Einde verkrampte geheimhouding Nederland over atoomwapens?
28 May 2020 - 11:30Afgelopen weekend is op de website van de Amerikaanse National Security Archives in Washington een ‘top secret’-document geplaatst dat de rol van Amerikaanse atoomwapens en de opslag in overzeese bases onthult.
Je mag dat wel schokkend noemen, want het is een thema waarover door ministers van Defensie en Buitenlandse Zaken tot op de dag van vandaag gezwegen wordt als het graf. Het argument was steevast dat het om diepgekoesterde NAVO-geheimen gaat, en dito overeenkomsten met de Verenigde Staten, waarover sinds het einde van de Koude Oorlog zelfs niet meegedeeld wordt of deze na de val van de Berlijnse Muur aangepast zijn.
Ook Nederland wordt genoemd in de nu openbaar gemaakte stukken. En dit gaat verder dan de meest fervente criticus van de atoomwapens – waarvan iedereen weet dat ze nog in het Brabantse Volkel liggen, maar waarover onze regering de kaken stijf op elkaar houdt – al voor mogelijk hield.
Nederland behoort met enkele andere bondgenoten tot een categorie landen die de Amerikaanse president de grootste, namelijk ‘unilaterale’ beslissing heeft overgedragen om atoomwapens in te zetten – en om Washington daarbij zelf te laten beoordelen of dat conform NAVO-beleid is.
Bondgenoten als het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, IJsland, Japan en Canada gingen nooit zo ver. Zij hebben altijd een soort vetorecht bedongen en konden hun zegje doen als de omstandigheden dat toelieten. Of aan die vergaande bevoegdheden ook weer ‘voordelen’ waren verbonden als exclusieve toegang tot wapensystemen en militaire geheimen, is niet duidelijk.
Ook een aanval op de VS zelf, waarmee Nederland niets te maken zou hebben, zou de Amerikanen de bevoegdheid hebben gegeven om in Nederland opgeslagen atoomwapens te gebruiken
Het onthulde ‘top secret’-document van 28 juli 1961 is een overzicht voor McGeorge Bundy, de toenmalige nationale veiligheidsadviseur van president John F. Kennedy. In het overzicht staat per land aangegeven wat de mogelijkheden tot de inzet van kernwapens en het gebruik van bases zijn.
Ook een aanval op de VS zelf, waarmee Nederland niets te maken zou hebben, zou de Amerikanen de bevoegdheid hebben gegeven om in Nederland opgeslagen atoomwapens te gebruiken. In de praktijk is altijd gespeculeerd over een twee-sleutelsysteem, maar in het geval van Nederland en een handvol andere ‘vrienden’ lag er dus maar één sleutel in het Witte Huis.
In het overzicht wordt het volgende vermeld over Denemarken, Griekenland, Italië, Nederland en Portugal: “Unilaterally determine that use of the weapons is in accordance with NATO plans. (In the event of nuclear attack upon the United States, CINCSAC retaliatory action is considered to be in accordance with NATO plans.)”1
De lijst bevat ook oude bondgenoten, die nu door de komst van intercontinentale raketten en veranderde politieke verhoudingen niet meer opportuun zijn, zoals Marokko, Frankrijk, de Filippijnen, en bases in de Cariben. Ook Taiwan wordt vermeld; toen en nu weer een twistappel tussen de VS en China. Landen als (West-)Duitsland hadden niets te vertellen: “No limitations.”
Het nu onthulde document is om méér dan alleen het noemen van concrete landen opmerkelijk. Niet alleen omdat nu duidelijk is hoe ver Nederland – in elk geval in de Koude Oorlog, maar wie weet ook erna – bereid was te gaan om haar eigen veiligheidsbeleid uit te besteden of daartoe geprest werd. Maar ook omdat duidelijk wordt dat er in de vriendenkring van de VS – en ook binnen de NAVO – sprake was van een onmiskenbare nucleaire hiërarchie.
Omdat in Amerikaanse documenten nu eindelijk man en paard genoemd worden, zou de verkrampte geheimhouding die Nederland tot op vandaag betracht, ook verlaten moeten worden
Nederland was tijdens de Koude Oorlog een nucleaire vazal die (zeker) zes atoomtaken vervulde. De landmacht had atoommijnen, houwitsers en artillerieraketten. De marine had dieptebommen voor onderzeebootbestrijding. En de luchtmacht had nucleaire luchtafweer en atoombommen die door de Starfighters en F16’s konden worden afgeworpen.
Soms betrof het atomaire middelen die niet in Nederland aanwezig waren en elders opgehaald moesten worden. Dat gaf complicaties met de inzetregels; er wordt in de documenten bijvoorbeeld verwezen naar in Engeland liggende “Nederlandse” dieptebommen.2
Onbekend is ook een brief uit 1965 waarin wordt voorgesteld dat Amerikaanse atoombommen uit Britse opslag aan het Nederlandse vliegkampschip Karel Doorman ter beschikking kunnen worden gesteld. Daarvoor moesten ze echter wel éérst aan het VK zijn gegeven, en de informatie aan de Nederlandse marine diende minimaal te zijn:
“(A)s for the Dutch, ‘the less said the better,’ but they would have to be told something ‘about the conditions under which the US and the UK are entering into storage arrangements’ for the ASW weapons. Nevertheless, the Dutch should be told nothing about the basic understanding because ‘we have no wish to spread further the explicit commitment to the personal President-Prime Minister consultation which lies at the heart of the U.S.-U.K. Memorandum of Understanding’”.3
Met die voorwaarde van de Britse premier Harold Wilson ging de Amerikaanse president Lyndon Johnson akkoord.4
Nu in Amerikaanse documenten eindelijk man en paard genoemd worden, zou de verkrampte geheimhouding die Nederland tot op vandaag betracht ook verlaten moeten worden. Een poging om een advies van de Adviesraad Internationale Vraagstukken over het Nederlandse kernwapenbeleid te ontdooien, was in dat verband – ruim een jaar geleden – nog heel voorzichtig.5
Met de voorziene introductie van de semi-strategische B61-12 bom voor de F35 – waarover de regering zo min mogelijk lijkt te willen verklappen – is het van levensbelang om ‘top secret’-arrangementen uit het verleden onder ogen te zien.
- 1The National Security Archive, ‘Memorandum for McGeorge Bundy, The White House, “Check List of Presidential Actions,” Top Secret, 28 July 1961’.
- 2Zie bijvoorbeeld alhier.
- 3Zoals te lezen in in de toelichting van de NSA en in de ‘topsecret’, maar declassified brief, door Lydon Johnsson in november geaccordeerd.
- 4Zie transmittal slip waarin Nederland als enige wordt vermeld.
- 5Adviesraad Internationale Vraagstukken, ‘Kernwapens in een nieuwe geopolitieke werkelijkheid. Hoog tijd voor nieuwe wapenbeheersingsinitiatieven’, 29 januari 2019.
4 Reacties
Load comments
Opruimen
Mijn mening is dat deze atoomwapens snel moeten worden opgehaald door de VS, of dat we ze anders buiten gebruik stellen (de vernietigingswapens zelf vernietigen).
Atoomwapens
In het jaar 1969 uit eigen waarneming: de minister verklaart in de Tweede Kamer dat er op Nederlands grondgebied geen atoomwapens zijn opgeslagen, nee de truc was dat er stukjes Nederlands grondgebied omgezet waren tot Amerikaans grondgebied. O.a. in het Harde waren atoomkoppen opgeslagen, hier waren de Amerikanen de baas, Nederlandse militairen kregen instructies van de Amerikanen.
Commentaar Ko Colijn na Kamervragen Blok/Bijleveld
Commentaar Ko Colijn na Beantwoording vragen van de leden Karabulut (SP), Van Ojik (GroenLinks) en Ploumen (PvdA) over Nederlandse kernwapentaak en de Duitse kernwapendiscussie:
1) Weliswaar wordt over ’aangepast na 1989’ (en tussen 1961-189?) gerept en ‘unanimiteit’ maar hoe en wat blijven toch onduidelijk.
2) De mantra blijft toch ‘het is geheim omdat het geheim is’, en ‘overwegingen van veiligheid’ gaan blijkbaar steeds boven een open debat over die veiligheid. Dat is argumentatief heel onbevredigend. Beleidsmatig en staatsrechtelijk natuurlijk ook.
3) Blok/Bijleveld stellen in hun antwoord niets over het beleid van andere landen te kunnen zeggen, maar blijkens de correspondentie Brown-Johnsson is dat niet reciprook. ‘Het hoognodige inlichten’ suggereert overigens dat over de nucleaire marinetaak van de (op de Karel Doorman opgestelde ) ASW-vliegtuigen in elk geval wel ‘iets’ aan de KM is meegedeeld.
4) De positie van vragenstelster Liliane Ploumen roept wel vragen op: was zij als oud-minister dan ook nergens van op de hoogte?
5) Bij dat alles gaat het in de beantwoording over de Navo-nucleaire taak. Dat gaat voorbij aan het feit dat de VS kennelijk ook eigen nucleair beleid hebben. Dat er geen onderscheid is te maken tussen beide betwijfel ik. Ik denk dat de VS altijd eigen nucleaire opties hebben, zie de NPR2018 en de mogelijk om ‘Nederlandse’ bommen (bedoeld is overigens straks de invoering van de B61-12 en niet de B61-11) aan de B2 enz. voor andere dan Navo-taken.
6) Opmerkelijk overigens dat in de beantwoording wordt gesproken over ‘meer dan 55 jaar’ terwijl de atoomwapens toch in de jaren ‘50 al aan Nederland zijn toegekend en ook de briefwisseling uit 1961 is.
7) In de vraagstelling wordt uitgegaan van ‘Nederlands akkoord gaan met’: hoezo? De portee van de Mc George Bundy is juist Amerikaans-unilateraal.
Kortom: tussen de regels door wel enige informatie, maar suggestief en selectief, en bovenal behoudend.
Commentaar Ko Colijn nav publicatie
Uit door de National Security Archives openbaargemaakte documenten (21 juli 2020) blijkt dat Nederland zich in het begin van de jaren 60 op meer nucleaire taken voor de krijgsmacht voorbereidde dan tot nu toe bekend was.
In een van de documenten staat dat in de VS gelden voor het jaar 1961 gereserveerd zijn voor de aanmaak van atoomgeweren van het type Davy Crockett voor een peloton van het Nederlandse leger, en in het jaar 1960 nucleaire Sergeant-raketten voor één bataljon van de Koninklijke Landmacht, en een batterij Terrier-raketten voor de Koninklijke Marine. Daarnaast is sprake van duizend ombouwkits voor de F84-straaljagers, te leveren aan ‘several Nato countries’ (vloog de KLu destijds ook mee als voorganger van de nucleaire Starfighter en F16). Of de Davy Crockett, de Sergeant en de Terrier ooit Nederlandse krijgsmacht hebben berikt maken de stukken niet duidelijk.
Allerlei Nato-landen wilden nucleaire ‘hulp’ van de VS, die deze hulp ook bereid was te geven omdat de atoombom als compensatie gezien werd voor de ook toen al problematische financiering van conventionele defensie door Europese landen.
Tot nu toe was wel min of meer bekend dat Nederland ook over atoommijnen, nucleaire luchtafweer (Nike), nucleaire artillerie (Honest Johnraketten en atoomgranaten voor houwitzers) en dieptebommen (voor patrouillevliegtuigen van de marine) beschikte en na de koude oorlog ook nog over de atoomtaak van de F16.
De documenten maken ook gewag van een Nederlands verzoek uit 1959 om hulp bij het bouwen van vier nucleaire onderzeeboten , besproken op het State Department en te lezen in een geheim memo dd. 23-24 augustus 1960), maar daar voelden de VS niets voor omdat ons land in de ogen van het Pentagon zijn geld beter aan andere zaken kon uitgeven en toch al ‘very much below’ het afgesprokene aan defensie besteedde. Geld voor nucleaire onderzeeërs zou ‘very unwise’ zijn en de Amerikanen spraken af geen woorden te bezigen die de Nederlanders uitzicht zouden bieden op onderhandelingen, want in dat geval zou het kunnen uitmonden in een deal.
Er was al sinds 1954 sprake van stationering van VS-atoomwapens in West-Europa, die volledig onder Amerikaanse controle stonden. Een aantal Europese landen wilde letterlijk niet weten dat ‘atoomoorlog’ voortaan een normale zaak in de verdediging van West-Europa zou zijn: de documenten onthullen huiveringwekkende staaltjes van Amerikaans onbegrip daarover en de noodzaak die malle Europeanen psychologisch de moderne tijd in te leiden. De vrees voor ongebreidelde proliferatie deed de VS zoeken naar een formule om de Navo-bondgenoten een vorm van nucleaire zekerheid te geven zonder dat zij een eigen atoomwapen zouden begeren (de Franse route). Dit toch te combineren met ultieme Amerikaanse controle en -zo blijkt uit de stukken - desnoods met de dreiging dat de VS hun bescherming van Europa zonder gebruik van kernwapens niet zouden garanderen- leidde tot de ingewikkelde constructie van stockpile- en host- agreements, waarin training, kosten en opslag werden geregeld.
In 1959 waren onderhandelingen over twee soorten verdragen met gastheerlanden van Amerikaanse atoomwapens gaande: 1) over de overdracht van de wapens zelf, hun bewaking, en de kosten en 2) over de vrijgave van geheime kennis aan de bondgenoten, een eis die de Atomic Energy Act nu eenmaal stelde. Met Nederland waren die onderhandelingen nagenoeg afgesloten, staat in een ‘top secret’ memo van onderminister Christian Herter aan president Dwight D.Eisenhower . De kandidaatlanden waren, na een Amerikaans onderzoek door de diensten, veilig verklaard. Omdat nucleaire opslag, vooral in West-Duitsland, gevoelig ligt, raadt Herter aan de verdragen er snel doorheen te jassen ”in order that the public attention to them may have subsided before the opening of the Foreign Ministers’ Meeting” ruim een maand later. Een “generalized statement by a high figure” kan de aandacht wat afleiden. Herter schrijft aan Eisenhower “the agreements are largely technical and we do not consider them controversial” en “they will in all likelyhood become public knowledge”.
De Nederlandse regering denkt daar, zestig jaar later, anders over en verklaarde nog onlangs (23 juni 2020, ministerie van Buitenlandse Zaken BZDOC-1453414225-22) alle nucleaire afspraken geheim. Roomser dan de paus.
Reactie toevoegen