Zouden India en Pakistan een kernoorlog voeren om Kasjmir?
Analysis Conflict and Fragility

Zouden India en Pakistan een kernoorlog voeren om Kasjmir?

27 Nov 2019 - 16:19
Photo: Reflectie van een verrekijker op een marineschip. © Wikimedia Commons
Back to archive
Author(s):

In geval van onrust in of over Kasjmir, rijst regelmatig de vraag of Pakistan en India hun kernwapens zullen inzetten en er wellicht een nucleaire oorlog dreigt.1  Hoe reëel is de daadwerkelijke dreiging?

India en Pakistan zijn beide kernmachten. Buurland China, dat tevens een deel van Kasjmir beheerst, is dat ook. China ratificeerde echter – in tegenstelling tot India en Pakistan – het Non-Proliferatie Verdrag, dat het bezit van kernwapens beperkt. India voert een zogeheten no first use­-beleid wat betreft kernwapens. Dit beleid omvat de belofte om niet als eerste in een conflict kernwapens te gebruiken.

Pakistan voert dit beleid niet en behoudt daardoor te allen tijde het recht om nucleaire wapens te gebruiken, bijvoorbeeld in het geval dat Pakistan een zware nederlaag lijdt of wordt aangevallen.2  “Kernwapens zijn [echter] primair echt alleen ter afschrikking, niet voor de aanval”, bezweren Pakistaanse diplomaten in Europa.

Al decennia lang beschieten India en Pakistan elkaar over en weer langs de bestandslijn

A Nuclear Flashpoint
Met de slogan ‘Kashmir is a Nuclear Flashpoint’ werd door India en Pakistan de internationale aandacht voor het conflict over Kasjmir succesvol warm gehouden in afgelopen decennia.3  Dat er sprake was van een reële dreiging, daar was men internationaal van overtuigd.

Al decennia lang beschieten India en Pakistan elkaar over en weer langs de bestandslijn (de zogeheten Line of Control, LOC): de betwiste grens tussen het Pakistaanse Azad Jammu Kashmir en Indian-Administered Jammu & Kashmir. Sinds de bloedige scheiding van het gebied Kasjmir in 1947, voerden India en Pakistan al drie keer oorlog met elkaar (in 1965, 1971 en 1999).

Straaljagers van de Pakistaanse luchtmacht. © Nellis Air Force Base
Straaljagers van de Pakistaanse luchtmacht. © Nellis Air Force Base

In de Kargil-oorlog van 1999 (het conflict om het district Kargil in de regio Ladakh in Indiaas Jammu Kasjmir) was daadwerkelijk sprake van een nucleair kruitvat. Volgens de Amerikaanse inlichtingendienst CIA waren er Pakistaanse kernwapens dicht op de grens met India geplaatst en stond ook India al klaar met kernraketten.

Jaren later stelde de toenmalige Pakistaanse president Pervez Musharraf echter dat die Pakistaanse kernwapens niet eens gereed waren tijdens dit conflict.4  Het risico op de inzet van kernwapens hield de internationale aandacht voor de regio desalniettemin vast: Kasjmir bleef op de internationale agenda als nuclear flashpoint.

Vooral retoriek?
In het voorjaar van 2019 groeide – in eerste instantie in de regio zelf – het vermoeden dat de slogan over Kasjmir als nucleair kruitvat vooral retorisch is. De twijfel stak op in de nasleep van de terroristische aanslag in februari 2019 op Indiase paramilitaire troepen in Pulwama, een stad in de Vallei van Kasjmir.5

De eerste reacties lagen in de lijn der verwachting. India voelde zich in het hart getroffen en beschuldigde Pakistan er onmiddellijk van de daders (islamistische militanten) te hebben gesteund of zelfs gestuurd.6  India sloeg direct terug; binnen een week vlogen Indiase gevechtsvliegtuigen de grens met Pakistan over.7  Deze aanval mislukte in die zin dat er geen doden vielen en dat een Indiase piloot in Pakistaanse handen viel.8

Politiek analisten zagen in de wederzijdse en relatief gematigde militaire wraakreacties een strategie om “elkaars nieren te proeven" 

Pakistan reageerde met een symbolische tegenaanval (waarbij ook geen doden vielen) en liet als ‘verzoeningsgebaar’ de Indiase piloot vrij.9  Gevreesd werd dat de retoriek over een kernoorlog bewaarheid zou worden,  maar een verdere militaire – laat staan nucleaire – escalatie bleef uit. Dit was een verrassende afloop gezien de geschiedenis van de beide aartsvijanden.

Politiek analisten zagen in de wederzijdse en relatief gematigde militaire wraakreacties een strategie om “elkaars nieren te proeven". Pakistan begreep: “Modi gaat niet verder, hij laat de kernwapens thuis.” En India concludeerde: “Pakistan brulde maar zal niks doen. De tijd is rijp, onze premier Modi kan zijn verkiezingsbelofte met betrekking tot Kasjmir inlossen en deze deelstaat haar autonome status afnemen.”10

De slogan ‘Kashmir is a Nuclear Flashpoint’ werd niet meer letterlijk genomen,  zo bleek in de nadagen van Modi’s Grondwetswijziging in augustus 2019 met betrekking tot Jammu Kasjmir.11

Interveniëren of de status quo laten uitkristalliseren?
Internationaal en in de regio zelf werd zowel geschokt als met gejuich gereageerd op Modi’s grondwetswijziging. Met name vanwege de manier waarop dat gebeurde.12   India was tevreden en trots. Pakistan beraadde zich op een tegenzet. Echter leek een oorlog, laat staan kernoorlog om Kasjmir vooralsnog niet waarschijnlijk. 

Toch vroegen betrokken partijen - en zij die zich betrokken voelden - zich af wat de volgende stap zou zijn. Komt er een internationale interventie, dan wel een poging tot bemiddeling? Of zit er niets anders op dan de nieuwe status quo van Jammu Kasjmir te accepteren?

Buitenland vertegenwoordiger van de EU Federica Mogherini in ontmoeting met Indiaas minister president Narendra Modi. © European External Action Service/Flickr
Buitenlandvertegenwoordiger van de EU Federica Mogherini ontmoet in 2017 de Indiase premier Narendra Modi. © European External Action Service/Flickr

Moeten internationale spelers als de VS, de EU, China of de VN zich bekommeren om de politieke kwestie van India’s grondwetswijziging (Artikel 370) of ‘slechts’ om de humanitaire situatie en mensenrechtenschendingen in Jammu Kasjmir? Of blijft het bij woorden en zal men benadrukken dat Pakistan en India bilateraal een oplossing moeten vinden? Het zijn vragen die, naarmate de tijd verstrijkt, voor alle betrokkenen onontkoombaar op tafel liggen.

India
Voor India is een oorlog met Pakistan vooralsnog niet aan de orde; het eigen huis herinrichten staat nu voorop. Wat India betreft hebben Kasjmiri en de rest van de wereld de nieuwe status quo maar te accepteren.

Hierin voelt India zich zelfverzekerder dan ooit: de republiek is anno 2019 uitgegroeid tot een geopolitieke en economische hoofdrolspeler, grote vriend en handelspartner van mogendheden in Oost (Rusland) en West (VS, Europa13 ) en het Midden-Oosten (o.a. Arabische Emiraten).

Kritiek op staatsrepressie en mensenrechtenschendingen in de deelstaat wordt  gepareerd met de uitleg dat India in Kasjmir het ‘door Pakistan gesteunde terrorisme’ aanpakt. Alle ellende in Kasjmir komt ‘van buiten’ (lees: uit Pakistan) aldus India.

Het bestrijden van terrorisme in Kasjmir, en waar nodig in de rest van India, staat met stip bovenaan op India’s prioriteitenlijst. Dit is van cruciaal belang om in Jammu Kasjmir letterlijk en figuurlijk ruimte te maken voor investeerders en de deelstaat economisch te doen opbloeien.

Op termijn zal het schrappen van Artikel 370 effect sorteren op de demografie in Kasjmir

Voorlopig zal daartoe de presentie van militairen en paramilitairen noodzakelijk blijven, bezweren Indiase woordvoerders. Daarnaast ook de handhaving van Black Laws14 , vrijheidsbeperking voor politieke en maatschappelijke oppositie en dwingende controle op lokale media.

Op termijn zal het schrappen van Artikel 370 effect sorteren op de demografie in Kasjmir, namelijk de vermindering van omvang en macht van moslimmeerderheid in de deelstaat. Dat zal, zo verwacht India, de zelfbeschikkingsaspiraties van de Kasjmiri dempen en uiteindelijk doven. Het is echter de vraag of dit perspectief van de Indiase regering realistisch is, of wishful thinking.

Pakistan
‘Ook Pakistan wil geen oorlog, laat staat een kernoorlog’, stelt premier Imran Khan. Khans retoriek is soms behoorlijk oorlogszuchtig15  maar tegelijkertijd benadrukt hij dat de diplomatie16  de enige reële optie is: economische maatregelen, handelsvoorwaarden aanscherpen, wereldwijd de politieke actualiteit en mensenrechtenschendingen in Jammu Kasjmir aankaarten en diplomatieke steun zoeken voor interventie of op zijn minst mediation voor een duurzame conflictoplossing.

Zijn inspanningen blijven echter vooralsnog zonder resultaat. Premier Khan verzucht in een tweet: ‘I am puzzled as to how international media continues to give headline coverage to Hong Kong protests but ignores the dire human rights crisis in IOJK [Indian Occupied Jammu Kashmir] - an internationally recognised disputed territory illegally annexed by India with 900k [900.000] troops imposing a siege on 8mn Kashmiris.’

Pakistans hoogste generaal Qamar Javed Bajwa zit op dezelfde lijn als Premier Khan (‘de Bajwa-Khan tandem’) en dat is in Pakistans binnenlandse politieke verhoudingen bepaald geen onbelangrijke zaak.17  Ook  de generaal wil geen militaire escalatie en steunt Khans strategie om via diplomatie een antwoord te formuleren op India’s ingreep in Jammu Kasjmir.18

Generaal Bajwa spreekt op de Munic Security Conference, 2018. © Wikimedia Commons
Generaal Bajwa spreekt op de Munic Security Conference, 2018. © Wikimedia Commons

Het steunen en sturen van jihadi’s (separatistische en/of islamistische militanten) en hen inzetten als non-state actors  voor een guerrilla in Indiaas Kasjmir is geen optie meer: Pakistan sloot sinds de nadagen van generaal Musharraf de trainingskampen. Westerse staten die Pakistan nodig hadden voor geopolitieke belangen (in bijvoorbeeld Afghanistan) boden aan Pakistan financieel te steunen als het jihadi’s voortaan hard zou aanpakken.

Generaal Bajwa beseft tegelijkertijd dat als de Kasjmiri in Indiaas Jammu Kasjmir zichtbaar en langdurig blijven lijden hij niet níets kan doen. Ingrijpen door Pakistan met een limited war zou onvermijdelijk worden om gezichtsverlies te voorkomen ten aanzien van de eigen bevolking, die nu al niet snapt waarom Pakistan India niet aanpakt. Ook heeft Pakistan de Kasjmiri in zowel Pakistaans als Indiaas Kasjmir altijd voorgehouden dat het hen koste wat kost zou verdedigen tegen India.

Generaal Bajwa hoopt erop dat India de dialoog met de Kasjmiri zoekt en de kritiek op mensenrechtenschendingen serieus neemt. Dat zou ook voor hemzelf de druk van de ketel halen. Echter is dit gezien de versteende verhouding tussen de Indiase regering en de politici en bevolking van Jammu Kasjmir vooralsnog slechts een hoop.

De dominee en de koopman
Mensenrechtenschendingen in Jammu Kasjmir door zowel militanten als overheid zijn inmiddels wereldwijd erkend. Lokale mensenrechtenorganisaties voerden ondanks obstructie door de Indiase overheid (o.a. intrekken paspoort, verbod op buitenlandse donaties voor hun werk, intimidatie, infiltratie) een succesvolle lobby richting internationale organisaties en diplomatieke platforms.

Ondermeer Amnesty International, Human Rights Watch, de International Crisis Group en het Europees Parlement veroordeelden in formele verklaringen en rapporten de schending van mensenrechten in vooral Indiaas Jammu Kasjmir alsook Azad Jammu Kashmir in Pakistan.19  Kasjmiri mensenrechtenadvocaten werden gesteund en aangemoedigd met internationale onderscheidingen20  en uitnodigingen om aan formele organen getuigenis af te leggen.

Hoogtepunt voor de mensenrechtenorganisaties  vormde de publicatie in 2018 - en de update in 2019 - van het First-ever UN human rights report on Kashmir.21  Deze werd uitgebracht onder Hoge Commissaris Zeid Ra’ad Al Hussein, die in Nederland voor zijn levenswerk als bijzondere mensenrechtenverdediger’ gewaardeerd werd met de Mensenrechtentulp 2018.

Het zijn dit soort onderscheidingen, spreekbeurten en rapporten (en niet de slogan ‘Kasjmir als nuclear flashpoint’) die het conflict in Kasjmir wereldwijd op de agenda hielden.

Een bezoeker zwaait met een Indiase vlag bij de grens ceremonie met India en Pakistan. © Shankas S./Flickr
Een bezoeker zwaait met een Indiase vlag bij de grens met Pakistan tijdens een ceremonie. © Shankas S./Flickr

Vanwege de internationale erkenning van de mensenrechtenschendingen in Jammu Kasjmir waren onder de lokale bevolking de verwachtingen hooggespannen op een internationale veroordeling van India’s Grondwetswijzing, en vooral de shutdown en arrestaties die erop volgden. De UNHCR kwam op 22 augustus inderdaad met een verklaring zich zorgen te maken en riep India op de shutdown te beëindigen.

Verder kwam dankzij China de actualiteit in Kasjmir op de agenda van de VN Veiligheidsraad op 16 augustus 2019.22  Dit feit op zich werd voorgesteld als unieke diplomatieke mijlpaal, maar de uitkomst voelde in Kasjmir slechts als een papieren tijger: ‘India en Pakistan, ga samen aan tafel en zoek bilateraal een oplossing’ adviseerde de Veiligheidsraad.

Verder liet de Raad het daarbij, net als initiator China gezien haar belangen in de regio.23   Helder was dat India een te belangrijke geopolitieke speler is om tegen te spreken als het verklaart dat niemand zich met zijn politiek ten aanzien van Kasjmir te bemoeien heeft.

Welke strategie het meest effectief?
Zal de strategie van de Indiase regering uiteindelijk het meest effectief blijken? Zullen de zelfbeschikkingsaspiraties doven en ingeruild worden voor de welvaart die de regering Modi de Kasjmiri belooft? Welk perspectief is in deze realistisch en welke wishfull thinking?

Het antwoord hangt mede af van wie de vraag gesteld wordt. Belangrijk is daarbij de Kasjmiri zelf niet over te slaan. Die lijken namelijk niet direct te geloven in de beloftes van India. Nieuwsberichten die aangeven dat er inmiddels nauwelijks nog sprake is van verzet en onrust in Kasjmir worden er afgedaan als ‘Indiase propaganda.’24  Het lijkt erop dat de Kasjmiri hun wil tot zelfbeschikking niet zomaar zullen opgeven.

Zo voorspelt de Indiase schrijfster Arundhati Roy in The New York Times25  dat de actie-reactie-keten van opstand door burgers en militanten en repressie door de overheid  zal blijven voortduren zolang de roep om zelfbeschikking (Azadi) niet wordt gehoord.  Ze wijst erop dat in de internationale oproep om samen aan tafel te zitten doorgaans met “samen” slechts India en Pakistan wordt bedoeld.

Khan moet vooral vrienden maken en zeker geen vijanden

Dit betekent dat de Kasjmiri niet expliciet, of in het geheel niet, worden benoemd als belanghebbende derde. Juist in het negeren van deze partij zit de kern van de massale, vaak gewelddadige protesten van de afgelopen decennia.  Dit vuur onder de burgers zal niet doven maar blijven smeulen zolang de politici, nationaal en internationaal, alleen naar zichzelf en hun eigenbelang kijken.  

Kernoorlog over Kasjmir?
Niet onbelangrijk daarbij is om af te vragen is wat dit eigenbelang voor India en Pakistan nu is. Tot voor kort leken beide landen het in hun belang te zien om een kernoorlog over Kasjmir te voeren.  In februari 2019 maakten Modi en Khan zich nog op voor wat Modi noemde een “Night of Murder”, desnoods met inzet van kernwapens.

In India was de bevolking razend enthousiast toen premier Modi aangaf inderdaad zover te willen gaan. In Pakistan was de bevolking razend toen premier Khan dat uiteindelijk toch al snel uitsloot. Het kostte Khan overigens veel moeite om zijn vreedzame, diplomatieke reactie te verkopen. Voor velen, vooral in Pakistaans Kasjmir, was dit een zwaktebod en kwam het over als verraad aan Kasjmiri in Indiaas Jammu Kasjmir.

De weg van de diplomatie die de regering Khan verkiest, wordt echter door woordvoerders vanuit het militaire establishment nog steeds gecombineerd met de slogan ‘Kashmir is the nuclear flashpoint’.  Onder de Pakistaanse bevolking groeit het wantrouwen in wat daarmee feitelijk bedoeld wordt. Het besef groeit dat het niet werkelijk om Kasjmir en het lot van de Kasjmiri bevolking gaat, maar dat de slogan simpelweg dient ter legitimatie en consolidatie van de politieke en economische macht van het Pakistaanse leger.  De onvrede onder de progressieve en conservatieve oppositie daarover groeit en de regering Khan wordt verweten slechts ‘onderaannemer van het militaire establishment’ te zijn.26

Premier Imran Khan ziet zich geconfronteerd met de erfenis van een vrijwel failliet Pakistan dat moet aankloppen bij allerlei grootmachten (zoals China) om overeind te blijven. Khan moet dus vooral vrienden maken en zeker geen vijanden. Voor zijn regering blijft de diplomatieke uitweg die enige positie die uiteindelijk kan worden ingenomen ter preventie van een confrontatie met nucleaire wapens. Zijn boodschap is dat Pakistan meer dan ooit beseft dat een kernoorlog slechts verliezers kent. 

Authors

Marjan Lucas
Politiek Psycholoog