BLM: voor wie tellen zwarte levens eigenlijk?
Opinie Geopolitiek & Wereldorde

BLM: voor wie tellen zwarte levens eigenlijk?

02 Jul 2020 - 10:08
Photo: Protest op de straten van San Francisco op 12 juni 2020. © Christopher Michel - Flickr
Terug naar archief
Author(s):

De golf van woede die sinds de dood van George Floyd door de wereld gaat, heeft veel mensen overvallen. Volgens Mark Elchardus worden de Afro-Amerikaanse slachtoffers van politiegeweld misbruikt om een raciale en racistische identitaire politiek te promoten.1

Eindelijk wordt er geprotesteerd in de Verenigde Staten. Ongelijkheid ontwricht die samenleving. De shining city upon a hill gelijkt steeds meer op een slum. Dat het protest zich na de dood van George Floyd en het zoveelste geval van politiegeweld toespitst op het lot van de Afro-Amerikanen is voorspelbaar, maar geen goede zaak. 

De ongelijkheid treft immers iedereen. De levensverwachting van laaggeschoolde blanken daalt sneller dan die van Afro-Amerikanen. Zij kunnen steeds minder lang genieten van hun zogeheten white privilege.

Vorig jaar nam de politie het leven van 1004 Amerikanen. Van 802 slachtoffers is de etnische identiteit bekend: 370 was blank, 235 zwart en 158 hispanic. Best van al zouden alle Amerikanen van wie het leven door ongelijkheid en geweld wordt beknot eendrachtig – ongeacht huidskleur of herkomst – opkomen voor een rechtvaardigere en redelijkere samenleving.

Dat gebeurt niet. Het risico is reëel dat het huidige protest de kloof tussen zwart en bescheiden blank vergroot. Het probleem van ongelijkheid wordt immers herleid tot een kwestie van ras: Black Lives Matter.

Amerika is een gewelddadig land. Proportioneel komen daar drie keer meer mensen gewelddadig aan hun einde dan in België, vijf keer meer dan in Zweden en maar liefst vijfentwintig (!) keer meer dan in Japan.

In 2018 ging het om 15.500 Amerikanen. Afro-Amerikanen worden daarbij disproportioneel getroffen. Uit studies blijkt dat zij tussen 2000 en 2015 ongeveer 20 kansen op 100.000 hadden om op die manier te sterven, voor hispanics waren dit 6 kansen en voor blanken 3. Enorme verschillen zijn dat.

Elchardus-Protest in Londen op 6 juni 2020. Socialist Appeal - Flickr
Protest in Londen op 6 juni 2020. © Socialist Appeal / Flickr

Toch schuilt in Black Lives Matter de kiem van verdeeldheid. De overgrote meerderheid van Afro-Amerikanen die gewelddadig aan hun einde komen, wordt immers omgebracht door Afro-Amerikanen.

In de periode van 1976 tot 2005 gold dat voor iets meer dan negen op de tien doden; in 2018 voor 88 procent. In Amerika broeit daarom protest tegen het protest: “Black lives matter, behalve voor blacks”, wordt gezegd.

In een relatief recente studie werd dat onderzocht voor de stad Boston (met iets over de 600.000 inwoners). Van 2000 tot 2013 kwamen daar 836 mensen gewelddadig aan hun einde. Terwijl Afro-Amerikanen er net iets minder dan een kwart van de bevolking vormen, leverden zij bijna driekwart van de slachtoffers, en maar liefst 92 procent van de daders.

Te veel zwarte mensen worden vermoord en bijna steeds door jonge Afro-Amerikaanse mannen

‘Black-on-black’-geweld, zo noemt men dat in de VS. Rahm Emanuel, de stafchef van Obama’s Witte Huis, was van 2011 tot 2019 burgemeester van Chicago en derhalve vertrouwd met stedelijk geweld: “(…) we moeten”, zei hij, “daarover eens eerlijk met elkaar durven te praten; het leeuwendeel van de slachtoffers en van de daders zijn jonge Afro-Amerikanen”. Zijn nauwe band met Obama behoedde hem niet voor de progressieve storm van verontwaardiging die over hem rolde. 

Een uitdrukking als ‘black-on-black’-geweld is ontoelaatbaar, stellen critici. Zij suggereert dat het geweld iets met huidskleur te maken heeft, terwijl de verklaring uiteindelijk in sociaaleconomische omstandigheden ligt.

Of dat laatste waar is, laat ik hier in het midden. Het eerste bezwaar snijdt hout; uiteraard is geweld geen gevolg van huidpigmentatie. Er is echter een duidelijk gegeven: te veel zwarte mensen worden vermoord en bijna steeds door jonge Afro-Amerikaanse mannen. Wie echt om zwarte levens geeft, pakt dat aan. 

Het huidige protest gaat (...) geenszins om mensenlevens, zelfs niet om discriminatie

Een meer gelijk Amerika zou helpen. Een beleid dat daar krachtig op inzet (onwaarschijnlijk in dit Amerika) zou binnen één à twee generaties de gewelddadige oversterfte kunnen verminderen.

Ondertussen verdienen Afro-Amerikanen wel meer bescherming. Een drastische afname van politiegeweld zou een tweetal procent minder Afro-Amerikaanse slachtoffers kunnen betekenen.

De overgrote meerderheid van de doden wordt veroorzaakt door gewelddadige gangs die gemakkelijk toegang hebben tot vuurwapens en niet zelden strijden voor territorium en een groter marktaandeel in de drugshandel. De politie staat vaak machteloos omdat de buurtbewoners zwijgen – omerta. Zij vertrouwen de politie niet en leven in de terreur van de jeugdbendes.

Het is dus nogal duidelijk wat moet worden aangepakt, maar het huidige protest gaat – een aantal welmenende mensen buiten beschouwing gelaten – geenszins om mensenlevens, zelfs niet om discriminatie. De Afro-Amerikaanse slachtoffers van politiegeweld worden gewoon misbruikt om een raciale en racistische identitaire politiek te promoten, een wig te slaan tussen ‘de witten’ en ’de gekleurde mensen’. 

Geprivilegieerde blanken juichen dat toe. Het leidt de aandacht af van de ongelijkheid die zowel blank als zwart treft, maar waarvan de welgeborenen profiteren. Dekoloniseren op de universiteit wordt beter betaald dan ouderen en zieken verzorgen. Daarom wordt van achterstelling zowaar een ras gemaakt, iets ‘zwart’.

Die verbazende verbale ingreep wordt daarenboven voorgesteld als een uiting van sociaal engagement en ethische bewogenheid. Vergeleken daarmee waren de missionarissen met hun beschavingsproject aandoenlijke amateurs.

  • 1Deze opinie verscheen eerder als column in dagblad De Morgen op 20 juni 2020.

Auteurs

Mark Elchardus
Emeritus professor sociologie