Leidt Europese ruk naar rechts tot meer nationaal beleid?
Analyse Europese Zaken

Leidt Europese ruk naar rechts tot meer nationaal beleid?

11 Jun 2024 - 16:13
Photo: Leiders van radicaal-rechtse Europese partijen, waaronder Marine Le Pen, Tomio Okamura en Geert Wilders, tijdens een bijeenkomst in Praag, 25 april 2019. © David W Cerny via Reuters
Terug naar archief

Europese verkiezingen

De ruk naar radicaal-rechts kwam er, maar het was geen “Trump moment voor Europa” zoals de Europese nieuwswebsite Politico vooraf dramatiseerde.1 Waar radicaal-rechtse partijen in sommige landen winst boekten, presteerden ze in andere lidstaten minder goed dan verwacht. Clingendaelexpert Louise van Schaik analyseert de voorlopige uitslag en mogelijke gevolgen. Zal de Europese ruk naar rechts resulteren in meer ruimte voor nationaal beleid?  

Bij de recente verkiezingen voor het Europees Parlement wonnen radicaal-rechtse partijen de nodige zetels. In onder andere Frankrijk, Italië en Oostenrijk werden ze zelfs de grootste.

In andere landen, zoals België, Polen, Zweden en ook Nederland, heeft radicaal-rechts het echter slechter gedaan dan verwacht. Bovendien worden de stemmen weer gesplitst in verschillende politieke fracties, waarbij ook nog een aantal partijen zoekende zijn naar een Europese familie.

Zal permanent worden teruggevallen op samenwerking tussen de middenpartijen, of toch af en toe worden onderhandeld met radicaal-rechts?

De Europese Conservatieven en Hervormers (ECR) worden aangevoerd door Georgia Meloni, terwijl Geert Wilders en Marine Le Pen in de fractie Identiteit & Democratie (ID) zitten. Daar zat het Duitse Alternative für Deutschland (AfD) ook in, maar die partij werd eind mei uit de ID-groep gegooid na schandalen over neonazistische sympathieën en banden met China en Rusland. Mogelijk zijn ze nu weer welkom, omdat ze hun besmette voorman Maximilian Krah de dag na de verkiezingen uit de fractie hebben gewipt.

De hoop bij ID is om uiteindelijk toch samen een blok te kunnen vormen met ECR. Die laatste flirt echter ook met de grootste fractie, de christendemocratische Europese Volkspartij (EVP), waartoe de huidige voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, behoort. De christendemocraten overwegen nog wel met ECR in zee te gaan, maar samenwerking met ID gaat ze toch echt te ver.

Uitslag EP 2024
Voorlopige zetelverdeling in het Europees Parlement na de recente verkiezingen, meting: 10 juni 2024. © Verian, in opdracht van het Europees Parlement, 2024

De sociaaldemocraten (S&D), liberalen (Renew Europe) en groenen (De Groenen/EVA) geven vervolgens weer aan dat ze de beoogde Commissievoorzitter van de christendemocraten niet zullen steunen als zij samenwerken met radicaal-rechts, waar zij ook ECR onder scharen. Een voorzitter van de Europese Commissie – mogelijk wederom Von der Leyen – zal dus niet zomaar kunnen gaan samenwerken met Meloni’s ECR, laat staan met het nog radicalere ID. En voor Meloni is het daardoor weer lastig om in te gaan op de avances van Le Pen en Wilders, want dan zal Von der Leyen haar namelijk zeker ‘rechts’ laten liggen.

Het wordt hierdoor waarschijnlijker dat de grote politieke fracties het toch weer met elkaar op een akkoord zullen gooien, wellicht deze keer zonder idealistisch groen randje. De contouren van de agenda worden als eerste weergegeven in de Strategische Agenda die wordt aangenomen door de regeringsleiders in de Europese Raad, waarschijnlijk op 27 en 28 juni. Vervolgens komen er meer concrete plannen in de geloofsbrieven (de zogeheten political guidelines) van de nieuwe Europese Commissievoorzitter, die ook in de komende weken wordt aangezocht. Zij (of hij) zal ook mandaten meegeven aan Europese Commissarissen uit alle lidstaten en met de lidstaten onderhandelen over hun benoeming en post.

De tijd zal uitwijzen of ze de ruk naar rechts daadwerkelijk kunnen verzilveren

Het draait uiteindelijk om die geloofsbrieven van de voorzitter van de Europese Commissie en mandaten voor Eurocommissarissen. Hier staan de nieuwe beleidsvoornemens in, vaak opgesteld door kleine groepjes vertrouwelingen van de beoogde Commissievoorzitter en Commissarissen. Tijdens de zomer worden deze uitonderhandeld met het nieuwe Europees Parlement, dat de nieuwe Commissarissen ook aan een kruisverhoor zal onderwerpen, waarschijnlijk in september of oktober.

Pas als alle Eurocommissarissen een meerderheid achter zich hebben – na dus een geslaagd kruisverhoor voor alle 27 leden – treedt het nieuwe College van Commissarissen aan. Dan is het vermoedelijk ergens november of december en zal langzaam duidelijk zijn geworden wat nog is overgebleven van de ruk naar rechts. Het is waarschijnlijk dat de Europese Commissie dan verder gaat met reeds ingezette koerswijzigingen, zoals meer steun voor een gezamenlijke defensie-industrie, aangescherpt beleid voor economische veiligheid en infrastructuur voor de energietransitie.

Borrell
Joseph Borell tijdens zijn kruisverhoor door het Europees Parlement voor zijn aanstelling als Hoge Vertegenwoordiger/Vice-President van de Europese Commissie, 7 oktober 2019. © European Union 2019 / European Parliament via Flickr

Wat spannend blijft, is of in deze stukken ook voornemens staan over andere gevoelige onderwerpen. Denk aan EU-uitbreiding, verdragsherziening, nieuwe migratiepartnerschappen, hervorming van het landbouwbeleid, de Europese begroting en industriebeleid dat de afhankelijkheid van China en de VS verkleint. Welke keuzes maakt de Commissie op die terreinen en hoe beoordeelt het nieuwe Europees Parlement deze vervolgens? Zal permanent worden teruggevallen op samenwerking tussen de middenpartijen, of toch af en toe worden onderhandeld met radicaal-rechts?

Een belangrijke vraag bij deze plannen is of ze getuigen van een verdieping van Europese integratie, bijvoorbeeld via gezamenlijk gefinancierde initiatieven, waarvoor mogelijk opnieuw geleend moet worden (zoals bij de herstelfondsen). Of zal het toch aan de lidstaten zelf worden overgelaten hier verder invulling aan te geven en budget voor vast te stellen? Dat laatste willen de radicaal-rechtse partijen, maar dit kan ook de onderlinge verhoudingen tussen lidstaten op scherp zetten. Komen er bijvoorbeeld gezamenlijke standaarden voor de 27 nationale defensie-industrieën die er nu zijn? Hoe financieren ze een nieuwe waterstofpijpleiding die door meerdere landen heen loopt? Lidstaten met radicaal-rechts gekleurde regeringen zullen nauwere Europese samenwerking niet willen ondersteunen, maar andere lidstaten juíst wel. En dan zijn er mogelijk ook nog lidstaten die het gezamenlijk geleende geld wel willen hebben, maar niet de samenwerking.

Het blijft dus zeer de vraag of de radicaal-rechtse partijen iets kunnen bereiken in het Europees Parlement, en wat dan precies. Wellicht toch die meer nationale aanpak voor de grote internationale uitdagingen waar de Europese Unie voor staat? Erg waarschijnlijk is dat niet, maar de tijd zal uitwijzen of ze de ruk naar rechts daadwerkelijk kunnen verzilveren.

Auteurs

Louise van Schaik
Senior Research Fellow bij Instituut Clingendael