De betekenis van China’s Zijderoute-plannen voor Nederland
Opinie Diplomatie & Buitenlandse Zaken

De betekenis van China’s Zijderoute-plannen voor Nederland

11 Jan 2016 - 13:47
Photo: Flickr.com / Mali Mish
Terug naar archief
Author(s):
Na het recente staatsbezoek van Koning Willem-Alexander aan China en wederzijdse toezeggingen op het gebied van handel en investeringen is het voor Nederland en China zaak om strategische invulling te geven aan hun samenwerking en bilaterale relatie. De nieuwe Zijderoute-plannen bieden Nederland een unieke gelegenheid om de 400 jaar oude banden met China een krachtige nieuwe impuls te geven en gelijktijdig te bouwen aan een duurzame internationale toekomst.
 
Er zit schot in de betrekkingen tussen Nederland en China. Na het historische staatsbezoek van president Xi Jinping aan Nederland in maart 2014 – het eerste Chinese staatsbezoek ooit aan ons land – bracht koning Willem-Alexander in oktober vorig jaar een succesvol ‘tegenbezoek’ aan China. In Beijing beloofde de koning een actieve Nederlandse rol in de recente Chinese plannen om de zee- en landverbindingen van de oude ‘Zijderoute’ in nieuwe gedaante te doen herleven.
 
President Xi Jinping prees op zijn beurt de steeds ‘rijpere’ bilaterale banden en verwelkomde een actieve Nederlandse rol in de Zijderoute-plannen. Daarnaast sprak Xi de wens uit de onderlinge samenwerking op het gebied van handel en investeringen te intensiveren en opperde hij aanvullende terreinen voor samenwerking, waaronder hoogwaardige productietechnologie, lucht- en ruimtevaart, medische biologie, nieuwe energie en smart-city planning.
 
Eerder vorig jaar in China bevestigde premier Mark Rutte de Nederlandse deelname aan de Asian Infrastructure Investment Bank (AIIB), de door Beijing geïnitieerde internationale ontwikkelingsbank die een belangrijke rol moet gaan spelen bij de financiering van de nieuwe Zijderoute-plannen. Als een van de 57 medeoprichters van de bank verbond Nederland zich tot een kapitaalinleg van 1,03 miljard dollar – iets meer dan 1% van het totale vermogen en daarmee het op vijf na grootste aandeel onder de zeventien deelnemende Europese landen.
 
In november 2014 vestigde Nederland al een consulaat-generaal in Chongqing, een dynamische metropool in West-China met ruim 32 miljoen inwoners en met een groei van 11% ’s lands snelst groeiende regionale economie. Dankzij haar geprivilegieerde status als direct municipality (stadsprovincie) en als startpunt van een nieuwe spoorlijn naar Europa vervult deze powerhouse een regionale spilfunctie in de Zijderoute-plannen. De regionale overheid van Chongqing vestigde inmiddels ook een kantoor in Rotterdam, het westelijke eindpunt van de beoogde landverbinding.
 
President Xi Jinping ontvangt minister president Mark Rutte in Beijing - Bron: Flickr.com / Minister-president Rutte
 
Relevant
Een logisch vervolg op deze voorbereidingen is het identificeren van concrete, op Nederland toegespitste mogelijkheden binnen de door Beijing aangekondigde plannen. Maar over zo’n strategische invulling lijken nog weinig ideeën te bestaan. Overigens staat Nederland daarin niet alleen. Ook in Europees verband heerst verwarring over de vraag hoe om te gaan met de veelal onuitgewerkte Chinese plannen en de veranderende verhoudingen.
 
Opvallend vaak wordt daarbij de vraag gesteld of het Zijderoute-initiatief een kans dan wel een bedreiging vormt. Een dergelijke ‘alles of niets’-vraag is misleidend en contraproductief. De enige bedreiging die zich voordoet is dat reële kansen onvoldoende worden onderkend c.q. aangegrepen. De eigenlijke vraag luidt dan ook: hoe kan Nederland in het kader van de Chinese plannen kansen creëren? Hoe maakt Nederland zich relevant in die plannen? Een dergelijke vraagstelling veronderstelt een goede strategische kijk en vooral een open, proactieve houding.
 
Het enige Europese land dat deze kanteling vooralsnog echt heeft weten te maken, is het Verenigd Koninkrijk. In maart 2015 nam Londen, in weerwil van Amerikaanse druk, het verrassende besluit om als eerste westerse land toe te treden tot de AIIB. Een historische stap die een domino-effect teweeg bracht onder andere Europese landen.
 
Maar daar bleef het niet bij. De Britten troffen maatregelen om Chinese investeerders aan te trekken en namen een voorsprong in de handel in de Chinese nationale valuta. Door de yuan een offshore-markt te bieden, hoopt Londen niet alleen haar banden met Beijing te verstevigen, maar zet zij tevens in op verduurzaming van haar positie als financieel wereldcentrum. In beide landen wordt inmiddels gesproken van een nieuw ‘gouden tijdperk’ in de onderlinge betrekkingen.
 
Gouden Eeuw
Afgelopen zomer riep premier Rutte het Nederlandse bedrijfsleven op de sfeer van de Gouden Eeuw te doen herleven. Voor een breder perspectief op de toekomst is het inderdaad zinvol een blik te werpen op het verleden. Voor Nederland levert dat een overtuigend beeld op: doordat het een fors deel van de handel langs de maritieme Zijderoute voor zijn rekening wist te nemen, creëerde Nederland zijn Gouden Eeuw.
 
Al in de 17de eeuw werd Nederland dankzij de lucratieve handel met de Oost de ‘toegangspoort’ van Europa. Porselein, thee, specerijen en (in beperktere mate) zijde bereikten via Nederlandse schepen al snel ook onze buurlanden. Zoals bekend ging deze ontwikkeling gepaard met een ongekende bloeiperiode van de wetenschap en de kunsten, in Nederland onder meer gepersonifieerd door Hollandse meesters als Rembrandt en Vermeer.
 
Minder bekend is dat ook de invloedrijke Nederlandse traditie op het gebied van internationaal recht zijn wortels heeft in deze maritieme banden. Met zijn beroemde werk Mare Liberum beoogde Hugo de Groot al in 1609 de vrije handel op zee veilig te stellen. Aldus lagen Chinese thee en porselein mede ten grondslag aan het hedendaagse volkenrecht en de Nederlandse voorlopersrol op dat terrein.
 
"Nederland heeft in het verleden bijgedragen aan de economische ontwikkeling en modernisering van China, in het bijzonder op het gebied van infrastructuur."
 
Niet alleen handelswaar stroomde via onze toegangspoort Europa in. Met de terugkerende schepen deed ook het immateriële Chinese cultuurgoed hier zijn intrede. In 1675 verschenen de Analecten van Confucius voor het eerst in Europa, in de vorm van een door VOC-gezant Pieter van Hoorn op rijm gestelde vertaling. Via filosofen als Leibniz en Voltaire (die een portret van Confucius in zijn bibliotheek ophing) liet het Chinese gedachtengoed ook in de 18de eeuwse Verlichting zijn sporen na.
 
In de 19de en 20ste eeuw bleef de maritieme Zijderoute ons land op uiteenlopend gebied verrijken: van multinationals met Aziatische ‘roots’, zoals ABN AMRO (NHM) en Shell (APC), tot schrijvers als Slauerhoff en Schotman. De nog altijd hoog aangeschreven Nederlandse traditie van China studies (sinologie) vond eveneens zijn oorsprong in Aziatische handelsbelangen.
 
Op zijn beurt droeg Nederland bij aan de economische ontwikkeling en modernisering van China, in het bijzonder op het gebied van infrastructuur. Nederlandse ingenieurs als Johannis de Rijke en François Bourdrez leverden belangrijke bijdragen aan de verbetering van Chinese waterwegen en havens in de eind 19de en begin 20ste eeuw, terwijl laatstgenoemde tevens aan de basis stond van de eerste autoweg van Shanghai. Ook de aanleg van het meest oostelijk gelegen tracé van de Longhai-spoorverbinding en de nabij gelegen haven van Lianyungang was goeddeels het werk van Nederlandse experts.
 
De skyline van Chongqing - Bron: Eigen collectie van de auteur
 
Strategische heroriëntatie
Nederland is al lang niet meer de koloniale zeemacht van weleer. De sfeer van de Gouden Eeuw, die de premier graag hersteld zou zien, roept vandaag de dag gemengde gevoelens op. Maar dat mag geen reden zijn om bij voorbaat de boot te willen missen.
 
Tijdens zijn bezoek in maart 2014 zei Xi Jinping: “Nederland is de toegangspoort tot Europa, en ik kies Nederland om de deur naar Europa te openen.” Deze poortfunctie is echter noch vanzelfsprekend noch exclusief voor Nederland weggelegd. In recente Chinese initiatieven spelen andere Europese havens (o.a. Piraeus, maar ook Antwerpen) een prominentere rol dan Rotterdam, terwijl intussen de Euraziatische spoorlijnverbindingen naar onze buurlanden hun beslag beginnen te krijgen. Eerder dit jaar verloor Nederland na 11 jaar zijn positie als op één na grootste handelspartner van China binnen de EU.
 
Het is dus al lang niet meer vanzelfsprekend dat Chinese goederen via ons land Europa bereiken. Wil Nederland in de 21ste eeuw internationaal blijven meetellen, dan zal het zich strategisch moeten (her)positioneren. De hierboven aangehaalde uitspraak van Xi Jinping moet dan ook niet worden gezien als een exclusieve belofte aan ons land, maar als een wake-up call om deze historische rol waar te blijven maken.
 
China en Europa hebben elkaar nodig, en geen van beide kunnen zich een exclusieve houding veroorloven. Voor de uitvoering van zijn plannen zal China in beginsel met alle Europese landen willen samenwerken. Als open en pragmatisch handelsland zal Nederland er goed aan doen hiervan te (willen) profiteren door een relevante en blijvende plaats in deze plannen te vinden. Logischerwijs vergt dat een heroverweging van bestaand beleid en huidige strategieën, zowel binnen als buiten het kader van de EU.
 
De Zijderoute-plannen en het Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP) bijten elkaar niet. Niemand vraagt Nederland een exclusieve keuze te maken. Integendeel, de competitie biedt kansen. Zo zal een strategische toenadering tot China de Europese onderhandelingspositie in het kader van TTIP versterken, terwijl andersom de Atlantische link ook richting China kan worden benut. Een helder besef hiervan is te meer van belang nu Nederland met ingang van 1 januari jl. het roterende EU-voorzitterschap op zich heeft genomen.
 
"De Zijderoute-plannen en TTIP bijten elkaar niet"
 
De soms geuite waarschuwing voor een ‘knieval’ voor Beijing is dan ook misplaatst. China heeft het Westen net zo hard nodig als andersom. Concrete projecten zullen steeds op hun eigen merites moeten worden beoordeeld, waarbij uiteraard de ruimte bestaat om vooraf voorwaarden te stellen, specifieke risico’s te adresseren en waar nodig tussentijds bij te sturen. Maar daarvoor moeten er wel eerst projecten in zicht komen.
 
Proactief
Een proactieve aanpak is daarom raadzaam. Overheid en bedrijfsleven in Nederland zullen zich de vraag moeten stellen hoe zij in deze plannen passen, in welke domeinen wederzijdse investeringen wenselijk en haalbaar zijn, en onder welke condities in het kader van zeggenschap en governance geopereerd dient te worden. Juist het flexibele karakter van de Zijderoute-plannen – in feite een accumulatie van overheidsfondsen en goodwill onder een overkoepelende merknaam – biedt daartoe de ruimte.
 
Een volgende stap kan zijn het creëren van concrete incentives voor Chinese spelers om voor Nederland te kiezen en, waar mogelijk, het wegnemen van bestaande barrières. Vanzelfsprekend veronderstelt dit een continue dialoog met Chinese partners. Gelet op de diepe inbedding van Nederland in de EU zal dat de nodige creativiteit en doortastendheid vergen. (Zo konden de Britten, ongebonden door Schengen, hun concurrentiepositie onder meer versterken door visumprocedures voor Chinezen te vereenvoudigen en kosten substantieel te verlagen.)
 
Voor de hand liggende terreinen voor Chinese investeringen in Nederland zijn de traditionele topsectoren, waaronder door Beijing expliciet geopperde gebieden als agri & food, water en energie. Infrastructurele projecten en (digitale) connectiviteit genieten de voorkeur, zoals onder meer het Northern Powerhouse Project in Groot-Brittannië laat zien. Maar ook op het terrein van cultuur en onderwijs – bijvoorbeeld internationale scholen – zijn er volop mogelijkheden voor actievere samenwerking en Chinese participatie.
 
Blijvende waarde
Bij dit alles gaat het niet alleen om de lokale concurrentiepositie van Nederland. Ook in de ruim 60 andere landen langs de Zijderoutes hoopt China o.a. met Nederland te kunnen samenwerken. Daarnaast zijn er uiteraard in China zelf nog tal van terreinen waarin Nederlandse partijen een rol van betekenis kunnen spelen, in het bijzonder in second en third tier-steden in het snel opkomende westen en in de voornaamste Zijderoute regio’s aan de (zuid)oostkust. Juist daar komen immers de benodigde middelen, goodwill en regelgevende kaders samen.
 
Samenwerking creëert alleen blijvende waarde wanneer sprake is van tweerichtingsverkeer, gedeeld belang en balans op de langere termijn. Enkel streven naar uitbreiding van afzetmarkten levert geen duurzame banden op. De Chinese maatschappij is er een van subtiel opererende netwerken. Lineaire, unilaterale en rigide strategieën passen daarin niet; flexibele kruisbestuivingen wel. Waar mogelijk dient inhoudelijke verbinding te worden gezocht tussen kennisinstellingen en andere representanten van cultuur en onderwijs. Dit geeft verdieping en continuïteit aan samenwerkingen die anders gemakkelijk verworden tot eenmalige initiatieven.
 
In ‘chinoiserie’ stijl gedecoreerde wand uit de Chinese kamer van Huis Ten Bosch, maart 1914 - Bron: A.J.M. Steinmetz / Collectie Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort, objectnummer OF-03689)
 
Daarbij zal het lonen de Chinese Zijderoute-plannen openlijk te verwelkomen. Het expliciet duiden en cultiveren van common ground – in de vorm van gedeeld verleden of gedeelde ambities – wordt in Chinese zakelijke kringen gewaardeerd en draagt merkbaar bij aan een vruchtbare voedingsbodem voor lange-termijn-samenwerking. Non-verbale communicatie speelt daarbij ook een rol. Een te formele of terughoudende opstelling bij officiële bezoeken en onderhandelingen wordt niet altijd begrepen. Angela Merkel is hiermee goed vertrouwd, getuige de ontspannen en innemende houding tijdens haar recente bezoek aan China. Dat zij China bedankte als “betrouwbare vriend van de EU” miste daarbij zijn uitwerking niet.
 
Historisch moment
Een nieuw tijdperk dient zich aan. Met het oog op de veranderende internationale verhoudingen zou Nederland zich moeten afvragen of het zich op specifieke terreinen, binnen én buiten het kader van de EU, duidelijker kan en wil opstellen als een strategische lange-termijnpartner van China. Met een heldere, proactieve koers lijkt in dit opzicht veel te winnen en weinig te verliezen.
 
Een historische parallel tekent zich intussen af. In 1950 behoorde Nederland tot de eerste westerse landen die de jonge Chinese Volksrepubliek erkenden – ook toen al in navolging van de Britten en ondanks Amerikaanse oppositie. De belangrijkste redenen voor deze stap lagen in de verwachte toekomstige handel en de wens China niet in internationaal isolement te brengen. De Koude Oorlog stak echter al snel een stokje voor deze ambities.
 
Vandaag de dag leven wij in een multipolaire wereld. China en Europa zijn meer dan ooit met elkaar verbonden en van elkaar afhankelijk. Niets zou Nederland er deze keer van moeten weerhouden om de ruim 400-jaar oude banden met China een krachtige nieuwe impuls te geven en tegelijkertijd te bouwen aan een sterke en duurzame internationale positie. De Zijderoute-plannen bieden een uitstekende kans om het rijke verleden weer toekomst te geven.
 
 

Vincent Chang, LL.M. is consultant en oprichter van ChinaNext Strategy en onderzoeker van internationale betrekkingen aan Southwest University in Chongqing, China. Hij adviseerde o.a. het Ministerie van Buitenlandse Zaken in West-China en behoorde tot de selecte groep China-experts die door koning Willem-Alexander en koningin Máxima werden geconsulteerd ter voorbereiding van het staatsbezoek aan China.

 

Auteurs

Vincent Chang
Consultant and founder of ChinaNext Strategy and international relations Researcher at the Southwest University in Chongqing, China