Tijd voor een opening naar Damascus
Opinions Conflict and Fragility

Tijd voor een opening naar Damascus

06 Nov 2019 - 15:54
Photo: Afbeelding van Bashar al-Assad in Damascus in 2007. © Sarahchats / Flickr
Back to archive

Herstel van de Syrische territoriale eenheid onder gezag van de regering van president Bashar al-Assad kan de frictie met Turkije beëindigen en Islamitische Staat (IS) in bedwang houden. Het Westen – en dan vooral de Europese Unie – moet een opening naar Damascus maken, betoogt oud-ambassadeur Michiel den Hond. ‘Het opent de moeilijke weg naar wederopbouwhulp, waarop de Syrische bevolking niet langer mag wachten. Dit is in het belang van stabiliteit in het Midden-Oosten en daarmee ook een Europees belang.’

Op 14 oktober 2019 besloot de EU tot sancties tegen Turkije wegens de militaire inval in Noord-Syrië. Europa slaat hiermee nog steeds de plank mis met zijn Syrië-beleid. De Turkse inval is niet de kern van het probleem, maar het gevolg van de afwezigheid van effectieve gezagsuitoefening in Noord- en Oost-Syrië door de regering in Damascus. Sancties zullen Turkije er niet toe brengen Syrië te verlaten. Wat wel kan helpen, is herstel van het gezag door de regering in Damascus over het hele Syrische grondgebied.

Aanvaarding van het gezag van de regering van Assad vereist een ommekeer in het denken over de toekomst van Syrië. Het Westen – en vele anderen – wensen immers al jaren zijn vertrek. De vraag is wie van de strijdende partijen in Syrië geacht mag worden het gezag over het hele grondgebied zo goed mogelijk te herstellen. Handhaving van de territoriale eenheid van Syrië is in het belang van de stabiliteit in de gehele regio.

Syrische vluchtelingen in 2018. © EU Civil Protection and Humanitarian Aid
Syrische vluchtelingen in 2018. © EU Civil Protection and Humanitarian Aid

Het belang van een stabiel Syrië
Stabiliteit in Syrië is uiteraard allereerst van belang voor de Syriërs zelf. Voor zowel de inwoners van Syrië als diegenen die het land zijn ontvlucht is wederopbouw op economisch en sociaal vlak van groot belang. Het geeft de vluchtelingen – van wie de meesten het land niet zozeer hebben verlaten vanwege politieke repressie, maar om te ontsnappen aan het oorlogsgeweld – een kans vrijwillig naar hun eigen land terug te keren.

Dit ontlast bovendien de Syrische buurlanden, waar die vluchtelingen worden opgevangen. Met name voor Jordanië en Libanon zou dit een verlichting betekenen, die verhoudingsgewijs een veel zwaardere last dragen dan bijvoorbeeld Turkije.

De situatie die is ontstaan na de Turkse inval is een goede gelegenheid voor de EU om zich te bezinnen op de Europese stellingname voor de langere termijn

Een stabiel Syrië is ook in het belang van Europa, dat immers aan het gebied grenst en daarnaast inwoners heeft die zich emotioneel betrokken voelen bij de gebeurtenissen daar. Stabiliteit, of juist voortgaande instabiliteit, in Syrië heeft dan ook gevolgen voor onze eigen samenleving en de manier waarop we met elkaar omgaan. De situatie die is ontstaan na de Turkse inval is een goede gelegenheid voor de EU om zich te bezinnen op de Europese stellingname voor de langere termijn.

Hoe het allemaal begon
Laten we eerst teruggaan naar hoe het begon. President Assad is terecht aangepakt voor de harde hand waarmee zijn regering in 2011 de vreedzame protesten tegen zijn bewind – als onderdeel van de Arabische lente – neersloeg.

In de periode daarna werd geleidelijk duidelijk dat de Syrische oppositie tegen Assad in West-Syrië hoofdzakelijk bestond uit allerlei min of meer radicale islamistische groeperingen. Zij werden gesteund vanuit de Golfregio en gefaciliteerd door onder andere Turkije.

Pro-Assad demonstratie in Damascus in 2010. © Beshr Abdulhadi - Flickr
Pro-Assad demonstratie in Damascus in 2010. © Beshr Abdulhadi / Flickr

Het Westen had zich destijds moeten afvragen wat het ergste van twee kwaden was: die islamistische groeperingen aan de macht of het aanblijven van de regering van Assad. Zijn politieke partij heeft zich – net als eerder onder leiding van zijn vader – gemanifesteerd als een politieke dictatuur op seculiere en sociaal vooruitstrevende grondslag. Al is dat laatste, kort gezegd, in de praktijk maar pover uit de verf gekomen.

Andere smaken waren er niet. Wel in theorie, maar niet op het slagveld. En juist daar zou de uitkomst worden bepaald, aangezien het politieke proces in het kader van de Verenigde Naties weinig substantieels had opgeleverd.

Alles afwegende meen ik dat het Westen op dat moment achter de regering van president Assad had moeten gaan staan. Het Westen had daarbij de landen die de oppositie steunden, moeten aansporen een einde aan die hulp te maken.

Een gruwelijke burgeroorlog
Het Westen bleef echter zelf delen van de oppositie steunen, maar niet krachtig genoeg om de Syrische regering ook werkelijk ten val te brengen. Zo ontstond een steeds gruwelijker wordende burgeroorlog.

Assad had Rusland en Iran als bondgenoten. Die hebben hun militaire steun aan de Syrische regering genoeg opgevoerd om in het belangrijkste, westelijke deel van het land het staatsgezag te herstellen. Met uitzondering van enkele gebieden, zoals de provincie Idlib, waar het islamistische verzet (onder leiding van Hayat Tahrir al-Sham) nu is geconcentreerd. Turkije gebruikt Syriërs uit die gebieden om het vuile werk op te knappen tegen de Koerden en het Syrische regeringsleger, dat geholpen wordt door Rusland.

Als de radicale elementen van het verzet de steun van buitenaf waren verloren, zou de burgeroorlog eerder zijn afgelopen

Als de radicale elementen van het verzet de steun van buitenaf waren verloren, zou de burgeroorlog eerder zijn afgelopen en de humanitaire ramp en enorme materiële schade zijn beperkt. Damascus zou bovendien zijn gezag over vrijwel heel Noord- en West-Syrië hebben hersteld.

Hierbij had het Syrische leger zich kunnen richten op het verslaan van IS in het oosten. Toen president Barack Obama en vervolgens Donald Trump besloten tot het vernietigen van IS was dat reden temeer geweest om van beleid te veranderen en de regering van Syrië – waar nodig met luchtsteun – te helpen het gezag over het hele grondgebied te herstellen. De door de Verenigde Staten geleide coalitie heeft dat immers ook in Irak gedaan en daarbij ook gezorgd voor coördinatie met onofficiële ’partners’, zoals met Iran verbonden milities.

Koerdische steun op het slagveld
De VS en de EU weigerden echter zaken te doen met de regering van Assad vanwege diens verantwoordelijkheid voor het optreden van het Syrische leger, en dus ook voor de begane oorlogsmisdaden. Het Westen wilde echter zelf geen ‘boots on the ground’ leveren. Anderen moesten daardoor bereid worden gevonden de strijd op de grond te voeren, ter afronding van de luchtacties van de door de VS geleide coalitie.

Als de coalitie destijds gekozen had voor steun aan het Syrische leger, was IS verslagen zonder steun van de Koerden en had Turkije erop vertrouwd dat Damascus het hele grensgebied onder controle had

Door hiervoor vooral de Syrisch-Koerdische Volksbeschermingseenheden (YPG) te gebruiken, was direct duidelijk dat dit vroeg of laat tot problemen met Turkije zou leiden. Turkije heeft namelijk grotere bezwaren tegen de YPG, vanwege veronderstelde banden met de Turks-Koerdische Arbeiderspartij (PKK), dan tegen Assad.

Koerdisch protest in Berlijn, 2014. © Matthias Berg - Flickr
Koerdisch protest in Berlijn, 2014. © Matthias Berg / Flickr

Als de coalitie destijds gekozen had voor steun aan het Syrische leger, was IS verslagen zonder steun van de Koerden en had Turkije erop vertrouwd dat Damascus het hele grensgebied onder controle had. Ook het Syrische bewind heeft immers altijd Koerdische politieke aanspraken onderdrukt. Dan zou Turkije geen aanleiding hebben gehad voor de inval.

Het is niet goed te begrijpen dat de Koerden zich hiervoor hebben laten gebruiken. Zij hebben een hoge prijs betaald en verwachtten allicht dat zij hiervoor politiek royaal beloond zouden worden, misschien in de vorm van een eigen staat. Dit was echter niet realistisch. Maar dat president Trump ze zo schaamteloos zou laten vallen, was ook weer niet te verwachten.

Turkse inval
De Turkse inval van 9 oktober 2019 heeft de zaak in een stroomversnelling gebracht. De vraag is hoe dit aan een oplossing van het drama in Syrië kan bijdragen. De Syrische Koerden hebben begrepen dat ze van de VS weinig hoeven te verwachten en van de EU ook niet veel meer dan krokodillentranen. Zij hebben zich tot de eigen Syrische regering gewend in de hoop op bescherming tegen Turkije en daarna een aanvaardbare plaats in de Syrische samenleving.

Het vertrek van de VS uit Syrië, de Turkse inval en de toenadering van de Koerden bieden de Syrische regering nu de gelegenheid om – met buitenlandse hulp – ook het noordelijke en oostelijke deel van het land weer onder gezag van Damascus te brengen. Daarbij kan het er tevens voor zorgen dat de kampen met IS-gevangenen bewaakt blijven en een wederopstanding van de Islamitische Staat geen kans krijgt. De dood van IS-leider Abu Bakr al-Baghdadi op 27 oktober 2019 zal dit vergemakkelijken.

Turkije heeft geen belang bij een wederopleving van IS en bij een blijvende aanwezigheid in Syrië. Turkije kan zich dan ook terugtrekken uit het land als de regering van Assad kan garanderen dat vanuit Syrië geen ondersteuning wordt gegeven aan de PKK.

Het akkoord tussen Rusland, Turkije en Damascus van 22 oktober 2019 is een stap in die richting. De overeenkomst stopt een verdere Turkse inbreuk op de territoriale integriteit van Syrië. Rusland neemt weliswaar een verantwoordelijkheid op zich wat betreft de veiligheid van de Syrische grens met Turkije. Maar Poetin heeft een nog groter belang dan Erdoğan bij het zo snel mogelijk overdragen van die verantwoordelijkheid aan Assad.

Europa moet uit zijn schuttersputje
Wij in Europa hebben ons echter, net als de Amerikaanse buitenlandpolitieke smaakmakers, ingegraven in een anti-Assad positie. En nu zijn we dus boos op Turkije. En op Trump, die president Erdoğan de ruimte heeft gegeven. En we zijn bang dat IS de kop weer opsteekt, daar in de regio als ook bij ons op straat. Bovenal zijn we gefrustreerd over het feit dat Poetin erin is geslaagd openlijk gebruik te maken van de machteloosheid van de Westerse opstelling.

De EU doet er beter aan om over de eigen morele schaduw heen te springen

De Europeanen zitten op een uitzichtloze lijn die ze niet kunnen verlaten zonder politiek gezichtsverlies. Momenteel is er echter sprake van een bijzondere samenloop van omstandigheden: de hopeloze humanitaire situatie in Syrië en in de vluchtelingenkampen, de toestand in het Turks-Syrische grensgebied en – ondanks de dood van al-Baghdadi – de mogelijke terugkeer van IS op het toneel. De EU doet er daarom beter aan om over de eigen morele schaduw heen te springen. Niet omdat dat zo leuk is, maar omdat we het niet voor het uitzoeken hebben.

Betogers van de  Syria Solidarity New York City in 2018. © Working Families Party - Flickr
Betogers van de Syria Solidarity New York City in 2018. © Working Families Party / Flickr

Om een bijdrage te leveren aan de stabiliteit in dit aan Europa grenzende conflictgebied moet de EU een rol zoeken tussen de spelers die de toekomst van Syrië gaan bepalen. Daarbij gaat het om spelers in de regio, zoals Iran, Turkije, Saoedi-Arabië en Irak, als ook om spelers daarbuiten, waaronder vooral Rusland, de VS en China. Bovendien moeten natuurlijk de betrekkingen met de Syrische regering worden hersteld. Met ieder van deze spelers heeft de EU allerlei problemen, maar dat geeft ook mogelijkheden.

Europese focus op wederopbouwhulp1
Terwijl Rusland en Iran Damascus in militair opzicht steunen, kan de EU zich in Syrië concentreren op hoogst noodzakelijke wederopbouwhulp. Die hulp komt ten goede aan de Syrische bevolking en maakt bovendien een vrijwillige terugkeer mogelijk van Syrische vluchtelingen.

Tot nu toe heeft de EU deze hulp afhankelijk gesteld van een oplossing van de politieke geschillen in Syrië. Onderhandelingen in VN-kader werden op 30 oktober jongstleden hervat. De Syrische burgers – en zeker ook de vluchtelingen – zouden echter niet op de uitkomst van dit onzekere proces hoeven moeten wachten.

Het op verantwoorde wijze bieden van wederopbouwhulp zal nog niet zo makkelijk zijn. Het eigenzinnige en geharde Syrische bewind wil de wederopbouw gebruiken om de eigen machtspositie te versterken; Syrië kan de hulp weigeren of aan voorwaarden onderwerpen. Ook Rusland en Iran zitten niet te wachten op een Europese vinger in de pap en andere landen hebben evenzeer hun eigen belangen en ijzers in het vuur. Maar juist door erin te stappen en partij te worden, kan de EU een zekere invloed krijgen op de oplossing van de problemen in Syrië.

  • 1Op hoofdlijnen beschreef ik dit scenario in het voorjaar van 2017 in ‘A soufflé never rises twice: Donald Trump hits international realities. Can the puncture be fixed?’ Dit verscheen in het rapport ‘The Changing International Order’ op verzoek van TRENDS Research and Advisory in Abu Dhabi (www.trendsinstitution.org). Aanleiding was 100 dagen President Trump.

Authors

Michiel den Hond
Oud-ambassadeur en voormalig hoofd Midden-Oosten Afdeling MinBuZa