De Duitse behoefte aan zekerheid
Analyse Europese Zaken

De Duitse behoefte aan zekerheid

13 Sep 2017 - 15:05
Photo: World Economic Forum / Flickr
Terug naar archief

‘Für ein Deutschland, in dem wir gut und gerne leben’ - dat is de slogan van Merkels CDU voor de verkiezingscampagne. Tot grote hilariteit van twitterend Duitsland verzon het CDU-campagneteam daar de hashtag #fedidwgugl bij: “Zie de CDU hip proberen te doen”, “ze hebben duidelijk geen social-media-competenties”, was de teneur van de reacties. Inmiddels heeft Merkel in Berlijn het #fedidwgugl-Haus geopend, waar kiezers “kennis kunnen maken met de thema’s van de CDU”, aldus de partij. In het midden van het gebouw staat een groot rood-pluchen hart. “Dat staat voor onze economische kracht”, zei Merkel bij de opening. “Een succesvolle economie pompt als een hart bloed in alle delen van het lichaam.”

Koppositie CDU onaantastbaar…..
Het is misschien moeilijk voor te stellen dat een degelijke, saaie partij als de CDU al jaren veruit de grootste is in Duitsland. Zelfs tijdens de vluchtelingencrisis, toen Merkel harde kritiek te verduren kreeg en de CDU in de peilingen flink daalde, kwam haar koppositie niet in gevaar. Het zijn juist Merkels degelijkheid en stabiliteit die Duitse kiezers naar de CDU trekken. Duitsers hebben behoefte aan zekerheid, zei de Duitse politicoloog Karl-Rudolf Korte daar eerder dit jaar over tijdens een lezing in Amsterdam. “De Duitsers kiezen graag iets dat ze al kennen.”1

…..met SPD als goede tweede
De enige keer dat de CDU de afgelopen vier jaar in de peilingen werd ingehaald, was begin februari, nadat de SPD tot ieders verrassing niet voorzitter Sigmar Gabriel, maar Europarlementariër Martin Schulz tot lijsttrekker had benoemd. De gewezen burgemeester van het provinciestadje Würselen heeft 20 jaar in Brussel doorgebracht. Hij gold daardoor als ‘frisse wind’, ‘iemand van buiten’, niet belast door de impopulaire sociale hervormingen die de SPD in de jaren-2000 heeft doorgevoerd. Schulz werd door de SPD-kiezers juichend binnengehaald en even leek het erop dat ‘Sankt Martin’ het Merkel moeilijk ging maken. Maar het ‘Schulz-effect’ hield niet lang aan. Inmiddels staat de CDU in de peilingen weer op ongeveer 38% van de stemmen en de SPD op zo’n 23%.

Het zijn juist Merkels degelijkheid en stabiliteit die Duitse kiezers naar de CDU trekken

De verkiezingsstrijd lijkt daardoor niet erg spannend: Merkel zal de verkiezingen wel weer winnen. Dat gevoel leidt ertoe dat veel Duitse kiezers zich later dan anders bezighouden met hun stemkeuze. Uit een peiling van eind augustus bleek dat 46% van de kiezers nog zwevend was.2 Zo hoog was het aantal Unentschiedenen nog niet eerder.3

Spannende strijd om de derde plaats
Spannend is welke partij na de CDU/CSU en de SPD derde wordt. Dat heeft invloed op de coalitievorming en het beleid voor de komende jaren. De vier andere partijen die in de Bondsdag zullen worden gekozen, staan in de peilingen allemaal op rond de 7 tot 10%: de socialistische partij Die Linke, Bündnis 90/Die Grünen, de liberale FDP en de rechts-populistische AfD. Die Linke en de Groenen zitten nu ook in het parlement en vormen samen de oppositie tegen de grote coalitie van CDU/CSU en SPD.

De liberalen
De FDP werd in 2013 uit de Bondsdag gestemd, na vier jaar regeren met Merkel en na meer dan 60 jaar aanwezigheid in het Duitse parlement. Nu is de partij bezig aan een comeback, dankzij lijsttrekker Christian Lindner. Hij profileert zijn partij met onderwerpen als onderwijs, digitalisering en migratiebeleid.

De FDP maakt een goede kans de derde partij in de Bondsdag te worden. Ze zou zelfs weer regeringspartij kunnen worden. Het is eigenlijk het enige realistische alternatief voor wéér een grote coalitie van CDU/CSU en SPD. Een andere coalitie die getalsmatig mogelijk is, is de zogenoemde Jamaica-variant, naar de kleuren van de Jamaicaanse vlag: CDU/CSU (zwart), FDP (geel) en Die Grünen (groen). Maar zo’n samenwerking ligt niet erg voor de hand: de FDP en de Groenen liggen inhoudelijk ver uit elkaar. Andere coalitiemogelijkheden zijn er eigenlijk niet: de linkse partijen hebben geen meerderheid en Merkel sluit samenwerking met Die Linke en de AfD uit.

CDU architectuur Berlijn
Het is misschien moeilijk voor te stellen dat een degelijke, saaie partij als de CDU al jaren veruit de grootste is in Duitsland. Bron: haikus / Flickr

De SPD staat niet te springen om opnieuw als junior-partner met Merkel te gaan regeren. Geen enkele partij is ooit beter uit een coalitie met Merkel gekomen – in 2013 werd ze daarom de Koalitionspartnerkiller genoemd. In 2009 haalde de SPD na vier jaar met CDU/CSU het slechtste verkiezingsresultaat ooit. Daarnaast geldt er een principieel bezwaar tegen de grote coalitie: de CDU/CSU en de SPD zijn samen zo groot, dat er maar een kleine oppositie overblijft. Dat is niet goed voor de democratie.

De keuze voor de coalitiepartner heeft consequenties voor de Duitse binnenlandse én buitenlandse politiek. Voor Europa wil de FDP bijvoorbeeld een veel strenger beleid: striktere begrotingsregels, de mogelijkheid om lidstaten uit de EU te zetten en minder hulp aan noodlijdende lidstaten zoals Griekenland en Italië. De SPD aan de andere kant is bijvoorbeeld voor een gemeenschappelijke begroting voor de eurozone. Bovendien wil Merkel samen met de Franse president Macron de EU hervormen. Wat Macron wil, ligt meer in lijn met het programma van de SPD. Die verschillen maken nogal wat uit voor de koers van Europa de komende jaren.

Alternative für Deutschland (AfD)
De kans is ook reëel dat de AfD de derde partij in de Bondsdag wordt. Voor Duitsland is het nieuw dat er een partij rechts van de CDU/CSU in het parlement wordt gekozen. De AfD begon in 2013 als anti-europartij, opgericht door een aantal economen. Maar Oost-Duitse AfD-politici, die thema’s als immigratie en islam belangrijker vonden dan de euro, kregen steeds meer invloed. Met het uitbreken van de vluchtelingencrisis in de nazomer van 2015 begon de AfD aan een opmars en groeide uit tot een rechts-populistische partij met een stevig anti-islambeleid. Ze stond in 2016 in de peilingen soms op wel 15% van de stemmen en is inmiddels in dertien van de zestien deelstaatparlementen vertegenwoordigd. In sommige deelstaten werd ze vanuit het niets de tweede of derde partij in het parlement.4

In april koos de AfD Alexander Gauland en Alice Weidel tot lijsttrekkers. Daarmee verdween Frauke Petry, tot dan toe hét gezicht van de partij, naar de achtergrond. Gauland, tot 2013 actief in de CDU, is rechts-conservatief, nationalistisch en bedient zich van extreem-rechtse retoriek. Weidel, van huis uit econome en bedrijfsadviseur, vertegenwoordigt de economisch-liberale vleugel. Duitse media, die de kieslijsten van de AfD hebben bestudeerd, voorspellen dat Gauland en de zijnen de AfD-Bondsdagfractie zullen overheersen. “Met hem aan de top zullen rechtse ideologen, Poetinfans en islamtegenstanders de fractie domineren”, schreef Der Spiegel.5

Veel Duitsers kijken met angst en afschuw naar een Bondsdagfractie met misschien wel 50 of 60 AfD’ers.6 Al langer waarschuwen Duitse journalisten en politicologen ervoor dat via de partij extreem-rechts gedachtengoed salonfähig wordt. AfD’ers als Gauland, Björn Höcke in Thüringen en André Poggenburg in Saksen-Anhalt hebben contacten met extreem-rechtse organisaties als de Identitäre Bewegung of doen extreem-rechtse uitspraken.

Inmiddels is er ook een gematigde AfD-vleugel ontstaan, de Alternative Mitte, die een duidelijk conservatieve, maar ook zakelijk gevoerde politiek voorstaat en tegenwicht wil bieden aan de rechts-nationale vleugel van Gauland. Maar de Alternative Mitte is nog niet zo goed georganiseerd en zal ook met minder mensen vertegenwoordigd zijn in de Bondsdag dan Gaulands aanhang, zo is de verwachting.

Een saaie verkiezingscampagne
Met de impact van de vluchtelingencrisis in Duitsland en de opmars van de AfD zou je verwachten dat thema’s als immigratie en integratie in de verkiezingscampagne domineren. Maar de campagne bleef inhoudelijk saai. Dat heeft mede te maken met Merkels strategie controversiële onderwerpen van tafel te vegen voordat ze een verkiezingsthema kunnen worden.

Dat gebeurde bijvoorbeeld in juni met het voor de CDU omstreden homohuwelijk. Merkel maakte in een interview één relativerende opmerking over het strenge CDU-standpunt en dat was genoeg. Dat de ‘Ehe für alle’ een week later al door de Bondsdag werd goedgekeurd, was niet helemaal haar bedoeling geweest. Maar het onderwerp kon haar partij in ieder geval niet meer schaden in de verkiezingscampagne.

Ook het initiatief in het dieselschandaal, dat deze zomer nog een extra dimensie kreeg toen geheime kartelafspraken van de Duitse auto-industrie bekend werden, trok Merkel naar zich toe. Terwijl Schulz met een vijf-punten-plan kwam dat voor een doorbraak van elektrische auto’s moest zorgen, verklaarde Merkel het onderwerp tot Chefsache en kondigde een dieseltop aan in het najaar…. na de verkiezingen.

De verkiezingscampagne bleef ook saai omdat de twee grootste partijen vier jaar samen hebben geregeerd en het over veel onderwerpen eens zijn. Het is daarom voor de SPD lastig campagne voeren tegen Merkel. Dat bleek bij het TV-Duell, het enige tv-debat tussen Merkel en Schulz op 3 september. Het lukte Schulz maar gedeeltelijk over de thema’s te spreken die wel degelijk een probleem zijn in Duitsland.

Groeiende kloof tussen arm en rijk……..
“Duitsland is een welvarend land. Dat betekent niet dat alle Duitsers welvarend zijn,” zei Schulz tijdens het debat. Met deze open deur snijdt hij een belangrijk thema aan, waar ook in Duitse media keer op keer aandacht voor wordt gevraagd: de ongelijkheid. De positieve berichten over de Duitse economie buitelen over elkaar, de werkloosheid is historisch laag, de schatkist goed gevuld, het bedrijfsleven ziet de toekomst zonnig in, maar de kloof tussen arm en rijk is de laatste jaren groter en groter geworden.

De armoede is zichtbaar geworden door het toenemend aantal voedselbanken en mensen die vuilnisbakken afstruinen op zoek naar blikjes en flesjes voor het statiegeld

Eind 2016 hadden 2,7 miljoen mensen een bijbaan, de helft van hen naast hun voltijdbaan. Het aantal gepensioneerden dat werkt om het pensioen aan te vullen, neemt toe. Veel ouderen zijn bang dat hun pensioen ontoereikend zal zijn, blijkt uit peilingen. Armoede onder ouderen is een van de vijf thema’s waar Duitsers zich het meest zorgen over maken.7

Een op de vijf jongeren onder de achttien groeit op in een gezin met een laag inkomen (minder dan 60% van het middeninkomen). Het aantal korte, tijdelijke contracten en het aantal ‘Minijobs’ (met een vergoeding van maximaal 450 euro) is de laatste tien jaar sterk toegenomen. Zichtbaar is de armoede geworden door het toenemend aantal voedselbanken en mensen die vuilnisbakken afstruinen op zoek naar blikjes en flesjes voor het statiegeld.

…..en ondermaatse infrastructuur
Wat zich ook in het straatbeeld aftekent, is het gebrek aan investeringen in de infrastructuur.8  Bruggen en wegen, sluizen en spoorverbindingen – regelmatig ontstaan er problemen door achterstallig onderhoud. Het percentage van het bruto binnenlands product dat aan infrastructuur wordt uitgegeven, loopt al jaren terug. Voor veel kiezers is het onbegrijpelijk dat een land dat in 2016 een begrotingsoverschot van bijna 24 miljard euro had, zo weinig doet tegen armoede, de slechte infrastructuur en – ook een belangrijk thema in Duitsland – de problemen in het onderwijs. Daarbij gaat het niet alleen om kansenongelijkheid, maar ook om lesmateriaal en slecht onderhouden schoolgebouwen.

infrastructuur in duitsland is ondermaats
Bruggen en wegen, sluizen en spoorverbindingen – regelmatig ontstaan er problemen door achterstallig onderhoud. Bron: Gregor Fischer / Flickr 


Op het gebied van digitale infrastructuur loopt het land eveneens achter, toont de ene na de andere studie aan. Breedband-internet en wifi zijn nog lang niet overal in het land beschikbaar. Digitale overheidsdiensten, digiborden in het onderwijs en digitale toepassingen in de gezondheidszorg, het staat in Duitsland allemaal nog in de kinderschoenen. Op 5 september jl., de laatste keer dat kanselier Merkel tijdens deze regeerperiode in de Bondsdag sprak, erkende ze dat Duitsland hier een inhaalslag moet maken: “We willen immers niet in het techniekmuseum belanden.”

De invloed van Berlijn op veel onderwerpen, zoals onderwijs en infrastructuur, is maar beperkt, omdat die thema’s een zaak zijn van de deelstaten

De SPD lanceerde in de verkiezingsstrijd het plan om een investeringsverplichting voor de overheid vast te leggen in de grondwet, zoals dat in 2009 met het terugdringen van de staatsschuld is gebeurd. De partij wil extra investeringen in woningbouw, scholen en kinderopvang.

Of dat de achterstanden oplost, is maar de vraag. Nu al wordt veel geld dat de staat beschikbaar stelt, niet uitgegeven. In 2016 bleef volgens een Factcheck van nieuwssite ZDF Heute van de 35 miljard euro voor investeringen, 1,8 miljard op de plank liggen.9 Dat heeft meerdere redenen. Lagere overheden, op deelstaat- en gemeentelijk niveau, hebben te weinig personeel en capaciteit om grote projecten snel uit te voeren, de bureaucratie voor de vergunningen is enorm. De federale structuur van de Bondsrepubliek maakt het nog ingewikkelder. De invloed van Berlijn op veel onderwerpen, zoals onderwijs en infrastructuur, is maar beperkt, omdat die thema’s een zaak zijn van de deelstaten.

Deze Investitionsstau, ofwel investeringsstagnatie, werd door zowel CDU als SPD aangesproken in de campagne. Hun aanpak verschilt wel: de SPD wil meer geld beschikbaar stellen, terwijl de CDU vooral de procedures en structuren wil veranderen. Daarmee geldt ook bij dit onderwerp: over de doelen zijn ze het eens, de weg ernaar toe kan linksom of rechtsom. 

 

Meer weten over de houding van Duitse politieke partijen ten opzichte van de Europese Unie? Bekijk hier de Mattermap van het EU forum.​​​​​​​

 

Auteurs

Marja Verburg
Redacteur Duitslandweb
Wiebke Pittlik
Hoofdredacteur Duitslandweb