Internationale Spectator 5 – 2016 (jrg. 70) – Item 2 van 8

OPINIE

Reset handelspolitiek: afscheid van wilde globalisering

Lilianne Ploumen

Mondialisering is, paradoxaal genoeg, overal ter wereld een binnenlands-politiek thema geworden. Anno 2016 staan we voor onversneden nationale en internationale verdelingsvraagstukken. Ik zie dit als de belangrijkste vragen van deze tijd; ongelijkheid is de moeder aller crises. Onze antwoorden bepalen in hoge mate of we afstevenen op vrede of meer conflict, op meer welvaart of economische terugval, op realisering van de Global Goals of richtingloosheid.

Globalisering wordt te veel gezien als een ‘zero sum game’. In die benadering gaat bijvoorbeeld de opkomst van de middenklasse in China ten koste van de welvaart van de middenklasse in de Verenigde Staten. Maar in werkelijkheid was de Chinese groei de motor die de Verenigde Staten, maar ook de Europese Unie, door de economische crisis van 2007 heeft geholpen. Dat geldt zeker voor Nederland – de schamele groei die Nederland in het diepst van de crisis nog kende, werd vooral gegenereerd door internationale handel.

Effecten van globalisering zijn niet eenduidig

Nu de Chinese groei afzwakt, voelt de rest van de wereld dat ook. De Chinese middenklasse vindt de prijs van de economische groei in termen van schade aan het milieu te hoog – dat klinkt ons bekend in de oren. En het is de regering in Beijing die nu aandringt op handhaving van de klimaatafspraken van Parijs.

Het is een signaal dat de belangen van de Chinese middenklasse inderdaad parallel lopen aan die van de middenklasse in de VS of de EU. Het is ook een zoveelste bewijs dat de effecten van de globalisering van de afgelopen kwart eeuw niet eenduidig zijn. Landen als China, Brazilië en India maakten enorme sprongen, meer dan 1 miljard mensen is uit extreme armoede getild. Tegelijk profiteerden teveel mensen niet of onvoldoende mee of gingen er zelfs op achteruit.

De econoom Branko Milanovic liet dat mooi zien met zijn grafiek van de wereldwijde inkomensgroei in de vorm van een olifant. We zien een laag hangende staart van de vijf procent allerarmsten die relatief het minst profiteerden, dan een hoge rug van de nieuwe middenklasse in opkomende economieën, gevolgd door de onderkant van de slurf met grote groepen achterblijvers in rijke landen. Pas dan gaat de slurf recht omhoog, met bovenaan een paar honderd superrijken die de halve wereld bezitten. En ja: ik weet dat er kritiek op dit model is, maar die kritiek heeft Milanovic overtuigend gepareerd.

Mondialisering is voor Nederland een fact of life: we zijn al bijna een half millennium voorloper in internationale handel. En we zijn ervan doordrongen dat de voorspoed van onze handelspartners ook onze voorspoed is. Het is geen toeval dat de grondlegger van het eerste systeem van gemeenschappelijke handelsregels een Nederlander was: Hugo de Groot. Al in 1609 formuleerde hij in Mare Liberum, ‘de vrije zee’, het concept van een wereldgemeenschap.

Teveel mensen zíjn verliezer van de globalisering, nog meer vóelen zich verliezer of vrezen voor de toekomst van hun kinderen

Een klein land onder de waterspiegel; dat heeft ons hele wezen bepaald. Wie in de polder niet samenwerkte met zijn buurman, verdronk samen met zijn buurman. Het vormde ons politieke systeem; wendbaar, flexibel en op consensus gericht. Die reflexen stellen Nederland bij uitstek in staat om snel en adequaat te reageren op ontwikkelingen in de rest van de wereld, ons daarmee te engageren en er mede vorm aan te geven.

Betrokken, uitgesproken en faire bemiddelaars; zo staan Nederlanders bekend in het circuit van de internationale betrekkingen en ik heb daar graag aan bijgedragen. We zijn te klein om effectieve machtspolitiek te bedrijven, maar we zijn veel te groot om genegeerd te worden. Het maakt dat we veel vrienden hebben die er bovendien goed tegen kunnen als we ze de waarheid zeggen.

Dat is een goede uitgangspositie om de komende jaren invloed uit te oefenen en te zorgen dat er gebeurt wat nodig is. En dat is heel wat. Want we kunnen zo niet doorgaan. Teveel mensen zíjn verliezer van de globalisering, nog meer mensen vóelen zich verliezer van de globalisering of, en dat is misschien wel het meest ontwrichtende, vrezen voor de toekomst van hun kinderen.

Vertrouwen in vrije en eerlijke handel terugwinnen

Het geloof in die toekomst moet terug. Afgelopen zomer heb ik wat ingrediënten op een rij gezet voor wat de bijdrage van internationale handel daaraan zou moeten zijn. Ik schreef een zogenaamde ‘non-paper’, een documentje zonder enige status – vrijuit denken op papier. Maar zoals dat wel vaker gaat met non-papers, zijn ze richtinggevend voor je het weet en hoor je de samenvattende term op de meest onverwachte plaatsen: een reset van de handelspolitiek.

Het uitgangspunt is dit: handel kan alleen vrijhandel zijn als het ook eerlijke handel is. Vrijhandel betekent namelijk niet dat er geen regels zijn. Waar dat toe leidt, hebben we immers kunnen zien in de eerste, wilde fase van de globalisering die achter ons ligt. Nee, vrijhandel betekent dat die regels er juist wél zijn, maar dat ze eerlijk, transparant en voor iedereen hetzelfde zijn.

Alles moet zijn gericht op bestrijding van de ongelijkheid waar ik dit betoog mee begon. Daarvoor hebben we al veel in handen. Vorig jaar zijn de Global Goals vastgesteld en is het Klimaatverdrag van Parijs ondertekend. Het opleidingsniveau van burgers is hoger dan ooit – óók in ontwikkelingslanden. Regeringen hebben steeds meer kennis en middelen om goed nationaal beleid te voeren – zo zullen fatsoenlijke, progressieve belastingsystemen een enorm verschil maken. Nederland en de Europese Unie lopen in deze ontwikkelingen voorop. Handelsverdragen voorzien bijvoorbeeld al in overgangsperiodes voor zwakkere sectoren om zich voor te bereiden op concurrentie.

Maar we kunnen en moeten meer doen om het vertrouwen in vrije en eerlijke handel terug te winnen. Het beleid moet nog meer om en daar is een nieuw type handelsverdragen voor nodig. Zulke verdragen moeten zich niet uitsluitend richten op groei, maar ook op eerlijke verdeling van de opbrengsten van die groei en de effecten op bijvoorbeeld milieu en klimaat. Handels- en investeringsovereenkomsten moeten worden getoetst op in hoeverre ze bijdragen aan het verwezenlijken van de Global Goals.

Rol voor Nederland als een erkend faire bemiddelaar

Van zo’n reset van handelspolitiek hangt veel af. Het zal bepalen of burgers bedrijven weer gaan zien als bondgenoten in de strijd om een beter bestaan. Het zal bepalen of burgers internationale handel weer gaan zien als een bijdrage aan duurzame economische groei. En het zal bepalen of burgers er weer op vertrouwen dat iederéén mee profiteert van globalisering. Dat, kortom, vrije en eerlijke handel juist bijdraagt aan een betere wereld.

Simpel wordt het niet. De geopolitieke verhoudingen waren al aan het schuiven en de verkiezing van Donald Trump als de nieuwe president van de Verenigde Staten dwingt tot verdere herbezinning op posities. Ik zie daarin een rol voor een erkend faire bemiddelaar als Nederland. We waren al te groot om genegeerd te worden, het zou me niet verbazen als we de komende jaren hard nodig zijn.