Internationale Spectator 5 – 2016 (jrg. 70) – Item 4 van 8

ARTIKEL

Wat betekent meer geopolitiek in de economie voor bedrijfsleven en beleid?

Winand Quaedvlieg

In de huidige, multipolaire wereld speelt geopolitiek opnieuw een belangrijke rol in de economie. Nederland en het bedrijfsleven moeten in deze nieuwe wereld, met stevige externe, maar ook interne uitdagingen, hun plaats vinden. Nederland heeft niet de schaal om die uitdagingen effectief aan te pakken. Het moet dat doen in het kader van de Europese Unie.

Nederland is deel van de Europese Unie, die deel is van een multipolaire wereld. Dat is het kader van het Nederlandse en Europese beleid. De fundamentele uitdagingen voor Nederland – consolidering van economisch herstel, veiligheid, klimaat, milieu, grondstoffenschaarste, populisme en onbehagen – zijn alle internationaal van aard. Nederland kan daar, zelfs al staan we momenteel heel hoog in tal van internationale rankings, op eigen houtje geen wezenlijke invloed op uitoefenen. Dat kan ons land wel in het grotere kader van de EU.

Multipolariteit

In die multipolaire wereld speelt geopolitiek opnieuw een belangrijke rol in de economie. Zij deed dit voorheen natuurlijk ook. EU-integratie was nooit alleen een autonoom Europees proces, zij was ook geopolitiek en deel van de Amerikaanse wereldarchitectuur van na de Tweede Wereldoorlog. Die architectuur liet het Westen als overwinnaar uit de Koude Oorlog komen en leverde daarna de voorwaarden voor ruim een decennium van ongekende economische expansie en globalisering. Geopolitiek leek te zijn verdwenen en in veel westerse ogen leek globalisering alleen economisch, niet politiek.

De multipolaire wereld van vandaag is niet simpelweg “the Waning West and the Rising Rest”

Maar wie met het licht meekijkt, ziet de schaduwen niet. Terwijl het Westen zich wentelde in overmoed – militair, economisch en cultureel – kwamen nieuwe spelers, zoals China en India, snel op. Globalisering haalde in 25 jaar een miljard mensen uit de extreme armoede.[1] Na 2008 leidde de economische crisis versneld tot herschikking van de internationale economische en politieke machtsverhoudingen. Amerikaanse hegemonie maakte plaats voor multipolariteit en instabiliteit.

Het zakendistrict van Shenzhen (China)

© Flickr / jo.sau

Het zakendistrict van Shenzhen (China).

De consequenties van multipolariteit zullen groter zijn dan we denken, gewend als we zijn aan onze traditionele wereld.[2] De multipolaire wereld van vandaag is niet simpelweg “the Waning West and the Rising Rest”. Ook al krimpt het Westen, het heeft nog steeds een enorm potentieel; en de opkomende landen staan voor enorme opgaven. Maar Nederland en het bedrijfsleven moeten wel hun plaats vinden in een nieuwe wereld. Hoe ziet die er op dit moment uit?

De aangrenzende regio van de EU

De EU wordt omgeven door een zone van instabiliteit en onrust van Sint Petersburg tot Casablanca. In het Midden-Oosten, Noord-Afrika en Sub Sahara-Afrika, op luttele uren afstand van de zuidgrens van de Unie, is het beeld alarmerend.[3] En dat kan nog decennia duren.[4] In Sub Sahara-Afrika zal de bevolking in 2050 zijn verdubbeld. Recent optimisme over het continent verdween met de inzakkende grondstoffenprijzen.[5] Vanuit die regio zijn dan ook omvangrijke migratiestromen te verwachten. Turkije doet het economisch nog goed, maar distantieert zich nadrukkelijk en steeds meer van EU-waarden.[6]

Rusland

In Oekraïne zijn structurele veranderingen nodig. Als ‘transformative power’ zou de EU daarbij een waardevolle partner kunnen zijn. Stabilisering en een constructieve ontwikkeling zullen echter niet mogelijk zijn zonder een vergelijk met Rusland.[7] In Rusland zelf lijkt het onwaarschijnlijk dat de huidige machthebbers dynamische economische groei tot stand kunnen brengen. De economie lijdt onder lage olieprijzen, de sancties en een algemeen gebrek aan concurrentiekracht. De frustratie onder de bevolking neemt toe, versterkt door een felle anti-westerse propaganda. Er zijn geen oppositiepartijen, vrije media of civil society. De macht richt zich meer op de eigen financiële belangen en kostbare geopolitieke acties dan op economische ontwikkeling en diversificatie.

De Verenigde Staten

De Verenigde Staten zijn in economisch en militair opzicht nog altijd nummer één in de wereld. Maar hun relatieve gewicht neemt af en de Amerikanen zullen niet meer de politie-agent van de wereld willen spelen. Vroeg of laat zal dit gevolgen hebben voor de veiligheidsparaplu die zij boven de EU houden. Europa zal zijn eigen defensie moeten gaan betalen.[8] De Amerikaanse economie wint aan kracht door energie-onafhankelijkheid en nieuwe technologieën, en wordt opnieuw interessant voor maakindustrie en buitenlandse investeringen. Populisme, isolationisme en het ter discussie stellen van ongelijkheid treden op de voorgrond. De Verenigde Staten zouden er over vijf jaar heel anders kunnen uitzien dan nu.

China

China is een enorme macht die voor geweldig grote uitdagingen staat. Het wil een wereldmacht worden, en onafhankelijk van het Westen. Dat komt heel zichtbaar tot uitdrukking in het One Road, One Belt (OBOR)-initiatief. OBOR wil een omvattend cultureel, economisch en politiek netwerk voor China tot stand brengen en richt zich daartoe op samenwerking en massale infrastructuurontwikkeling in meer dan 60 landen, van Beijing via Centraal-Azië naar Piraeus, en van China door de Indische Oceaan naar Afrika. De schaal van het plan is enorm.[9] De Chinese economie verschuift qua oriëntatie van export naar binnenlandse bestedingen en technologische autonomie in 2025.[10]

Populisme en ontevredenheid

De nieuwe multipolaire wereld wordt niet alleen bepaald door herschikking van machtsverhoudingen tussen landen. Er is ook een brede trend naar individuele empowerment gaande,[11] mogelijk gemaakt door onderwijs, technologie en de nieuwe media. Vooral via de nieuwe media vertaalt zich dat in een wereldwijde toename van onzekerheid en onbehagen over de economische perspectieven en over de toenemende ongelijkheid.[12]

Die twee houden ook verband met elkaar.[13] Diep ingrijpende technologische veranderingen – big data, robotica, autonome transportmiddelen, 3D-printing, genetisch gemodificeerde gewassen, human augmentation – kunnen de komende decennia wereldwijd 1,8 miljard banen op de tocht zetten. Daarnaast scheppen ze natuurlijk ook veel nieuwe banen. Dat creëert onzekerheid over de economische toekomst, maar tevens over identiteit, die ook al voor veel mensen onder druk staat door de snelle globalisering en de grote migratiebewegingen.

En dan is er nog de zorg over de veiligheidssituatie als gevolg van de instabiliteit in de wereld, de groei van autoritaire regimes, de terrorismedreiging en de steeds merkbaarder gevolgen van klimaatverandering. Populisme gedijt goed op deze voedingsbodem. De politiek moet deze ontevredenheid serieus nemen zonder haar verder aan te blazen.

Positieve internationale ontwikkelingen

Bij al die uitdagingen zijn er ook belangrijke positieve ontwikkelingen. Zo bleef bij een ongekende economische crisis het internationale systeem intact; bereikten de Verenigde Naties overeenstemming over de Sustainable Development Goals (SDG); kwam er in Parijs een nieuw wereldwijd klimaatakkoord; bereikte de WTO een akkoord over douanevereenvoudiging (Bali-akkoord); en voerde de EU substantiële hervormingen door om banken en de euro te versterken en sloot zij een migratie-akkoord met Turkije.

Diep ingrijpende technologische veranderingen kunnen de komende decennia wereldwijd 1,8 miljard banen op de tocht zetten

Dus ook in moeilijke tijden loont het om in internationale samenwerking te investeren. En technologische veranderingen boezemen sommigen angst in, maar leiden ook tot ongekende mogelijkheden en kansen. Burgers verwachten dat het bedrijfsleven de technologische ontwikkelingen zal omzetten in belangrijke innovaties.[14]

De EU: externe en interne uitdagingen

De EU moet dus voorbereid zijn op stevige externe en interne uitdagingen, en die twee zijn verweven. Van buiten zullen opkomende rivalen, zowel statelijk als niet-statelijk, de politieke en economische positie van de EU aanvechten, maar ook haar waardenstelsel en manier van leven.[15] De gevolgen van conflicten in de nabuurregio zullen in de EU doorwerken vanwege het krimpen van handel en investeringen en de toevloed van migranten.

De interne uitdagingen komen voort uit de gevoelens van onbehagen die zich vertalen in ‘Vox Populi risico’s’: de opkomst van nieuwe extreme politieke partijen, populisme, hokjesgeest, alsmede meer protesten en referenda.[16] Het onbehagen vertaalt zich ook in een anti-elite sentiment, euroscepsis en anti-globaliseringsgevoelens. Die manifesteren zich o.a. in een snel toenemende weerstand tegen handelsliberalisering.[17]

‘‘Het relatieve gewicht van de Verenigde Staten neemt af en de Amerikanen zullen niet meer de politieagent van de wereld willen spelen.’

© Flickr / The White House

‘Het relatieve gewicht van de Verenigde Staten neemt af en de Amerikanen zullen niet meer de politieagent van de wereld willen spelen.’

De externe en interne uitdagingen zijn ook op een nieuwe manier verbonden, omdat krachten van buiten de EU, met name Rusland, het anti-Europa sentiment actief aanwakkeren, bijvoorbeeld door financiering van anti-Europese partijen als het Front National.[18]

Gevolgen voor bedrijfsleven en beleid

Wat impliceren al deze ontwikkelingen? Om te beginnen moeten zowel het bedrijfsleven als beleidsmakers zich meer bewust worden van het feit dat de geopolitiek weer een aanzienlijke rol speelt.[19] Geopolitiek is niet een ver-van-m’n-bed show, zij raakt bedrijven direct. Beleid moet daarop inspelen.

Bedrijfsbelangen en internationale relaties zijn nauw verweven. Global Value Chains kunnen alleen functioneren bij goede internationale verhoudingen. Die zijn deels de verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven zelf. Het bedrijfsleven is vanwege zijn omvang en internationale belangen zelf een belangrijke partij in de geopolitiek. Maar daarbij heeft het bedrijfsleven overheden en internationale instellingen nodig als partners. Alleen zij hebben de bestuurlijke capaciteit en de benodigde instrumenten – diplomatie, inlichtingen, politie, krijgsmacht.

Bij internationaal ondernemen speelt de politiek een rol en heeft het bedrijfsleven, zoals gezegd, functionerende nationale en internationale instituties nodig.[20] Voorbeelden zijn: een raamwerk dat open internationale handel en investeringen mogelijk maakt; toegang tot het internationale financiële systeem; toegang tot het internet en de cloud; cybersecurity; bescherming tegen concurrentievervalsend monetair beleid; bestrijding van internationale misdaad en spionage en van piraterij in internationale vaarwegen; toegang tot grondstoffen en energie; ijkpunten bij exportcontrolebeleid in tijden van spanning; hulp bij natuurrampen; een effectief internationaal mededingingsregime en regulering van staatsbedrijven; politieke druk op ‘schurkenstaten’; en de stabilisering van falende staten. Omgekeerd hebben de EU en haar lidstaten ook het bedrijfsleven nodig. “Een welvarende Unie is de basis voor een sterker Europa in de wereld.”[21]

OESO en EU

Vooral de OESO en de EU zijn voor het bedrijfsleven belangrijke beleidsmakers. Beide staan door het hernieuwde belang van de geopolitiek voor bijzondere uitdagingen. Tijdens de Koude Oorlog zorgde de OESO voor beleidsvorming en -afstemming in het Westen op basis van gezaghebbend onderzoek en een depolitiserende benadering van omstreden issues. Daarna nam de rol van de OESO af, omdat er brede consensus was over een beleidsbasis van democratie en marktprincipes. Nu de visies op de internationale economische ordening weer uiteen drijven door de multipolariteit, groeit het belang van de OESO weer als consensus-smid voor gemeenschappelijk beleid.[22]

Om haar belangen veilig te stellen, zal de EU moeten accepteren dat soft power in de nieuwe wereld moet worden ondersteund door hard power

De Europese Unie moet haar internationale economische belangen scherper en pro-actiever definiëren, in overleg met het bedrijfsleven.[23] Zij is een economische reus, gebouwd op internationale verwevenheid. Zo lang de Verenigde Staten de toon aangaven in het internationale systeem, was dat eenduidig positief: hoe meer verwevenheid, des te minder risico op spanningen. Maar bij multipolariteit en ideologische meningsverschillen kan verwevenheid het risico juist vergroten. De elementen die de wereld onderling verbinden – het internet, internationale organisaties, handel, energie – kunnen ook als politiek instrument worden ingezet.[24]. Dan heeft de EU een dubbele handicap: zij is geen hard power en zij is intern steeds meer verdeeld.

‘Geopolitiek is niet een ver-van-m’n-bed show, zij raakt bedrijven direct.’

© Flickr / www.haaijk.nl

‘Geopolitiek is niet een ver-van-m’n-bed show, zij raakt bedrijven direct.’

Beide moeten veranderen. Terecht gaat de recente Global Strategy van de European External Action Service (EEAS) dan ook in op het belang van een grotere defensie-capaciteit van de EU en de noodzaak van meer eenheid.[25] Om haar belangen veilig te stellen, zal de EU moeten accepteren dat soft power in de nieuwe wereld moet worden ondersteund door hard power. De droom van de EU als een nieuw soort ‘regulatory superpower’ op basis van enkel economische macht is niet uitgekomen. We leken het belang van defensie en afschrikking vergeten te hebben.[26]

Recente ontwikkelingen in de wereld laten zien dat als het op strategische issues aankomt, economische macht, al kan deze hard zijn,[27] gewoonweg niet voldoende is. De EU en haar lidstaten zullen daarom hun defensie-inspanningen moeten opvoeren én meer integreren om een geloofwaardige afschrikking te verwezenlijken. Dat betekent ook dat een hoogwaardige technologische basis in de defensie-industrie bewaard moet blijven door het bevorderen van R&D en een open competitief systeem van aanbestedingen.

Publieke opinie

Onderwijl zien we de paradox dat, terwijl internationaal engagement belangrijker is dan ooit, en de EU dus belangrijker is dan ooit, de publieke opinie zich steeds meer naar binnen richt. Antwoorden op onzekerheid en onbehagen horen daarom ook thuis in een discussie over geopolitiek, bedrijfsleven en beleid, en wel om drie redenen. Nationale anti-globaliseringsdebatten worden sterk bepaald door internationale meningsstromen en wereldwijd afgestemde campagnes. Het huidige klimaat in de publieke opinie bedreigt rechtstreeks de toekomst van de Europese handelspolitiek. En de wijdverbreide euroscepsis verzwakt de autoriteit van de EU om internationaal haar economische en politieke belangen te behartigen.

Als de oorzaken van het onbehagen bij economische onzekerheid, onveiligheid en zorgen om de identiteit liggen, dan is ook daar een rol voor Europees beleid weggelegd. Het kan op alle drie antwoorden formuleren. Daarvoor zijn geen nieuwe vergezichten nodig, maar concrete resultaten. En dat kan. Economische onzekerheid vraagt om een beleid gericht op banen, groei en innovatie. Het huidige economische beleid van de Europese Commissie zit wat dat betreft goed in elkaar. Daarnaast is een nieuw accent nodig op inclusiviteit, de sociale dimensie van de EU. Burgers moeten worden uitgerust met de vaardigheden die nodig zijn op de arbeidsmarkt van de toekomst.

Veiligheid vraagt om een geloofwaardige afschrikking, maar ook om een effectieve bewaking van de buitengrens van de EU. Daar komen zorgen over veiligheid en identiteit bij elkaar. De migratiestroom moet worden gestopt, anders komt er opnieuw grensbewaking aan de binnengrenzen en strandt het Europese project. Effectieve controle van de buitengrens vraagt veel meer dan een hek of een irisscanner. Het betekent grensposten met nieuwe technologie, maar ook het controleren van de grensregio’s en de Middellandse Zee, afspraken met de buurlanden over de aanpak van mensensmokkelaars en de opvang van teruggestuurden. Uiteindelijk betekent een effectieve grenscontrole aan de EU-buitengrens het voorkomen dat hopeloze mensen in Centraal-Afrika hun schamele biezen pakken om te vertrekken. Dat vraagt ook een nabuurschapsbeleid van de EU dat waar mogelijk stabiliteit bevordert.

Slot: Nederland heeft Europa nodig

In het bovenstaande is ingegaan op de gevolgen die het toegenomen belang van de geopolitiek kan hebben voor het beleid. Daarbij is het accent vooral gelegd op een aantal aspecten van het Europese beleid, omdat Nederland alleen niet de schaal heeft om de geschetste uitdagingen effectief aan te pakken. De EU heeft die wel. Misschien kan dit besef ook het Nederlandse Europadebat een meer constructieve richting geven.

Noten

En leverde zo een wezenlijke bijdrage aan het behalen van de VN Millennium Development Goals.
Mark Leonard, ‘Introduction: Connectivity Wars’, in: Connectivity Wars, European Council on Foreign Relations, 2016, pp. 22-23; Tina Fordham & Jan Techau, Global Political Risk; the new convergence between geopolitical and vox populi risks and why it matters, Citigroup Global Perspectives and Solutions, 2016, p. 11.
De regio wordt gekenschetst door autoritaire regimes en falende staten, gewapende conflicten, hoge bevolkingsgroei en grote ongelijkheid, economische stilstand en hoge werkloosheid, een interpretatie van religieuze waarden die dynamiek en verandering in de weg staat. Gebrek aan perspectief voor de jeugd leidt tot politieke onrust, geweld en migratie.
EEAS, Shared Vision, Common Action: A Stronger Europe; A Global Strategy for the European Union’s Foreign and Security Policy, juni 2016.
‘Africa: Between hope and despair’, Financial Times, 24 april 2016.
Financial Times, 6 mei 2016.
Orysia Lutsevych, Agents of the Russian World; Proxy Groups in the Contested Neighbourhood, Chatham House Russia and Eurasia Programme, 2016.
‘Remarks by President Obama in Address to the People of Europe’, Hannover, 25 april 2016; Ivo Daalder, ‘The World in 2016 – and Beyond’, in: Onze Wereld Uitgedaagd, VNO-NCW Bilderbergconferentie, 2016, p. 27.
Alleen al het budget van de AIIB is gelijk aan dat van de Marshall-hulp gecorrigeerd voor de inflatie.
Frank Pieke, China: een gids voor de eenentwintigste eeuw, Amsterdam University Press, 2016, p. 14; een recensie van dit boek door Vincent Chang vindt u in ons magazine ; Nadine Godehardt, No End of History; A Chinese Alternative Concept of International Order?, Research Paper of the Stiftung Wissenschaft und Politik, Berlijn, 2016.
Global trends 2030; Alternative Worlds, National Intelligence Council, Washington, 2012, p. 8.
Tina Fordham & Jan Techau, Global Political Risk; the new convergence between geopolitical and vox populi risks and why it matters, Citigroup Global Perspectives and Solutions, 2016, pp. 42-43.
Shell, New Lens Scenarios; a shift in perspective for a world in transition, 2013.
Edelman Trust Barometer 2016; Annual Global Study.
Policy Department European Parliament, China’s foreign policy and external relations, 2015, p. 43.
Tina Fordham & Jan Techau, Global Political Risk; the new convergence between geopolitical and vox populi risks and why it matters, Citigroup Global Perspectives and Solutions, 2016, p. 9.
Philip Stevens, ‘US politics is closing the door on free trade’, Financial Times, 7 april 2016; Lawrence Summers, ‘Global trade should be remade from the bottom up’, Financial Times, 10 april 2016; Wolfgang Münchau, ‘The revenge of globalisation’s losers’, Financial Times, 24 april 2016. Volgens een Bertelsmann-studie daalde de steun voor TTIP in de Verenigde Staten tussen 2014 en 2016 van 55% naar 17%, en in Duitsland van 53% naar 15%.
‘EU leaders hold talks on Russian political meddling’, Daily Telegraph, 16 januari 2016; ‘Russia accused of clandestine funding of European parties’, Daily Telegraph, 16 januari 2016; ‘Russlands geheimer Feldzug gegen den Westen’, Frankfurter Allgemeine Zeitung, 11 maart 2016; Nicolas Hénin, La France Russe; enquête sur les réseaux Poutine, Fayard, 2016.
In Nederland was het initiatief van de Nationale Coördinator Terrorismebestrijding in 2013 om een werkgroep Economische Veiligheid op te zetten instrumenteel om het bedrijfsleven en de veiligheidswereld bij elkaar te brengen, leidend tot een rapport aan de Tweede Kamer: ‘Tussen naïviteit en paranoïa’(april 2014).
Zie ook: BDI, The EU’s global strategy and European business: beyond economic diplomacy, 2016.
EEAS, Shared Vision, Common Action: A Stronger Europe; A Global Strategy for the European Union’s Foreign and Security Policy, 2016, p. 14.
Recente voorbeelden daarvan zijn BEPS, Global Value Chains, de Richtlijnen voor multinationals over maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Over de rol van geo-economie, zie: Stefan Mair, Germany: a private sector perspective, in: Connectivity Wars, European Council of Foreign Relations, 2016.
Mark Leonard, ‘Introduction: Connectivity Wars’, in: Connectivity Wars, European Council on Foreign Relations, 2016, p. 13.
EEAS, Shared Vision, Common Action: A Stronger Europe; A Global Strategy for the European Union’s Foreign and Security Policy, juni 2016.
Ivo Daalder, ‘The World in 2016 and Beyond’, in: Onze Wereld uitgedaagd; Welke rol speelt de ondernemer?, VNO-NCW, 2016, pp. 22-31.
Bijvoorbeeld de effecten van de recente internationale sancties tegen Iran en Rusland.