een weloverwogen, met de Sintmaartense civil society overlegd en lokaal uitvoerbaar beleidsantwoord
Ten vierde dient de wederopbouw van het eiland in het teken te staan van lange-termijndoelen. Het eerste is dat van duurzaamheid: het eiland verdient een orkaanbestendige wederopbouw die voor menselijke bewoning duurzaam is, maar ook financieel haalbaar. Daar is niet alleen de Europese belastingbetaler maar ook de Caribische gemeenschap bij gebaat. Bij orkaanbestendig bouwen van ziekenhuizen en informatiecentra zullen deze zowel opschaalbaar alsook voor andere noord-Caribische eilanden van blijvend nut moeten zijn.
Ten vijfde is er het belang van een vernieuwde Nederlandse ontwikkelingssamenwerking op het Westelijk Halfrond. Klimaatbeleid en bescherming van bevolking en natuur in de Groot-Caribische regio horen daar onverbrekelijk bij. Te veel gemeenschappen zijn momenteel woonachtig in te kwetsbare omstandigheden, te snel slachtoffer van orkanen en overstroming. Nederland behoeft een nieuwe rol op het gebied van kustverbetering, watermanagement, bestrijding én voorkoming van armoede. Een en ander is met regionale instituties te verwezenlijken.
Sint Maarten’s toekomst: drie scenario’s
De virulente orkanen in het Caribisch gebied die vorige maand in het bijzonder Sint Maarten hebben getroffen, zijn in drie scenario’s te extrapoleren. De eerste is dat van ‘business as usual’ (BAU) waarbij genereuze hulp komt voor het lenigen van nood als ook voor wederopbouw. Door de tijd heen zal een herhaling van zetten ontstaan, in steeds kortere perioden vanwege de hogere regelmaat waarmee orkanen voorkomen. De staatkundige status van Sint Maarten blijft onveranderd, terwijl – vanwege het onderliggende onhoudbare ontwikkelingspad – de kosten van wederopbouw bij elke nieuwe ramp disproportioneel zullen toenemen. In de politieke conjunctuur van Europees-Nederland is dit scenario het meest waarschijnlijk.
Een beter, tweede, scenario is Sint Maarten’s omvorming tot bijzondere gemeente, vanzelfsprekend onderworpen aan processen van democratische besluitvorming. De winst ligt in een nieuw en gelijkwaardig partnerschap in koninkrijksverband, op dezelfde basis als waarop Europees-Nederlandse gemeenten worden behandeld. De daarbij geldende doelen zijn die van sterke instituties, eerlijke marktvorming en een serieuze aanpak van de klimaatproblematiek.
Het derde scenario, een ‘smexit’, is najaar 2017 voor velen niet zozeer droom als wel nachtmerrie. Toch kan het in de toekomst wel degelijk opgeld doen, vooral als beleidsmakers lang genoeg aan het BAU-scenario blijven vasthouden. Het wordt actueel als Sint Maarten steeds minder of helemaal niet meer wordt opgebouwd, de schulden oplopen, de bevolking naar elders emigreert en de achterblijvende bevolking vergrijst, verpaupert of allebei. Het is het pad waar een VS-territorium als Puerto Rico al decennialang maar vruchteloos van tracht af te komen.
De drie scenario’s nodigen uit tot een revisie van de publicatie van Oostindie en Klinkers, ‘Gedeeld Koninkrijk’8 . Met Irma kan de kroniek openen van een aangekondigde klimaatcatastrofe voor Sint Maarten, en dus voor het Koninkrijk. Een gereviseerd boek zou dan als nieuwe titel kunnen dragen: ‘Klotsend Koninkrijk’, voor wie zich later zal herinneren dat de verhoudingen eind 2017 zo ongelijk waren.
Dit artikel is mede gebaseerd op onderzoek – uitgevoerd op verzoek van de EU en het Programma COSME – op twaalf Caribische eilanden, vanuit Tortola (Britse Maagdeneilanden). Dit programma is voorlopig stilgelegd omdat ook het eiland Tortola op 6 september jl. zwaar werd getroffen door de orkaan Irma.
- 1 Dit ontmantelingsproces is uitvoerig beschreven in: Gert Oostindie & Ineke Klinkers, Gedeeld Koninkrijk. De ontmanteling van de Antillen en de vernieuwing van trans-Atlantische relaties , Amsterdam: Amsterdam University Press, 2012.
- 2 Zie: IMF, ‘Kingdom of the Netherlands, Curaçao and Sint Maarten. Staff Report for the 2016 Article IV Consultation’, Washington, juli 2016.
- 3 Cora de Wit, ‘St. Maarten 2015. National Integrity System Assessment’, Berlin: Transparency International, 2015.
- 4 Voor meer informatie over recent wagenpark, zie: Real Motor Japan.
- 5 Marijn Ridderikhof, ‘Regulering van de financiële markten van Caribisch Nederland en het toezicht door DNB’, in: Jaarboek Compliance, Capelle aan den IJssel: Nederlands Compliance Instituut, 2013, pp. 285-297, in het bijzonder p. 286.
- 6 Moody’s Investment Service, ‘Government of Sint Maarten – Baa2 Stable’, Annual Credit Analysis, New York, 2016.
- 7 Aanvullende berichtgeving over koraalriffen in Reef Resilience Network (TNC).
- 8 Zie Gert Oostindie & Ineke Klinkers, Gedeeld Koninkrijk. De ontmanteling van de Antillen en de vernieuwing van trans-Atlantische relaties , Amsterdam: Amsterdam University Press, 2012.
12 Reacties
Load comments
de toekomst van Sint Maarten
Na een lang en niet onverdienstelijk betoog, komt Nusselder uit op een bijzondere gemeente van Nederland, precies de mislukking van die andere bijzondere eilanden Saba St. Eustatius en Bonaire. Op Joop.nl bepleiten Aart Broek en ik voor wederkerige volwassenheid. Dat betekent het afschaffen van het Statuut, het creëren van de provincie 'de West', 'de Antillen' of welke naam dan ook. De zes eilanden worden gemeenten naar Nederlands recht, zoals ook de provincie daaronder valt. Naast een beproefd rechtsstelsel, zal dat het proces van uit elkaar drijven omkeren in nationale saamhorigheid en gelijke rechten en plichten.
de toekomst van de Nederlands-Caraïbische eilanden
De respons van mijn confrater Jan Wijenberg is wat bescheiden met de exclusieve verwijzing naar onze bijdrage aan de Joop website [hier doorklikken: https://joop.bnnvara.nl/opinies/integratie-naar-gelijkwaardige-koninkri… ]. Wij verdedigen inmiddels al ruim tien jaar de gedachten aan de toekomst van de eilanden als volwaardige gemeenten - en niet als 'openbaar lichaam' - binnen een Caraïbische provincie. Daar horen columns toe, alsook een themanummer van Christen Democratische Verkenningen (winter 2005) [ http://pubnpp.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/tijdschrift/CDV/CDV2005/CDV_20… ], bijdragen aan kranten (Amigoe, Antilliaans Dagblad, Nederlands Dagblad), tijdschriften (Civis Mundi, Bestuurswetenschappen, OSO). Hans Nusselder mag zich gesteund weten door een jarenlange lobby.
positie van St Maarten
Afgezien van het feit, dat het aantal facetten en opties te groot is voor een kort commentaar hierop.
Hopelijk vind ik - ondanks het feit dat door de orkanen mijn gewone computer gerepareerd moet worden - kost het dus tijd en energie om eigen opinies en eigen reacties op dit artikel goed vorm te geven.
Kortom ik zal proberen dit later te doen en als daar hulp voor de publicatie gegeven kan geboden worden, dan hoor ik dat graag.
Mocht u zich afvragen wat de achtergronden van die reacties zullen zijn, kunt u kijken op www.caderius.nl/cv/
Dit stuk is het leze waard.
Dit stuk is het leze waard.
Pleidooi voor nieuwe status St-Maarten
Ik las met veel interesse Uw pleidooi voor een nieuwe status voor St-Maarten . Het was voor mij een openbaring . Ik heb nl. 50 jaar van mijn leven op St-Maarten door gebracht ( 1966 - 2013 ) . Uw benadering is goed onderbouwd alsof U daar zelf woont . Misschien is dat wel zo geweest . Herinner de naam helaas niet dan . Mijn commentaar op dit moment nadat Ik het 1 maal las is 2 voudig .
1 Bij uw benadering over de Orkanen die daar voorbij zijn gekomen bent U bescheiden . Het is wel na te gaan hoe vaak St-Maarten een Orkaan kreeg te vewerken . Donna in 1960 en Luis noemt U . Ik zou ongeveer 7 orkanen moeten toevoegen die Ik heb evaren met in begrip van Luis . Helaas zijn mij de namen ontschoten behalve Marylin 10 dagen na Luis , en Lenny in 1999 van dezelfde cat 4 als Luis . De andere waren van cat 2 of 3 sterkte , dus was minder interessant bij wijze van spreken !!! . In het algemeen krijgt men te doen met 1x per 30 jaar . Dus niet .
2 Is een vervolg op het onderwerp Orkanen . Maar hier verwijs Ik naar Uw pleidooi . Het is nl. zo dat Ik weet dat, ... toen wij in het jaar 2000 het referendum moesten invullen er zeker niet is nagedacht over orkanologie !!, maar meer zo van ja we willen dan alle 3 eilanden Land status geven , maar dat wij St-Maartenaren dan wel de enige zijn , die in het Orkaan gebied zitten. Is dan dan autonomie wel zo'n goed idee . Daar werd niet over gesproken . Wij wilden af van de Centrale regering in Curacao ( 700 km van ons vandaan ) Wij trokken altijd aan het korste eind met 1 senator tussen 22 MP's
Dat we dan een land status zouden krijgen namen we op de koop toe Land voor een stukje eiland 16 sq. miles , absurt.
Het duurde 12 jaar voordat de economiese vooruit gang weer op dezelfde sterkte was als op 4 Sept. 1995 , de dag voor Luis. Nu na Irma zie Ik dat nog somberder in nu Ik begrijp dat de grote Hotels 1 tot 2 jaar dicht blijven vergeleken tot na Luis toen we na 6 maanden weer operationeel waren ( Ik was 40 jaar Hotel manager aldaar ) Maar mijn complimenten voor Uw visie . Ik ga dit bestuderen en met mijn college,s in St-Maarten opnemen . De politiek zal niet klaar zijn voor een verandering . Groeten Robert
Toekomst St. Maarten, reactie op artikel
Het wordt noodzakelijk dat de politici van St. Maarten, Frankrijk en Nederland zich samen buigen over de toekomst. Er zullen draconische besluiten nodig zijn voor de toekomst van het hele eiland.
Dank voor dit artikel.
Toekomst Sint Maarten
Dat de staatkundige structuur, zoals die sinds 10 - 10 - 2010 geldt, zeker voor wat Sint Maarten betreft, nog eens tegen het licht gehouden moet worden, is zeker het overwegen waard. Maar het is niet zo dat die overwegingen in de periode die daaraan voorafging, buiten beschouwing bleven. Zie mijn boek "Het einde van de Antillen" (Eburon, Delft, 2013). Maar elke exercitie op dat terrein zal vruchteloos bijven als niet serieus rekening wordt gehouden met de sociale en politieke omstandigheden die op kleine eilanden nu eenmaal onontkoombaar zullen blijken te zijn.
Wat een blamage voor Clingendael!
Ik vraag mij in gemoede af of er wel sprake is geweest van enige vorm van review van dit artikel. Hoe is het in 's hemelsnaam mogelijk dat een zichzelf respecterend tijdschrift als referenties fotoalbums op Flickr met toeristenkiekjes accepteerd, nota bene voor zaken als de infrastructuur, de toekomst en het toerisme? Of als bron voor het aantal auto's op het eiland (volgens auteur één per elke inwoner) de pagina van een bedrijf dat wereldwijd tweedehands Japanse auto's aanbiedt? Om te beweren dat Sint Maarten met o.a. Harderwijk gemeen heeft dat Koningin Wilhelmina het bezocht, getuigt ook niet van een gedegen kennis of ondezoek door de auteur: Koningin Wilhelmina immers heeft NOOIT welke kolonie dan ook bezocht. Nog los van het feit dat Sint Maarten destijds helemaal niets voorstelde.
Dat auteur beweert dat op 10-10-'10 het aantal autonome landen in het Koninkrijk toenam van één (Aruba) naar drie (Aruba, Curaçao en Sint Maarten) is ook niet correct. Vóór 10-10-'10 waren er twee autonome landen: de Nederlandse Antillen en Aruba.
Maar interessant is eigenlijk vooral de vraag wie en wat erachter zit dat dit soort geluiden in de openbaarheid komt. Daar lijkt een politieke bedoeling achter te zitten. Dat soort ongeleide projectielen kan helaas veel schade aanrichten waardoor nu juist minder pompeus gebrachte nuttige pragmatische aanpassingen-langs-lijnen-van-geleidelijkheid onmogelijk worden.
Het lijkt een Haags patroon: Het een of andere politieke coterietje meent in actuele gebeurtenissen een schitterende gelegenheid te zien om een al langer gekoesterde wens te verwezenlijken. In dit geval: inlijving van SXM door NL; of, integendeel: zoveel herrie veroorzaken binnen het Koninkrijk, dat dit nou eindelijk eens van ellende uiteenvalt.
Een van de leden van het zelf meestal niet geheel deskundige kliekje heeft een vrindje dat op irrelevante gronden een enigszins serieuze indruk kan maken, en vindt dit bereid om in een prestigieuze krant of tijdschrift een artikel van de gewenste strekking te publiceren. Plaatsing wordt gefaciliteerd door het coterietje - kennissen zijn belangrijker dan kennis. De pseudo-deskundige is verrukt over deze gelegenheid om te stralen met een publicatie, en het coterietje kan afwachten: als het artikel goed valt, gaat men actiever aan de slag, zo niet, dan heeft alleen de pseudo-deskundige een bloedneus opgelopen.
Een vervelend effect is, dat zo'n half-deskundig artikel door veel andere on- of half-deskundigen wordt gelezen, die al gauw denken 'daar zit wat in'. Het dis-cours over een bepaald onderwerp kan daardoor nog jaren worden verstoord.
St Maarten
Ik heb na het lezen van de reacties van Aart Broek en Jan Wijenberg met interesse het betoog van Carel de Haseth gelezen. de Haseth scoort op elk punt maar draagt geenenkele oplossing aan. De “oplossing” van Broek en Wijenberg is misschien moeilijk te verteren kost voor patriotten van diverse pluimage, die zelfs een grotere autonomie voor deze “mini landjes” voorstaan,. Maar dat doet niets af aan het feit dat de volgende orkaan er toe kan leiden dat St Maarten onbewoonbaar wordt. Dat zou over tien jaar het geval kunnen zijn maar ook volgend jaar. Maar naar alle waarschijnlijk nog vóór St Maarten volledig zal zijn herbouwd. Alleen politici die in de eerste plaats denken aan het vullen van hun zakken (ik stel met nadruk dat Carel de Haseth daar niet toe behoort) hebben belang bij de bestaande constructies. Dit soort kleine eilandjes hebben in een globaliserende wereld weinig mogelijkheden om zelfstandig door het leven te gaan en zullen die mogelijkheden ook niet krijgen.
Ik sta daarom geheel achter de door Broek en Weijenberg voorgestelde oplossing: afschaffen van het Statuut, het creëren van de provincie 'de West', 'de Antillen' of welke naam dan ook. De zes eilanden worden gemeenten naar Nederlands recht. Het is alleen de vraag of Nederland dit voorstel met liefde zal omarmen. Daar overweegt real politiek boven sociale politiek. Geldgewin prevaleert boven het streven naar welzijn voor alle Nederlanders. Zonder de enorme protesten van de Groningers zou minister Kamp nooit besloten hebben de gaswinning te reduceren. Het is dan ook de vraag of deze politici er nog een armlastige provincie bij willen.
Repliek
Met interesse en doorgaans waardering las ik de reacties op het artikel. Van de vele genoemde aandachtspunten wil ik er enkele uitlichten die m.i. voor Sint Maarten’s toekomst relevant zijn. Het zijn er tien:
1. Eén Caribische provincie? Een belangrijke graadmeter daarvoor is de gemeten wil onder de bevolking, waarover het KITLV in 2015 onderzoek heeft gedaan. De steun voor een status als Caribisch-Nederlandse provincie is toen niet expliciet gemeten. Maar voor een positie binnen het Europees-Nederlandse bestel (‘bijzondere gemeente’) is de steun op Aruba en Curaçao minder dan 10 procent. Als onder tweederde van de Caribische bevolking van het Koninkrijk de steun laag is, moeten de argumenten daarvóór wel uitzonderlijk sterk zijn.
2. Waarom Sint Maarten wel? a. Economisch: de marktvorming is incompleet en zelfs afgenomen. b. Duurzame ontwikkeling is ver weg komen te liggen, wellicht verder dan op Aruba en Curaçao. c. Klimaatfenomenen (zeespiegel en orkanen) hebben aan invloed gewonnen. Het zijn trends die in documenten over rijksstructuur (opstelling Koninkrijksstatuut (1954), Advies Mr. van Leeuwen (1970), Schets Minister Hirsch Ballin (1990) en de Statuutswijziging (2010) na de Commissie-Jessurun niet meewogen, omdat ze niet waren te voorzien. In 2015 waren ze dat wel bij de Commissie-Spies, maar bleven ze uit zicht: helaas even verklaarbaar als dat het niet is goed te praten.
3. Eilandgegevens. Op vijf eilanden konden KITLV-onderzoekers een publieke opinie vaststellen, maar niet op Sint Maarten (http://www.kitlv.nl/wp-content/uploads/2016/04/Eindrapport-CCC-Opinieon…, op pag. 9 spreekt de uitleg voor zich). Bij EU-onderzoek van het CDR, waar ik zelf voor werk, was evenmin voldoende basis om voor bedrijven tot betrouwbare tellingen, steekproef en opinies te komen. Voeg daar de omvang en samenstelling van economie en handel, wagenpark en bevolking aan toe, en alleen inferieure schattingen zijn mogelijk. Dat ligt niet zo zeer aan onderzoekers, als wel en juist aan eiland-instituties.
4. Kwaliteit van de rechtsstaat. Sint Maarten was hier deficitair en en erger nog: het is niet zeker of er het afgelopen decennium vooruitgang is geboekt. In februari 2008 was locaal ingrijpen (http://www.bbc.co.uk/caribbean/news/story/2008/02/printable/080206_niba…) op institgatie vanuit Den Haag uitzonderlijk maar niet onmogelijk. Maar staat Sint Maarten er nu beter voor, gezien de weerstand tegen de Integriteitskamer? Autonomie blijkt geen garantie voor de rechtstaat in te houden. Omgekeerd is aansturing vanuit Den Haag dat ook niet (https://www.volkskrant.nl/opinie/gelijkwaardig-koninkrijk-moet-het-doel…), of het nu wel of niet over politiezaken gaat.
5. Klimaatrisico’s en autonomie. Het is goed voorstelbaar dat Caribische Nederlanders furieus worden bij de gedachte aan verminderde autonomie. Pleidooi voor opheffing komt in de buurt van natrappen, letterlijk ‘adding insult to injury’. Europese Nederlanders (op leeftijd) zouden ook volstrekt op tilt slaan bij een willekeurige, na de Watersnoodramp van 1953 gegeven suggestie dat Nederland maar beter een deelstaat van Duitsland zou kunnen worden. Ondenkbaar, ongepast, ongehoord. De nu gehoorde termen als ‘Trojaans paard’, ‘pas op voor de wolf’, ‘ongeleid projectiel’ geven aan hoe gevoelig en bedreigend Irma doorwerkt.
6. Klimaatrisico’s en rechtsstaat. Van politici en magistraten – in functie dan wel in ruste – mag worden verwacht dat ze verstand en gevoel op elkaar af weten te stemmen, dat geldt juist voor deze thema’s. Werkend in Costa Rica trof me deze maand hoe pijnlijk keuzes uitvallen die toch onvermijdelijk zijn. Op 5 oktober veroorzaakte de tropische storm Irma immense schade. Op 19 oktober greep het Costaricaanse Hooggerechtshof in bij het Openbaar Ministerie en werd daar de gehele top vervangen (http://www.usexpatcostarica.com/new-attorney-general-shakes-up-the-publ…). Het eerste was wereldnieuws, het tweede bleef locaal. Het had allebei moeten zijn, want Costa Rica deed in twee weken wat Sint Maarten gedurende 10 jaar heeft verzuimd: knokken voor de kwaliteit van de rechtsstaat voor zijn eigen burgers.
7. Van 1 naar 3 autonome landen. Het noemen van de Nederlandse Antillen zou correct zijn geweest, maar (a) zo autonoom was het land niet (zie 4.) en (b) waarom wèl als het op Sint Maarten zelf evenmin noemenswaardig was? De publicatie (2013) van Francio Guadeloupe (“Notes on the Making of a Nation within a Kingdom”), met voorwoord van de Eerste Minister vermeldt de Nederlandse Antillen welgeteld nul keer. Op zijn best was de Antillen de modaliteit waarmee, met het beeld van Mr. van Leeuwen, de eilanden als ‘stekelvarkens’ net ver genoeg van elkaar bleven, op zijn slechtst een nazaat op middelbare leeftijd van de wolf ver weg.
8. Gedifferentieerde schade. Gisteren kwam het bericht dat volgend op de ontslagname van de gerespecteerde Francio Guadeloupe de University of Sint Maarten zijn deuren moet sluiten. Kennisvorming, volkshuisvesting, natuurbehoud: ze leggen het af tegen het korte termijn-belang van terugkerende cruiseschepen en jachten. Vandaar dat ook als eerste de Front Street wordt klaargestoomd, beginnend bij het Hotel Pasanggrahan (en zijn claim dat het het zomer-verblijf van Koningin Wilhelmina was, met royale schildergalerij). Herstel is zelden integraal.
9. Autonomie à la martinoise. De afkeer van overzeese bemoeizucht mag op Sint Maarten groot zijn, flexibel zijn en blijven we in het Koninkrijk. Tot wanneer? Voor de volkshuisvesting werd vandaag geopperd (https://www.thedailyherald.sx/islands/70474-some-5-000-homes-needed-to-…) dat behalve Nederlandse ook EU-fondsen daarvoor welkom zijn. Eerder werden Europarlement en EC succesvol bewerkt om Sint Maarten net als het Franse deel te behandelen en dus tijdelijk als UPG te beschouwen. Dat kan één keer werken (“You can fool all the people…” zei Lincoln) maar lijkt EU-rechtelijk echt niet blijvend glad te strijken.
10. Klimaatbeleid in de regio. Dezer dagen wees de Amerikaanse ethicus Peter Singer (https://www.japantimes.co.jp/opinion/2017/10/20/commentary/world-commen…) op het belang van ramp-mitigatie naast en voorafgaand aan wederopbouw. Voor iedere dollar gespendeerd aan vermindering van de gevolgen, kan USD 3.65 worden bespaard aan toekomstig beslag op publieke middelen en nog eens USD 4 in verdere maatschappelijke schade. Een utilitarist als Singer zou vast adviseren om, indien hulpfondsen op Sint Maarten niet gegarandeerd goed worden besteed, ze van BZK over te hevelen naar het OS-budget. Antigua & Barbuda, Dominica, St. Kitts & Nevis, met een sterkere rechststaat dan Griekenland en Hongarije (World Justice Project, 2016) zouden in die optiek meer voor mens en natuur kunnen betekenen dan Soualiga, hoe veel wij ook van de St. Maarteners houden.
Reactie toevoegen