
Tegenwicht bieden aan China? Leg zelf de lat hoger
Wat is de beste manier om het machtsevenwicht in de huidige turbulente wereldorde te herstellen? Volgens Jonathan Holslag moeten we niet proberen China de voet dwars te zetten, maar het welvaartsniveau in het Westen op een hoger plan brengen en partners helpen hetzelfde te doen. Lees waarom in deze voorpublicatie van zijn nieuwe boek Van muur tot muur.
Het machtsevenwicht is een cruciale factor in de wereldpolitiek. De belangrijkste uitdaging is in dit opzicht de opkomst van China. Er zijn twee manieren om de onzekerheid die voortkomt uit de opkomst van China te verminderen.
Ten eerste kunnen we gewoon accepteren dat dit land een nieuw Euraziatisch rijk aan het creëren is, accepteren dat het in de toekomst zal domineren. Sommige deskundigen en functionarissen stellen dat China geen traditie van mondiale dominantie heeft. Maar waarom zou een sterk China met mondiale belangen zich aan zijn huidige grenzen houden?
En dat is niet eens een kwestie van intenties. Als een land met 1,4 miljard inwoners vermogend wordt terwijl zijn periferie arm blijft, wordt het onvermijdelijk een groot rijk. De eerste mogelijkheid om met de machtsverschuiving om te gaan is de toekomstige dominantie van China als een gegeven te beschouwen.

Een tweede optie is tegenwicht bieden aan de opkomst van China. Daarvan bestaan stevige en ingehouden varianten. Een stevige vorm van tegenwicht impliceert dat de Verenigde Staten en hun bondgenoten proberen de opkomst van China in toom te houden, zijn militaire opmars een halt toe te roepen of zelfs zijn economische groei te saboteren.
Zo’n strategie zal echter vermoedelijk niet tot een nieuw evenwicht leiden. Om te beginnen kunnen grote tegenslagen in het streven van China om een rijk land te worden het nationalisme daar aanwakkeren en het land oorlogszuchtiger maken. Opkomende mogendheden worden gevaarlijk als ze plotseling wankelen. Noem het maar het kat-in-het-nauw-syndroom.
Pogingen tot indamming van buitenaf zijn waarschijnlijk ook niet effectief als de westerse wereld zich blijvend laat leiden door zakelijke kortetermijnbelangen. Adviseurs van de nieuwe Amerikaanse president Joe Biden beloofden met China te blijven concurreren, maar verzekerden het bedrijfsleven dat de aanvoerketens daar geen hinder van zouden ondervinden. Strategische concurrentie zou ondernemersvriendelijk worden gemaakt.
Ook bondskanselier Angela Merkel stelde dat de massale opsluiting en dwangarbeid van Oeigoeren niet ernstig genoeg was om het investeringsakkoord op te geven
Hetzelfde gold voor Europa. Uit het investeringsakkoord, ondertekend in 2020, bleek hoezeer het Chinabeleid een voortzetting bleef van de belangen van grote sectoren die afhankelijk waren geworden van China, zoals de Duitse auto-industrie.
Toen aan de topman van Volkswagen werd gevraagd wat hij ervan vond dat de Chinese overheid honderdduizenden Oeigoeren gevangenhield in heropvoedingskampen, luidde zijn cynische antwoord: “Ik weet niet waar u het over heeft. Daar is mij niets van bekend.”1 Ook bondskanselier Angela Merkel stelde dat de massale opsluiting en dwangarbeid van Oeigoeren niet ernstig genoeg was om het investeringsakkoord op te geven.
Verdeeldheid
Ook verdeeldheid verhindert dat het Westen de uitdagingen aangaat. Deze verdeeldheid heeft te maken met zijn diplomatieke cohesie. Of het nu gaat om het propagandaoffensief van China tijdens de coronacrisis of het harde optreden in Hongkong, beide gevallen waren voor westerse landen geen aanleiding om de rijen te sluiten.
Terwijl de Verenigde Staten sancties oplegde aan Beijing kwam de Europese Unie niet verder dan een halfhartige veroordeling. “We zullen dit blijven bespreken”, zei de hoogste EU-diplomaat.2 Het verschil tussen Europese landen en de Verenigde Staten, en zelfs tussen Europese landen onderling, bleef enorm groot.

De verdeeldheid is ook van toepassing op de westerse samenleving. Tijdens de Koude Oorlog was het westerse model superieur aan het Sovjetsysteem op het gebied van economie, innovatie en bestuur. Het Westen is nog steeds in het voordeel, maar is wel verzwakt. Aangezien je geen sterke verdedigingslinie optrekt rondom een verzwakte samenleving, is een prangende vraag of het Westen zichzelf opnieuw kan uitvinden.
Ingehouden evenwichtsherstel: samen groeien
De beste manier om het machtsevenwicht te herstellen is niet proberen China de voet dwars te zetten, maar het welvaartsniveau in het Westen op een hoger plan brengen en partners helpen hetzelfde te doen. Deze ingehouden variant van het evenwichtsherstel kan worden beschouwd als samen groeien.
Ingehouden evenwichtsherstel impliceert dat de uitdaging ten aanzien van China wordt omgezet in een aansporing om het westerse ontwikkelingsmodel, de westerse economie en de andere westerse machtsattributen op een hoger plan te brengen. Dat evenwichtsherstel is afhankelijk van het vermogen om duidelijke ambities te formuleren en om de ethiek te cultiveren waarmee je die bereikt.
Ware politieke macht is een samenleving deugdzaam maken
Het houdt in dat de ultieme uiterlijke manifestatie van macht weliswaar harde militaire dwang is, maar dat de kern zacht is. Macht hangt af van kwaliteiten als integriteit, nieuwsgierigheid, burgerlijke verantwoordelijkheid en het koesteren van individuele talenten om die in te zetten voor collectieve verbetering. Beschaving is: de combinatie van sociaal raffinement met macht.
De ultieme manifestatie van macht naar binnen toe is dus niet dat een politicus burgers zover krijgt dat ze gaan stemmen, maar dat hij ze ertoe beweegt om hun gedrag te behouden of veranderen in overeenstemming met de genoemde kwaliteiten. Dat is wat veel politieke denkers uit een ver verleden in gedachten hadden toen ze de nadruk legden op de deugd. Ware politieke macht is een samenleving deugdzaam maken.
Zelfbedrog
In dat opzicht is het vermogen tot zelfbedrog van samenlevingen die teloorgaan eindeloos gebleken. Er is een stilzwijgende erkenning in het Westen dat deugdzaamheid afhankelijk is van het vermogen om groei humaner, duurzamer en verantwoordelijker te maken voor de komende generaties.
Zo beloofde de voorzitter van de Europese Commissie in 2020 honderden miljarden euro’s aan investeringen als voorbereiding voor de volgende generatie. Ze herhaalde de noodzaak van een green deal. Toch was maar een klein deel van het beschikbare geld gereserveerd voor duurzaamheid, en de Europese Commissie blijft onwillig om interne sociale en milieumaatstaven toe te passen op externe handel.
Ook rechtse demagogen bleven de westerse samenlevingen polariseren en verzwakken
Het is een voortzetting van het beleid dat al decennia geleden is ingezet: westerse markten overspoelen met geld, maar slechts weinig maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat dat geld positief ondernemerschap ten goede komt, innovatie bevordert, en dumping tegengaat van goederen die zijn geproduceerd tegen slechte arbeidsvoorwaarden en met weinig oog voor het milieu.
Denk aan de Franse president Emmanuel Macron. Tijdens zijn campagne benadrukte hij op briljante wijze de noodzaak van cohesie en identiteit, van positief patriottisme. Maar zijn eerste bedrijfsbezoek was aan een megapakhuis van Amazon.

De Duitse bondskanselier Merkel bleef zich profileren als rolmodel van gematigdheid en nuchter staats vrouwschap, toegewijd aan het Europese project. Toch bleef haar regering diverse initiatieven blokkeren om handel te koppelen aan waarden en werd bij vaststelling van het beleid vaker rekening gehouden met de buitenlandse belangen van grote Duitse ondernemingen dan met de tussentijdse versterking van Europa. “Wat geldt voor Volkswagen, geldt voor Duitsland, en wat geldt voor Duitsland, geldt voor Europa”, aldus de cynische samenvatting van een hooggeplaatste functionaris.3
Vermoedelijk was het enthousiasme van zulke leiders om een sterkere Europese samenleving te creëren oprecht, maar hadden ze niet de moed of de verbeelding om ernaar te handelen en de uitdaging aan te gaan om uit de decadentieval te ontsnappen.
Rechtse krachten
Ook rechtse demagogen bleven de westerse samenlevingen polariseren en verzwakken. De Amerikaanse president Donald Trump was het beste voorbeeld. Toen er rassenrellen uitbraken nadat vier politieagenten in het voorjaar van 2020 bij een Afro-Amerikaanse burger de adem hadden afgesneden, gooide hij olie op het vuur door te dreigen de Nationale Garde te sturen.
Terwijl rechtse krachten in Europa het anti-Chinabeleid van Trump omarmden, bleven ze het autoritarisme van de Russische sterke man Vladimir Poetin toejuichen
Hij draaide allerlei milieuregels terug die door vorige regeringen waren ingevoerd en bezuinigde op de federale uitgaven voor onderwijs. Hij intimideerde Europese leiders, maar bleef desondanks een voorbeeld voor Europese nationalisten.
Terwijl rechtse krachten in Europa het anti-Chinabeleid van Trump omarmden, bleven ze het autoritarisme van de Russische sterke man Vladimir Poetin toejuichen, en accepteerden sommige partijen zelfs financiële steun van het Kremlin. In landen waar deze krachten aan de macht kwamen, zoals Hongarije en Polen, bleef nationalisme een voorwendsel voor het uithollen van de grondwet. Het Westen lijkt af te stevenen op een langzame, knarsende zelfdestructie.
Geen sterke partners
Er zijn ook geen aanwijzingen dat mogelijke partners sterker zullen worden. Tegenwicht bieden aan China zou heel goed kunnen samengaan met een poging om het mondiale Zuiden machtiger te maken, om ontwikkelingslanden een nieuw samenwerkingsmodel voor te leggen waarin de nadruk meer komt te liggen op industrie in eigen land en duurzame landbouw in plaats van alleen maar op de export van grondstoffen.
Daartoe kan het Westen ook een poging doen om verkommerde democratieën te ondersteunen, zoals die in India. India hoopte te profiteren van de handelsoorlog tussen China en de Verenigde Staten en meer buitenlandse investeringen aan te trekken. In 2019 ontving China echter nog steeds meer dan tweemaal zoveel aan investeringen uit Japan en de Verenigde Staten.

Door de coronacrisis en de onzekerheid op de mondiale markten is het niet waarschijnlijk dat India binnenkort een strategische kans zal krijgen die vergelijkbaar is met de mogelijkheden waarvan China tussen de jaren negentig van de twintigste eeuw en nu geprofiteerd heeft. De schade die is aangericht door religieus extremisme zal nog jaren doorwerken.
Andere Aziatische landen leggen inmiddels de prioriteit bij betrekkingen met een naaste buur in plaats van een verre vriend. Veel van die landen proberen betrekkingen te onderhouden met zowel China als de Verenigde Staten.
De Verenigde Staten als stevig tegenwicht
Er is maar weinig kans op een ingehouden tegenwicht, waarbij de wereld reageert op de opkomst van China door zelf de lat hoger te leggen en zo stand te houden. Een stevig tegenwicht van de Verenigde Staten is het waarschijnlijkste scenario geworden. Ook al zal de economische groei van China vertragen ten gevolge van de coronacrisis, de Chinese economie zal in omvang nog steeds langzaam dichter bij die van de Verenigde Staten komen. Het dilemma blijft.
In de aanloop naar de presidentsverkiezingen van 2020 greep Trump de spanningen met China aan om zijn reputatie als sterke leider op te krikken. Daar kon vervolgens de pretendent weer lering uit trekken. Het verbod van Trump op de overdracht van technologie sterkte het Chinese verlangen om technologisch op eigen benen te kunnen staan. Het Amerikaanse medeleven met de opstanden in Hongkong vergrootte de fixatie op soevereiniteit. Amerikaanse patrouilles en militaire oefeningen gaven een impuls aan de inspanningen om het militaire overwicht van Washington in de Stille Oceaan te ondermijnen.
De afgelopen dertig jaren waren een scharnierpunt tussen een kortstondige hang naar openheid en de terugkeer van ruwe machtspolitiek
Tegelijkertijd kwam China erachter dat deze strijd ook gewonnen kan worden met niet-militaire middelen. Het feit dat Europa zo geobsedeerd bleef door Chinese investeringen en dat Azië zo verdeeld bleef, leek allemaal te pleiten voor de oude krijgslist van grote imperiums: barbaren opzetten tegen barbaren.
De verschuiving in het machtsevenwicht zal zo leiden tot meer turbulentie. Niets kan worden uitgesloten, van oorlogen bij volmacht tot grote rechtstreekse confrontaties. Tegelijkertijd zorgt de verzwakking van het Westen in combinatie met de zwakte van het mondiale Zuiden voor een steeds groter machtsvacuüm.

In 2020 opende Rusland een nieuwe luchtmachtbasis in Libië en begon het zijn faciliteiten in Syrië uit te breiden. De strijd van Frankrijk en andere Europese landen tegen moslimextremisten in de Sahel verliep stroef doordat de Verenigde Staten hun militaire aanwezigheid afbouwden.
Veel Afrikaanse en Zuid-Aziatische landen hadden grote moeite hun schulden aan China terug te betalen. Sri Lanka, dat al een grote schuld bij China had, vroeg om nieuwe leningen, en Pakistan moest de terugbetaling van Chinese leningen uitstellen. De coronapandemie maakte de situatie nog precairder.
Van muur tot muur: een scharnierpunt
De afgelopen dertig jaren waren een scharnierpunt tussen een kortstondige hang naar openheid en de terugkeer van ruwe machtspolitiek. Vanuit Europees perspectief brengt dat ongelofelijke uitdagingen met zich mee.
In het Oosten is er de transitie van Eurazië waarbij de opmars van China op zich al een uitdaging is, maar daarbij ook nog eens talrijke regionale mogendheden aanzet tot assertiviteit. In het globale Zuiden zien we een bevolkingsexplosie in een context van armoede en zwakke staten. De hoge grondstoffenprijzen van weleer hebben hier geen duurzame baten afgezet.
Dan is er het Westen zelf, dat gedesoriënteerd om zich heen kijkt. Het is evident dat het Westen verzwakt, maar opnieuw zien we dat zulk inzicht burgers en politici nauwelijks aanzet tot een koerswijziging – zoals een sterk industriebeleid, een nuchtere energiepolitiek of een evenwichtig handelsbeleid.
De problemen zijn gekend en de plannen liggen op tafel. Wat echter ontbreekt is de wil en de moed om de omslag te maken. Meer dan ooit gaat het om schijn. En misschien is dat uiteindelijk de grootste les uit de voorbije dertig jaar wereldpolitiek: het vermogen van mensen om zichzelf een rad voor ogen te draaien.
Jonathan Holslag - Van muur tot muur. De wereldpolitiek sinds 1989
ISBN: 9789403138114
Aantal pagina's: 416
Prijs: €34,99
Aantal pagina's:
Uitgever: De Bezige Bij
- 1BBC-interview met vw-baas Herbert Diess, 16 april 2019
- 2Uitspraken van hoge vertegenwoordiger Josep Borrell over de strategische dialoog
tussen de eu en China, Brussel, 9 juni 2019. - 3Gesprek met een hoge functionaris van een eu-lidstaat, Brussel, 11 januari
2018.
1 Reacties
Load comments
extreem-neoliberale kapitalisme
De auteur doet een poging om de opkomst van China ter verklaren, maar dringt niet tot de kern door. China beoogt niet "een rijk land te worden". Het heeft de afgelopen vier decennia 800 miljoen mensen uit de armoede getild, en blijft daar verder aan werken. Het land is niet "oorlogszuchtig", maar is zo verstandig om zich van hoogtechnologische defensieve wapens te voorzien. En in de wereldhandel gaat het om business, niet om ideologie. Het Oeigoeren-verhaal is, net als de HongKong-crisis, afdoende ontmaskerd als westerse propaganda. En is onze westerse wereld dan een toonbeeld van democratie? Ik denk het niet.
De auteur meldt dat het Westen is verzwakt, maar komt niet tot een analyse. Hij pleit ervoor om "het welvaartsniveau in het Westen op een hoger plan [te] brengen", maar wat heeft volgens hem die verzwakking teweeggebracht? Hij spreekt over manieren om het machtsevenwicht te herstellen, terwijl wij sinds de val van de muur leven in in unipolaire wereld: de VS maakt de dienst uit. Zijn pleidooi voor "collectieve verbetering" lijkt moeilijk te rijmen met onze neoliberale, sterk individualistische samenleving. Moet hij dat samenlevingsmodel niet ter discussie stellen met het oog op het hoger "welvaartsniveau" dat hij bepleit?
De oplossing van de auteur kan niet volstaan met een sterk industriebeleid, een nuchtere energiepolitiek of een evenwichtig handelsbeleid. Het sinds Reagan en Thatcher extreem-neoliberale kapitalisme moet op de schop. Volgens de auteur zijn de problemen gekend en liggen er plannen om tafel. Maar hij benoemt die niet ad fundum. En anders dan wat de auteur stelt is het geen kwestie van "[politieke] moed om de omslag te maken", maar van een grondige herijking van ons politiek/economisch systeem.
Vandaag gaat het tussen een militair en financieel-fiscaal oppermachtige VS en een economisch sterk China. Wie naar de VS kijkt, ziet een land met een sterk verouderde infrastructuur, een gigantische socio-economische ongelijkheid, een verziekt politiek tweepartijensysteem waarin lobby's veelal de doorslag geven. China komt naar voren als een serieuze rivaal. Het land nam nog een extra voorsprong toen het de coronapandemie zeer snel onder controle kreeg.
De realiteit is dat het unipolaire tijdperk voorbij is. De VS kan zich niet langer alles permitteren. We zijn terug in het tijdperk van grootmachtpolitiek. Voor het eerst sinds het einde van de Koude Oorlog komt het debat op gang over dit vraagstuk. Voor een stuk is dat te danken aan Trump die alles in vraag stelde.1
Reactie toevoegen