De les die Poetin ons leert over mensenrechten
Opinions Diplomacy & Foreign Affairs

De les die Poetin ons leert over mensenrechten

09 Mar 2022 - 12:37
Photo: Een demonstrant tegen de Russische invasie in Oekraïne wordt op 6 maart door de Russische oproerpolitie opgepakt in Moskou. © Reuters
Back to archive
Author(s):

Een rigoureuze aanval op burgerrechten zoals de afgelopen jaren in Rusland heeft plaatsgevonden moet als een waarschuwing worden gezien, stelt Nicole Sprokel van Amnesty International. “Als burgers hun eigen leiders niet meer kunnen corrigeren is de weg naar machtsmisbruik, totale repressie en oorlog zo ingeslagen.” Volgens haar moet Nederland het voortouw nemen bij een krachtig Europees tegengeluid voor autocraten-in-wording.

De oorlog in Oekraïne heeft bijna iedereen overvallen, maar is voorafgegaan door het langdurig en zorgvuldig opvoeren van de repressie in Rusland zelf. Stap voor stap heeft president Vladimir Poetin de burgerlijke rechten en vrijheden van de Russen ingeperkt.

Hij voerde een heel scala aan wetten in om het werk van onafhankelijke media, maatschappelijke organisaties en mensenrechtenverdedigers te criminaliseren. Politieke tegenstanders werden onder valse aanklachten vervolgd en de rechtsstaat afgebroken. Demonstranten die een tegengeluid willen laten horen worden hardhandig opgepakt, kritische organisaties en media zijn onklaar gemaakt, en door de wet die het verspreiden van ‘nepnieuws’ bestraft zien nu ook steeds meer buitenlandse media zich genoodzaakt het land te verlaten.1

Dat heeft geleid tot de situatie waarin Poetin als alleenheerser kan opereren, en de Russische staatsmedia ongefundeerde berichten over Oekraïne en Europa kunnen verspreiden. Veel Russen geloven nu dat het Westen van plan was Rusland aan te vallen, dat de Oekraïense regering uit neonazi’s bestaat en dat Poetin genocide in het oosten van Oekraïne wil voorkomen.

De eerste aanzet van president Poetin om zich van zijn critici te ontdoen dateert al uit 2012, toen de Wet op de Buitenlandse Agenten werd ingevoerd.2  Onafhankelijke maatschappelijke organisaties, ofwel niet-gouvernementele organisaties (ngo’s), kregen toen te maken met absurde eisen.3  De wet gold later ook voor de media en sinds 2020 zelfs voor personen die als ‘buitenlandse agent’ worden bestempeld.

De Russische oppositieleider Alexei Navalny in juli 2020. Michał Siergiejevicz - Flickr
De Russische oppositieleider Alexei Navalny in juli 2020. © Michał Siergiejevicz / Flickr

Met de Wet op Ongewenste Organisaties uit 2015 kan Poetin ook de activiteiten van buitenlandse ngo’s in Rusland verbieden.4  'Bij mensenrechtenorganisaties gingen vorig jaar alle alarmbellen af toen de Russische regering de wet op de Buitenlandse Agenten sterk aanscherpte en daarmee vrijwel de hele samenleving onder staatscontrole bracht5  Ook wetgeving ter bestrijding van extremisme6  wordt gebruikt om tegenstanders monddood te maken, zoals in de zaak tegen Aleksej Navalny en zijn organisaties.7

Talloze andere organisaties ondergingen hetzelfde lot. Dat mensenrechtenorganisatie Memorial – ook wel ‘het geweten van Rusland’ genoemd – in december 2021 haar deuren moest sluiten was dan ook een ramp die men van verre kon zien aankomen.8

Frontale aanval tegen burgerrechten
De frontale aanval van president Poetin op de rechten en vrijheden van burgers is helaas geen uitzondering. De repressieve trend, waarbij overheden wetten invoeren die burgerrechten inperken, is al zo’n vijftien jaar gaande en heeft zich als een olievlek over de wereld verspreid. Elk jaar weer neemt het respect voor burgerrechten en de democratische rechtsstaat in de wereld verder af, zo blijkt uit de rapporten van Civicus9  en Freedom House10 .

In Afrika en Azië werden de afgelopen jaren honderden wetten ingevoerd die de vrijheid van meningsuiting, vereniging en vreedzame samenkomst inperken.11  Zelfs EU-landen als Hongarije12  en Polen13  voeren wetten in die onafhankelijke organisaties belemmeren.

Wetgeving is het beproefde middel geworden om ngo’s, journalisten, advocaten, wetenschappers en activisten de mond te snoeren

De schadelijke effecten worden steeds zichtbaarder, met kwetsbare groepen als eerste slachtoffer. De rechten van vluchtelingen en migranten14 , LGBTI+-mensen15  en vrouwen16  worden in deze landen inmiddels met voeten getreden.

Ondertussen zijn het niet alleen de kleine, lokale organisaties maar ook grote internationale ngo’s en media die het werken steeds vaker onmogelijk wordt gemaakt.17  Mensenrechtenverdedigers, journalisten, advocaten en academici zijn het doelwit van strafrechtelijke vervolging, bedreigingen, lastercampagnes, geweld en zelfs moord.18

Velen hebben de moed om vol te houden, maar anderen bezwijken onder die last. Ze leggen noodgedwongen het werk neer of wijken uit naar het buitenland. Daarmee verdwijnt in steeds meer landen het tegenwicht tegen leiders met autocratische trekken.

Schijn van legitimiteit
Wetgeving is het beproefde middel geworden om ngo’s, journalisten, advocaten, wetenschappers en activisten de mond te snoeren. Dit wekt vaak een schijn van legitimiteit, zoals de behoefte om de buitenlandse inkomsten van ngo’s met ngo-wetten ‘transparant’ te maken, maar uiteindelijk is het een slimme manier om de financiering van kritische organisaties af te snijden.19

Sprokel - Videoboodschap van de Egyptische minister van Buitenlandse Zaken Sameh Hassan Shokry Selim tijdens een zitting van de VN-mensenrechtenraad op 1 maart 2022. UN Photo
Videoboodschap van de Egyptische minister van Buitenlandse Zaken Sameh Hassan Shokry Selim tijdens een zitting van de VN-mensenrechtenraad op 1 maart 2022. © UN Photo

Ngo-wetgeving is een uitvinding van China en Rusland, maar heeft haar weg inmiddels naar zeker zestig landen gevonden.20  Dergelijke wetten waren de grond voor het sluiten van een van de laatste mensenrechtenorganisaties in Egypte21  en zijn de reden dat Thaise lokale, nationale en internationale burgerorganisaties vechten voor hun voortbestaan.22  Verder hebben deze wetten grote onrust veroorzaakt in het maatschappelijk middenveld van El Salvador23  en Nicaragua.24

Ook wetten die de nationale veiligheid moeten bevorderen of terreur en extremisme moeten bestrijden worden misbruikt om critici de mond te snoeren. India zet dergelijke wetten in tegen mensenrechtenverdedigers25  en advocaten26 , en maakt het werk van Amnesty International onmogelijk door de organisatie valselijk te beschuldigen van onrechtmatig verkregen buitenlandse financiering.27

Doelen buitenlandbeleid in gevaar
Dit is niet alleen een probleem voor de burgers in die landen, waar zij zich niet langer beschermd weten door mensenrechtenorganisaties, media, advocaten en activisten. Ook voor Nederland en de Europese Unie wordt het steeds moeilijker om prioriteiten uit het buitenlandbeleid als mensenrechten, de rechtsstaat, duurzame ontwikkeling en het klimaat te realiseren. Daarbij is een goed functionerend maatschappelijk middenveld onmisbaar.

Wetgeving veroordelen
Nederland moet dan ook veel meer prioriteit geven aan het steunen van onafhankelijke organisaties, media en mensenrechtenverdedigers. Veel eerder dan nu het geval is, zou de regering zich publiekelijk moeten uitspreken tegen wetgeving die in strijd is met internationale mensenrechten
28 , en die de rechten van het maatschappelijk middenveld schendt.29  Dat gebeurt tot nu toe nauwelijks.

Zo blijft over India een Nederlandse publieke veroordeling uit tegen het sluiten van mensenrechtenorganisaties. Economische belangen lijken voorrang te krijgen, zoals onlangs ook het geval leek bij een afgezegd debat over Saoedi-Arabië omdat het ministerie van Buitenlandse Zaken niet openlijk over mensenrechtenschendingen in dat land wil praten.30

Maar dat zou wel eens een voorbeeld van penny wise, pound foolish kunnen zijn. Want in een wereld waarin autocraten het voor het zeggen krijgen, zijn we nog verder van huis. En hoe gaan bedrijven invulling geven aan hun nieuwe plicht31  om mensenrechten te respecteren bij hun activiteiten als zij zich niet ter plekke door onafhankelijke mensenrechtenorganisaties kunnen laten informeren over de lokale risico’s?

Sprokel - Minister Hoekstra in Kiev tijdens een bezoek aan Oekraïne op 2 februari 2022. Alina Harmash via Ministerie van Buitenlandse Zaken - Flickr2
Minister Hoekstra in Kiev tijdens een bezoek aan Oekraïne op 2 februari 2022. © Alina Harmash via Ministerie van Buitenlandse Zaken / Flickr

Veel vaker en veel eerder zouden bewindspersonen en ambassades het publiekelijk moeten opnemen voor mensenrechtenverdedigers die bedreigd worden en voor organisaties die gesloten dreigen te worden. Zij zouden hun kennis over deze trend moeten vergroten. Verder zouden ze consequent uitvoering moeten geven aan EU-beleid om mensenrechtenverdedigers te steunen,32  en om mensenrechten en democratie wereldwijd te bevorderen.33

Practise what you preach
Nederland moet allereerst voorkomen dat het zelf wetgeving invoert die in strijd is met mensenrechten. Nederlandse ngo’s constateren helaas regelmatig dat deze bij nieuwe wetsvoorstellen in het geding zijn, zoals bleek bij de Sleepwet.
34

Daarnaast is recentelijk een wet voorgesteld die het simpelweg verblijven in een door terroristische organisaties beheerst gebied al strafbaar zou maken, zonder toestemming van de minister.35  Natuurlijk moet terrorisme bestreden worden, maar er gaan fundamenteel een paar dingen mis als gedrag dat niet gevaarlijk of onwettig is, wordt gecriminaliseerd.

Het wetsvoorstel creëert een niet-noodzakelijke en disproportionele inbreuk op mensenrechten, en dat alleen al maakt het moeilijker om andere overheden aan te spreken op wetgeving die in strijd is met internationale mensenrechten. Practise what you preach!

Niet in de val trappen
Veel landen snoeren kritische organisaties de mond onder het mom van terrorismebestrijding. Behalve daar zelf waakzaam voor te zijn, moeten we ook oppassen om niet in de val te trappen van het inperken van burgerrechten omdat dit nu eenmaal de prijs zou zijn die je moet betalen om het land veilig te houden.

Er zijn te veel beschamende vertoningen geweest waarbij Nederland de oren liet hangen naar autoritaire regimes

VN-rapporteur Fionnuala Ni Aoláin waarschuwde daar onlangs voor. Ze onderstreepte dat veel antiterrorismemaatregelen op gespannen voet staan met mensenrechten en de rechtsstaat, en betoogde dat het maatschappelijk middenveld juist essentieel is bij het bestrijden en voorkomen van terrorisme.36  Het Nederlandse besluit om de financiering stop te zetten van de Palestijnse organisatie Union of Agricultural Work Committees (UAWC) zonder daar publiekelijk beschikbaar bewijs voor te leveren is dan ook verontrustend.37

Strategisch communiceren
Nederland en de EU moeten veel strategischer gaan communiceren over mensenrechten. Het helpt niet als Commissievoorzitter Ursula von der Leyen zich in besprekingen met Egypte alleen achter de schermen uitspreekt tegen mensenrechtenschendingen.
38
 Daarmee biedt de Europese Unie president Abdel Fattah al-Sisi een uitgelezen kans om te laten zien dat de buitenwereld zich daar niet zo druk om maakt.

We moeten de EU-waarden consequent en publiekelijk blijven uitdragen, ook als dat ongemakkelijk is. Er zijn te veel beschamende vertoningen geweest waarbij Nederland de oren liet hangen naar autoritaire regimes, zoals toen de Tweede Kamer in 2020 veel geheimzinnigheid constateerde bij het bezoek van de Chinese premier Li Keqiang aan Nederland,39  en bij het politieoptreden na klachten van de Chinese ambassade over de aanwezigheid van een vertegenwoordiger van Amnesty International.40

Sprokel - Premier Li Keqiang ontvangt minister-president Rutte in de Grote Hal van het Volk in 2013. Minister-president Rutte
De Chinese Premier Li Keqiang ontvangt minister-president Rutte in de Grote Hal van het Volk in 2013. © Minister-president Rutte / Flickr

Misschien kunnen we een voorbeeld nemen aan de moed van het Russische Memorial, dat sinds de oprichting door Nobelprijswinnaar Andrej Sacharov een “volwassen civil society en een op wetten gebaseerde democratie” wil opbouwen, en daar ondanks Poetins beleid mee wil doorgaan.41

Of aan Gamal Eid, de directeur van een Egyptische organisatie die bij de sluiting zei: “We blijven advocaten met een geweten, en we zullen ons werk als individuele mensenrechtenverdedigers voortzetten, samen met de weinige overgebleven onafhankelijke mensenrechtenorganisaties en – verdedigers in ons land.”42

Ook van onze kant is een beetje moed, meer overtuiging en veel meer daadkracht nodig. Minister van Buitenlandse Zaken Wopke Hoekstra zou van het in leven houden van het maatschappelijk middenveld een topprioriteit moeten maken. De inzet van mensenrechtenverdedigers moet met veel meer diplomatieke en politieke druk ondersteund worden. Nederland zou vaker het voortouw moeten nemen bij het innemen van krachtige EU-posities tegen autocraten-in-wording. We moeten leren van de les die Poetin ons leert met zijn inval in Oekraïne.

Een rigoureuze aanval op burgerrechten zoals de afgelopen jaren in Rusland heeft plaatsgevonden moet als een waarschuwing worden gezien. Als burgers hun eigen leiders niet meer kunnen corrigeren is de weg naar machtsmisbruik, totale repressie en oorlog zo ingeslagen. Laten we alle middelen die tot onze beschikking zijn inzetten vóórdat het zover komt. Er is geen tijd meer te verliezen.

Authors

Nicole Sprokel
Senior Political Affairs Officer at Amnesty International