Hoe Amalrik de ondergang van de Sovjet-Unie voorspelde
Series Diplomacy & Foreign Affairs

Hoe Amalrik de ondergang van de Sovjet-Unie voorspelde

10 Feb 2022 - 08:29
Photo: De Russische dissident Andrej Amalrik op Schiphol tijdens een persconferentie op 15 juli 1976. © Hans Peters / Anefo (Nationaal Archief) 
Back to archive
Author(s):

De Clingendael Spectator bestaat 75 jaar en viert dit jubileum door spraakmakende publicaties uit het archief met de kennis van nu te analyseren. In deze bijdrage duikt hoogleraar André Gerrits in het essay van de Russische dissidente historicus Andrej Amalrik die in 1969 voorspelde hoe de Sovjet-Unie ten onder zou gaan.

Bekijk hier het essay van Andrej Amalrik in de Internationale Spectator in 1969: Zal de Sowjet-Unie tot 1984 voortbestaan?

De Oost-Europese serie van de Internationale Spectator had de primeur. In oktober 1969 plaatste de redactie een uitvoerig essay van een toen nog vrijwel onbekende Russische dissidente historicus, Andrej Amalrik genaamd. Amalrik, geboren in 1938 te Moskou, stelde in zijn stuk ‘Zal de Sowjet-Unie tot 1984 voortbestaan?’ de vraag of de Sovjet-Unie het jaar 1984 zou halen.

Een wonderlijke vraag – vrijwel niemand ging er immers van uit dat dat niet het geval zou zijn. Amalrik was daar echter niet zo zeker van. Naar zijn overtuiging zou het zeer goed mogelijk zijn dat de vermolmde en verstarde Sovjetstaat op niet al te lange termijn aan zijn eigen zwakheden ten onder zou gaan. Niet zomaar, maar als gevolg van een slopend conflict met de Volksrepubliek China, de machtige buurstaat van de Sovjet-Unie.

“Op het ogenblik”, zo meldde de redactie van de Internationale Spectator, “houdt Amalrik zich, in geduldige afwachting van een nieuwe arrestatie, bezig met het kweken van augurken en tomaten”

De Russische autoriteiten waren niet gediend van Amalriks bespiegelingen. Dit was overigens al een aantal jaren het geval. Zo werd Amalrik in 1963 verwijderd van de Staatsuniversiteit van Moskou omdat hij bleef vasthouden aan zijn overtuiging dat niet de Slaven maar de Vikingen aan de wieg van de Russische staat hadden gestaan – een juiste interpretatie die echter tegen de officiële lijn inging.

Daarna volgden enkele jaren van kleine baantjes, arrestatie en gevangenisstraf, ballingschap, terugkeer naar Moskou en opnieuw ontslag. “Op het ogenblik”, zo meldde de redactie aan de lezers van de Internationale Spectator, “houdt Amalrik zich, in geduldige afwachting van een nieuwe arrestatie, bezig met het kweken van augurken en tomaten”.

Russische traditie
‘Zal de Sowjet-Unie tot 1984 voortbestaan?’ is in veel opzichten een heel Russisch betoog. Russische intellectuelen bezien de ‘staat’ met wantrouwen en het ‘volk’ met een mengeling van bewondering, geringschatting en vrees. Ook de mogelijkheid van een militair conflict met China – een cruciale factor in Amalriks scenario – ligt ingebed in de Russische geschiedenis, in de verborgen angst van de Russen voor hun machtige, bevolkingsrijke, soms onberekenbare en thans oppermachtige buurstaat.

Amalriks kijk op de Russische samenleving en hoe die zich verhoudt tot de staat, in zijn geval het communistische regime, reikt verder dan de ondergang van de Sovjet-Unie. Zijn essay gaat niet alleen over de ongerijmdheden van het communistische systeem, maar ook over de eigenaardigheden van de Russische traditie

Moskou, begin jaren '80.  ©Ceri C / Flickr
Moskou, begin jaren '80. © Ceri C / Flickr

Ruim vijftig jaar na publicatie is er in Rusland veel veranderd, maar ook veel hetzelfde gebleven. Het communisme is verdwenen, zoals Amalrik voorzag, maar Rusland moddert voort. Vladimir Poetin moet het essay van Amalrik zeker lezen; een gewaarschuwd man telt voor twee.

Eén van de redenen waarom Amalrik zijn essay schreef, was de opkomst van wat hij zag als een “onafhankelijke maatschappelijke beweging” in Rusland, “een echte politieke oppositie”. In zijn publicatie schetst hij het ontstaan van deze dissidentenbeweging. De oppositiegroep telde enkele tientallen actieve aanhangers en enige honderden sympathisanten, gokt Amalrik.

De beweging wordt gedragen door wat Amalrik de “intelligentsia” noemt, een typisch Russisch begrip waarmee hij overigens weinig opheeft. Hij spreekt zelf liever van de “middenklasse” in de Sovjet-Unie: een klasse die zich heeft verzekerd van een redelijke levensstandaard, die een “zekere cultuur” bezit en die in staat is zich een “min of meer gezond oordeel” te vormen over de samenleving. Van die middenklasse moet Rusland het uiteindelijk hebben, meent Amalrik.

Amalrik prijst zich gelukkig dat het regime vooral wil dat alles bij het oude blijft

De middenklasse onderscheidt zich volgens Amalrik van zowel de elite als “het volk”. De elite en het regime zijn nauw verweven. Hun enige doel is zelfbehoud; dat kan op vele manieren bewerkstelligd worden. Amalrik prijst zich gelukkig dat het regime vooral wil dat alles bij het oude blijft (geen geringe vooruitgang na het Stalinistische schrikbewind waaronder hij zelf opgroeide): “Stellig is dat het humaanste doel dat het regime zich de laatste eeuw heeft gesteld, maar tegelijkertijd is het ook het minst inspirerende.”

Amalrik verwacht niet dat het communistische bewind in staat zal zijn verdere veranderingen door te voeren. Hij acht een “zogenaamde ‘liberalisering’ van de sovjetmaatschappij” onmogelijk. De voorzichtige veranderingen die hij zelf meemaakte, konden naar zijn mening het beste worden gezien als een proces van aftakeling van het regime. Als dat inderdaad zo blijkt te zijn, concludeert hij, “dan zal het logische resultaat ervan zijn ondergang zijn, waar de anarchie op zal volgen”.

Voor Amalrik is het Russische volk de ‘massa’ – vreemd, primitief, ondoorgrondelijk en dreigend. Amalrik, die ruim twee jaar in ballingschap in een klein Siberisch dorp vertoefde, had weinig op met zijn buren.

Vrijheid wordt door de meeste Russen – “boeren en boeren-van-gisteren”, zoals Amalrik ze typeert – opgevat als wanorde. Eerbied voor de rechten van het individu wekt dan ook vooral verbazing. Alleen het idee van rechtvaardigheid wordt door de meeste Russen begrepen, meent Amalrik, en dat betekent voor de gemiddelde Rus vooral dat niemand het beter heeft dan hijzelf.

Detail van een Sovjet-muurschildering in het Oekraiense Kharkov.  © Adam Jones / Flickr
Detail van een Sovjet-muurschildering in het Oekraiense Kharkov. © Adam Jones / Flickr

Oorlog met China: de cruciale variabele
Hoe zal de ondergang van de Sovjet-Unie eruit zien? Amalrik onderscheidt twee scenario’s.

De eerste mogelijkheid is dat de middenklasse het voortouw neemt. Dit constructieve scenario is volgens hem onwaarschijnlijk, omdat de middenklasse te zwak is.

De tweede mogelijkheid: de “laagste” klassen komen in beweging. Amalrik stelt dat dit scenario voorstelbaarder is, en rampzalig zou zijn. Zodra “het volk” zijn betrekkelijke straffeloosheid ondervindt, zal het leiden tot de “vernielzuchtigste, gewelddadigste en onverantwoordelijkste acties” die denkbaar zijn, waarschuwt hij.

Amalrik is ervan overtuigd dat het communistische bewind in Rusland zijn langste tijd heeft gehad; hij verwacht dat het in de eerste helft van de jaren tachtig zal bezwijken. Het regime zal ten onder gaan aan zijn eigen tegenstellingen, maar niet voordat een oorlog met China zijn ultieme onmacht heeft bewezen.

Wil China een wereldmacht worden, dan zal het eerst moeten afrekenen met de Sovjet-Unie

De oorlog met China is de cruciale variabele in de ondergang van de Sovjet-Unie. Dit onderstreept Amalriks voorliefde voor historische parallellen. Het tsaristisch regime kreeg een enorme dreun na de nederlaag tegen Japan (in 1905) en het bezweek uiteindelijk aan de gevolgen van oorlog met Duitsland (in 1917, tijdens de Eerste Wereldoorlog).

Het scenario van een oorlog tussen Rusland en China was overigens minder onwaarschijnlijk dan men zou denken. In maart 1969, kort voordat Amalrik zijn essay schreef, vochten beide communistische staten nog een kort, hevig grensconflict uit aan de Oessoerie-rivier, dat enkele honderden militairen het leven kostte.

Amalrik voorspelt dat China de Sovjet-Unie binnen tien jaar zal aanvallen. Volgens de logica der gebeurtenissen zullen groeiende sociale en economische problemen in China zijn communistische leiders onverbiddelijk tot expansie en agressie drijven. Oorlog moet de aandacht afleiden van de binnenlandse problemen.

De Verenigde Staten zijn daarbij geen voor de hand liggend doelwit. Rusland, met zijn dunbevolkte, olierijke velden in Siberië en het Verre Oosten, is dat wel. Wil China een wereldmacht worden, dan zal het eerst moeten afrekenen met de Sovjet-Unie.

Moskou, begin jaren '80.  © Ceri C / Flickr
Moskou, begin jaren '80. © Ceri C / Flickr

Zodra China sterk genoeg is, meent Amalrik, zal het een bij voorkeur conventionele oorlog tegen Rusland ontketenen. De Sovjet-Unie kan reageren met een nucleaire tegenaanval, maar dat is zelfmoord. Zo zal het communistische regime in Moskou een langdurige en uitputtende partizanenoorlog worden opgedrongen, die het onmogelijk kan winnen.

Amalrik heeft een ambivalente kijk op de toekomst van communistisch China. Net als de Sovjet-Unie ontwikkelt het land zich steeds meer in “nationalistisch-imperialistische” richting (waarvan de Chinees-Russische oorlog uiteindelijk het gevolg zal zijn).

Anders dan in het geval van Rusland acht Amalrik de liberalisering van China echter voorstelbaar. “China zal ongetwijfeld in de loop der tijd het levenspeil van het eigen volk aanzienlijk verhogen en een periode van liberalisering binnentreden, hetgeen in samenhang met het traditionele geloof in geestelijke waarden China zal maken tot een uitmuntende partner voor het democratische Amerika”, voorspelt hij.

Een verbond met China was voor Amalrik, zoals voor vrijwel alle Russen, al moeilijk voorstelbaar, maar een bondgenootschap waarin Rusland de ondergeschikte partij zou zijn, was ondenkbaar

Amalriks kijk op de toekomst van China vertoont veel gelijkenis met de eerder dominante verwachting in het Westen dat China’s economische groei onvermijdelijk tot politieke liberalisering zou leiden. Maar waarom communistisch China wel en Rusland niet zal liberaliseren, blijft onduidelijk. Het zouden de traditionele geestelijke waarden in China kunnen zijn, die Amalrik wel noemt maar waar hij niet verder op ingaat.

Evenmin voorzag Amalrik dat de machtsverhouding tussen China en Rusland binnen enkele decennia volledig zou omkeren. Een verbond met China was voor Amalrik, zoals voor vrijwel alle Russen, al moeilijk voorstelbaar, maar een bondgenootschap waarin Rusland de ondergeschikte partij zou zijn, was ondenkbaar.

De ontmanteling van de Sovjet-Unie
De Sovjet-Unie haalde 1984, zij het maar net. Een jaar later kwam Michail Gorbatsjov aan de macht, en hij zette – onbedoeld weliswaar – de ontmanteling van de Sovjet-Unie in gang.

Amalrik achtte veel mogelijk, zowel de voortzetting als de ondergang van het communisme en zowel een gewelddadige als – minder waarschijnlijk – een vreedzame transitie. Wat hij zich echter niet kon voorstellen, zou gebeuren: het Gorbatsjov-scenario, een serieuze poging om het Sovjetsysteem van binnenuit te hervormen. Het geeft nog maar eens aan hoe uniek, hoe on-Russisch wellicht, de veranderingen onder Gorbatsjov waren.

De ontwikkeling die Rusland uiteindelijk heeft doorgemaakt, komt het dichtst in de buurt van Amalriks meest optimistische script. Helemaal aan het einde van zijn essay gaat hij in op het onwaarschijnlijke scenario dat de “middenklasse” toch sterk genoeg blijkt om de controle in handen te houden, en dat de ontmanteling van het Sovjetrijk op vreedzame wijze zal geschieden.

Vladimir Poetin met de laatste president van de Sovjet-Unie Michail Gorbatsjov in 2000.  © Wikimediacommons via Kremlin.ru
Vladimir Poetin met de laatste president van de Sovjet-Unie Michail Gorbatsjov in 2000. © Wikimediacommons via Kremlin.ru.

‘Zal de Sowjet-Unie tot 1984 voortbestaan?’ zegt wel iets over het huidige Rusland, maar niet alles. Veel is veranderd. Het Rusland van Poetin is geen moderne variant van de Sovjet-Unie. De Russische samenleving is de afgelopen decennia ingrijpend gemoderniseerd.

Veel is daarentegen ook hetzelfde gebleven. De autoritaire politieke orde, het egoïsme van de elite, het wantrouwen tussen overheid en onderdanen, en de onderdrukking van andersdenkenden zijn net zo kenmerkend voor de voormalige Sovjet-Unie als voor het huidige Rusland.

Het Marxisme-Leninisme is ingeruild voor een combinatie van nationalisme en consumentisme, maar de economische groei stagneert, de ongelijkheid neemt verder toe en voor het eerst in decennia valt het woord zastoj (stagnatie) weer. Als ik Poetin was, zou ik Amalriks omineuze bespiegelingen ter harte nemen.

Filosoferen over de ondergang van de Sovjet-Unie leek nogal vergezocht in de jaren zeventig en was bovendien niet in lijn met de politieke tijdgeest

Toch zou Amalrik Rusland vandaag de dag nauwelijks herkennen, vermoed ik. De essentie van zijn essay is de absurditeit van het communisme. Amalrik twijfelde aan het voortbestaan van de Sovjet-Unie, niet aan dat van Rusland. De Amsterdamse hoogleraar en Ruslandkundige Jan-Willem Bezemer merkte in zijn inleiding op een Nederlandse uitgave van Amalrik (1984) op dat Amalrik moet worden beschouwd als de “meest lucide en originele denker van de Russische oppositie”.1

In weerwil van deze lovende woorden, en ondanks de aandacht die het essay in het Westen trok, heb ik niet de indruk dat het uiteindelijk veel heeft losgemaakt. Filosoferen over de ondergang van de Sovjet-Unie leek nogal vergezocht in de jaren zeventig en was bovendien niet in lijn met de politieke tijdgeest.

Amalriks conclusie dat de Sovjet-Unie een zwakke staat was die op afzienbare termijn aan zijn eigen ongerijmdheden zou bezwijken werd in veiligheidspolitieke kringen nauwelijks serieus genomen. Op de toenadering van de jaren zeventig (détente) volgde de nieuwe Koude Oorlog van de jaren tachtig. In het Amerika van president Ronald Reagan werd de macht van de Sovjet-Unie eerder overschat dan onderschat – a clear and present danger.

Amalrik kreeg gelijk. Iets later dan voorspeld, in 1991, stortte de Sovjet-Unie in – tot vrijwel ieders verbazing. Amalrik heeft dit zelf niet meer meegemaakt.

Russische dissident Andrej Amalrik en echtgenoot Gjoezel op Schiphol tijdens persconferentie op 15 juli 1976. © Hans Peters, Anefo / Nationaal Archief
De Russische dissident Andrej Amalrik en echtgenoot Gjoezel op Schiphol tijdens een persconferentie op 15 juli 1976. © Hans Peters / Anefo (Nationaal Archief).

Kort nadat Karel van het Reve, correspondent voor Het Parool in Moskou in 1967 en 1968, het essay van Amalrik naar Nederland smokkelde, werd Amalrik opnieuw gearresteerd. In november 1970 werd hij tot drie jaar werkkamp veroordeeld. Pas in 1975 keerde hij terug naar Moskou, maar de autoriteiten lieten hem ook daarna niet met rust. Uiteindelijk kreeg hij de keus voorgelegd: opnieuw worden berecht of vertrekken.

Hij koos voor het laatste. In 1976 kreeg Amalrik een visum om naar Nederland uit te reizen. Het zou geen aangenaam ballingschap worden. Net als andere voormalige dissidenten had Amalrik grote moeite om zich aan zijn nieuwe thuisland aan te passen. Hij bleef zich gedragen als een lastig, eigenzinnig persoon die over het algemeen weinig begrip kon opbrengen voor zijn omgeving.2

Zijn leven eindigde tragisch. In november 1980, op weg naar Madrid voor een conferentie over de Helsinki-akkoorden, kwam hij bij een verkeersongeluk om het leven. In de buurt van Guadalajara raakte de auto van Amalrik op de verkeerde weghelft en botste tegen een vrachtwagen. Andrej Amalrik was op slag dood. Bij mijn weten is er nooit getwijfeld over de toedracht van het ongeluk.

  • 1Andrej Amalrik, Haalt de Sovjetunie 1984? Met bijdragen van J.W. Bezemer en K. van het Reve. Utrecht / Antwerpen, L.J. Veen, 1984, blz. 19. 
  • 2In zijn weblog Rusland in woord en beeld haalt slavist Egbert Hartman vrolijke herinneringen op aan zijn colleges bij Amalrik, aan de Universiteit Utrecht. “Met veel fanfare” was Amalrik in Nederland ontvangen, schrijft hij, maar al snel kwamen ze er in Utrecht achter dat ze “een querulant” in huis hadden gehaald. Hartman citeert zijn collega Arthur Langeveld: “Dissidenten zijn bijna zonder uitzondering moeilijke mensen (…) en Amalrik was wel de allermoeilijkste.”

Authors

André Gerrits
Professor of International Studies and Global Politics at Leiden University