Gevarendriehoek op zee: Cyprus, Griekenland en Turkije
Hoewel er momenteel weer wordt gepraat door Cyprus, Griekenland en Turkije, is de rust in de oostelijke Middellandse Zee vermoedelijk slechts tijdelijk. De Turkse president Recep Tayyip Erdoğan zal zo nodig opnieuw letterlijk en figuurlijk grenzen opzoeken, net als in 2020 rond Cyprus en het Griekse eilandje Kastellorizo. En dat heeft niet alleen te maken met gas.1
Het is nog steeds onbekend of er opzet in het spel was toen op 12 augustus 2020 de boeg van het 38 jaar oude en in Vlissingen gebouwde Griekse marineschip de zijkant van een Turks fregat raakte. Dat fregat was onderdeel van het marine-escort van het Turkse onderzoeksschip Oruç Reis, op dat moment varend in de betwiste wateren ten zuiden van het kleine Griekse eilandje Kastellorizo – naar verluidt op zoek naar olie en gas.
Bronnen binnen het Griekse ministerie van Defensie spraken in ieder geval van een “mini-botsing” die “per ongeluk” plaatsvond. De Griekse kapitein ontving niettemin felicitaties van de minister van Defensie. Turkije sprak van een “provocatie”.2
Eerder dat jaar was er al een incident tussen Franse en Turkse marineschepen voor de Libische kust. De incidenten liepen uiteindelijk met een sisser af, maar illustreren hoe een crisis zomaar kan escaleren, zelfs tot een oorlog waar niemand op zit te wachten.
Illustratief voor dit risico op escalatie was het voorval begin januari 2021 waarbij opnieuw twee boten – van de Griekse en Turkse kustwacht ditmaal – op elkaar botsten. Dat gebeurde bij een paar omstreden rotseilandjes voor de Turkse westkust die door Turkije Kardak en door Griekenland Imia worden genoemd. In 1996 brak om deze rotsen, waar alleen wat geiten wonen, bijna een oorlog uit tussen beide NAVO-partners.3
Aardgas of soevereiniteit?
De maandenlang voortdurende stand-off in 2020 wordt veelal verklaard vanuit economisch en energieperspectief, oftewel de zoektocht naar olie en gas.4
Deze benadering gaat echter voorbij aan al langer bestaande diepere oorzaken, namelijk conflicten over soevereiniteit rond Cyprus en in de Egeïsche Zee.
Terwijl oliebedrijven zoals Eni, Total en Shell hun activiteiten in de regio stillegden wegens de inzakkende vraag aan het begin van de coronapandemie, ging de Turkse zoektocht naar gas gewoon door. Dit illustreert dat hier meer speelt dan alleen economische belangen en energie.
Bij nadere beschouwing blijken de Turkse exploratieactiviteiten tussen Cyprus en Kreta – waar nooit eerder gas werd gevonden – vooral een manier voor een steeds nationalistischer en revisionistischer Turkije om de Turkse soevereiniteit over de betreffende wateren te benadrukken, en om zich weer te manifesteren als grootmacht.5
Opeenstapeling van conflicten
Vanaf de jaren vijftig van de twintigste eeuw breidde het aantal twistpunten tussen Griekenland en Cyprus enerzijds en Turkije anderzijds zich gestaag uit. In de aanloop naar de onafhankelijkheid van de Britse kroonkolonie Cyprus in 1960 ontstonden conflicten tussen de Grieks-Cypriotische en Turks-Cypriotische gemeenschappen over machtsdeling en de toekomstige status van het eiland. Vervolgens ontstond een dispuut over de afbakening van de exclusieve economische zone (EEZ) en het continentaal plat in de Egeïsche Zee door de zoektocht naar olie en gas vanaf 1973.6
In 1974 escaleerde het sluimerende conflict op Cyprus, culminerend in de Turkse invasie van noord-Cyprus. De invasie was een reactie op een door het Griekse kolonelsregime geïnstigeerde poging tot een staatsgreep op Cyprus met als doel het eiland bij Griekenland aan te laten sluiten.7
Sinds 1982 werd de situatie nog complexer toen Turkije besloot zich niet aan te sluiten bij het destijds tot stand gekomen Zeerechtverdrag der Verenigde Naties (UNCLOS).8 Turkije kon zich niet vinden in de daarin vastgelegde afspraken over de rechten van eilanden op eigen maritieme zones.
In de Turkse visie genereren eilanden gelegen tegenover het vasteland namelijk hetzij geen hetzij minder aanspraken op een eigen EEZ en continentaal plat dan volgens het breed aanvaarde UNCLOS-verdrag, waarbij Cyprus en Griekenland wel partij zijn. Tevens maakte Turkije bezwaar tegen de in het verdrag vastgestelde maximale breedte van de territoriale zee van 12 zeemijl (12 M), omdat dit de Egeïsche Zee in Turkse ogen zou veranderen in een ‘Grieks meer’.
In de jaren tachtig ontstonden hier meningsverschillen over de grenzen van reddingzones. Sinds de jaren negentig trekt Turkije bovendien de Griekse soevereiniteit over een nooit exact gedefinieerd aantal eilandjes in de Egeïsche Zee in twijfel.
In het afgelopen decennium kwam daar dus de ruzie over de afbakening van de EEZ en het continentaal plat rond Cyprus als twistappel bij – een direct gevolg van de sinds 2009 gevonden gasvelden ten zuiden en oosten van Cyprus. In november 2019 legde Turkije tot slot een nieuwe claim op tafel op de wateren rond de Griekse eilanden Kreta, Rhodos en Karpathos, en wel door middel van een omstreden overeenkomst met Libië.9
Cyprus
In feite heeft de vondst van aardgas in de oostelijke Middellandse Zee bij Cyprus, Israël en Egypte – nu ruim een decennium geleden – een extra, maritieme dimensie toegevoegd aan het al langer bestaande conflict over de status van het gedeelde eiland Cyprus. Hierdoor werd een formele afbakening van de EEZ en het continentaal plat tussen Cyprus, Griekenland, Turkije en de andere kuststaten plotseling urgent, en een potentiële bron van conflict in de oostelijke Middellandse Zee.
Door de Turkse opvatting dat eilanden niet dezelfde rechten hebben op maritieme zones als het vasteland, is het mogelijk dat Turkije enerzijds indirect grote delen van de kustwateren ten noorden en oosten van het eiland Cyprus claimt. Dit doet het via en namens de alleen door Turkije erkende Turkse Republiek Noord Cyprus. Anderzijds claimt Turkije ook direct grote delen van de wateren ten westen en zelfs ten zuiden van Cyprus als zijnde Turkse wateren met bijbehorende exploratierechten.10
Turkije maakt daarom bezwaar tegen de eenzijdige Grieks-Cypriotische gasexploratie.11 In 2018 verjaagde de Turkse marine een schip van de Italiaanse oliemaatschappij Eni uit de door Cyprus geclaimde EEZ en sinds 2019 zochten Turkse onderzoeks- en boorschepen, beschermd door de Turkse marine, zelf ook naar olie en gas binnen dit gebied.
Egeïsche Zee
Naast de afbakening van de EEZ, het continentaal plat en reddingzones speelt in de Egeïsche Zee ook nog onenigheid over de breedte van de territoriale wateren. Die is momenteel vastgesteld op 6 zeemijl (6 M). Griekenland behoudt zich echter het recht voor deze uit te breiden tot 12 zeemijl (12 M) vanuit de kust, zoals maximaal toegestaan volgens het UNCLOS-verdrag.
Turkije is hier tegen omdat dan – door het grote aantal Griekse eilanden – een groot deel van de Egeïsche Zee onder Griekse soevereiniteit komt te vallen. Daarom dreigt Turkije sinds 1995 met oorlog, mocht Griekenland hiertoe overgaan.12
Daarbij bestaat er verschil van mening over de grenzen van het door Griekenland geclaimde nationale luchtruim.13 Tevens is er onenigheid over de – in Turkse optiek – politisering van bevoegdheden door Griekenland binnen de Griekse ‘Flight Information Region’ (‘Athens F.I.R.’) voor de luchtvaart.14
Reddingsdiensten
Daarnaast kunnen beide landen het niet eens worden over de afbakening van de zogeheten ‘Search and Rescue’-regio’s voor de reddingsdiensten in de Egeïsche Zee, noch over de afbakening van de taakgebieden voor de zogeheten ‘NAVTEX’-radiotelexdienst voor maritieme veiligheidsberichten.15
Veelzeggend voor het belang van deze afspraken is dat de eerdergenoemde ‘bijna-oorlog’ om de Imia/Kardak rotsen in 1996 begon als een ruzie over welke nationale reddingsdienst een aan de grond gelopen Turks schip bij deze rotsen mocht helpen. De achterliggende motivatie was om zodoende soevereiniteit over deze rotsen te benadrukken.
Betwiste eilanden
Tot slot bestaat er nog onenigheid over de militarisering van, en zelfs zeggenschap over, een aantal Griekse eilandjes vlak voor de Turkse kust, de zogeheten ‘grey zones’.16
Beide partijen baseren zich hier op uiteenlopende interpretaties van het Verdrag van Lausanne uit 1923, de Montreux Conventie inzake de Bosporus en de Dardanellen uit 1936, en het Vredesverdrag van Parijs uit 1947.
Deze verdragen legden onder meer de grenzen vast tussen Griekenland en Turkije na het uiteenvallen van het Ottomaanse Rijk en opnieuw na de Tweede Wereldoorlog, toen de voorheen Italiaanse Dodecanese eilanden aan Griekenland werden overgedragen.17
Daarbij speelt het Italiaans-Turkse Verdrag uit 1932 een rol in de afbakening van de zeegrens tussen de Dodecanese eilanden en de Turkse kust. Hieronder vallen ook het eiland Kastellorizo en de sinds 1996 omstreden rotseilandjes Imia/Kardak.18
Turks-Libische memorandum
In november 2019 sloten Turkije en de toenmalige regering van het door burgeroorlog verscheurde Libië een overeenkomst om een stuk Middellandse Zee tussen beide landen onderling te verdelen.
Hiermee breidde Turkije haar maritieme aanspraken nog verder naar het westen uit. Dit deed het zonder rekening te houden met de Griekse maritieme aanspraken op basis van eilanden als Kreta, Karpathos en Rhodos.
Als tegenprestatie voor de Libische medewerking bood Turkije militaire steun aan de Libische regering in de burgeroorlog tegen de troepen van de oppositie.19 Die oppositie werd op haar beurt gesteund door rivalen van Turkije: Egypte, Frankrijk, Rusland en de Verenigde Arabische Emiraten.
Grieks-Egyptische maritieme afbakening
In augustus 2020 sloot Griekenland als reactie op de Turks-Libische overeenkomst een akkoord met Egypte over de onderlinge afbakening van de EEZ.20
Dit akkoord doorkruist niet bij toeval het gebied van de Turks-Libische deal. Turkije stuurde vervolgens woedend het eerdergenoemde olie-exploratieschip Oruç Reis, begeleid door vijf marineschepen, de zee op richting Kastellorizo, waarna Griekenland ook marineschepen stuurde.
Kastellorizo
Kastellorizo, in Turkije ook Meis genoemd, is het meest oostelijke Griekse eiland gelegen voor de Turkse zuidkust. Het fungeert in zekere zin als figuurlijke kurk op de Turkse doorgang of ‘flessenhals’ naar open zee tussen de door Griekenland en de door Cyprus geclaimde wateren. De door Griekenland geclaimde maritieme zone, op basis van dit kleine eilandje, neemt letterlijk en figuurlijk een centrale positie in bij alle conflicten – en dat terwijl er tot dusverre geen olie of gas in het gebied is gevonden.
‘Seville Map’
Turkije maakt bezwaar tegen de Griekse aanspraak op een volledige EEZ rond Kastellorizo. In dit verband wordt er vanuit Turkse kant vaak verwezen naar de zogenaamde ‘Seville Map’ met veronderstelde Griekse claims. Dit is een onofficiële kaart die in 2004 is samengesteld door de Universiteit van Sevilla in opdracht van de Europese Unie.
In Turkse ogen vormt deze kaart de verbeelding van hoe hun land wordt afgesneden van de open zee door een aaneengesloten Grieks-Cypriotische EEZ en – meer algemeen – hoe het land regionaal buitengesloten wordt, zoals bijvoorbeeld van het East Mediterranean Gas Forum.21
‘Mavi Vatan’: Blauw Moederland
Een kaart waar Grieken en Cyprioten zich op hun beurt zorgen over maken heet ‘Mavi Vatan’ (Blauw Moederland). Deze kaart is de verbeelding van een betrekkelijk nieuwe maritiem-geopolitieke doctrine, ook ‘Mavi Vatan’ genoemd.
De doctrine werd in 2006 ontwikkeld door een nationalistische admiraal van de Turkse marine, uit het kamp van de antiwesterse en nationalistische ‘eurazianisten’.22 De Mavi Vatan-doctrine is erop gericht de greep van Turkije op de wateren rond het Anatolisch schiereiland te verstevigen en van Turkije weer een zelfstandige maritieme grootmacht te maken.
Turkse revisionistische ambities uiten zich ook door een grootscheeps moderniseringsprogramma van de Turkse marine en Turkse militaire activiteiten in Cyprus, Irak, Libië, Niger, Qatar, Syrië, Soedan, Somalië en meest recentelijk in Azerbeidzjan.
Terwijl Turkije zich door wapengekletter steeds meer isoleert, vormen Cyprus en Griekenland momenteel een nieuw web van voorheen ongedachte allianties rond de oostelijke Middellandse Zee en in de Golfregio, zoals het eerdergenoemde East Mediterranean Gas Forum en het Philia Forum.23
Verdeeld Europa?
De EU bleek vorige zomer verdeeld inzake de benadering van Turkije en wist lange tijd niet één lijn te trekken. Alleen Frankrijk ging vierkant achter Cyprus en Griekenland staan.
Veel andere lidstaten waren terughoudender. Duitsland was EU-voorzitter en zocht mede daarom een meer bemiddelende rol.24 Bovendien had het land zorgen over het voortbestaan van de vluchtelingendeal met Turkije en heeft het een grote Turkstalige minderheid binnen de grenzen.
Uiteindelijk trok Turkije de Oruç Reis pas eind november 2020 definitief terug, vlak voor een EU-top waar over verdere sancties tegen Turkije zou worden gepraat.25 Inmiddels wordt er weer gepraat tussen de landen, onder druk van de EU, de nieuwe Amerikaanse president Joe Biden en een groeiende Turkse financieel-economische crisis.26 Een mogelijke aanscherping van de huidige beperkte Europese sancties tegen Turkije wegens “illegale gasboringen” wordt daarom op de lange baan geschoven.
Grenzen opzoeken
Maar als het verleden een goede indicatie is, dan zal de Turkse president Erdoğan niet aarzelen opnieuw de grenzen op zee op te zoeken indien hem dat politiek opportuun lijkt, bijvoorbeeld in de aanloop naar de dubbele verkiezingen van 2023.27
In dat geval kan de EU overwegen om niet opnieuw – vruchteloos – te streven naar zwaardere sancties en een wapenembargo tégen Turkije, maar in plaats daarvan concreet bij te dragen aan de versterking van de maritieme capaciteiten van Cyprus en Griekenland. Bijvoorbeeld door middel van een nieuw op te richten ‘geopolitiek solidariteitsfonds’ met het oog op externe dreigingen en coercive diplomacy.
Ruimte voor toenadering
Tot dusverre hebben Cyprus en Griekenland hun geclaimde EEZ ten zuiden van Kastellorizo niet formeel afgebakend, noch actief naar olie en gas gezocht in dat gebied. Turkije heeft evenmin actief naar gas gezocht in het zeegebied dat valt onder het Turks-Libische memorandum.
In dit verband blijft verder vaak onvermeld dat Turkije een goede kans zou maken om een eventuele Griekse EEZ-claim gebaseerd op Kastellorizo succesvol aan te vechten voor een internationaal tribunaal, op basis van het UNCLOS-verdrag.28 Ook inzake de Egeïsche Zee is al rond 1980 door beide partijen ruimte voor een compromis geconstateerd.29
Hier ligt dus ruimte voor toenadering. Wederzijds vertrouwen en goede wil zijn de belangrijkste ontbrekende voorwaarden. Wellicht kan de EU dit proces faciliteren door te ijveren voor een tijdelijk moratorium op gasexploratie. Daarbij dient Turkije wel af te zien van iedere vorm van drillship diplomacy, die in Athene en Nicosia immers elke ruimte voor concessies doet verdampen.
- 1De auteur dankt Alex Oude Elferink (directeur van het Netherlands Institute for the Law of the Sea (NILOS) aan de Universiteit Utrecht) en Zenonas Tziarras (onderzoeker verbonden aan het PRIO Cyprus Centre te Nicosia, Cyprus, met een focus op de geopolitiek van de Middellandse Zee, en mede-oprichter van Geopolitical Cyprus) voor de bereidheid om uitgebreid hun expertise te delen met de auteur aangaande de disputen in de oostelijke Middellandse Zee, en hij dankt Fred Sengers (China-deskundige en publicerend op Blogaap.nl) en Sense Hofstede (promovendus in Vergelijkende Aziatische Studies aan de Nationale Universiteit van Singapore en publicerend op zijn persoonlijke blog over Singapore, Taiwan en China) voor hun commentaar op eerdere versies van dit artikel. Eventuele onvolkomenheden komen uiteraard volledig voor rekening van de auteur.
- 2Michele Kambas en Tuvan Gumrukcu, ‘Greek, Turkish warships in 'mini collision' Ankara calls provocative’, Ekhathimerini, 14 augustus 2020; ‘Defense minister congratulates frigate captain, confirming Greek-Turkish ship collision’, Ekathimerini, 17 augustus 2020.
- 3N.B: Cyprus is lid van de Europese Unie, Turkije is lid van de NAVO en Griekenland van EU en NAVO.
- 4Sam Meredith, ‘Turkey’s pursuit of contested oil and gas reserves has ramifications ‘well beyond’ the region’, CNBC, 18 augustus 2020.
- 5Charles Ellinas, ‘Turkey has no need for East Med gas’, Cyprus Mail, 29 maart 2021; Zenonas Tziarras en Jalel Harchaoui, ‘What Erdogan Really Wants in the Eastern Mediterranean’, Foreign Policy, 19 januari 2021; Paul Keaveny, ‘Turkey-Greece conflict in eastern Mediterranean is less about gas than vaccuum left by Trump’, The Conversation, 18 augustus 2020.
- 6In de maritieme zone die het continentaal plat wordt genoemd, die in ieder geval loopt tot 200 zeemijl uit de kust – verder is ook mogelijk, maar niet relevant in de Middellandse Zee – heeft een kuststaat het exclusieve recht op de exploitatie van de natuurlijke bodemrijkdommen op en onder de zeebodem zoals olie en gas. In de EEZ, die ook loopt tot 200 M uit de kust, heeft de kuststaat bovendien het exclusieve recht op de levende natuurlijke rijkdommen in het water zoals vis en ander economisch gebruik. De termen ‘Exclusieve Economische Zone’ (EEZ) en ‘continentaal plat’ worden vaak door elkaar gebruikt maar zijn dus niet identiek. Het meest in het oog springende verschil tussen beide maritieme zones is dat de EEZ ook de waterkolom omvat boven de zeebodem terwijl, het continentaal plat alleen de zeebodem en ondergrond betreft. Schematisch worden de juridische maritieme zones hier op de website van de VN weergegeven.
- 7Voor achtergronden, zie: Jan Marinus Wiersma, ’Gedeeld Cyprus: Een kerkhof voor diplomaten?’, Clingendael Spectator, 15 januari 2020.
- 8 ‘United Nations, United Nations Convention on the Law of the Sea’, Montego Bay, 10 december 1982. Het staat ieder land vrij om het Zeerechtverdrag der Verenigde Naties al dan niet te tekenen en/of ratificeren. Wel is ieder land in zekere mate gebonden aan de regelgeving van het verdrag omdat het grotendeels overeenkomt met het gewoonterecht, dat wil zeggen regels van ongeschreven recht. Dit is het toepasselijke recht tussen Turkije en zijn buurlanden wat betreft het algemene recht van de zee.
- 9United Nations, ‘Memorandum Of Understanding Between The Government Of The Republic Of Turkey And The Government Of National Accord-State Of Libya On Delimitation Of The Maritime Jurisdiction Areas In The Mediterranean’. Voor een overzicht van de Turkse grieven, zie ook: Ambassador Cagatay Erciyes, ‘presentation: ‘Outstanding Issues in the Eastern Mediterranean and the Aegean Sea – Turkey’s Views and Policies’, mfa.gov.tr, 13 februari 2020, p. 22-26.
- 10Friso Dubbelboer, ‘UNCLOS Onder Druk: geldt het (zee)recht van de sterkste?’, Clingendael Spectator, 04 juni 2020; Floris van Straaten, 'Heel zuur voor de Turken, maar ze maken juridisch geen kans’, NRC, 29 juni 2020; Rob Vreeken, ‘Onder water woedt een Grieks-Turkse oorlog waar de EU van huivert: hoe gaat dit aflopen?’, De Volkskrant, 1 oktober 2020.
- 11De Republiek Cyprus heeft vanaf 2007 aanbestedingen uitgeschreven voor exploratievergunningen met de interesse van aan onder andere ENI (Italië), Exxon en Noble/Chevron) (VS), Total (Frankrijk), Kogas (Zuid-Korea), Qatar Petroleum en Delek (Israël): zie: Ayla Gürel Fiona Mullen Harry Tzimitras, ‘The Cyprus Hydrocarbons Issue: Context, Positions and Future Scenarios’, PRIO Cyprus Centre, 2013, P. 3-5.
- 12Voor het Turkse standpunt zie: Turkish Ministry of Foreign Affairs, ‘The Aegean Problems, Breadth of the Territorial Waters’, mfa.gov.tr. Voor het Griekse standpunt, zie: Greek Ministry of Foreign Affairs, ‘Issues of Greek - Turkish Relations, Territorial sea - Casus belli’, mfa.gr.
- 13Volgens artikel 2.2 van UNCLOS strekt de soevereiniteit van een land zich uit tot aan de grens van de territoriale zee van een land én het luchtruim daar boven (het nationale luchtruim), tot maximaal 12 M vanuit de kust. Griekenland claimt sinds 1931 een nationaal luchtruim tot 10 zeemijl uit de kust van het vaste land en vanaf de Griekse eilanden, terwijl het land – weliswaar onder Turkse druk – een territoriale zee van slechts 6 zeemijl claimt. Turkije heeft aangegeven dat uitbreiding voorbij 6 M een casus belli is Overigens behoudt Griekenland zich het recht voor om ‘op een gepast moment’ de territoriale zee uit te breiden tot 12 M.
- 14Door uiteenlopende interpretaties verwijten beide landen elkaar feitelijk de afspraken en conventies aangaande de civiele luchtvaart en scheepvaart te politiseren. Het gaat hier met name om een conventie van de International Civil Aviation Organisation (ICAO), ‘Chicago Convention On International Civil Aviation’ (Chicago, 1944), Ninth Edition, 2006; en een conventie van de International Maritime Organisation (IMO), ‘International Convention on Maritime Search and Rescue’ (Hamburg, 1979), United Nation Treaty Collection. Turkije verwijt Griekenland dat het de – in principe technische – afspraken en bevoegdheden binnen een F.I.R. (in dit geval de ‘Athene F.I.R.’) over de veiligheid van de luchtvaart en de luchtverkeersleiding ‘misbruikt’, overschrijdt en verbreedt alsof het luchtruim onder Griekse soevereiniteit betreft. Een F.I.R. valt niet per sé samen met een nationaal luchtruim en een deel van de Athene F.I.R. betreft internationaal luchtruim. Griekenland eist dat Turkse militaire toestellen standaard vooraf een vluchtplan indienen bij Athene F.I.R. voor vluchten boven de Egeïsche Zee. Turkije weigert dit en betoogt dat deze afspraken alleen de burgerluchtvaart betreffen. Zie voor het Griekse standpunt verder: Hellenic Ministry of Foreign Affairs, ‘Issues of Greek – Turkish relations – relevant documents - Athens FIR’, mfa.gr. Voor het Turkse standpunt: Republic of Turkey, Ministry of Foreign Affairs, ‘Air Space Related Related Problems’, mfa.gov.tr.
- 15Volgens Griekenland valt de Griekse S.A.R.-regio samen met de grenzen van de Athene F.I.R, tot vlak voor de Turkse westkust, dit op basis van de ICAO en IMO conventies. In de Turkse optiek is er echter nog geen formele afbakening. In de praktijk beslaat de Turkse S.A.R. regio de oostelijke helft van Egeïsche Zee met daarbinnen ook veel Griekse eilanden. Zie ook: Hellenic Republic, Ministry of Foreign Affairs, ‘Issues of Greek - Turkish relations - relevant documents - Search and rescue’, mfa.gr.; Republic of Turkey, Ministry of Foreign Affairs, ‘Search and Rescue Regions in the Aegean’, mfa.gov.tr. Zie ook: ‘What is a NAVTEX and why did Turkey issue one to Greece?’, TRT World, 23 juli 2020.
- 16In reactie op de Turkse invasie van Cyprus in 1974 legerde Griekenland extra militairen op de tot dan toe slechts licht verdedigde Griekse eilanden vlak voor de Turkse westkust. Volgens Turkije verbieden de verdragen van Lausanne (1923) en Parijs (1947) dit. In de aanloop naar een zeldzaam bezoek van Turkse president aan Griekenland in 2017 opperde Erdogan, tot consternatie van Griekenland, dat het Verdrag van Lausanne (1923), dat onder meer de onderlinge grens vastlegde, aan herziening toe was. Zie: Niki Kitsantonis, Carlotta Gall, ‘Erdogan, on Landmark Visit to Greece, Sets Diplomacy Aside’, New York Times, 07 december 2020.
- 17Hellenic Republic, Ministry of Foreign Affairs, ‘Issues of Greek-Turkish Relations’; Republic of Turkey, Ministry of Foreign Affairs, ‘The Aegean Problems’, mfa.gov.tr.
- 18Het Italiaans-Turkse Verdrag uit januari 1932 regelt de afbakening tussen het – dan nog – Italiaanse eilandje Kastellorizo en de Turkse kust. In een extra aangehecht protocol uit December 1932 wordt deze afbakening uitgebreid naar de rest van de Dodecanese eilanden. Turkije betwist sinds 1996 de geldigheid van dit protocol; zie ook: Hellenic Republic, Ministry of Foreign Affairs, ‘Issues of Greek - Turkish Relation - The Imia case’, mfa.gr.; Republic of Turkey, Ministry of Foreign Affairs, The Aegean Problems, ‘Islands, Islets And Rocks in the Aegean Which Were Not Ceded To Greece By International Treaties’; Republic of Turkey, Ministry of Foreign Affairs, The Aegean Problems, ‘The Kardak Dispute’, mfa.gov.tr.
- 19Deze omstreden maritieme afbakeningsovereenkomst werd in April 2021 herbevestigd door de Libische interim-premier van de voorlopige regering van nationale eenheid; Suzan Fraser, Turkey, ‘Libya recommit to contested maritime borders deal’, Associated Press, 12 april 2021.
- 20Noha Elhennawy, ‘Egypt, Greece sign maritime deal to counter Libya-Turkey one’, 6 augustus 2020; ‘Egypt and Greece sign agreement on exclusive economic zone’ Reuters, 6 augustus 2020.
- 21Cem Gürdeniz, ‘The Map of Seville and the plot to cut Turkey off from the Aegean and Mediterranean seas’, United World International, 17 september 2020; ‘East Mediterranean states formally establish Egypt-based gas forum’, Reuters, 22 september 2020; Hellenic Republic, Ministry of Foreign Affairs, ‘Issues of Greek - Turkish Relations’; Muhammet Tarhan, ‘Turkey breaking blockade in Eastern Med. with Oruc Reis’, Anadolu Agency, 11 augustus 2020.
- 22De ‘Eurasianisten’ propageren meer samenwerking met Aziatische landen als China, Iran en Rusland. Zie ook: interview admiral Cem Gürdeniz, ‘Blue Homeland ‘shows Turkey has become a maritime power’’, Hürriyet Daily News, 4 maart 2019; Ryan Gingeras, ‘Blue Homeland: The Heated Politics Behind Turkey’s New Maritime Strategy’, War on the Rocks, 2 juni 2020.
- 23Dorian Jones, ‘In the Face of Isolation, Erdogan Reaches Out to Egypt, Voice of America, 09-03-2021; France sends jets and ships to tense east Mediterranean’, BBC, 13 augustus 2020; Seth J. Frantzman, ‘New Alliances Link Gulf States to the Eastern Mediterranean’, Bloomberg, 18 maart 2021.
- 24Yannis Palaiologos, ‘Sanctions against Turkey ‘complex in a number of ways,’ says German Council on Foreign Relations director’ Ekathimerini, 19 september 2020.
- 25Eerder trok Turkije het schip al kortstondig terug vlak voor een eerdere EU-top in september. ‘Turkish exploration vessel back in port ahead of EU summit’, Reuters, 30 november 2020.
- 26Begin 2021 werden de besprekingen tussen Griekenland en Turkije over maritieme geschillen na een onderbreking van vijf jaar weer ‘verkennend’ opgestart. Ook de ministers van Buitenlandse Zaken hebben elkaar al twee keer ontmoet in 2021. In juni volgde een ontmoeting tussen de Turkse en Griekse regeringsleiders Recep Tayyip Erdoğan en Kyriakos Mitsotakis in de marge van een Navo-top. Daarnaast zijn de besprekingen onder leiding van de Verenigde Naties over een oplossing voor het Cyprus-conflict in april 2021 na vier jaar onderbreking weer voorzichtig hervat; John Psaropoulos, ‘Greece, Turkey launch Mediterranean crisis talks after 5 years’, Al Jazeera, 25 januari 2021; Sean Mathews, ‘Turkey, Greece look for calm Eastern Mediterranean summer’, Al Jazeera, 2 juni 2021; John Psaropoulos, ‘Cyprus’ reunification: What next after failed talks?’, Al Jazeera, 7 juni 2021.
- 27Er wordt algemeen van uitgegaan dat Erdoğan in juni 2023 (of eerder) wil worden herkozen als president, terwijl zijn populariteit en die van zijn regerende AK-partij tanende is. Erdoğan heeft al eerder de nationalistische kaart gespeeld om binnenlands electoraal gewin, bijvoorbeeld tijdens de rel tussen Nederland en Turkije in 2017 toen Turkse ministers campagne wilden voeren in Nederland voor een referendum en dit werd geweigerd. Zie ook: Thomas von der Dunk, ‘Hoe meer Europa inbeukt op Erdogan, hoe sterker hij thuis staat’, De Kanttekening, 21-03-2017; ‘Erdoğan’s rivals climb in polls ahead of 2023 election’, Ahval, 18-05-2021.
- 28Het Zeerechtverdrag vereist namelijk dat een afbakening billijk is voor alle partijen. In het verleden hebben internationale rechters aan eilanden die vergelijkbaar zijn met Kastellorizo al géén of minder gewicht gegeven bij het vaststellen van zeegrenzen. Het is daarom goed denkbaar dat een tribunaal aan Kastellorizo alleen een territoriale zee zou toekennen en een beperkte of zelfs geen EEZ en continentaal plat. De situatie ligt echter geheel omgekeerd in de Egeïsche Zee en rond Cyprus, waar de claims van Griekenland en Cyprus veel meer in overeenstemming zijn met het VN-zeerechtverdrag dan de – naar UNCLOS gemeten – excessieve Turkse claims. Voor een recent overzicht van jurispudentie met betrekking tot maritiem afbakeningsrecht, zie: A.G. Oude Elferink, T. Henriksen and S.V. Busch (red.), Maritime Boundary Delimitation: The Case Law; Is it Consistent and Predictable?, Cambridge, Cambridge University Press, 2018; zie ook: Yunus Emre Açıkgönül, ‘Turkey’s East Med policy: Victory at home, isolation abroad’, Heinrich Böll Stiftung Derneği, 12 september 2020; Michael Tanchum, ‘Where to Draw the Line in the Eastern Mediterranean’, Foreign Policy, 24 maart 2021.
- 29Thomas Bickl, ‘EU v. Turkey in the Eastern Mediterranean: a good moment to sponsor dispute settlement’, NCLOSBlog, 20 september 2020.
0 Reacties
Reactie toevoegen