Europees transport en klimaat op een doodlopende weg
Opinions European Union

Europees transport en klimaat op een doodlopende weg

10 May 2016 - 10:33
Photo: Shutterstock
Back to archive

Het Nederlands EU-voorzitterschap zet actief in op grotere duurzaamheid van de transportsector. Op 14 april jl. werd in dat kader voor het eerst een gezamenlijke informele ministerraad georganiseerd van de ministers van transport en milieu, met verduurzaming van transport als onderwerp. Wie naar de feiten kijkt, moet ook concluderen dat er alle reden is vérgaande maatregelen te nemen om de schadelijke effecten van mobiliteit voor klimaat, milieu en gezondheid te verminderen en de Europese transportsector richting (duurzame) mondiale concurrentie te leiden.

De werkelijkheid biedt echter weinig reden voor optimisme. Het lijkt er veeleer op dat wij rond 2030 in Europa nog steeds te maken zullen hebben met files, luchtvervuiling, lawaai en daarmee gepaard gaande hoge kosten. Dat is navrant, want op tal van  fronten bieden technologische ontwikkelingen de transportsector kansen om snel af te rekenen met de negatieve effecten van een steeds verder toenemende mobiliteit.

Markintroductie van veelbelovende innovaties blijft achterwege
Conservatieve, risicomijdende geesten slagen er echter steeds weer in om een snelle marktintroductie van veelbelovende innovaties te vertragen. Het verloop van de discussie in het Europees Parlement over scherpere controle-eisen aan luchtvervuilende auto-emissies (Real Driving Emissons, RDE) is daar één voorbeeld van. Het Parlement slaagt er vooralsnog niet in echt korte metten te maken met het gegeven dat de eisen die Europa in dat kader stelt lichter zijn dan die in de Verenigde Staten. Een armoedige respons nadat Volkswagen de boel op grote schaal had geflest.

De Europese transportsector onttrekt zich daarmee als grootste vervuiler wéér aan de noodzaak én de verplichting om schadelijke emissies voor het klimaat en de volksgezondheid snel terug te dringen. Belangrijker: de sector houdt zichzelf met deze behoudende instelling op een economisch doodlopend spoor: ‘groen’ en ‘duurzaam’ verhogen namelijk juist de concurrentiekracht van de sector.

In plaats van als tandem worden klimaat en transport continue als verschillende vehikels gezien. Dat schaadt duurzame economische groei, juist ook van de transportsector. De zorgen zijn groot: de Parijse klimaatdoelstellingen eisen voor 2050 van de transportsector een broeikasgas-reductie van 67% ten opzichte van 1990. De EU-ambitie op papier is slechts 60%. Maar met de huidige mentaliteit wordt in 2030 slechts een schamele 1% ten opzichte van 2005 bereikt. En dan hebben we het nog niet over overschrijding van luchtkwaliteitstandaarden en lawaai als gevolg van transport.

 

In plaats van als tandem worden klimaat en transport continue als verschillende vehikels beschouwd

 

Vergrijzing, urbanisatie en de deeleconomie onderstrepen nog eens dat nieuwe duurzame economische vormen van transport hard nodig zijn. Dit temeer omdat alle scenario’s wijzen op een verdere groei van het vervoer over de weg. Een toename die naast hogere emissies zeker ook meer opstoppingen en hinder zullen inhouden. Voorspeld wordt dat in 2050 olie nog in 89% van de energiebehoefte van transport zal voorzien. Schonere alternatieven, zoals vloeibaar aardgas, biobrandstof, elektrificatie op duurzame stroom en waterstof, worden dus nauwelijks benut. Daarmee straft de sector zichzelf én Europa onnodig, in de vorm van grote afhankelijkheid van fossiele energie, houdt de sector geen aansluiting bij toenemende wereldwijde concurrentie en dragen we onvoldoende bij aan het omgaan met geopolitieke spanningen, instabiliteit en klimaatverandering.

Data als nieuw brandstof
Dit vraagt om actie. Allereerst om uitstoot tot nul terug te brengen. Dat kan, door in te zetten op elektriciteit en waterstof als op termijn de meest schone vormen van brandstof. Daarnaast zal inzet op digitalisering een revolutie in de transportsector teweeg kunnen brengen, met data als nieuwe brandstof. Slimme gekoppelde intelligente transportsystemen kunnen kostbare files en vervuiling voorkomen. Mobiliteit wordt een service met inzet van mobiele apps, zelfrijdende en gedeelde elektrische auto’s, truck platooning, intermodaal gebruik van vrachtverkeer en de integratie van publiek en privaat vervoer.

Dat is mondiaal de trend. Maar als de Europese transportsector niet wakker wordt, missen we de aansluiting. Wereldwijd ging afgelopen jaar meer dan de helft van investeringen in duurzame energie naar opkomende markten, ook en vooral in de transportsector. Waterstof zal de brandstof zijn tijdens de Olympische Spelen van Tokio 2020. Ondersteund door het progressieve California en Sillicon Valley proberen in de Verenigde Staten zelfrijdende Googleauto’s zich over het continent voort te bewegen. Digitalisering en connectiviteit is de nummer 1-trend dit jaar van de strategische agenda van autoproducenten wereldwijd, met Toyota op kop. In plaats van het verstarde Europa, zot op traditioneel autobezit, zullen opkomende markten de nieuwe ontwikkelingen eerder omarmen, met China als hét testland.

 

De Europese transportsector speelt een kortzichtig kat-en-muis-spel

 

De richting is duidelijk. Behalve voor het behoud van milieu, dient transport te verduurzamen om essentiële maatschappelijke diensten te kunnen blijven leveren en om onze economie mondiaal concurrerend te houden. Ondanks Nederlandse successen, zoals recentelijk de wereldprimeur met zelfrijdende auto’s, en vele EU-ambities. zoals de Energie Unie, Digitale Markt, het Witboek Transport, enz., ontbreekt een cruciale stap: effectieve integratie van transport en klimaat tot een samenhangend geheel.

Kortzichtig kat-en-muis-spel van de transportsector moet overboord
Inzet op duurzame mobiliteit vereist een reeks innovaties in de EU die verder reikt dan nieuwe emissierestricties, brandstof en voertuigen. Het gaat over hele infrastructuren en mobiliteitsconcepten. Dit veronderstelt vooruitziend bestuur en management, alsmede samenwerking op alle niveaus in Europa, privaat en publiek, in hoofdsteden en in Brussel, in regio en stad. Het vraagt om een lange-termijninzet op elektrificatie en waterstof en om (zelfrijdende) voertuigen aangedreven door schone energie.

Het gaat verder om investeringen in nieuwe infrastructuur, oplaadpunten en digitale datasystemen die vraag en aanbod van vervoerscapaciteiten op een duurzame wijze op elkaar afstemmen. Durf is daarbij nodig om start-ups te ondersteunen, kleinschalige experimenten mogelijk te maken en innovatieve publiek-private deals aan te gaan, waardoor nieuwe vormen van duurzame mobiliteit kunnen worden geïntroduceerd.[1]

Met het kortzichtige kat-en-muis-spel waarmee de Europese transportsector steeds stringentere emissierestricties ontloopt, komen we er niet. Europa kan alleen vooruit als de klimaat- en transportagenda’s duurzaam op elkaar worden afgestemd. Nu zitten zowel transport als klimaat op een doodlopende weg.

 


[1] Zie voor een uitwerking van de te nemen maatregelen: Paul Hofhuis, Michiel Luining & Jan Rood, EU transition towards green and smart mobility; action toolbox to unleash innovation potentials, The Hague: Clingendael Institute, March 2016 (Clingendael report).

 

 

Authors

Jan Rood
Senior Research Fellow at the Clingendael Institute
Paul Hofhuis
Senior Research Associate at the Clingendael Institute
Michiel Luining
Historicus