Wat het realisme ons leert over de oorlog in Oekraïne
Series Conflict and Fragility

Wat het realisme ons leert over de oorlog in Oekraïne

11 Oct 2022 - 14:24
Photo: Riccardo Cuppini / Flickr
Back to archive
Author(s):

Zeven experts deelden in het Oekraïne-debat van de Clingendael Spectator hun kijk op het begin en einde van de oorlog. In deze slotbijdrage plaatst André Gerrits de gegeven antwoorden in de context van het realisme, dat volgens de hoogleraar aan de Universiteit Leiden onterecht een slechte reputatie heeft. Maar wat is het realisme eigenlijk en wat leert deze benadering van de wereldpolitiek ons over de oorzaak, het verloop en de afloop van de oorlog in Oekraïne?

Realisme in de internationale politiek
De Russische invasie in Oekraïne leidde wereldwijd tot een felle discussie over de medeverantwoordelijkheid van het Westen voor de oorlog. Onder de meest uitgesproken critici van de westerse (vooral Amerikaanse) politiek ten aanzien van Rusland en Oekraïne zijn aanhangers van het realisme te vinden.

Een boegbeeld van de radicaal realistische kritiek is John Mearsheimer, die in 2014 een artikel in Foreign Affairs publiceerde onder de titel ‘Why the Ukraine crisis is the West’s fault’.1  Realisten draaien over het algemeen niet om de hete brij heen.

In juni 2015, een jaar na de annexatie van de Krim, gaf Mearsheimer een college voor alumni van zijn universiteit2  waarin hij opnieuw betoogde dat de Russische interventie in Oekraïne moest worden gezien als een voorspelbare reactie op de uitbreiding van de NAVO en het negeren van Ruslands veiligheidsbelangen. Inmiddels is de video van zijn college meer dan 27 miljoen keer bekeken.3  In februari 2022, kort na het begin van de oorlog, herhaalde Mearsheimer zijn standpunt: het Westen heeft de Russische agressie uitgelokt.4

Gerrits - John Mearsheimer (L) tijdens een debat in 2014 over de Russiche annexatie van de Krim. Chatham House - Flickr
John Mearsheimer (L) tijdens een debat in 2014 over de Russische annexatie van de Krim. © Chatham House / Flickr

Mearsheimers ‘realistische’ analyse leverde een golf aan verontwaardigde reacties op en bevestigde voor veel mensen het idee dat realisme een vorm van cynische machtspolitiek zou zijn, amoreel en egoïstisch, met louter oog voor de belangen van grote mogendheden. In hoeverre klopt dit beeld?

Het realisme is geen politieke theorie maar een nogal uiteenlopende benadering van de internationale politiek. Moderne vertegenwoordigers van het realisme suggereren een traditie die meer dan tweeduizend jaar teruggaat. Thucydides, de Atheense kroniekschrijver van de Peloponnesische Oorlogen (431-404 v.Chr.), wordt vaak gezien als de oervader van het realisme. De ‘realistische’ canon bevat verder werken van uiteenlopende, controversiële denkers als Niccolò Machiavelli, Thomas Hobbes, Carl Schmitt, George F. Kennan en – in onze tijd – Henry Kissinger. Een traditie van millennia laat zich moeilijk in enkele zinnen samenvatten. Ieder zijn eigen realisme, zo lijkt het.5

Het realisme baseert zich op een aantal uitgangspunten: in de internationale politiek draait het vooral om staten, macht, en zelfbehoud – ieder voor zich, zonder een God voor ons allen. De rest is bijzaak, en daarover lopen onder realisten dan ook de meningen sterk uiteen.

Politiek begint waar we samenleven met degenen met wie we van mening verschillen. Binnen landen zijn we er nog redelijk in geslaagd om op basis van hiërarchie orde te creëren, maar tussen landen verkeren we in een staat van voortdurende anarchie en onzekerheid.

Waar liberalen de oorlog in Oekraïne vaak zien als een strijd tussen democratie en dictatuur, menen realisten dat Rusland vooral handelt als grote mogendheid

Realisten neigen er over het algemeen naar om orde en veiligheid te laten prevaleren boven rechtvaardigheid. Waar idealisten de internationale politiek het liefst zouden willen vervangen door juridische procedures en internationale afspraken, benadrukken realisten dat recht evenmin als moraliteit een alternatief voor macht is. Het internationale recht en internationale organisaties zijn uiteindelijk net zo relevant als de (machtigste) staten willen dat ze zijn.

Anders dan de meeste idealisten was Mearsheimer in de jaren negentig van de 20e eeuw daarom van mening dat Oekraïne zijn nucleaire arsenaal niet moest opgeven.6  Dit was volgens hem te risicovol; Rusland zou de onafhankelijkheid van Oekraïne op een gegeven wel eens kunnen heroverwegen.

De slechte reputatie van het realisme berust, in ieder geval gedeeltelijk, op een misverstand. Critici verzuimen dikwijls onderscheid te maken tussen de analytische en de normatieve kant van het realisme. De verklaring van Poetins agressie-oorlog wordt gepresenteerd als een rechtvaardiging van die oorlog. Het is het bekende onderscheid tussen iets proberen te ‘begrijpen’ en ergens ‘begrip’ voor opbrengen.

Gerrits - Standbeeld van Niccolò Machiavelli in Florence. Inayaili de León Persson - Flickr
Standbeeld van Niccolò Machiavelli in Florence. © Inayaili de León Persson / Flickr

Vaak wordt realisten verweten een immoreel of amoreel wereldbeeld te hebben; daar is ooit het begrip ‘machiavellisme’ voor bedacht. Maar evenmin als Machiavelli zelf, zal een realist beweren dat politiek zonder moraliteit is. Politiek heeft haar eigen moraliteit. Realisten verzetten zich tegen de dominante idealistische stroming in het westerse politieke denken, die zich vooral bekommert om hoe we morele betrokkenheid (vrijheid, rechtvaardigheid en gelijkheid) kunnen vertalen in politieke actie.

Realisten staan niet onverschillig tegenover morele of ethische politieke opvattingen, maar ze zijn wel zijn afkerig van moralisme. Politiek is geen toegepaste ethiek. Het realisme laat zich vooral leiden door wat haalbaar is, niet door wat wenselijk zou zijn. Het probeert de wereld te begrijpen zoals die is, niet zoals we die graag zouden willen zien. Politieke daden moeten daarom in eerste instantie7  worden beoordeeld op mogelijke gevolgen en daarna pas op (morele) intenties.8

Als het erop aankomt zijn realisten allesbehalve haviken of oorlogshitsers. Ze waarschuwen voor zelfoverschatting en onnodige risico’s in de internationale politiek, en bepleiten terughoudendheid. Realisten behoorden tot de felste critici van de Amerikaanse oorlog in Vietnam (belangrijkste uitzondering: Henry Kissinger), de inval in Irak, de war on terror en de uitbreiding van de NAVO.

Het voordeel is dat een realist niet gauw zal vallen voor politiek avonturisme of utopisme. Het nadeel is dat het politieke realisten dikwijls aan de verbeeldingskracht ontbreekt om het nu nog onmogelijke toch voor mogelijk te houden. Neem bijvoorbeeld het proces van Europese integratie, het einde van de Koude Oorlog, de ondergang van de Sovjet-Unie en, wie weet, de toetreding van Oekraïne tot de NAVO – stuk voor stuk zaken die door een realist nauwelijks voor mogelijk zouden worden gehouden.

Realisme en de oorzaken van de oorlog in Oekraïne
De oostwaartse uitbreiding van de NAVO als mogelijke oorzaak voor de Russische invasie leidt tot verhitte debatten, getuige bijvoorbeeld de eerste aflevering uit de Clingendael Spectator-serie over het begin, verloop en einde van de Oekraïne-oorlog.9  In grote lijnen zijn er twee verklaringen voor de Russische invasie in Oekraïne, die ook terugkomen in de discussie onder Nederlandse deskundigen: een geopolitieke en een cultureel-historische uitleg.

De oorlog in Oekraïne is zowel een strategisch conflict met het Westen als een postkoloniale stuiptrekking van het Kremlin

De geopolitieke verklaring duidt de Russische agressie vanuit een typisch realistisch leerstuk: het veiligheidsdilemma. Waar de ene staat (of alliantie) maatregelen neemt om de eigen veiligheid te versterken, kan de andere staat dit ervaren als een aantasting van zijn veiligheid – en daarom ook zo gaan handelen. De oostwaartse uitbreiding van de NAVO en de reactie van Rusland zouden als zo’n veiligheidsdilemma kunnen worden getypeerd.

De cultuur-historische verklaring zoekt de oorzaak van de oorlog vooral in de opvattingen van Vladimir Poetin over Oekraïne en de historische relaties tussen Oekraïne en Rusland. In deze uitleg is de oorlog het gevolg van een onvoltooid dekolonisatieproces en diepgeworteld revanchisme. Verwijzingen naar de vermeende dreiging van het Westen – of naar de uitbreiding van de NAVO – leiden af van waar het werkelijk om gaat: Ruslands imperialistische, agressieve ambities.

Gerrits - Secretaris-generaal van de NAVO Jens Stoltenberg in 2015 na een grootschalige gezaemnlijke militaire oefening met Oekraïne. NATO
Secretaris-generaal van de NAVO Jens Stoltenberg in 2015 na een grootschalige gezamenlijk militaire oefening met Oekraïne. © NATO 

De meeste realisten neigen naar de geopolitieke verklaring. Veel liberale beschouwers delen de cultureel-historische uitleg; ook onder de deelnemers aan de Clingendael Spectator-discussie lijkt deze laatste uitleg dominant. Het ging niet om de NAVO (Bob Deen), dat was een “alibi” (Hubert Smeets).9

De stelligheid van het maken van een keuze tussen beide verklaringen heb ik nooit begrepen. De veelgehoorde overtuiging dat de NAVO nooit agressieve bedoelingen tegenover Rusland heeft gehad is nauwelijks relevant. Het veiligheidsdilemma – Jonathan Holslag is de enige die dit noemt in de eerste aflevering van de Clingendael Spectator-serie9  –­ draait namelijk vooral om percepties. Kortom: het gaat er niet zozeer om hoe dreigend een actie is, maar hoe dreigend een actie overkomt.

Waar liberalen de oorlog in Oekraïne vaak zien als een strijd tussen democratie en dictatuur, menen realisten dat Rusland vooral handelt als grote mogendheid

De twee verklaringen sluiten elkaar bovendien niet uit. De oorlog in Oekraïne is zowel een strategisch conflict met het Westen als een postkoloniale stuiptrekking van het Kremlin. De essentie is in beide gevallen immers hetzelfde: het streven naar hegemonie over Oekraïne.

Waar liberalen de oorlog in Oekraïne vaak zien als een strijd tussen democratie en dictatuur, menen realisten dat Rusland vooral handelt als grote mogendheid. Laatstgenoemden wijzen erop dat machtige democratieën (de VS in het bijzonder) zich niet wezenlijk anders gedragen dan autoritaire regimes; vooral niet als ze menen dat hun essentiële belangen in het geding zijn.

Rusland draagt als permanent lid van de VN-Veiligheidsraad een bijzondere verantwoordelijkheid voor mondiale vrede en veiligheid, zoals Rob de Wijk terecht opmerkt.9  Sinds de oprichting van de Verenigde Naties hebben echter maar weinig landen (in het bijzonder de VS) vaker oorlog gevoerd dan de leden van die raad.

Gerrits - De Russische president Poetin tijdens een zitting van de VN-Veiligheidsraad in 2016. UN Photo
De Russische president Poetin tijdens een zitting van de VN-Veiligheidsraad in 2016. © UN Photo

De opvatting dat Poetin een democratisch Oekraïne zou hebben gevreesd omdat dit tot een politieke besmetting van Rusland zou kunnen leiden is niet overtuigend. Voor weinig Russen was het onafhankelijke Oekraïne (democratisch, maar zwak, arm en instabiel) een lichtend voorbeeld.

Poetin vreest een democratisch Oekraïne vooral omdat dat een onafhankelijk Oekraïne is. En de Russische machthebbers wijzen een onafhankelijk, soeverein Oekraïne af omdat dat hun geopolitieke plannen (hegemonie in het Euraziatische deel van de wereld) doorkruist, hun economische en politieke belangen in gevaar brengt en hun imperiale, hegemoniale wereldbeeld ondermijnt. We zijn dus eindelijk getuige van de ondergang van de Sovjet-Unie – drie decennia nadat ze werd ontbonden.

Realisme en het verloop van de oorlog in Oekraïne
De westerse militaire betrokkenheid bij de oorlog in Oekraïne berust op een combinatie van twee overwegingen: massale militaire steun en terughoudendheid. Zo probeert het Westen enerzijds de veiligheid van Oekraïne te garanderen en anderzijds een directe militaire confrontatie tussen Rusland en de NAVO te voorkomen.

Het is een wankele koers, met duidelijke risico’s op escalatie. Betrokkenheid bij een dergelijk risicovol militair conflict vereist een krachtig narratief (‘waarom mengen we ons in deze oorlog?’) en een duidelijke politieke strategie (‘hoe komen we er weer uit?’).

Gerrits - Massabegrafenis van Oekraïnse militairen gesneuveld tijdens gevechtshandelingen in Oost-Oekraïne in 2015. Reuters
Massabegrafenis van Oekraïense militairen, gesneuveld tijdens gevechtshandelingen in Oost-Oekraïne in 2015. © Reuters

Het verhaal dat het Westen vertelt om zijn betrokkenheid bij de oorlog te rechtvaardigen bestaat uit twee cruciale componenten. De invasie is allereerst niet alleen een aanval op Oekraïne, het is een aanval op de internationale rechtsorde, op ons allemaal. Ten tweede is dit een Zeitenwende; de oorlog in Oekraïne heeft de situatie in Europa definitief veranderd. Bij beide aspecten van het westerse narratief kunnen kanttekeningen worden geplaatst.

Tegen wie voert Rusland oorlog? Tegen Oekraïne, tegen het Westen, tegen de internationale rechtsorde? Ik kan niet in Poetins donkere brein kijken, maar vermoed dat de invasie vooral was bedoeld om de Russische hegemonie over Oekraïne af te dwingen. Dat de oorlog vrijwel direct leidde tot een militair conflict met het Westen, was in belangrijke mate het gevolg van de onverwacht krachtige en eensgezinde wijze waarop de meeste westerse landen op de Russische agressie reageerden.

De verwachting dat de Europese Unie zich door de Russische agressie zal manifesteren als een relevante geopolitieke speler lijkt meer ingegeven door wensdenken dan door de realiteit

De oorlog veranderde ingrijpend voordat ze goed en wel was begonnen. En zo ook Poetins retoriek. Waar hij de “speciale militaire operatie” eerder nog rechtvaardigde met verwijzingen naar de demilitarisering en denazificatie van Oekraïne, staat de oorlog momenteel vooral in het teken van de verdediging van de Russische soevereiniteit tegen de agressie van het zogenaamde “collectieve Westen”.

Voorlopig wijst niet veel erop dat de oorlog in Oekraïne Europa ingrijpend zal veranderen. De verwachting dat de Europese Unie zich door de Russische agressie zal manifesteren als een relevante geopolitieke speler lijkt meer ingegeven door wensdenken dan door de realiteit.

Gerrits - Oekraïnse militairen tijdens een NAVO-oefening in Oekraïne nabij de Poolse grens in 2015. NATO
Oekraïense militairen tijdens een NAVO-oefening in Oekraïne, nabij de Poolse grens in 2015. © NATO 

De mondiale consequenties van de oorlog lijken veel ingrijpender en raken twee aspecten van het westerse verhaal. Eén: de agressie-oorlog tegen Oekraïne en het Westerse sanctieregime hebben Rusland goeddeels geïsoleerd. En twee: de reactie op de oorlog tussen Rusland en Oekraïne is onderdeel van een mondiale krachtmeting tussen democratie en dictatuur (een typisch idealistisch argument).

Hoewel bij een stemming in de Algemene Vergadering van de VN – direct na de invasie – een overweldigende meerderheid van staten de agressie van Rusland verwierp (141 van de 193 lidstaten eisten dat Rusland de vijandigheden onmiddellijk zou staken en zijn troepen zou terugtrekken), onthielden 35 landen zich van stemming en verwierpen 5 landen de resolutie. De staten die zich van stemming onthielden, vertegenwoordigden meer dan de helft van de wereldbevolking. Daarbij steunden 5 van de 9 nucleaire machten de kritische resolutie niet, inclusief India, de ‘grootste’ democratie ter wereld, dat net als China de import van energie uit Rusland fors heeft opgevoerd (en gedeeltelijk doorvoert naar Europa).

Alle uitweidingen over de soevereiniteit en de keuzevrijheid van Oekraïne ten spijt, zullen machtiger mogendheden de geopolitieke speelruimte van Oekraïne blijven bepalen

Maar belangrijker dan deze cijfers is dat veel landen aanzienlijk kritischer zijn over het westerse sanctieregime dan over de Russische agressie. De G7-staten steunen weliswaar de sanctiemaatregelen, maar van de G20-staten – representatiever voor de wereldgemeenschap – wijst de helft ze af.10  Ook de reactie op de oorlog in Oekraïne bevestigt de realistische veronderstelling dat in het buitenlands beleid geopolitieke en economische belangen zwaarder wegen dan binnenlandse politieke orde en waarden.

Ravange na gevechtshandelingen in Irpin, Oekraïne in augustus 2022. Enno Lenze - Flickr.jpg
Ravage na gevechtshandelingen in Irpin, Oekraïne in augustus 2022. © Enno Lenze / Flickr

Het westerse idee dat de oorlog in Oekraïne onderdeel uitmaakt van een grootschalig mondiaal conflict tussen democratie en dictatuur gaat ook niet op. Als er al sprake is van een politieke scheidslijn, dan eerder tussen ‘het Westen’ en ‘het mondiale zuiden’ (plus China) dan tussen democratieën en autocratieën. Veel landen in het mondiale zuiden alsook China hebben slechte ervaringen met westerse sanctiepolitiek en achten een nederlaag of isolement van Rusland niet in hun strategisch belang. Rusland is van het Westen geïsoleerd, dat zeker, maar in deze crisis is het Westen dat ook van een aanzienlijk deel van de rest van de wereld.

De mondiale reactie op de oorlog in Oekraïne bevestigt twee onaangename feiten. Ten eerste dat het onderscheid tussen democratie en dictatuur geen grondslag biedt voor een effectieve geopolitieke strategie. En ten tweede dat de westerse politieke hegemonie sinds het einde van de Koude Oorlog steeds verder afkalft.

Realisme en het einde van de oorlog in Oekraïne
Michael McFaul, oud-ambassadeur van de VS in Moskou, schreef recentelijk in The Washington Post het onethisch te vinden dat suggesties om compromissen te doen in de oorlog in Oekraïne vrijwel altijd gericht zijn aan Volodimir Zelenski, nooit aan Poetin.11  Daar zit iets in, hoewel ook McFaul weet dat het Westen aanzienlijk meer invloed op de oorlogsinspanningen van Oekraïne heeft dan op die van Rusland.

Dit benadrukt nog eens wat iedereen zich realiseert, maar wat – op een aantal overtuigde realisten na – vrijwel niemand hardop zegt. Namelijk dat alle uitweidingen over de soevereiniteit (Hubert Smeets en Ko Colijn) en de keuzevrijheid (Bob Deen) van Oekraïne ten spijt,12  zullen machtiger mogendheden (de VS, EU en ook Rusland) de geopolitieke speelruimte van Oekraïne blijven bepalen – zoals dat in de loop van zijn geschiedenis het geval is geweest.

Oekraïne is voor de oorlog tegen Rusland afhankelijk van de militaire steun van het Westen. De kernvraag is dus: wat wil het Westen? Het lijkt erop dat het Westen een oorlog voert waarvan het niet weet hoe het wil dat ze afloopt.

Poetin kan de annexatie van oostelijk en zuidelijk Oekraïne, zijn enige trofee tot nu toe, niet ongedaan maken

Zijn we uit op een nederlaag van Rusland – wellicht zelfs een nederlaag, zoals de Amerikaanse minister van Defensie Lloyd Austin het omschreef13 , die Rusland zo verzwakt dat het nooit meer zoiets kan uithalen als de invasie van Oekraïne? Zijn we uit op een overwinning van Oekraïne en op de bevrijding van het gehele Oekraïense grondgebied, zoals Zelenski voortdurend benadrukt? Of geven we uiteindelijk de voorkeur aan een militaire patstelling, die beide partijen ‘dwingt’ tot een compromis?

Helaas, na de inlijving van de Donbas, Cherson en Zaporizja is er nauwelijks nog ruimte voor compromissen. Wat voor Rusland letterlijk een point of no return is, verhardt Zelenski’s militaire ambities. Poetin kan de annexatie van oostelijk en zuidelijk Oekraïne, zijn enige trofee tot nu toe, niet ongedaan maken. Het zou een dramatische politieke nederlaag zijn en bovendien – voor wat het waard is – is het ongrondwettelijk.

Zelfs de voorzichtige afspraken waartoe de strijdende partijen in maart tijdens besprekingen in Istanboel bereid leken zijn inmiddels achterhaald. Wat enkele maanden terug nog als een rampscenario gold, lijkt nu dus bijna het minste der kwaden: de oorlog als uitputtingsslag.14

Gerrits - Een Russische raketaanval verwoestte een gebouw in de Oekraïnse stad Zaporizhzhia op 6 oktober 2022. Reuters
Een Russische raketaanval verwoestte een gebouw in de Oekraïense stad Zaporizhzhia op 6 oktober 2022. © Reuters

Wat zijn de alternatieven? Hoe eindigt deze oorlog? Het is nauwelijks voorstelbaar dat de oorlog eindigt zonder Amerikaans initiatief, en dat zit er voorlopig niet in. Europa is te zwak om het verschil te maken. Voor Europa en de VS geldt echter ook dat de ambities, de belangen en de risico’s van de oorlog uiteenlopen. De kosten en de gevaren van de oorlog zijn veel hoger voor Europa dan voor de Verenigde Staten. Voor Europa vereist de oorlog een Oekraïne-, een Rusland- én een Amerikastrategie.

Poetin is nauwelijks nog in staat de oorlog te beëindigen, maar beëindigt de oorlog Poetin? Alleen een dramatische kentering van de oorlog zelf (evenmin onmogelijk als waarschijnlijk) kan voorkomen dat de ‘speciale militaire operatie’ uitloopt op een catastrofe voor Rusland.

Er komt een moment waarop het Kremlin het bericht de wereld instuurt dat de Russische president vanwege oververmoeidheid en op eigen verzoek tijdelijk zijn functie heeft neergelegd

De gevolgen van de sancties en vooral het zwakke Russische militaire optreden hebben Ruslands internationale positie dramatisch verzwakt, zowel binnen als buiten de eigen invloedssfeer. Er komt een moment waarop het Kremlin het bericht de wereld instuurt dat de Russische president vanwege oververmoeidheid en op eigen verzoek tijdelijk zijn functie heeft neergelegd.

Het vertrek van Poetin lost veel problemen op, maar niet de moeizame relatie tussen Rusland en Oekraïne. Net als De Wijk verwacht ik niet dat de oorlog zal eindigen in een formeel vredesakkoord.12  De wapens zullen zwijgen, maar de animositeit woekert door.

Er zal sprake zijn van een reeks gebrekkige politieke afspraken, gebaseerd op een rommelig, onbestendig staakt-het-vuren, in combinatie met een voortdurende opleving van kleinschalig geweld. In die zin is de oorlog in Oekraïne inderdaad een keerpunt in de geschiedenis van Europa; we zitten er waarschijnlijk nog heel lang aan vast.

Authors

André Gerrits
Professor of International Studies and Global Politics at Leiden University