Maakt een ruwere wereldorde een einde aan globalisering?
Books & Movies Conflict and Fragility

Maakt een ruwere wereldorde een einde aan globalisering?

08 Jun 2022 - 10:43
Photo: © Rob Bertholf / Flickr
Back to archive

Globalisering draagt vaak niet bij aan vrede, maar aan conflict. Dat schrijft Mark Leonard in zijn boek The Age of Unpeace. Volgens Michiel Emmelkamp stelt de directeur van de European Council of Foreign Relations (ECFR) een belangrijke diagnose: hij legt opnieuw een zwakte in het globaliseringsgeloof bloot, wijst op de geo-economische kwetsbaarheid van Rusland en werpt licht op de Amerikaanse, Chinese en Europese strategie in de nieuwe wereldorde.

Eind 2021, nog voordat Russische troepen samentrokken aan de Oekraïense grenzen, verscheen The Age of Unpeace. Dit boek van de hand van de invloedrijke Mark Leonard, directeur van de European Council of Foreign Relations (ECFR), betoogt onder meer dat het tijdperk van grote oorlogen voorbij is omdat kernmachten daarvoor terugdeinzen. We zouden minder body bags zien en in plaats daarvan leven in een tijdperk van unpeace: non-vrede.

Die voorspelling kwam getuige de beelden uit Oekraïne klaarblijkelijk niet uit. Dat neemt echter niet weg dat Leonards boek een belangrijke diagnose van deze tijd stelt.

bookcoverLeonard betoogt dat globalisering vaak niet bijdraagt aan vrede maar aan conflict. De mondiale integratie confronteert landen met elkaar en de onderlinge afhankelijkheid biedt nieuwe kansen om elkaar te manipuleren. Landen zetten die onderlinge verbondenheid – die door globalisering is gegroeid – op grote schaal in als wapen in de nieuwe machtsstrijd. Leiders blokkeren de handel in grondstoffen, sturen migranten naar elkaars grenzen, kapen elkaars technologieën of sluiten elkaar uit van financiële stelsels. We leven in een tijdperk van endemische “connectiviteitsconflicten”, zo legt de auteur uit.

De schade van deze nieuwe connectiviteitsconflicten is volgens Leonard groot; mogelijk zelfs groter dan die van meer traditionele oorlogen. Hij betoogt dat sancties honderdduizenden mensen doodden in Noord-Korea, Iran, Soedan en Venezuela. Miljoenen burgers wereldwijd werden om politieke redenen verdreven uit hun huizen. Tientallen miljoenen banen gingen verloren door handelsoorlogen. Talloze verkiezingen en referenda werden van buitenaf gemanipuleerd.

Ondertussen ontstaat in de technologische wereld een keiharde strijd tussen landen over technologieën, digitale geheimen en onderliggende maatschappelijke normen en standaarden. Dat leidt binnen landen tot de identiteitspolitiek van enerzijds antivaxers, Brexitstemmers en Trumpaanhangers en anderzijds hoogopgeleide elites die neerkijken op de globaliseringskritiek van deze groepen.

De nieuwe machtsstrijd
Volgens Leonard zijn er uiteindelijk drie zogeheten connectivity hyperpowers: China, de Verenigde Staten en de Europese Unie. Een belangrijke meerwaarde van het erudiet geschreven The Age of Unpeace is daarbij het inzicht dat Leonard geeft in de gedachtegang van de machthebbers in de drie hoofdsteden van de connectiviteitsconflicten: Brussel, Washington en Beijing.

Aan Rusland wijdt Leonard relatief weinig woorden, om de eenvoudige reden dat Rusland geen centrale positie bekleedt in de geglobaliseerde wereld. Rusland bedrijft weliswaar ‘hybride oorlogsvoering’ via onder meer gassancties, cyberaanvallen, desinformatiecampagnes en het verzwakken van de Verenigde Naties, maar uiteindelijk speelt het land slechts een bijrol en is het te gemarginaliseerd om de regels van het internationale spel te dicteren.

De huidige sancties omtrent de oorlog in Oekraïne illustreren Leonards gelijk: ze tonen aan dat Rusland zelfs deels kan worden uitgesloten van de wereldeconomie.

Emmelkamp - Shanghai, 2020. Mussi Katz - Flickr
Shanghai, 2020. © Mussi Katz / Flickr

Zowel Beijing, Washington als Brussel ondergaan een evolutie. De opkomst van China was de gamechanger. De machtsstrijd en gedeeltelijke ontkoppeling tussen China en de VS is op dit moment het belangrijkste strijdtoneel, en Europa verzet de bakens.

China keek altijd al vrij instrumenteel naar interdependentie en plaatste zichzelf in het hart van een web van hiërarchische relaties. De Verenigde Staten vervlochten hun inzet op de internationale rechtsorde altijd al met machtspolitiek. De dollar, de internationale financiële instellingen en het handelsrecht waren een krachtige hefboom voor Amerikaanse handel, politieke agenda’s en zelfs spionage.

Inmiddels zijn we echter in een nieuwe fase aanbeland. Leonard laat via een inkijkje in gesprekken met strategen uit de Amerikaanse en Chinese legertop treffend zien hoezeer beide grootmachten eraan werken steeds meer domeinen toe te voegen aan hun wapenarsenaal.

Ondertussen trekken de burgers aan de rem en bedrijven grootmachten steeds hardere machtspolitiek

Volgens Leonard is de ‘wapenisering’ van connectiviteit voor de EU op een fundamenteel niveau moeilijk, en onderkenden Europeanen die ontwikkeling zelfs te laat. Europa, zo betoogt de auteur, heeft traditioneel een goedaardig perspectief op connectiviteit. Met name Berlijn en Brussel waren nooit gericht op het controleren van onderlinge afhankelijkheden, laat staan op het inzetten hiervan als wapen. De EU is zelf de belichaming van op regels gebaseerde beëindiging van machtspolitiek, en geloofde in het idee van een fatsoenlijke rechtsorde.

Maar ondertussen trekken de burgers aan de rem en bedrijven grootmachten steeds hardere machtspolitiek. In die zin heeft Leonard het wel degelijk bij het juiste eind over de Russische inval in Oekraïne. Deze invasie weerlegde immers het idee dat de vervlechting van de gashandel leidde tot toenadering tussen Rusland en Europa. In plaats daarvan radicaliseerde Rusland verder in de richting van oorlog.

Het Europese denken evolueert als gevolg daarvan snel. Leonard bepleit niet dat Europa zijn principes overboord zet; in de meer normatieve benadering van de EU ligt nog altijd veel Europese macht. Dit blijkt onder andere uit de wereldwijde aantrekkingskracht van Europese standaarden (het zogeheten ‘Brussel-effect’) en de doortastendheid waarmee de EU regels aan technologiereuzen oplegt. De opgave voor de Europese Unie is vooral die principes hand in hand te laten gaan met het verdedigen van haar soevereiniteit.

Emmelkamp - Het Amerikaanse vliegdekschip USS Princeton op de Zuid-Chinese Zee in 2020. US Pacific Fleet
Het Amerikaanse vliegdekschip USS Princeton op de Zuid-Chinese Zee in 2020. © US Pacific Fleet

Leonard bepleit daartoe een middenweg. Niet het rigoureus verdedigen van de openheid of het blijven geloven in de zich almaar ontwikkelende rechtsorde, noch een terugkeer naar een wereld zonder verbindingen. Dat zou de enorme voordelen – economisch, technologisch en sociaal – van de globalisering vernietigen. Autarkie (zelfvoorzienend zijn) verzwakt ook de positie van landen zelf; juist een centrale positie in netwerken levert macht op.

Leonard oppert een derde weg: disarming connectivity, ofwel het veiliger maken van interdependenties. Het is van belang te erkennen dat connectiviteit een tweesnijdend zwaard is, met zowel voor- als nadelen. Men moet proberen die nadelen weg te nemen. Bij voorkeur via nieuwe internationale regels, maar waar nodig in kleinere coalities van gelijkgezinden.

Moet Europa niet assertiever reageren op economische dwang van bijvoorbeeld China?

Ondertussen moeten landen werken aan “zelfzorg”. Dat betekent versterking van de eigen economie, samenleving en weerbaarheid, maar ook herverdeling van welvaart om de voor- en nadelen van globalisering eerlijker te verdelen. Leonard ziet het opwerpen van “gezonde grenzen”– bijvoorbeeld het begrenzen van migratie of handel – daarbij als de enige weg in sommige gevallen, zelfs als dat kosten met zich meebrengt.

Dat laatste is precies wat Europa richting Rusland nu met veel kracht doet. De pijnlijke vraag in de komende periode wordt of dat ook breder moet gebeuren. Moet Europa niet assertiever reageren op economische dwang van bijvoorbeeld China? Is het wel verantwoord om technologie te exporteren naar China, wetende dat Beijing zijn economische kracht ook gebruikt voor zijn geopolitieke agenda? Met andere woorden: is globalisering op zijn retour en gaan we naar een bredere ‘ontkoppeling’?

Het boek illustreert hoe dan ook het nieuwe paradigma over globalisering: veilig waar het kan, begrensd waar het moet. Dat is een wezenlijk ander paradigma dan dat waarop de EU ooit werd gegrondvest. Hier zijn goede redenen voor, maar het zal ook nog pijnlijke vragen opleveren. De erkenning daarvan is Leonards belangrijkste aanbeveling.

bookcoverMark Leonard - The Age of Unpeace: How Connectivity Causes Conflict

Verschenen: September 2021

Uitgeverij: Penguin Random House UK

Aantal pagina's: 240

ISBN: 9781787634664

 

 

Authors

Michiel Emmelkamp
Senior strateeg bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken