Back to archive
Author(s):
Challenging world views by our team of spectators

MI5 heeft foute vrienden

21 Oct 2020 - 12:17

“There are no secrets better kept than the secrets that everybody guesses”, schreef de Ierse toneelschrijver George Bernard Shaw in 1893, “as long as you don’t fly openly in the face of society, society doesn’t ask any inconvenient questions”.1

Shaws woorden hadden betrekking op het oudste beroep op aarde. Prostitutie was een “open secret” dat in Victoriaans Engeland als moreel verwerpelijk werd beschouwd, maar waarover niemand “inconvenient questions” stelde. Het citaat is behalve op prostitutie echter ook van toepassing op de werksfeer van het op één na oudste beroep; dat van de spionnen.

Enkele maanden geleden werd door onderzoeksjournalisten onthuld dat de Britse inlichtingendiensten Military Intelligence Section 6 (MI6, verantwoordelijk voor internationale inlichtingen) en Military Intelligence Section 5 (MI5, verantwoordelijk voor de directe nationale veiligheid) trainingen geven aan de inlichtingendiensten van onder andere Saoedi-Arabië, Pakistan, de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) en Egypte.

Voor velen was dit zo’n typisch “secret that everybody guessed”. De meeste mensen weten wel dat inlichtingendiensten nu eenmaal samenwerken en informatie uitwisselen, ook al wordt daar door de diensten zelf niet over gesproken. Goede relaties met buitenlandse diensten zijn immers noodzakelijk om internationale dreigingen het hoofd te bieden.

Wat is nuttiger dan diensten in belangrijke landen in het Midden-Oosten te trainen in ‘governance’?

Dat ‘noodzakelijkheidsargument’ klinkt inderdaad aannemelijk. In het huidig dreigingslandschap, gekenmerkt door grensoverschrijdende gevaren en transnationale groeperingen, is efficiënte uitwisseling van informatie essentieel. En, zo zou je denken, wat is dan nuttiger dan diensten in belangrijke landen in het Midden-Oosten te trainen in governance?

Immers, als die diensten effectiever zijn, komt dat ook de informatie-uitwisseling met de Britten ten goede. Een belangrijke kanttekening daarbij is echter dat dit alleen opgaat als die informatie ook betrouwbaar is. En daar kun je in het geval van de eerder genoemde diensten je vraagtekens bij zetten. Want hoe komen die diensten eigenlijk aan hun inlichtingen?

Het politieke karakter van veiligheidsdiensten in landen als Saoedi-Arabië en Egypte betekent dat zij functioneren als een ‘Big Brother’ binnen de staat, een onzichtbare, alom aanwezige macht die al te kritische burgers dag en nacht in de gaten houdt. En het blijft niet alleen bij in de gaten houden.

De veiligheidsdienst in Egypte (mukhabarat) is verantwoordelijk voor de verdwijning van honderden journalisten, activisten, politieke oppositiefiguren en zelfs kinderen.2 Deze mensen worden zonder duidelijke aanklacht gearresteerd, zonder proces vastgezet, en in detentie vaak jarenlang gemarteld. Velen worden nooit meer teruggezien.

Foutieve informatie is in de inlichtingenwereld nog gevaarlijker dan géén informatie

De Saoedische geheime dienst is niet veel beter. In 2018 kwam deze in opspraak door de betrokkenheid bij de moord op journalist Jamal Khashoggi. In opdracht van de Saoedische kroonprins Mohammed Bin Salman was de journalist op het Saoedische consulaat in Istanbul vermoord. De zaak van Khashoggi haalde het nieuws omdat het een bekende journalist betrof, maar wie leest er over de honderden minder bekende dissidenten die in de afgelopen jaren zijn opgespoord, gearresteerd en gemarteld door Riyadh?3

Dus wat kunnen de Britten eigenlijk verwachten van deze diensten? Hoe weten ze dat de informatie die deze organisaties verstrekken niet is verkregen door marteling of bedreiging? En als dat wel zo is, wat is die informatie dan nog waard?

Onderzoek heeft al jaren geleden uitgewezen dat informatie die verstrekt is onder dwang in de meeste gevallen nutteloos is, omdat mensen onder bedreiging simpelweg bereid zijn alles te zeggen om de dreiging of marteling te doen stoppen. De track record van de hierboven genoemde diensten is zodanig dat het dus maar de vraag is of de informatie die zij verschaffen ook waar is. En foutieve informatie is in de inlichtingenwereld nog gevaarlijker dan géén informatie.

De voorstanders van de Britse trainingsprogramma’s zullen echter zeggen dat we dit soort trainingen ook kunnen gebruiken om deze diensten ‘op te voeden’. Kunnen deze trainingen niet juist een instrument zijn om die onethische methoden in te dammen?

Uit de documenten van de journalisten bleek dat de trainingen al plaatsvonden sinds 2004. Khashoggi werd vermoord in 2018. Wanneer deze trainingen werkelijk als doel hadden de betreffende diensten wat te leren, dan kan op zijn minst gezegd worden dat hun leercurve vrij vlak is gebleken. Dat is overigens niet onlogisch, want waarom zouden deze diensten hun modus operandi veranderen? Zolang zij fungeren als persoonlijk repressiemiddel van de dienstdoende dictator hebben ze weinig reden om opeens de mensenrechten te gaan respecteren.

Wat te doen nu het “secret that everybody guesses” niet langer een “secret” is?

Voor MI5 is dit natuurlijk ongemakkelijk. Niemand wil geassocieerd worden met folteraars. De gevolgen van samenwerking met dit soort inlichtingendiensten gaan echter verder dan reputatieschade. Het wining and dining door MI5 legitimeert deze diensten en draagt daarmee indirect bij aan het voortbestaan van de repressieve regimes die zij vertegenwoordigen.

De ironie is dat het juist de context van deze repressieve regimes is waarbinnen de dreigingen ontstaan waartegen MI5 zich wil wapenen. Zo kwamen de daders van de aanslagen op 9/11 uit Saoedi-Arabië, de VAE en Egypte. Islamitische Staat (IS) ontstond daarnaast binnen de context van de dictatuur van Assad.

Als de recente geschiedenis ons íets zou moeten leren, is het dat het (heimelijk) indirect in stand houden van repressieve regimes nou niet bepaald leidt tot minder dreiging. Cynisch genoeg draagt de Britse dienst met hun ‘trainingen’ dus ongewild bij aan de creatie van haar eigen vijanden.

Dus wat nu? Wat te doen nu het “secret that everybody guesses” niet langer een “secret” is? Ongetwijfeld is er in Thames House4 met irritatie gereageerd op de openbaringen, en de Britse spymasters hullen zich tot op heden in karakteristiek stilzwijgen.

Maar misschien is het tijd om daar geen genoegen meer mee te nemen. Om eens door te vragen. Zijn deze trainingen ter bescherming van de nationale veiligheid? Of uiteindelijk een gevaar voor die nationale veiligheid? En wie bewaakt eigenlijk die balans? Kortom, misschien is het tijd voor wat “inconvenient questions”.

Authors

Goos Hofstee
Research fellow at the Clingendael Institute