Hoe de Saoedische politiek Irak in de armen van Iran dreef
Boeken & Films Conflict en Fragiele Staten

Hoe de Saoedische politiek Irak in de armen van Iran dreef

02 Feb 2022 - 12:04
Photo: De toenmalige Iraakse premier Nuri al-Maliki met de Iraanse grootayatollah Khamenei in 2013. © Wikimediacommons
Terug naar archief
Author(s):

Werd Irak in 2003 door de Amerikaanse invasie op een presenteerblaadje aan buurland Iran aangeboden? Vooral Saoedi-Arabië heeft dat beeld stelselmatig verkondigd. Maar klopt het wel dat Irak al zo lang tot de Iraanse invloedssfeer behoort? In A Self-Fulfilling Prophecy legt Katherine Harvey overtuigend uit hoe de Saoedische politiek Irak onbedoeld in de armen van Iran heeft gedreven.

Het is onmiskenbaar dat Iran geprofiteerd heeft van de omverwerping van Saddam Hoesseins regime in 2003. Met het aan de macht komen van sjiieten is de politieke landkaart van Irak drastisch gewijzigd, ook al leidde dat niet tot een boezemvriendschap tussen Bagdad en Teheran. Het gaat dan ook veel te ver om te beweren dat Irak na 2003 tot een vazalstaat van Iran geworden zou zijn.

Toch was dát juist de hardnekkige mening van opeenvolgende Saoedische leiders; van koning Abdoellah (aan de macht van 2005 tot 2015)1  in het bijzonder. Zonder enige gêne putte de monarch zich regelmatig uit in hyperbolen over het "kwaadaardige, expansionistische gedrag" van het Iraanse regime.

bookcoverNaast een groot aantal interviews met een divers gezelschap aan informanten heeft schrijfster Katherine Harvey ook kunnen putten uit WikiLeaks – een ware schatkamer aan diplomatieke ontboezemingen. Haar boek A Self-Fulfilling Prophecy biedt dan ook een keur aan Saoedische scheldkanonnades.

Ontstaan van het Saoedische wantrouwen
Het Saoedische wantrouwen ontstond reeds in 1979, het jaar van de Iraanse revolutie waarin Ayatollah Ruholla Khomeini aan de macht kwam. De sjiitische leider had – zeker de eerste jaren na de regimewisseling – de mond vol over "export van de revolutie".

De soennitische, conservatieve monarchen in de Perzische-Golfregio, waaronder die in Saoedi-Arabië, voelden zich hierdoor in het nauw gedreven. Dit sindsdien gevestigde vijandbeeld, versterkt door de oorlog tussen Irak en Iran (1980-1988), is duurzaam gebleken.

Over die Saoedisch-Iraanse betrekkingen is intussen veel geschreven, maar over een afgeleide daarvan – de relaties tussen Saoedi-Arabië en het 'nieuwe' Irak – is tot nog toe weinig gezegd. Daar komt nu verandering in door Harvey’s boek A Self-Fulfilling Prophecy.

Verwijzend naar een reeks politicologische, sociologische en sociaalpsychologische theorieën over de ongewilde gevolgen van ingebeeld vijandschap schetst Harvey de dramatiek van een self-fulfilling prophecy, ofwel een zichzelf waarmakende voorspelling (ook bekend als het 'Thomas theorema', al komt dat begrip merkwaardig genoeg niet voor in het boek).

Simpel gezegd: als je iemand consistent tot je vijand bestempelt, ook al geeft de reële situatie daar niet altijd aanleiding toe, kan dat tot reële vijandschap leiden. Zoals is gebeurd in de relatie tussen Riad aan de ene kant en Bagdad en Teheran aan de andere kant.

Na 2003: Irak als verlengstuk van Iran
Harvey wijst er terecht op dat het diepgewortelde, voortdurende Saoedische wantrouwen in Irans politiek in de regio niet verhinderde dat er in de jaren negentig momenten van toenadering waren. In 2001 kwam het zelfs tot een veiligheidsovereenkomst tussen de twee landen.

Aan dit soort oprispingen kwam echter definitief een einde na de machtswisseling in Bagdad in 2003. Vanaf dat moment was men er in Riad heilig van overtuigd dat Irak een verlengstuk van Iran aan het worden was.

Met gemanipuleer tijdens opeenvolgende Iraakse verkiezingen probeerde Saoedi-Arabië nog zijn invloed te doen gelden, maar tevergeefs. De rol van de door Saoedi-Arabië gesteunde politici was definitief uitgespeeld. In 2005 gaf koning Abdoellah dan ook nóg maar eens gefrustreerd te kennen dat “Iran has been presented with Iraq as ‘a gift on a golden platter’”.2

Aarts - De Saoedische koning Abdoellah met de toenmalige Iraanse president Ahmadinejad in Mekka in 2005. Reuters
De Saoedische koning Abdoellah met de toenmalige Iraanse president Ahmadinejad in Mekka in 2005. © Reuters 

Met name nadat Nuri al-Maliki van de sjiitische Dawapartij in 2006 premier van Irak was geworden koesterde koning Abdoellah het vijandbeeld van een “expansionistisch” Iran nog extremer dan voorheen. Ondanks het feit dat Maliki weliswaar niet anti-Iraans maar beslist niet pro-Iraans was, en zich bovendien een diepgewortelde Arabische identiteit aanmat, bleef Abdoellah volharden in het beeld van Maliki als een “cliënt” van de Islamitische Republiek Iran. Koppig als hij was, liet de koning zich niet op een genuanceerdere mening brengen.

Harvey schrijft over diverse pogingen in die richting, zowel van de kant van prominente Saoediërs, van sommige Arabische buurlanden en zelfs van vooraanstaande soennitisch-Arabische politici in Irak. Ook de Amerikaanse ambassadeur uitte zijn frustratie over Abdoellahs onverzettelijkheid.

De switch richting Teheran kwam niet voort uit een inherente sympathie voor Iran

Geen van deze interventies slaagde en Abdoellah bleef even onverstoorbaar als voorheen. Het was in Riad in die jaren dan ook een 'onemanshow' wat betreft de Iran-portefeuille. (De vergelijking met de huidige kroonprins Mohammed bin Salman dringt zich hier vanzelfsprekend op, zij het dat hij in de uitoefening van zijn alleenheerschappij véél verder gaat dan koning Abdoellah.) 

A self-fulfilling prophecy: de switch richting Teheran
De ontwikkelingen vanaf 2010 in Irak, na de parlementsverkiezingen, bevestigden precies datgene waar koning Abdoellah altijd voor gewaarschuwd had: Maliki zocht zijn heil bij Iran. Die switch richting Teheran kwam echter, zo betoogt Harvey met veel kracht van argumenten, niet voort uit een inherente sympathie voor Iran, maar was eerder geprovoceerd door Saoedische intriges in de Iraakse politiek (door met name hun kandidaat van voorkeur Ayad Allawi te steunen).
3

Het gevolg was dat Maliki zich in een hoek gedrukt voelde, bang was voor regime change en inderdaad steun zocht bij Iran. De self-fulfilling prophecy in optima forma.

Aarts - De toenmalige Iraakse premier Nuri al-Maliki met de Saoedische koning Abdoellah in Jeddah, 2006. Reuters
De toenmalige Iraakse premier Nuri al-Maliki met de Saoedische koning Abdoellah in Jeddah, 2006. © Reuters

Tijdens de tweede termijn van Maliki als premier werd die pro-Iraanse lijn steeds duidelijker. De Arabische Lente speelde daarbij geen onbelangrijke rol.

Irak trok bijvoorbeeld één lijn met Iran met betrekking tot de oorlog in Syrië. Men was in Bagdad net zo bezorgd als in Teheran dat het regime van de Syrische president Bashar al-Assad zou sneuvelen en plaats zou maken voor een soennitisch-islamistisch bewind, gesteund vanuit Saoedi-Arabië.

Het vijandbeeld was inmiddels volledig tweezijdig geworden. Het gezamenlijke offensief tegen Islamitische Staat vanaf 2013 maakte de alliantie tussen Irak en Iran vervolgens openlijker dan ooit. 

Of de dooi tussen Riad en Teheran doorzet is onzeker

Na het overlijden van koning Abdoellah in januari 2015, vijf maanden na het gedwongen aftreden van Maliki, kwamen de relaties in een wat rustiger vaarwater. Na een langdurige afwezigheid (sinds 1990) stuurde Saoedi-Arabië medio 2015 weer een ambassadeur naar Bagdad en werden economische betrekkingen aangeknoopt.

Onder de opeenvolgende Iraakse regeringsleiders Haider al-Abadi (2014-2018), Adel Abd al-Mahdi (2018-2020) en Mustafa al-Khadimi (sinds juni 2020) zijn we getuige van een meer neutrale politiek, zowel in Bagdad als Riad. Het beste bewijs daarvoor levert al-Khadimi dezer maanden door als gastheer op te treden voor besprekingen tussen Iran en Saoedi-Arabië.

Of die dooi tussen Riad en Teheran doorzet is onzeker. Het is daarentegen zeker dat Saoedi-Arabië eindelijk lijkt te berusten in de nieuwe politieke constellatie in Irak. Tegelijkertijd is de verwachting dat de herstelde relaties met Bagdad voor Saoedi-Arabië als instrument zullen blijven dienen om Iran zoveel mogelijk de voet dwars te zetten.

 

bookcoverKatherine Harvey

A Self-Fulfilling Prophecy. The Saudi Struggle for Iraq

Gepubliceerd door C. Hurst & Co. (2021)

365 pagina's

ISBN 9781787385665

 

  • 1Feitelijk was Abdullah al aan de macht sinds 1995 toen koning Fahd getroffen werd door een beroerte.
  • 2In het verlengde daarvan hoor je maar al te vaak dat Iran een 'hegemoniale rol' speelt in het Midden-Oosten. Voor een nuancering van dat beeld, zie Gregory Gause, 'Saudi Arabia and Regional Leadership. The Impossibility of Hegemony', Middle East Insights, No. 243, 25 August 2020.
  • 3Dit element ontbreekt bijvoorbeeld volledig in de recente bijdrage van Guido Steinberg, The "Axis of Resistance". Iran's Expansion in the Middle East Is Hitting a Wall, SWP Research Paper 6, August 2021. Een vollediger analyse is te vinden in Erwin van Veen, Nick Grinstead en Floor El Kamouni-Janssen, A house divided. Political relations and coalition building between Iraq's Shi'a, Clingendael CRU Report, February 2017.

Auteurs

Paul Aarts
Midden-Oostenexpert verbonden aan de Universiteit van Amsterdam