De motieven achter de Cubaanse revolutie en haar mondiale invloed
Boeken & Films Conflict en Fragiele Staten

De motieven achter de Cubaanse revolutie en haar mondiale invloed

13 Apr 2017 - 20:30
Photo: Flickr / Franck Vervial
Terug naar archief

 

Dirk Kruijt
Cuba and Revolutionary Latin America: an oral history.
Londen: Zed Books, 2017; 304 pp.; € 26,95; ISBN: 978-1-7836-0802-7

 

In zijn boek Cuba and Revolutionary Latin-America: an oral history geeft emeritus hoogleraar Dirk Kruijt een helder en interessant beeld van de motieven achter de Cubaanse revolutie en zijn wereldwijde invloed, met nadruk op de regio Latijns-Amerika.

In tijden van wezenlijke veranderingen in de Cubaanse politiek en het afscheid van zowel Fidel Castro als van de laatste grote guerrillabeweging in Latijns-Amerika, de FARC, verdwijnen de sporen van de legendarische Cubaanse revolutie wellicht voorgoed. Kruijt weet op toegankelijke wijze de motieven van de revolutionairen over te brengen. Eerst  beschrijft hij het ontstaan en verloop van de Cubaanse revolutie, daarna gaat hij in op het idealisme van de guerrilleros en de drang naar de linkse revolutie in Latijns-Amerika

De leidraad van het boek wordt gevormd door getuigenissen van veteranen van de Cubaanse revolutie en andere revolutionairen. Met deze getuigenissen weet Kruijt een krachtig beeld te schetsen van de invloed en rol die Fidel Castro, Che Guevara en andere revolutionairen hebben gehad op veel guerrilla- en rebellenbewegingen in de regio. Dit boek onderscheidt zich door de analyse en verdieping van het internationalisme van Cuba, dat verder reikte dan de drang naar het overbrengen van de linkse revolutie.

Twee generaties revolutionairen
Bij aanvang wordt direct het onderscheid gemaakt tussen de generaties van revolutionairen. De eerste generatie bestond uit revolutionaire strijders en supporters tijdens de Cubaanse revolutie en dient als een glorieus voorbeeld. De tweede generatie omvatte meer revolutionaire internationalisten en gepassioneerde fidelistas (aanhangers van Castro en Guevara), die sterk geïnspireerd werden door de twee socialistische helden.

Eerst schetst Kruijt gedetailleerd hoe revoluties tot stand komen, waarna hij dieper ingaat op de Cubaanse revolutie. Hij beschrijft het belang van collectivisme in de breedste zin van het woord en de rol van collectivisme in het slagen van een revolutie. In latere hoofdstukken wordt aan de hand van case studies duidelijk dat het gebrek aan onder andere een collectief sentiment, collectief leed en collectieve actie in veel gevallen heeft geleid tot mislukte revolutiepogingen, door zowel lokale guerrillabewegingen als Cubaanse internationalisten.

Zo verklaarden meerdere Cubaanse veteranen dat hun radicalisering te maken had met de confrontatie met de sociale ongelijkheid in de Cubaanse maatschappij. In Cuba was dit, vanzelfsprekend, te wijten aan de Cubaanse en Amerikaanse elite, met de dictator en marionet van de Verenigde Staten, Fulgencio Batista, aan het hoofd. In andere gebieden was dit anti-regeringssentiment veel minder aanwezig en vertrouwde de lokale bevolking het leger vaak eerder dan de vreemde guerrillero’s die hen voor zich wilden winnen.

De ‘revolutionaire wittebroodsweken’
Tegen de achtergrond van de Koude Oorlog begint Cuba onder leiding van Castro aan de diepgaande socialistische hervormingen. Dit waren de jaren van de ‘revolutionary honeymoon’, waarin de wortels werden gelegd voor de toekomstige ontwikkelingen in links Latijns-Amerika. Zoals Kruijt verklaart, heeft de Cubaanse revolutie een ‘electrifying effect’ gehad op politieke groeperingen van linkse studenten en intellectuelen. Onder leiding van revolutionairen als Che Guevara poogden meerdere bewegingen elders een revolutie tot stand te brengen. Met hulp van de Verenigde Staten slagen bijna alle landen erin om de revoluties de kop in te drukken door middel van counter insurgency-programma’s.

De Cubaanse revolutie heeft een ‘electrifying effect’ gehad op politieke groeperingen van linkse studenten en intellectuelen

Deze vele mislukte pogingen zorgden regelmatig voor verslagenheid, al werden er ook successen geboekt. Linkse regimes kwamen op een democratische of niet-democratische wijze steeds vaker aan de macht in Latijns-Amerikaanse landen. Bijna als vanzelfsprekend sloot Castro een innige vriendschap met de linkse leiders en werden de desbetreffende landen bondgenoten van Cuba. Kruijt laat echter zien hoe veel van deze regimes na verloop van tijd – veelal met steun van de VS – weer omver werden geworpen.

In Kruijts analyse worden zaken als oppressie, mensenrechtenschendingen en dictatoriale kenmerken gemist. Deze elementen hebben mogelijk ook enig effect op het falen van de regimes gehad, zoals recent te zien is in het Venezuela van Nicolás Maduro.

Cuba als hulpverlener en analfabetismebestrijder
Lof voor Cuba is er zeker – en welverdiend – op andere terreinen. Als het gaat om humanitaire steun bij rampen en hulp bij vredesonderhandelingen heeft Cuba, zoals Kruijt beschrijft, een toonaangevende rol gespeeld. Door zijn vooraanstaande gezondheidszorg heeft Cuba zeer succesvol hulp kunnen bieden bij humanitaire rampen, die de Latijns-Amerikaanse regio geregeld troffen en treffen. Verder voerde Cuba veel alfabetiseringscampagnes. Deze campagnes hebben niet alleen het analfabetisme in Cuba uitgeroeid, maar hebben ook veel kunnen betekenen voor armen in landen in Afrika en Latijns-Amerika.

Cuba’s volhardingsvermogen komt onder grote druk te staan tijdens de zogenoemde ‘special period’. Het succes van Cuba was niet altijd vanzelfsprekend. Zo kreeg men te maken met de gevaren van de contrarevolutie, met de onderlinge ideologische conflicten tussen revolutionairen en met het handelsembargo van de Verenigde Staten. Hoewel Kruijt deze problemen al eerder in zijn boek heeft aangekaart, gaat hij verder in het boek dieper in op Cuba’s problemen tijdens deze ‘special period’. Kruijt stelt dat het een wonder mag worden genoemd dat Cuba de rampzalige periode na de val van de Sovjetunie (de steun en toeverlaat van Cuba) en de verscherping van het embargo van de VS heeft overleefd.

Goed perspectief op recente ontwikkelingen
Eind 2016 overleed Fidel, het gezicht van de revolutie der revoluties. Raúl Castro heeft zich opengesteld voor toenadering tot de Verenigde Staten en lijkt Cuba in een andere richting te sturen. De nog zittende linkse regeringen in Latijns-Amerika houden met moeite het hoofd boven water. De linkse revolutie in Latijns-Amerika lijkt voorbij te zijn, ook gezien in het licht van de ondertekening van het vredesakkoord tussen de Colombiaanse regering en de laatste grote guerrillabeweging op het Latijns-Amerikaanse continent.

Kruijts boek biedt een goed perspectief op al deze ontwikkelingen. Daarbij staan belangrijke Cubaanse thema’s als samenwerking en solidariteit weer centraal in Latijns-Amerika na de verkiezing van Donald Trump als president van de VS. Hoewel Kruijt minder aandacht besteedt aan interne Cubaanse problemen met politieke gevangenen en verdekte armoede, heeft hij een uitgebreid en duidelijk beeld geschetst van de ideeën achter de Cubaanse revolutie en de achtergrond van de immense conflicten tussen links en rechts in Latijns-Amerika.

 

Manja de Graaff is een masterstudente Latin American Studies aan de Universiteit Leiden met een grote passie voor Latijns-Amerika, en met name haar geboorteland, Mexico. Om zich na haar bachelor European Studies meer te specialiseren in Latijns-Amerika heeft ze onder meer deelgenomen aan een mensenrechtenproject van een NGO in het Zuiden van Mexico. Momenteel houdt ze zich bezig met een onderzoek naar het bevorderen van jongerenparticipatie in de Mexicaanse politiek. In de toekomst wil zij zich verder verdiepen in het democratiseringsproces van Latijns-Amerika en de rol die de civil society daarin speelt.

 

Auteurs

Manja de Graaff
Masterstudente Latin American Studies aan de Universiteit Leiden