Internationale Spectator 4 – 2016 (jrg. 70) – Item 3 van 10

ARTIKEL

Speelveld Turkije veranderd door nasleep mislukte coup?

Jan Marinus Wiersma

Dat in de meeste EU-landen vragen over het ingrijpen van president Erdoğan vanaf dag één na de mislukte coup de meeste aandacht hebben gekregen, werd in Ankara slecht begrepen. Ofschoon iets meer solidariteit met het Turkse volk na de gewelddadige couppoging Europa niet zou hebben misstaan, is het dus toch de follow up in het land die de verhoudingen onder druk zet. Terughoudendheid en voorzichtigheid lijken geboden om enige greep op ontwikkelingen te kunnen blijven houden.

Turkije domineerde deze zomer het nieuws. Een mislukte militaire staatsgreep bracht het land in juli in rep en roer met grote demonstraties tegen de coup en vervolgens massale aanhoudingen, arrestaties en ontslagen van militairen, ambtenaren en onderwijskrachten die, omdat zij tot de Gűlen-beweging zouden behoren, als verdachte(n) werden aangemerkt. Het aantal loopt inmiddels in de tienduizenden en de jacht op vermeende Gűlenisten in andere sectoren gaat door. Overigens met de impliciete steun van de seculiere oppositiepartijen als MHP, CHP en de Koerdische HDP, die gezamenlijk demonstreerden tegen de aanslag op de democratie.

Terecht is en wordt elders de vraag opgeworpen of de reactie van de Turkse autoriteiten niet buitenproportioneel is en of de rechtsstaat wel gegarandeerd is bij de behandeling van de verdachten. In kringen van de Turkse oppositie worden deze geluiden nu ook gehoord. De uitgeroepen noodtoestand wordt inmiddels tevens door de autoriteiten uitgebuit om vermeende aanhangers van de PKK aan te pakken.

Dat in de meeste EU-landen vragen over het ingrijpen van president Erdoğan vanaf dag één na de mislukte coup de meeste aandacht hebben gekregen, werd in Ankara slecht begrepen. Waar is de solidariteit met de slachtoffers van de couppoging, vroeg men zich af? Het heeft lang geduurd voordat een eminente vertegenwoordiger van het Westen, in de persoon van de Amerikaanse vice-president Joe Biden, zijn gezicht in Turkije liet zien. De EU volgde pas daarna, met een delegatie van het Europees Parlement en de Europese Commissie. In Brussel duurt het nu eenmaal even om een mandaat voor zo’n missie te formuleren. Eensgezindheid over Turkije is al langer ver te zoeken. President Poetin was er overigens als de kippen bij om zijn steun aan zijn Turkse collega uit te spreken.

Splijtzwam

De vraag is of deze contacten meer onderling begrip hebben opgeleverd. President Erdoğan lijkt vastbesloten eens en voor altijd af te rekenen met de Gűlenisten, niet alleen binnen het leger of het ambtenarenapparaat, maar ook in het bedrijfsleven. Vooralsnog stuit hij daarbij op weinig verzet in Turkije zelf. Op een golf van nationalisme heeft zijn populariteit een ongekende hoogte bereikt. Het kan verkeren. Waar in het recente verleden zijn islamitische AK-partij en de moslimbeweging van Fetullah Gűlen eensgezind de ‘deep state’ van de seculiere Kemalisten grotendeels ontmantelden, werkt Erdoğan nu samen met seculiere en nationalistisch georiënteerde oppositiepartijen die een harde aanpak van de (vermeende) coupplegers steunen.

Turkije-kenners verwachten dat een volgende stap van de president – nu hij de wind mee heeft – de invoering van een presidentieel systeem zal zijn. Hij zou dat kunnen verwezenlijken door nieuwe parlementsverkiezingen uit te schrijven of via een volksraadpleging. Dat kan hem wel in conflict brengen met zijn huidige seculiere partners, die daarop natuurlijk niet zitten te wachten.

Minister Koenders van Buitenlandse Zaken tijdens zijn bezoek aan Turkije in 2015.

© Flickr / Ministerie van Buitenlandse Zaken

Minister Koenders van Buitenlandse Zaken (rechts) tijdens zijn bezoek aan Turkije in 2015.

Inmiddels galmt de mislukte coup ook na in een aantal EU-landen. Een dreigende splijtzwam in de relaties is de vervolging van de Gűlen-beweging door de Turkse autoriteiten tot voorbij de Turkse grenzen. Ankara stuurt niet alleen aan op uitlevering van vermeende betrokkenen bij de staatsgreep, maar stimuleert Turken die elders in Europa wonen aanhangers van Gűlen te ‘boycotten’. Dat wordt daar gezien als een lange arm van Turkije en natuurlijk – en terecht – niet op prijs gesteld.

Follow up

Ofschoon iets meer solidariteit met het Turkse volk na de gewelddadige couppoging Europa niet zou hebben misstaan, is het dus toch de follow up in het land die de verhoudingen onder druk zet. Hoewel de reacties van officiële zijde terughoudend zijn – alleen de Oostenrijkse regering heeft openlijk het stopzetten van de onderhandelingen geëist – gaat de discussie in veel EU-landen nu over de vraag of het nog wel zin heeft met het ‘nieuwe’ Turkije verder te praten over EU-lidmaatschap.

Nu zou formele beëindiging weinig praktische gevolgen hebben – er wordt al lange tijd niet echt meer onderhandeld – maar wel een grote politieke impact. In Ankara, waar het EU-lidmaatschap voor Turkije nog steeds als een strategisch doel wordt gezien, zou het worden opgevat als het dichtslaan van een deur en daarmee als een enorme vertrouwensbreuk. Daar noemen ze zelfs een streefdatum: 2023.

Waarop een dergelijk optimisme gebaseerd wordt, is overigens een raadsel. Het land heeft nog een hele lange weg af te leggen en doet dat niet bepaald voortvarend. Intussen stelt de EU steeds strengere eisen aan kandidaat-leden. Daar weten ze in de Balkan alles van. Terwijl de afgelopen jaren de kritiek van Turkije op de EU alleen maar toegenomen is en de crisis van de Eurozone haar in de ogen van veel Turken minder aantrekkelijk heeft gemaakt, is het vasthouden aan lidmaatschap dus opmerkelijk.

Dat kan overigens ook een tactisch doel hebben: Turkije wil niet als eerste spelbreker zijn. Men mag bovendien niet vergeten dat in 2004, op het moment dat tien landen tot de EU waren toegetreden, Turkije zelf de opening van onderhandelingen heeft afgedwongen. In Ankara was men zeer beledigd dat het land voortdurend in de wachtkamer werd gehouden. Een kwestie van prestige dus. Die speelt nog steeds blijkbaar.

Heeft het nog wel zin met het ‘nieuwe’ Turkije verder te praten over EU-lidmaatschap?

Brussel zou bij het afbreken van de onderhandelingen een belangrijke mogelijkheid voor een dialoog over bijvoorbeeld respect voor Europese waarden verliezen, is een veelgehoorde opvatting. Negatieve tendensen, zoals verder verval van de rechtsstaat en het afdrijven richting een autoritair regime, zouden volgens deze redenering versterkt worden. De onderhandelingen zijn juist en vooral van belang als samenwerkingsproces.

Of ze ooit tot EU-lidmaatschap zullen leiden, is een open kwestie. Enkele EU-lidstaten hebben immers aangegeven liever een andere uitkomst te zien, zoals een bijzondere band in de vorm van een geprivilegieerd partnerschap. In het verleden heeft Frankrijk onderhandelingshoofdstukken geblokkeerd die volgens dat land teveel vooruitlopen op toetreding. Cyprus deed hetzelfde omdat Turkije het vanwege de deling van dat eiland niet als volwaardige EU-partner erkent.

Strategische heroriëntatie?

De tegenvraag is natuurlijk of de EU nog wel invloed kan uitoefenen op de strategische heroriëntatie die in Ankara aan de gang lijkt te zijn. Daar heeft men – ondanks alle retoriek over lidmaatschap binnen zeven jaar – blijkbaar onvoldoende vertrouwen in het Europese integratieproces en is – voor alle zekerheid – een alternatieve koers ingezet, waarin de kracht van een onafhankelijk Turkije als belangrijk land in de regio een centrale positie inneemt.

De recente toenadering tot Rusland, dat een vergelijkbare lijn heeft gekozen en inzet op een soort replay van het Concert van Wenen, is daarvan een uiting. Dat land is tegen buitenlandse bemoeienis met de binnenlandse politiek van landen en zal president Erdoğan geen strobreed in de weg leggen als het gaat om democratie en mensenrechten zoals de EU nu, en vaak tot zijn grote ergernis, wel doet via het onderhandelingsproces. Het blijft evenwel gissen of hij uit is op het compleet kopiëren van het Russische voorbeeld en of zijn land een meer neutrale koers zal gaan varen. Officieel wordt tegengesproken dat de betere banden met Moskou ten koste gaan van trouw aan de NAVO en de relaties met Brussel. Veel zal ook afhangen van de toekomstige betrekkingen met de tegenpolen Brussel en Washington.

Overigens blijven er aanzienlijke verschillen van mening bestaan tussen beide landen, zoals ten aanzien van Syrië. Men mag evenwel het belang van de Turkse heroriëntatie op Moskou niet onderschatten. Het verschaft Ankara strategische speelruimte – ook op energiegebied – en kan de ambitie om lid te worden van de EU verminderen, hetgeen natuurlijk de anti-EU-gezinde inwoners van het Kremlin in de kaart zou spelen.

Weinig stabiel

Turkije maakt natuurlijk geenszins een stabiele indruk. Dat is al langer het geval. De oorlog in Zuidoost-Turkije, de terroristische aanslagen, de economische problemen (zoals in de toeristenindustrie) en nu de mislukte coup en de daaropvolgend massa-arrestaties en massa-ontslagen hebben een ontwrichtende werking, met mogelijk ernstige financieel-economische gevolgen. Dit alles betekent natuurlijk een klap voor het zelfvertrouwen van de Turken dat zij het afgelopen decennium als gevolg van snelle economische groei en de grotere politieke rol in de regio hadden ontwikkeld.

‘Erdoğan zal zijn handen wassen in onschuld en de blaam voor het aanhalen van de broekriem bij anderen leggen.’

© Flickr / Recep Tayyip Erdoğan

‘Erdoğan zal zijn handen wassen in onschuld en de blaam voor het aanhalen van de broekriem bij anderen leggen.’

Maar daaruit te concluderen dat president Erdoğan snel de steun van de bevolking zal verliezen, miskent de sfeer in Turkije. Hij zal zijn handen wassen in onschuld en de blaam voor het aanhalen van de broekriem bij anderen leggen. Hij kan zich optrekken aan het voorbeeld van zijn Russische collega Poetin die ondanks forse economische tegenwind zijn populariteit heeft weten te behouden, getuige ook de recente Doema-verkiezingen. Dat lukt hem door in te spelen op nationale gevoelens.

Gedeelde belangen op het spel

Ook al biedt voortzetting van het huidige beleid geen garantie dat het met Turkije de goede kant op zal gaan, een breuk zal, vanwege de na de couppoging ontstane situatie, voorlopig alleen maar meer problemen veroorzaken zonder de gewenste ommekeer in Turkije te bewerkstelligen. Deze zou de samenwerking rond de Syrië-crisis, de strijd tegen Islamitische Staat en samenwerking bij de vluchtelingenproblematiek onder druk zetten. De zogenaamde EU-Turkije deal is evident in beider belang, maar de uitvoering ervan is niet gegarandeerd. Weliswaar heeft de EU op ongelukkige wijze een relatie gelegd tussen het stoppen van de vluchtelingenstroom en de (intensivering van de) toetredingsonderhandelingen, maar daarop ineens terugkomen, zet de hele deal op het spel.

Overigens is het dreigen met stopzetten in sommige landen vooral voor het eigen publiek bedoeld. De Europese Raad zal niet snel met unanimiteit besluiten die stap te zetten. De enige rode lijn die alle EU-landen steunen, is de eventuele herinvoering van de doodstraf in Turkije. Maar het valt niet te verwachten dat de vage afspraak om de gesprekken te intensiveren, op dit moment ook uitgevoerd wordt. Daarvoor bestaat binnen de EU weinig ruimte, gegeven de gespannen situatie in Turkije en gelet op een aantal belangrijke verkiezingen in EU-landen in 2017. Nieuwsgierig wordt uitgekeken naar wat de strekking zal zijn van de voortgangsrapportage van de Europese Commissie, die in november aanstaande wordt gepresenteerd. Dan wordt echt duidelijk hoe de zaken ervoor staan.

Door de richting die het na de mislukte coup is ingeslagen, is het NAVO-lidmaat­schap van Turkije pro­blematisch geworden

Snelle visumliberalisering is ook onderdeel van de vluchtelingendeal, en daarop staat veel meer druk. Het verzet daartegen in de EU is groot, ingegeven door de – overigens slecht gefundeerde – angst voor een toevloed van Turken. Is dat niet een ongepaste politieke beloning van een steeds meer ondemocratische bewind?, hoort men ook vaak. Het opheffen van de visumplicht wordt gezien als een hoofdprijs waar president Erdoğan graag mee thuis komt.

‘Een breuk zou de samenwerking rond the Syrië crisis, de strijd tegen ISIS en bij de vluchtelingen problematiek onder druk zetten.’

© Flickr / European Parliament

Een van de vluchtelingenkampen in Turkije. Een breuk met Turkije zou ook de samenwerking bij de vluchtelingenproblematiek onder druk zetten.

Het risico dat de vluchtelingendeal hierop strandt, is echter reëel. De EU kan alleen met de liberalisering instemmen wanneer Turkije de anti-terrorismewetgeving ontdoet van ondemocratische bepalingen. Ankara weigert vooralsnog dat te doen. De Turkse regering dreigt regelmatig de vluchtelingendeal op te zullen zeggen als de visumliberalisering de komende maanden niet van de grond komt. Daarmee suggereert zij dat eventueel Syrische vluchtelingen vanuit het land weer en masse kunnen doorreizen naar Griekenland, met alle bekende toestanden die daarbij horen. Men kan zich de ophef in Europa dan voorstellen.

De NAVO-factor

In tegenstelling tot de EU is Turkije al wel tientallen jaren lid van de NAVO. Door de nasleep van de mislukte coup en de richting die Turkije vervolgens is ingeslagen, is dat lidmaatschap problematisch geworden. Het bondgenootschap is allang niet meer alleen een militaire alliantie, maar ook een gemeenschap waar democratische normen hoog in het vaandel staan. In Turkije zelf werd aanvankelijk openlijk gespeculeerd over Amerikaanse betrokkenheid bij de poging tot een staatsgreep, waarbij een belangrijk deel van een ‘NAVO-krijgsmacht’ betrokken was. De Amerikanen herbergen Fetullah Gűlen, door Ankara gezien als terroristenleider en om wiens uitlevering de Turken gevraagd hebben.

Het geslonken vertrouwen kan de innige militaire samenwerking op de tocht zetten, ook al lijkt niemand daarbij vanwege de oorlog in Syrië op dit moment belang te hebben. Het gerucht gaat dat de Verenigde Staten de in Turkije opgeslagen kernwapens naar Roemenië zouden hebben overgebracht. Terecht maakt Washington zich bezorgd en het bezoek van vice-president Biden was zeer opportuun.

Het risico van een echte breuk valt moeilijk in te schatten vanwege de onvoorspelbare dynamiek in Turkije zelf. Het land lijkt geen belang te hebben bij een conflict met het westerse bondgenootschap. Rusland is militair gezien geen alternatieve optie, ondanks de politieke toenadering en een strategisch isolement in een gevoelige regio is niet in Turks belang. Maar waar in het verleden ondemocratisch bestuur in het kader van de Koude Oorlog werd geaccepteerd, is het maar zeer de vraag of dat anno 2016 – zonder koude-oorlogsdreiging – nog het geval zou zijn.

Complexe kluwen

Terughoudendheid en voorzichtigheid lijken geboden om enige greep op ontwikkelingen te kunnen blijven houden in een zeer complexe situatie waarbij gemeenschappelijke belangen botsen met tegenovergestelde opvattingen. Dit besef wordt in veel EU- en NAVO-hoofdsteden gedeeld. Verwacht mag worden dat alle retoriek – van beide kanten – een pragmatische benadering niet in de weg zal staan.

Negatieve sentimenten kunnen echter de overhand krijgen en dan kan de retoriek politiek worden. De interne situatie in Turkije kan dusdanig verder verslechteren dat verder praten geen zin heeft. Dan verdwijnt integratie in de EU voorgoed achter de horizon en zullen de betrekkingen op een andere leest moeten worden geschoeid. Het langere-termijn-belang van een stabiele situatie aan een belangrijke EU-grens kan sneuvelen door de korte-termijn-verlangens van politici die over en weer vijandbeelden laten prevaleren. Botsende visies op de rechtsstaat kunnen roet in het eten gooien. Die manifesteren zich nu vooral rond Fetullah Gűlen en zijn aanhangers. Volgens Ankara zijn die allemaal verdacht. Zo werkt dat natuurlijk niet in westerse landen, waar alleen tot veroordelingen en uitleveringen kan worden overgegaan als rechters daartoe in individuele gevallen oordelen. Dat was de les van Biden toen hij in Turkije was. Maar die werd slecht begrepen.