CBDC-debat: wat betekent de digitale euro voor Nederland?
Opinie Europese Zaken

CBDC-debat: wat betekent de digitale euro voor Nederland?

31 Jan 2023 - 15:44
Photo: ECB-hoofdkantoor in Frankfurt. © ECB
Terug naar archief

De verwachte komst van de digitale euro veroorzaakt de nodige ophef. Tegelijkertijd is nog veel onduidelijk over het doel van deze zogeheten Central Bank Digital Currency (CBDC). Tijd voor een debat over de voor- en nadelen met Tweede Kamerleden Laurens Dassen (Volt) en Mahir Alkaya (SP).

We betalen in Nederland steeds meer digitaal; met ons bankpasje of onze mobiele telefoon. Nog maar één op de vijf betalingen wordt tegenwoordig met contant geld gedaan. Waar contant geld wordt uitgegeven en gegarandeerd door centrale banken (in Nederland door De Nederlandsche Bank) en dus publiek geld is, worden digitale vormen van geld uitgegeven door commerciële banken. Verschillende crises, zoals de bankencrisis van 2008 en de huidige internationale spanningen, hebben het vertrouwen in dit financiële stelsel echter doen dalen. Is ons banksaldo nog wel veilig?

De centrale banken van de EU-lidstaten onderzoeken daarom samen de mogelijkheid om naast contant geld een digitale euro uit te geven als een elektronische vorm van publiek geld, gegarandeerd door de staat.1  Hoe de Nederlandse burger daadwerkelijk over de digitale euro kan beschikken – via de huidige bank-app of bijvoorbeeld via een ECB-app of DNB-pinpas – is nog niet duidelijk. Naar verwachting komt de Europese Commissie deze zomer met een wetsvoorstel voor de digitale euro.2

Vooralsnog zijn er zowel in de samenleving als in de politieke arena van Nederland grote zorgen over de digitale euro. Zo spreekt de PvdA over “het verdringen van contant geld”, de PVV over “een paard van Troje” en de VVD over “centralisatie en privacyschending”.3  Een heikel punt voor critici is de zogeheten programmeerbaarheid van de digitale euro. Men vreest dat de overheid straks onze uitgaven kan inzien dan wel kan bepalen waar wij onze digitale euro's wel en niet aan kunnen uitgeven, bijvoorbeeld aan alleen duurzame producten.

Het is daarom de hoogste tijd voor een goed debat. Wordt de Nederlandse burger wel goed geïnformeerd over het doel van de digitale euro en de stand van zaken? En wat zijn de voor- en nadelen? We vroegen het aan Tweede Kamerleden Laurens Dassen van Volt en Mahir Alkaya van de SP.

ECB-hoofdkwartier in Frankfurt. © Reuters
ECB-hoofdkwartier in Frankfurt. © Reuters

Vraag 1: Wat betekent de invoering van de digitale euro voor de Nederlandse burger? Zijn er meer voordelen dan nadelen?

Dassen (Volt): Dit hangt af van de manier waarop de digitale euro wordt geïmplementeerd. Kort gezegd zal de Nederlandse burger niet direct veel voordelen ervaren. Burgers kunnen nu al eenvoudig digitaal geld ontvangen en betalen, of ervoor kiezen om bij privacygevoelige situaties contant geld te gebruiken.

Indirect kunnen de gevolgen van de digitale euro voor de Nederlandse burger wel groot zijn. Wanneer de digitale euro niet (of niet goed) wordt ingevoerd, dan is de kans groot dat bedrijven en burgers kiezen voor digitale valuta van grote technologiebedrijven of andere (niet-Europese) centrale banken. Privacygevoelige data kan in dat geval in verkeerde handen vallen.

Andersom kan het strategisch invoeren van de digitale euro (met de juiste waarborgen en draaiende op Europese infrastructuur, niet op een buitenlands platform zoals Amazon) ervoor zorgen dat de euro een belangrijkere rol in het internationaal betaalverkeer kan verkrijgen. Dit vergroot de mogelijkheden van de EU om het eigen monetaire beleid grotendeels te blijven bepalen en geeft Europese burgers meer stabiliteit, zekerheid en welvaart.

Alkaya (SP): In Nederland functioneren de digitale betaal- en spaaropties van commerciële banken relatief goed. De potentiële voordelen van een digitale euro zitten voor Nederlanders voornamelijk in het stabieler maken van het financiële stelsel. Mensen merken daar misschien niet direct iets van, maar áls in het betalingsverkeer een volwaardig publiek alternatief zou bestaan voor commerciële banken – waar wij nu veel te afhankelijk van zijn – dan heeft dit een positief effect op die gehele sector.4

Alkaya: Risico's voeren de boventoon

De digitale euro kan bijdragen aan het bouwen van een volwaardig publiek alternatief voor ons huidige – op commerciële banken gefundeerde – financiële stelsel. Maar dan zou die digitale euro wél, net als contant geld, volledig onafhankelijk van commerciële banken moeten kunnen functioneren. Het lijkt er helaas niet op dat men hierop afkoerst. Hierdoor is de toegevoegde waarde onduidelijk en voeren de risico’s de boventoon, waarbij het vooral gaat over privacy, mogelijke programmeerbaarheid en zeggenschap over het geldstelsel.

Vraag 2: Waarom wil de ECB – net als de Nederlandse regering – haast maken met de invoering van de digitale euro?

Dassen (Volt): China, Rusland en Iran werken al jaren aan alternatieve betaalsystemen om, simpel gezegd, te ontkomen aan de grip van de Amerikanen op het internationale betaalsysteem. Tot voor kort werd internationaal betalingsverkeer vrijwel uitsluitend geregeld via SWIFT – een onderdeel van het Amerikaanse systeem voor financiële transacties. Sinds SWIFT echter werd ingezet als sanctie tegen Rusland, is de vraag naar een alternatief betaalsysteem wereldwijd toegenomen.

Dassen: Europese burgers en bedrijven kunnen zonder de optie van een digitale euro voor een alternatief kiezen en daarmee kwetsbaar worden

De ontwikkeling van de digitale yuan en CIPS – een Chinees systeem voor internationaal betalingsverkeer5 – is bijvoorbeeld al vergevorderd. Voor andere landen ligt het voor de hand om hierop aan te haken. Met het groeiende gebruik van CIPS en de digitale yuan zal de internationale invloed van de Chinese regering groter worden en die van de Verenigde Staten verkleinen. Europa kan een betrouwbaar alternatief bieden voor zowel SWIFT als CIPS, maar dan moet het wel vaart maken met het ontwikkelen van een eigen betaalsysteem en digitale valuta – onafhankelijk van de VS.

Een belangrijke reden om vaart te maken is dat Europese burgers en bedrijven zonder de optie van een digitale euro voor een alternatief kunnen kiezen en daarmee kwetsbaar worden. Het is bijvoorbeeld aannemelijk dat bedrijven en burgers gebruik gaan maken van de digitale yuan.6  Grote Europese bedrijven die zaken doen met China maken immers reeds gebruik van Chinese platforms als WeChat en burgers maken – ondanks dat ze weten van de risico’s – gebruik van TikTok.

Om een betrouwbaar alternatief te kunnen zijn gaat snelheid natuurlijk hand in hand met zorgvuldigheid. Daar wordt door zowel de Kamer als minister op gehamerd.

Alkaya (SP): Ik heb niet het gevoel dat de Europese Centrale Bank veel haast wil maken met de digitale euro. De experimenten bij de ECB zijn al minimaal anderhalf jaar bezig en de digitale euro kan er op zijn vroegst in 2025 zijn. Dat voelt nu misschien snel, maar inclusief het voortraject heb je dan toch al snel over een ontwikkeling van minimaal vijf jaar.

Alkaya: Ik ben blij dat het debat eindelijk is losgebarsten

Veel mensen hebben alleen lang niet door gehad dat ze hier achter gesloten deuren mee bezig waren, terwijl het in potentie een enorm ingrijpend project voor de samenleving kan zijn. Dat is ook de reden dat ik in 2022 het boek Van wie wordt ons geld? uitbracht over het belang van een maatschappelijk en democratische debat over de digitale euro. Dit leidde onder meer tot een debat in de Tweede Kamer, waar – totaal onverwacht – honderden mensen op af kwamen. Veel media namen toen pas contact met mij op om zich bij te laten praten over dit onderwerp.

Ik ben blij dat het debat eindelijk is losgebarsten. Het treurige is echter dat Nederland een van de weinige EU-landen is waar dit debat nu wordt gevoerd, en dat tegelijkertijd er impliciet al veel belangrijke beslissingen worden genomen over de digitale euro. Hopelijk zijn wij er op tijd bij.

Vraag 3: Straks dus alleen ‘digitaal geld’ – is dat wel verstandig gezien de grote cyberdreiging voor Nederland?

Dassen (Volt): Niemand, Volt dus ook niet, pleit ervoor om contant geld te vervangen. Volt pleit voor een digitale euro als tegenhanger van andere digitale munten waarop Europese beleidsmakers geen invloed hebben. Net zoals contant geld het risico loopt om fysiek gestolen te worden, kan digitaal geld digitaal gestolen of gemanipuleerd worden. Hier zullen dan ook de nodige maatregelen tegen genomen moeten worden. Een sterke digitale euro zal aan duidelijke standaarden omtrent cyberveiligheid moeten voldoen; zonder die waarborgen is het in mijn ogen geen sterke digitale munt.

Dassen: Een sterke digitale euro zal aan duidelijke standaarden omtrent cyberveiligheid moeten voldoen

Maar nogmaals, veel burgers en bedrijven zullen hoe dan ook in de nabije toekomst voor digitale valuta van centrale banken of commerciële bedrijven kiezen, omdat steeds meer handel buiten SWIFT om zal plaatsvinden. Wanneer deze digitale valuta niet door Europese banken gecontroleerd worden, is er een dubbel risico op zowel cybercriminaliteit als op datalekken en programmeerbaarheid7  zonder dat de Nederlandse regering daar iets aan kan doen. Daarom is het belangrijk om een alternatief te bieden voor de sterk opkomende digitale valuta uit andere landen.

Alkaya (SP): Vanwege de toegenomen cyberdreiging is het voor de stabiliteit van het financiële stelsel van groot belang dat contant geld breed geaccepteerd blijft worden in onze samenleving. Contant geld is immers de meest veilige en anonieme vorm van geld. Ongeacht of de digitale euro ingevoerd wordt, zal ik mij daarom blijven inzetten voor betalen met cash.

Het is niet per definitie zo dat contant geld zal verdwijnen vanwege de introductie van een digitale euro, maar door de praktische gemakken wint digitaal geld al wel jarenlang terrein. Mensen betalen steeds meer digitaal, zowel achter hun beeldscherm als aan de toonbank. Vroeg of laat is overheidsingrijpen nodig om contant geld te redden.

Vraag 4: Wordt de digitale euro programmeerbaar in de zin dat de overheid straks onze uitgaven kan inzien dan wel zou kunnen bepalen waar wij onze digitale euro's wel en niet aan kunnen uitgeven? En wat betekent dit voor onze vrijheid en democratie?

Dassen (Volt): Het kabinet – en in het bijzonder minister van Financiën Sigrid Kaag – heeft aangegeven zich in te zetten tegen programmeerbaarheid van de digitale euro. Dit is een wens van onze partij, en gelukkig van de gehele Kamer. Het zal wettelijk worden vastgelegd dat de centrale bank bepaalde uitgaven straks niet hoger kan waarderen dan andere uitgaven; denk bijvoorbeeld aan gezond versus ongezond voedsel.

Ook bij Volt vinden we het belangrijk dat de privacy, controleerbaarheid en legitimiteit van de digitale euro gewaarborgd zijn. Ten eerste omdat dit past bij de publieke waarden van vrijheid en democratie die we in onze Europese Unie hooghouden. En ten tweede omdat het belangrijk is dat mensen de digitale euro vertrouwen. Als mensen de digitale euro niet vertrouwen, dan wordt deze niet gebruikt en zet dit de stabiliteit van ons monetaire systeem onnodig onder druk.

Dassen: De complottheorieën die inmiddels worden verspreid moeten we als serieus alarmsignaal zien

Het gebruik van de digitale euro moet dus aantrekkelijk worden voor zowel burgers als bedrijven, zodat het een belangrijke rol in het financiële verkeer kan spelen. De complottheorieën die inmiddels worden verspreid moeten we als serieus alarmsignaal zien. Goede uitleg vanuit de vertegenwoordigende instanties over de keuzes rondom de digitale euro is een vereiste om wantrouwen tegen te gaan.

Alkaya (SP): Iedereen aan wie deze vraag momenteel wordt gesteld zegt dat de digitale euro niet programmeerbaar wordt. Niemand in Nederland wil namelijk dat de overheid kan bepalen waar je wel en niet je eigen geld aan kunt uitgeven. Autoriteiten in andere landen denken daar echter anders over, en in ons eigen land gaan er al wel geluiden rond om bijvoorbeeld een verhandelbaar CO2-budget voor huishoudens in te voeren om klimaatopwarming te bestrijden.

Je kunt dit soort – wat mij betreft uiterst onwenselijke – programmeerbaarheid waarschijnlijk nooit tot in de eeuwigheid 100 procent uitsluiten. Maar je kunt de implementatie van programmeerbaarheid daarentegen wel zo complex mogelijk maken waardoor het vrij onwaarschijnlijk is dat het gebeurt. Dit kan onder meer door een combinatie van technische en juridische waarborgen. Daar zet ik mij voor in.

Alkaya: Met waarborgen wil ik proberen een dystopisch scenario met de digitale euro af te wenden

Neem bijvoorbeeld de 3 en 60 procentnormen voor de Europese begrotingsdiscipline. Die staan vastgelegd in het EU-verdrag; het wijzigen van de normen zou een debat openen over dat gehele verdrag. Geen enkele lidstaat wil daaraan beginnen, ook al wordt breed gedeeld dat die normen achterhaald zijn.

Of neem de Bitcoin, waarvan het protocol alleen aangepast kan worden als miljoenen gebruikers akkoord gaan. Zoiets gebeurt in de praktijk niet. Met soortgelijke waarborgen wil ik proberen een dystopisch scenario met de digitale euro af te wenden.

  • 1De Nederlandse Bank, ‘Waarom komt er misschien een digitale euro?
  • 2Binnenlands Bestuur, ‘EC komt deze zomer met wetsvoorstel digitale euro’, 13 januari 2023.
  • 3Follow the Money, ‘Aan een digitale euro die niet met banken concurreert, heeft niemand iets’, 28 november 2022.
  • 4Een voorbeeld ter verduidelijking: de mogelijkheid dat mensen massaal hun geld in contanten konden opnemen, weerhield banken en de Europese Centrale Bank (ECB) ervan zeer negatieve rentes door te voeren toen de vraag in de economie aangewakkerd moest worden. Niemand hoefde daadwerkelijk al zijn spaargeld uit de muur te trekken. Alleen al het bestaan van die mogelijkheid had impact op de besluitvorming bij banken, in het voordeel van klanten.
  • 5Het Chinese systeem voor internationaal betalingsverkeer – Chinese Cross-Border Interbank Payment System (CIPS) – wordt al door 1300 banken in 103 landen gebruikt.
  • 6Bovendien is China – als onderdeel van de Belt and Road Initiative – bezig met het uitbreiden van hun handelsinvloedssfeer buiten het Amerikaanse SWIFT-systeem om. Naarmate die invloedssfeer steeds groter wordt, is het aannemelijk dat Europa hier in de toekomst niet omheen kan bij het zakendoen in Azië, het Midden-Oosten of Afrika bijvoorbeeld. Denk daarbij aan dochterondernemingen van Europese bedrijven in deze regio’s.
  • 7Gevreesd wordt door critici dat de overheid straks onze uitgaven kan inzien dan wel zou kunnen bepalen waar wij onze digitale euro's wel en niet aan kunnen uitgeven, bijvoorbeeld aan alleen duurzame producten.

Auteurs

Laurens Dassen
Tweede Kamerlid voor Volt
Mahir Alkaya
Tweede Kamerlid voor de SP