BLM: Slachtofferschap als einde van de discussie?
Opinie Geopolitiek & Wereldorde

BLM: Slachtofferschap als einde van de discussie?

02 Jul 2020 - 09:00
Photo: Protest bij het Lincoln Memorial in Washington D.C. © Miki Jourdan - Flickr
Terug naar archief

De golf van woede die sinds de dood van George Floyd door de wereld gaat, heeft veel mensen overvallen. Volgens Sietske Bergsma is het beschouwen van vermeend slachtofferschap als einde van elke discussie nooit de oplossing.

Of onze interesses nou op een ander vlak liggen of onze zorgen naar iets anders uit gaan, maakt niet uit. Iedereen in Nederland – het meest tolerante land op aarde – wordt sinds de heiligverklaring van George Floyd, een zwarte Amerikaan die tijdens een politieconfrontatie hardhandig werd aangepakt en dientengevolge overleed, op een constante stroom aan anti-racisme berichtgeving en activisme getrakteerd.

Van demonstraties tot artikelen over ‘witte schuld’, de praatprogramma’s en kranten schreeuwen het grootste probleem van nu van de daken: racisme. De beweging Black Lives Matter (BLM) heeft hierin een prominente stem, net als andere activistische clubs en politieke partijen zoals Antifa, Kick Out Zwarte Piet, Nida, DENK, De Grauwe Eeuw en Bij1. Zogenaamd allemaal met hun ‘diverse’ hart op de juiste plek.

Je zou bijna vergeten dat er niet veel mensen zijn die vinden dat zwarte levens er niét toe doen

Ook commerciële bedrijven bemoeien zich in één grote galerie van zwarte vierkantjes op sociale media met het redden van zwarte levens. En dat niet alleen. Adverteerders geven massaal gehoor aan oproepen van bekende Nederlanders om bijvoorbeeld Veronica Inside te boycotten, een tv-programma waar onwelgevallige meningen of harde grappen, zoals die onlangs van Johan Derksen, tot een ware inquisitie leiden. Is dit het Nederland dat we willen?

Je zou bijna vergeten dat er niet veel mensen zijn die vinden dat zwarte levens er niét toe doen. Ik zou ook niet zo goed weten wat er nog te redden valt aan mensen die deze mening wel zijn toegedaan. Ze lijken me onze aandacht niet waard.

Maar wie de activistische strijdliteratuur van bovengenoemde clubs leest, zoals het eisenpakket van BLM op hun website, zal al gauw merken dat het niet om die ‘gevallen’ gaat maar om ‘het systeem’. Vergelijkbaar met een cult moet iedereen veranderen en zich onderwerpen aan de identiteitsleer, met haar slachtoffer-piramides en openbare schuldbekentenissen.

Bergsma-Protest in Washington in juli 2016. Victoria Pickering - Flickr
Protest in Washington in juli 2016. © Victoria Pickering / Flickr

De boodschap aan Nederland lijkt te zijn dat het niet genoeg is om je zwarte medemens als gelijke te zien en behandelen. Nee, onze ‘witte overheersersmentaliteit’ moet uit ons collectieve bewustzijn verdwijnen. Veel Amerikaanse universiteiten geven nu al cursussen en ‘tips voor witte mensen’ hoe je jouw vooroordelen kunt overkomen.

Sterker nog, ook wie geen noemenswaardige vooroordelen heeft, moet zich onderwerpen aan de notie dat dit een teken van ontkenning is. Deze allesomvattende conditionering van de massa strekt zich uit tot verder buiten de onderwerpen die de activisten aan de orde stellen. Je kunt er vergif op innemen dat als Zwarte Piet straks verboden is, zonder aarzelen een ander kwalijk ‘stereotype’ gevonden wordt dat weg moet.

Toen ik een aantal jaar gelden al schreef over het gevaar van cultuurmarxisme in onze instituties, reageerde men overwegend lacherig. Cultuurmarxisme is een term geïntroduceerd door communist en filosoof Antonio Gramsci begin vorige eeuw, en in de kern een kritiek op Karl Marx die zich teveel blind zou staren op economische wetmatigheden om het kapitalisme omver te werpen. Dat zou veel effectiever kunnen door culturele hegemonie te bevechten, vond Gramsci.

Afgezien van of het doel inderdaad het einde van kapitalisme moet zijn, zien we dit gevecht nu overal terug. Cultuur moet ‘inclusief’ zijn en geen waarde in zichzelf willen dragen. Waarom het volgens sommigen paranoia of complot-denken zou zijn om deze ‘mars door de instituties’ zo te benoemen is misschien wel het bewijs dat het werkt.

Wie wil zien, ziet dat de onderstroom van BLM en aanverwante bewegingen vooral een destructieve is. Het voert ons genadeloos mee in het geloof dat er iets inherent fout is aan onze ‘witheid’ en dat er een revolutie nodig is om de onderdrukking te stoppen.

Zelden is de vraag: wat kunnen we nou écht doen voor de zwarte gemeenschap?

Tekenend is ook de gretigheid waarmee de mainstream media deze claim hebben omarmd. Nooit wordt de waarachtigheid erachter onderzocht en zelden is de vraag: wat kunnen we nou écht doen voor de zwarte gemeenschap?

Want dat George Floyd in 2005 een zwangere, zwarte vrouw bedreigde met een wapen tijdens een woningoverval, weerhield de media er niet van hem op een voetstuk te plaatsen. Dit alles terwijl zwarte woningen en winkeltjes in de dagen na zijn dood in Portland, Minneapolis en vele andere steden in vlammen opgingen.

BLM-Lichtprojectie op de Washington National Cathedral op 11 juni 2020. Victoria Pickering - Flickr
Lichtprojectie op de Washington National Cathedral op 11 juni 2020. © Victoria Pickering / Flickr 

Wie daarvoor verantwoordelijk waren wordt angstvallig verzwegen. De NOS wist zelfs te melden dat bewijs voor het bestaan van Antifa (als organisatie) ontbreekt.1  Niets was minder waar. Op foto’s was te zien dat Antifa hun logo spoot op tal van gevels in de genoemde steden en uit undercover reportages van onder andere Project Veritas en Antifa-journalist Andy Ngo rijst juist een beeld op van georganiseerde betrokkenheid bij de rellen rondom de dood van George Floyd.

Alles in ogenschouw nemend lijken de belangen van de zwarte gemeenschap vooral bijzaak. Het hoge abortuscijfer onder zwarten in Amerika, de werkloosheid, de afwezige vaders en de afhankelijkheid van uitkeringen worden nergens genoemd als belangrijke oorzaak van (economische) ongelijkheid.

Het goede willen doen moet ons niet voor valse dilemma’s plaatsen en geen nieuwe of andere vormen van uitbuiting en discriminatie in het leven roepen

Kritische burgers hebben een plicht om wat gekenmerkt kan worden als het misbruik van minderheden voor politieke doeleinden aan de orde te stellen. De huidige perversie van ‘het goede’ moet ons alarmeren en ontnuchteren.

Dat begint al bij het doortrapte taalspelletje van BLM. Ze eisen van ons uitsluitend via hun premisse (zwarte levens doen ertoe) een rechtvaardiging voor hun eigen kwalijke gedrag: hun ronduit racistische agenda van geweld en intimidatie. Wie het terrein van de ratio betreedt krijgt te horen: vind je soms dat zwarte levens er niét toe doen?

Zo werkt het niet in de grote mensenwereld. Het goede willen doen moet ons niet voor valse dilemma’s plaatsen en geen nieuwe of andere vormen van uitbuiting en discriminatie in het leven roepen. Vermeend slachtofferschap als einde van elke discussie beschouwen is nooit de oplossing. Deze tijd vraagt om een stevig oordeel over wat we willen behouden en wat we laten kapotmaken. Dat laatste mag nooit de dialoog zelf zijn.

Auteurs