Iran versus Saoedi-Arabië na de liquidatie van Soleimani
Analysis Conflict and Fragility

Iran versus Saoedi-Arabië na de liquidatie van Soleimani

29 Jan 2020 - 16:33
Photo: De begrafenis van de Iraanse generaal Qasem Soleimani op 6 januari in Teheran. © Wikimedia
Back to archive
Author(s):

Is een détente denkbaar tussen Iran en Saoedi-Arabië? Een onbedoeld gevolg van de liquidatie van de Iraanse generaal Qasem Soleimani zou wel eens een toenadering van de twee aartsrivalen kunnen zijn.

De gerenommeerde militair historicus Basil Liddell Hart sprak ooit wijze woorden: “If you concentrate exclusively on victory, with no thought for the after-effect … it is almost certain that the peace will be a bad one, containing the germs of another war.”

Tegen de achtergrond hiervan was de liquidatie van de Iraanse generaal Qasem Soleimani wellicht een tactische overwinning, maar beslist een strategische blunder. Als het namelijk president Trumps bedoeling is geweest om de wereld veiliger te maken – in de eerste plaats voor Amerikanen – dan lijkt die opzet mislukt.1

Ook al staat het Iraanse regime onder grote interne druk, er lijkt voorlopig geen kans op een implosie of een revolutie

De Perzische-Golfregio is er beslist niet ongevaarlijker op geworden en de Iraanse krachten die een politiek van ‘maximaal verzet’ prediken tegen Trumps politiek van ‘maximale druk’, hebben een steuntje in de rug gekregen. Ook al staat het Iraanse regime onder grote interne druk, er lijkt voorlopig geen kans op een implosie of een revolutie. Een koerswijziging in het buitenlandse beleid valt dan evenmin te verwachten.

 

De Iraanse generaal Soleimani ontvangt een onderscheiding van Ayatollah Khamenei in maart 2019. © Wikimedia
De Iraanse generaal Soleimani ontvangt een onderscheiding van Ayatollah Khamenei in maart 2019. © Wikimedia

Of toch wel, maar dan anders dan algemeen wordt aangenomen? Zoomen we in op de relaties met Saoedi-Arabië, dan zou een onbedoeld gevolg van Soleimani's liquidatie wel eens een toenadering van de twee aartsrivalen kunnen zijn.

In Riad is men zich afgelopen september rot geschrokken van de aanval op de olieinstallaties, zo goed als zeker een Iraans initiatief. De Verenigde Staten deed niks en stuurde alleen wat extra troepen en radarsystemen.

Als de Saoediërs extra protectie wensten, dan moesten zij daar toch eerst maar eens voor dokken. Dat wekte weinig vertrouwen in Riad. Wat was er nog over van die ‘speciale relatie’ die het koninkrijk toch al tachtig jaar had met de VS?

In Iran realiseert men zich op hun beurt dat Trump, onvoorspelbaar als hij is, af en toe wel degelijk ‘rode lijnen’ kent. Niet langer dus "leading from behind", ooit populair geworden onder Obama.

Trump heeft dan wel de lont in het kruitvat gestoken, maar zijn de risico’s voor Iran en Saoudi-Arabië niet veel te groot mocht het echt uit de hand lopen?

Een serieus militair treffen met de in groten getale gelegerde Amerikaanse troepen in de Perzische-Golfregio – rond de 60.000, plus een vliegdekschip en geavanceerde militaire bases in o.a. Qatar en Bahrein – is niet iets waar men in Iran op zit te wachten. Trump heeft dan wel de lont in het kruitvat gestoken, maar zijn de risico's voor Iran en Saoedi-Arabië niet veel te groot mocht het echt uit de hand lopen?

Het lijkt een verrassende gedachte, maar bij nader inzien en vooral bij een terugblik in de geschiedenis is het niet helemaal zo spectaculair om je iets voor te stellen bij een rapprochement tussen Teheran en Riad.

Wat we dan sowieso achter ons moeten laten is het willen begrijpen van de regionale politiek in het Midden-Oosten, en de Perzische Golf in het bijzonder, via simpele, soms zelfs simplistische vormen van framing.2

Religie zelden de drijvende kracht
Het meest populaire raamwerk wordt geleverd via een sektarische lens. Het beeld dat daarbij hoort is de “sji'itische halve maan”, ooit gelanceerd door koning Abdullah van Jordanië. Het is een krachtige metafoor gebleken. Bij bezoeken aan Arabische Golfstaten, Saoedi-Arabië in het bijzonder hoor je hem te pas en te onpas. Of zoals een hoge soennitische functionaris uit Bahrein een keer zei: “De Perzen zitten overal.”

Een kijk op de conflicten in het Midden-Oosten door een sektarische lens suggereert dat spanningen het gevolg zijn van eeuwenlange vijandschap tussen soennieten en sji'ieten

Zo’n puur sektarische lens impliceert dat de conflicten in de Midden-Oosterse regio er "voor eeuwig en altijd" waren en zullen zijn, en dus immuun zijn voor politieke oplossingen. Zo’n benadering suggereert dan ook dat de spanningen die we heden ten dage zien een manfestatie zijn van “eeuwenlange” haat en vijandschap tussen twee religieuze gemeenschappen: soennieten en sji'ieten.

Tegenover dit raamwerk kun je er ook een plaatsen die wel ruimte laat voor historische contingenties en mogelijke politieke interventies. Met zo’n bril bezie je de regionale politiek als een koude oorlog, met als twee belangrijkste spelers Saoedi-Arabië en Iran.

Daarnaast is er een hele serie kleinere, maar niet onbelangrijke spelers, waaronder niet-statelijke actoren zoals Hezbollah, sji’itische milities (al dan niet gesteund door Iran), Islamitische Staat en tal van soennitisch jihadistische groeperingen.  

We hebben het hier dan over een geopolitieke lens. Een klassiek geval van een “balance of power game” die ons herinnert aan de eerdere koude oorlog in de regio, namelijk die tussen Egypte en Saoedi-Arabië in de jaren 50 en 60 van vorige eeuw.   

Aarts-foto-Betogers in Washington op 4 januari 2020 ten tijde van de Amerikaans-Iraanse spanningen. © Susan Melkisethian - Flickr
Betogers in Washington op 4 januari 2020 ten tijde van oplopende Amerikaans-Iraanse spanningen. © Susan Melkisethian / Flickr 

Speelt sektarisme dan helemaal geen rol? Nee, dat nou ook weer niet. Beide landen maken er gebruik van, zij het op verschillende manieren, maar sektarisme is vrijwel nooit de drijvende kracht achter buitenlandse politiek – in Iran noch in Saoedi-Arabië.

Het is eerder een politiek instrument om ofwel controle uit te oefenen over eigen onderdanen (en minderheden te discrimineren) ofwel het wordt gebruikt in de context van een geopolitieke strijd.3

Het is opvallend dat beide landen in hun buitenlandbeleid regelmatig sektarische grenzen hebben overschreden

Het is bijvoorbeeld zonder meer opvallend dat beide landen regelmatig sektarische grenzen hebben overschreden. Iran deed dat onder andere door nauwe betrekkingen met het soennitische Hamas en Islamitische Jihad in Palestina aan te knopen, met Koerden in Noord-Irak, met het christelijke Armenië (tegen het sji’itische Azerbeijan) en in het verleden met Bosnische moslims.

Daarnaast flirt Iran tot op de dag van vandaag soms met Al-Qaeda en de Taliban als ze daarmee de Amerikanen dwars kunnen zitten. In meer recente tijden knoopte Iran relaties aan met Turkije en Qatar (beide soennitisch).

Saoedi-Arabië heeft op zijn beurt in het verleden seculiere politici in zowel Irak als Syrië gesteund. In dat laatste land trok Riad tijdens de eerste jaren van de oorlog opvallend genoeg partij voor seculiere Baath-partijleden en groeperingen die niets moesten hebben van de Moslim Broederschap, net zoals Saoedi-Arabië zelf.

Pas na verloop van tijd verschoof de steun vanuit Riad richting jihadistische groeperingen als Jays al-Islam en mogelijk ook Jabhat al-Nusra. Dit soort niet-statelijke groeperingen worden vaak aangeduid met de weinig gelukkige term “proxies.”

Het feit dat Saoedi-Arabië niet primair een 'soennitisch' buitenlands beleid voert, tonen ook de fricties aan met de Libanese (ex-)premier Saad Hariri, Turkije, Qatar en de eerder genoemde Moslim Broederschap. Laten we ook niet de gestaag toenemende toenadering tot Israël en de voorzichtige contacten met de Iraakse sji’itische leider Muqtada al-Sadr vergeten.

Koude vrede
Werpen we een blik op de geschiedenis van de tweedeling tussen de twee grote islamitische stromingen, en Iraans-Saoedische betrekkingen in het bijzonder, dan zien we een  gevarieerd beeld. In geen geval is er sprake van een constante animositeit, laat staan van "eeuwenoude haat" tussen sji'ieten en soennieten.

Die sektarische dimensie is van tamelijk recente datum. In het verre verleden – zoals in de zeventiende eeuw – is op religieus gebied wel degelijk strijd geleverd tussen het Ottomaanse Rijk en de dynastie van de Safawieden.

Ten tijde van het bewind van de Iraanse shah Mohammed Reza Pahlavi (1941-1979) waren de betrekkingen met Saoedi-Arabië wisselvallig, maar zeker niet vijandig. Regelmatig vonden bezoeken over en weer plaats van hoogwaardigheidsbekleders, maar ook van zakenmensen en studenten.

De shah zelf bracht in 1957 zes dagen door in Saoedi-Arabië, inclusief het doen van de hadj in Mekka. De gezamenlijk afkeer van de Egyptische president Nasser, een Arabisch nationalist, heeft zeker bijgedragen aan die redelijke verstandhouding.

Aarts-De Saoedische kroonprins Mohammed bin Salman met de toenmalige Amerikaanse minister James Mattis in Washington, 2018. © US Secretary of Defense - Flickr
De Saoedische kroonprins Mohammed bin Salman met de toenmalige Amerikaanse minister van Defensie James Mattis in Washington, 2018. © US Secretary of Defense - Flickr 

Ook binnen de OPEC (Organisatie van Olie-Exporterende Landen) vonden de twee landen elkaar met enige regelmaat, zij het niet zonder fricties. Dat ze een tijd lang de twin pillars vormden in de Amerikaanse strategie om het Midden-Oosten te vrijwaren van Sovjet-invloed is eveneens een factor van betekenis geweest.

De periode tot aan de Iraanse revolutie in 1979 was er een van koude vrede. Argwanend tegenover elkaar, maar niet onwelwillend om tot voorzichtige vormen van toenadering te komen.

Regimewisseling in Iran
Met de regimewisseling in Iran veranderde dat. Ayatollah Khomeini sprak onverbloemd over de "export van de revolutie" en spaarde in zijn retoriek monarchistische en pro-westerse regimes niet. Tot grote ergernis van de machthebbers in Saoedi-Arabië labelde hij het Huis van Saoed ook als "corrupt en onwaardig de hoeders van Mekka en Medina te zijn."
4

Opvallend genoeg was het niet een en al vijandigheid, al wordt dat regelmatig zo voorgesteld. Zeker van Saoedische kant werden er met enige regelmaat pogingen gedaan om in gesprek te blijven met het nieuwe Iran.5 Zelfs ten tijde van de Iraaks-Iraanse oorlog (1980-88) – waarin de Saoediërs Saddam Hoessein steunden– deed men in Riad zijn best om hun rivaliteit met Iran niet in ideologische termen te verwoorden. Pas in april 1988 werden de diplomatieke relaties verbroken.

Ten tijde van de Golfoorlog (1990-91) bleef Iran neutraal. Opvallend genoeg verhinderde de Iraanse president Rafsanjani vrijwilligers van de Iraanse Revolutionaire Garde om Irak binnen te trekken en hulp te bieden aan sji’itische geloofsgenoten toen die rebelleerden in de lente van 1991.

Dat gebaar van Rafsanjani was de voorbode van een periode van ontspanning die tot 2001 zou duren. In juni 1991 werden de diplomatieke betrekkingen hersteld. Zelfs de bloedige aanslag in 1996 op de Khobar Towers in het oosten van Saoedi-Arabië – waar Iran van verdacht werd – leidde niet tot een breuk in de relaties.

Een jaar later vloog de Saoedische kroonprins Abdullah naar Teheran, samen met zijn luxe Mercedes-Benz, die hij achterliet als een gift voor president Khatami, opvolger van Rafsanjani. Begin 2001 tekenden beide landen een veiligheidspact ter bestrijding van terrorisme en drugshandel.

De invasie van Irak in 2003 leidde tot een invloedrijke rol van Iran in Iraks politiek, uitgroeiend tot een gruwelijke burgeroorlog tussen soennieten en sji'ieten

Angst voor "sji’itische halve maan”
Daarna ging het bergafwaarts, zij het niet in een rechte lijn. Nadat president Bush Iran op de "As van het Kwaad" had geplaatst, volgde de invasie van Irak in 2003. Die leidde tot een invloedrijke rol van Iran in Iraks politiek, uitgroeiend tot een gruwelijke sektarische burgeroorlog tussen soennieten en sji'ieten.

De angst voor een "sji’itische halve maan" was geboren. President Khatami poogde olie op het vuur te gooien en ging naar Djeddah om 'Irak' en Irans nucleaire programma te bespreken. Het wantrouwen werd er niet minder door en kroonprins Abdullah liet zich verleiden tot een (heimelijke) oproep aan de VS "to cut off the head of the snake."

Spanningen namen verder toe door de Arabische opstanden in 2011. Met name in Bahrein, maar even later vooral in Syrië waar Iran Bashar al-Assad de helpende hand bood om te overleven. De diplomatieke contacten bleven in stand, maar van een koude vrede tussen beide landen was intussen nauwelijks meer sprake en openlijke vijandigheden namen geleidelijk aan toe.

Nadat begin 2016 de bekende Saoedische sji’itische geestelijke Nimr al-Nimr geëxecuteerd werd, sloeg de vlam in de pan. De Saoedische ambassade in Teheran werd geplunderd door boze Iraniërs en daarmee kwam er opnieuw een eind aan de diplomatieke betrekkingen.

Aarts-President Trump stelt nieuwe sancties in tegen Iran, juni 2019. © The White House - Flickr
President Trump stelt nieuwe sancties in tegen Iran in juni 2019. © The White House / Flickr

Met Trump is Saoedi-Arabië van mening dat alleen 'maximale druk' op Iran tot een bijstelling van Iraans beleid (in Irak, Syrië, Libanon en Jemen) kan leiden. Inmiddels ging het ook retorisch van kwaad tot erger. Het voorlopige dieptepunt werd bereikt met de uitspraak van kroonprins Mohammed bin Salman dat Ayatollah Khamenei "de nieuwe Hitler" is.

Een nieuwe dooi?
Terwijl commentatoren en analisten al wekenlang over elkaar heen buitelen en ruziën over de vraag of het binnenkort tot een oorlog komt in de Perzische Golf valt het te betwijfelen of dat wel de juiste vraag is.

De geografische situatie (Iran en Saoedi-Arabië blijven buurstaten met wat water ertussen), de fluctuerende historische relaties (samenwerking-spanning-détente-animositeit), het vroeg of laat verdwijnende monopolie van Amerikaanse militaire aanwezigheid in het gebied (toegegeven: eerder laat dan vroeg), en de reële angst voor immense materiële schade en menselijk leed bij een oorlog, zijn zwaarwegende factoren en zouden tot een nieuwe fase van politieke ontspanning kunnen leiden.

Warm zullen de relaties niet snel worden en zo goed als zeker zullen de twee landen elkaars rivalen blijven.

Het is nou eenmaal zo dat Saoedi-Arabië last heeft van een minderwaardigheidscomplex tegenover Iran, en Iran een calimero-complex heeft ten opzichte van de wereld

Het is nou eenmaal zo dat Saoedi-Arabië last heeft van een minderwaardigheidscomplex tegenover de Perzen en zich superieur voelt tegenover de sji'ieten. Iran op zijn beurt gaat gebukt onder een calimero-complex ('de hele wereld is tegen ons'), maar combineert dat met een grenzeloze ambitie om onafhankelijk te blijven.

Zo'n constellatie, met een even onbetrouwbare als roekeloze Amerikaanse president op de achtergrond, biedt echter voldoende reden om te speculeren over een hernieuwde dooi in de relaties.

Vlak na de moord op Soleimani nam de spanning in de Perzische Golf fors toe en leek een grootschalig militair treffen in aantocht. Diverse Arabische Golfstaten – in het bijzonder Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten – riepen op tot “kalmte.”

Zij zien de bui al hangen mocht het tot een oorlog komen waarbij hun grondgebied een van Irans eerste doelwitten zal zijn. Iran op zijn beurt is serieus bevreesd voor de Amerikaanse militaire suprematie.

Zo zou de toenadering tussen de twee 'aartsvijanden' een mogelijk scenario kunnen zijn – een even spectaculair als onvoorzien gevolg van Soleimani's liquidatie. Oorlog kan altijd nog, maar dan naar alle waarschijnlijkheid uitgelokt door de Verenigde Staten.

  • 1Daniel K. Khalessi, "The Implications of the Assassination of Qasem Soleimani - Expert Opinions", Project on Shi'ism and Global Affairs, 17 januari 2020,
  • 2Zie mijn eerder bijdrage hierover in de Clingendael Spectator: "Saoedi-Arabië en Iran: regionale grootmachten op ramkoers?' 8 oktober 2018.
  • 3Soms beide tegelijkertijd. De literatuurlijst is inmiddels lang en blijft groeien, te lang om op te noemen. 
  • 4Geciteerd in Simon Mabon, "Saudi Arabia and Iran: Friends, Rivals or Foes", Bustan: The Middle East Review, vol. 8, nr. 1 (2017), pp. 38-53, p. 44.
  • 5Voorbeelden daarvan zijn terug te vinden in Banafsheh Keynoush, Saudi Arabia and Iran. Friends or Foes?, Palgrave Macmillan 2016.

Authors

Paul Aarts
Midden-Oostenexpert verbonden aan de Universiteit van Amsterdam