Israël: speler en toeschouwer in de Syrische burgeroorlog
Analyse Conflict en Fragiele Staten

Israël: speler en toeschouwer in de Syrische burgeroorlog

09 Oct 2018 - 14:06
Photo: Jeruzalem. © Pixabay
Terug naar archief
Author(s):

Over de politieke en militaire toekomst van Syrië zal de komende maanden worden onderhandeld door het regime van Bashar al-Assad en zijn twee belangrijkste bondgenoten, Iran en Rusland. Israël staat hierbij nóg meer op scherp dan in de eerste fases van de oorlog. De toekomst van Syrië zal namelijk sterk bepalend zijn voor de regionale positie van Israël. Met name de rol van Iran en Hezbollah in het nieuwe Syrië en hun toegang tot de Golanhoogten baren Israël grote zorgen. Wat zijn de belangen van Israël in Syrië, en welke middelen heeft het tot zijn beschikking om de uitkomst van de oorlog in Syrië te beïnvloeden?

In het begin van de Syrische burgeroorlog hield Israël zich in het algemeen afzijdig van de ontwikkelingen in Syrië. De twee landen hebben sinds de oprichting van de staat Israël vijandige relaties, en hebben in tegenstelling tot andere buurlanden van Israël, zoals Egypte en Jordanië, nooit een vredesverdrag getekend. Wel was er tussen de twee landen sinds de jaren tachtig een staakt-het-vuren langs de Golanhoogten.

Hoewel Israël al decennia lang slechte relaties had met zowel het regime van Hafez al-Assad als met het regime van Bashar al-Assad, wist Israël dat sinds de eerste protesten tegen het regime van Assad oplaaiden, het zichtbaar meewerken aan de val van de president geen optie was. Het regionale imago van Israël als een cynische en interventionistische staat zou namelijk alleen maar worden versterkt door een actieve bijdrage in regime change. En of een nieuwe oppositieregering Israëlische hulp in het ontzetten van Assad zou belonen met een vredesakkoord was geen zekere zaak; Israël blijft voor haar buren immers een controversiële staat.

Golanhoogten
De Golanhoogten. © Ciclingman / Flickr 

Naarmate de Syrische oppositie versplinterde en radicaliseerde groeide bij Israël het besef dat er geen ideale afloop van het conflict in Syrië zou zijn. Maar hoe meer de rol van Hezbollah in de oorlog toenam, hoe meer de risico’s voor Israël toenamen. Ondanks de vijandige relaties met het regime van Assad was Israël tot 2011 wél in staat geweest om aanvallen vanuit Syrië op Israël grotendeels af te schrikken. Assad was the enemy we know. Maar met de groeiende macht van Hezbollah op Syrisch grondgebied, en de verzwakte greep van Assad op pro-regeringsmilities, veranderde de risicoperceptie van Israël.

De opmars van IS
Toen IS in 2014  in Syrië en Irak haar opmars maakte, leek de regio een nieuwe weg te zijn ingeslagen, één waarin jihadistische groeperingen zich mogelijk meer grondgebied zouden toe-eigenen en langzaam maar zeker hun netwerken in de regio zouden versterken. Deze opmars was rampzalig voor de burgerbevolking van de gebieden die de afgelopen jaren onder controle hebben gestaan van jihadistische groeperingen.

Van een actieve opmars van Syrische jihadisten tegen Israël is echter geen sprake geweest; zou dit één van de doelen van deze groepen zijn geweest, dan zijn ze nooit daadwerkelijk dicht genoeg bij de grens met Israël gekomen om werk van te maken van een opmars. Dit gegeven is consistent met de acties van jihadisten in de afgelopen decennia, die zelden doelen binnen Israël treffen. Vaak vormen Joodse plaatsen in Amerika of Europa (zoals winkels of synagogen) een surrogaat voor een aanval op Israël zelf. Het land Israël, de Joodse religie en de politieke ideologie van het Zionisme worden namelijk door jihadisten toch als één en hetzelfde gezien.

In de strijd tegen het groeiende jihadisme vanuit Syrië en Irak stond Israël niet alleen

Desalniettemin is het niet vreemd dat Israël aanvallen door jihadisten vreest. In videopreken en op online fora van jihadistische groeperingen zoals al-Qaida en IS wordt geweld tegen Israël herhaaldelijk aangemoedigd. In 2015 produceerde IS zelfs een videoboodschap vanuit Fallujah, Irak waarin aan Palestijnen tips werden gegeven hoe ze Israëlische doelwitten het beste konden aangevallen, bijvoorbeeld door personen te steken ‘met een focus op de borst en het hart.’1

Maar in de strijd tegen het groeiende jihadisme vanuit Syrië en Irak stond Israël niet alleen. Het kon rekenen op de steun van een groot deel van de internationale gemeenschap, die om verschillende redenen prioriteit gaven aan het bevechten van IS. Nu IS sinds eind 2017 grotendeels verslagen is verklaard, vermindert de inzet van de internationale gemeenschap. Voor een grootschalige operatie om het regime van Assad te ontzetten is namelijk weinig politieke eensgezindheid.

De strijd tegen Iran en Hezbollah in Syrië
In tegenstelling tot de strijd tegen IS ziet Israël zichzelf dus nu geïsoleerd in zijn strijd tegen Iran en Hezbollah. Zoals de Israëlische Premier Benjamin Netanyahu zei, ‘het probleem is dat waar IS vertrekt, Iran binnenkomt.’2

De belangrijkste actoren die zullen bepalen hoe het nieuwe naoorlogse Syrië vorm krijgt zijn Rusland, Iran en het regime van Assad. Hiervan hebben het regime van Assad en Iran dus historisch vijandige relaties met Israël. Rusland en Israël hebben een meer pragmatische verhouding, maar de mate van Russische invloed in Syrië is enigszins beperkt door de aanwezigheid van Iran en Hezbollah.

Militaire oefening op de Golanhoogten
Een militaire oefening van de Kfir-brigade op de Golanhoogten. © Israel DefenseForces / Flickr

Hezbollah heeft wellicht geen plaats aan de onderhandelingstafel, maar het Syrische regime weet dat ze veel verschuldigd is aan de militaire bijdragen van Hezbollah in de afgelopen zeven jaar. Milities gesteund door Hezbollah en Iran hebben een belangrijke rol gespeeld in het ‘bevrijden’ en behouden van gebieden die voorheen in handen van de rebellen waren.

Bovendien komen de belangen van Iran en Hezbollah grotendeels overeen, wat betekent dat de stem van Iran aan de onderhandelingstafel ook zijn proxy Hezbollah zal vertegenwoordigen. Het doel van Iran in Syrië is om een flexibele en langdurige politieke en militaire invloed te installeren. Hiervoor is Assad de geprefereerde partner, maar zeker niet noodzakelijk op de lange termijn. Zolang het alternatief van een soennitische meerderheidsregering wordt ontweken en Iraanse milities en zijn proxy Hezbollah hun flexibele infrastructuur in Syrië kunnen behouden is Iran tevreden. Op die manier kan het namelijk zijn makkelijke toegang tot Hezbollah in Libanon behouden en zijn relatieve dreiging ten opzichte van Israël versterken. Op de middellange- tot lange-termijn zou dit de capaciteiten kunnen creëren voor directe aanvallen op Israël. Het volledig behartigen van de Iraanse belangen in Syrië is voor Israël dus het slechtste scenario.

De troeven die Rusland in handen heeft om de uitkomst in Syrië te beïnvloeden zijn haar financiële bijdragen, haar politieke steun op internationaal vlak en de steun van haar luchtmacht in strategische offensieven. Het doel van Rusland is om een politiek en militair gecentraliseerd en stabiel Syrië op te bouwen onder Assad. Dit staat in principe haaks op een grootschalige aanwezigheid van Hezbollah en Iraanse milities in Syrië. Met Rusland heeft Israël daarom een mogelijke partner gevonden om door diplomatieke invloed haar belangen te onderstrepen. Zo lijkt Rusland zich bereid te hebben gesteld om Hezbollah en Iraanse milities weg te houden bij de grens met Israël. Of deze bereidwilligheid voldoende is om Israëlische belangen te behartigen is echter de vraag.

De veiligheidsdoctrine van Israël
Gezien haar angsten voor de Syrische situatie lijkt het vreemd dat Israël niet harder heeft ingegrepen in Syrië. Israël hanteerde voor 2015 een vrij consistent regionaal defensiedoctrine dat volgens Arie Perliger stamt uit de tijd van het doctrine van de eerste Israëlische premier David Ben-Gurion.3 Het idee achter deze doctrine was dat Israël onder een consistente bestaansdreiging leeft. Deze dreiging wordt volgens deze doctrine versterkt door de demografische onbalans tussen Israël en haar buren. In crisissituaties kan als gevolg hiervan de gehele Israëlische bevolking worden ingezet als reservekrachten van het leger.

Vanwege de economische lasten van het inzetten van een gehele bevolking in geval van crisis was het cruciaal dat militaire resultaten snel en efficiënt werden behaald. Ook was het van vitaal belang dat Israël zogenaamde decisive victories behaalde; beslissende overwinningen die niet alleen zouden zorgen voor een snel einde aan militaire campagnes, maar die ook andere potentiële vijanden zouden afschrikken. Verder kon Israël zich vanwege de grootte van zijn grondgebied alleen permitteren om oorlogen op het territorium van haar vijanden te voeren, en het liefst wanneer Israël als eerste toeslaat.

Heden ten dage heerst het gevoel dat Israël zich het volgen van haar oude doctrine niet meer kan permitteren

Voor de Syrische burgeroorlog werd deze doctrine ook toegepast op Syrië. Toen het na 2011 steeds evidenter werd dat Syrië een lange periode van onrust tegemoet ging, werd het Israël steeds duidelijker dat er weinig te winnen zou zijn in Syrië. Het regime van Assad liet zich niet gemakkelijk uit de weg slaan, en de interventies van Iran en Hezbollah in de oorlog werden steeds groter.

Heden ten dage heerst het gevoel dat Israël zich het volgen van haar oude doctrine niet meer kan permitteren. Integendeel, ondanks Israëlische interventies in Syrië – bedoeld om duidelijk te maken dat een Iraanse of Hezbollah presentie aan de Israëlisch grens niet onbestraft zou laten – hebben zowel Iran als Hezbollah hun politieke en militaire invloed in Syrië uitgebreid. Begin 2018 probeerde Iran via Syrië een drone Israël in te sturen, wat voor Israël een teken was dat Iran de intenties heeft om de strijd tegen Israël via Syrië te voeren zodra de Syrische oorlog zelf minder aandacht zou vereisen.

Een verzwakte Assad, afhankelijk van de steun van Iran, Hezbollah en Rusland, is een groot gevaar voor Israël. Zeker als het Syrische leger niet op korte termijn wordt gecentraliseerd, blijft het regime afhankelijk van de steun van o.a. Iraanse milities en Hezbollah. Het is onduidelijk in hoeverre deze luisteren naar Assad. Voorheen was het Assad duidelijk dat escalatie tegen Israël een slecht idee was, en was hij ook in staat zijn leger te beheersen. Nu is het onduidelijk in hoeverre de verschillende gewapende actoren in Syrië Assad zullen volgen als het Israël betreft.

Wat zijn de opties voor Israël?
Het probleem voor Israël is dat het weinig opties lijkt te hebben. Het kan op militair vlak aanvallen tegen bases van Iran en Hezbollah in Syrië, maar dit kan evengoed afschrikkend als aanmoedigend werken. In hoeverre Israël bereid is het risico van totale escalatie tegen Iran en Hezbollah te lopen is onduidelijk. Het zou dan immers een situatie creëren waarbij het op potentieel twee of zelfs drie fronten frictie heeft: in het zuidwesten met Gaza en in het noorden met Libanon en Syrië.

Wat Israël kan blijven doen, maar met een verminderde impact, is het steunen van Syrische rebellengroepen bedoeld als bescherming tegen Iraanse proxies in het grensgebied met Israël.4 Deze steun aan Syrische rebellen wordt vaak verklaard vanuit een humanitair perspectief, namelijk dat Israël de rebellen steunt in hun strijd tegen het verregaande geweld van het regime van Assad. Naast het feit dat een puur humanitaire insteek nogal ongeloofwaardig is gezien de Israëlische mensenrechtenschendingen, is het gezien de geopolitieke overwegingen van Israël logisch dat het om pragmatische redenen rebellengroepen versterkt. Aangezien Assad de oorlog heeft gewonnen en zijn macht probeert te herstellen over Syrië zal deze optie op de korte termijn komen te vervallen.

John Bolton en Benjamin Netanyahu
De Amerikaanse nationale veiligheidsadviseur Bolton met de Israëlisch premier Netanyahu op de Amerikaanse ambassade in Jeruzalem. © US Embassy of Jerusalem

De diplomatieke middelen van Israël zijn evengoed beperkt. De Verenigde Staten lijkt niet bereid de belangen van Israël actief te verdedigen, gezien het zelf een vrij minimale rol in Syrië lijkt na te streven. Dit compliceert de rol van Israël aanzienlijk gezien zij dus niet kan rekenen op haar belangrijkste bondgenoot in de regio. De enige partij aan de onderhandelingstafel over de toekomst van Syrië waar Israël goede diplomatieke betrekkingen mee heeft is Rusland. Volgens Gil Murciano ligt hier mogelijk een opening voor Israël: sinds de zomer van 2018 lijkt Rusland namelijk steeds sceptischer te staan tegenover een langdurige aanwezigheid van Iran en Hezbollah in Syrië.2

De uitspraken van de Israëlische regering in de afgelopen maanden duiden in elk geval op een pragmatische verandering van toon ten aanzien van Assad. ‘We zullen geen actie ondernemen tegen het regime van Assad’, beloofde Netanyahu onlangs aan Poetin, op de voorwaarde dat Rusland Israël helpt om de militaire capaciteiten van Iran en Hezbollah in Syrië te beperken.5 Wat dat betreft is Israël terug bij af. Net zoals aan het begin van de Syrische burgeroorlog wordt een Syrië onder het centrale gezag van Assad toch gezien als the enemy we know; een voorspelbare vijand die Israël kan afschrikken.

Dat de instandhouding van de militaire capaciteiten van Iran en Hezbollah in Syrië geen optie is heeft Israël op politiek vlak allang duidelijk gemaakt. Maar ook op militair vlak maakt Israël duidelijk wat haar grenzen in Syrië zijn. Volgend de Israëlische luchtmacht heeft Israël sinds het begin van 2017 meer dan 200 aanvallen op Syrisch grondgebied uitgevoerd.6 Naast het voorkomen van de wapensmokkel naar Hezbollah in Libanon richten deze aanvallen zich nu ook op het vernietigen van Iraanse militaire posten in Syrië.

Israël zal op zowel politiek als militair vlak blijven opereren om de positie van Iran en Hezbollah in Syrië te verzwakken. Voor Israël is het meest haalbare scenario op de korte termijn de beperking van de militaire presentatie van Iran en Hezbollah in het westen en zuidwesten van Syrië waar ze toegang zouden hebben tot Libanon en Israël via de bezette Golanhoogten. Of Israël, Iran of Hezbollah hier genoegen mee zullen nemen is nog maar de vraag.

Auteurs

Samar Batrawi
Former research Associate at Clingendael’s Conflict Research Unit