Terug naar archief
Author(s):
De wereld door de ogen van ons team van spectators

Europa als onzekere wereldspeler: Macrons verkeerde toon

03 Jun 2024 - 15:34

Banner

Wie de onstuimige wereldorde van dit moment wil begrijpen, doet er goed aan het boek van Dominique Moïsi te (her)lezen. Dat is in het Nederlands vertaald als De geopolitiek van emotie. Over angst, vernedering en hoop, en de opgave voor deze tijd. De ondertitel in de Engelse editie geeft mooier weer waar het om gaat: How Cultures of Fear, Humiliation and Hope are Reshaping the World. In een reactie op Samuel Huntington stelt Moïsi dat de huidige geopolitiek niet bepaald wordt door een clash van beschavingen (Clash of Civilisations), maar door een clash van emoties.

De angst zou met name regeren in Europa en Amerika

Moïsi, een Franse internationale betrekkingen-strateeg, laat zien hoe emoties op geopolitiek niveau een rol kunnen spelen – net zo sterk als, zo niet sterker dan sociaaleconomische factoren. Denk aan het imperialistisch revisionisme van Vladimir Poetins Rusland, dat gedreven wordt door rancune over het uiteengevallen Russische imperium. Denk aan het narratief van Xi Jinping over de wedergeboorte van wereldmacht China na de ‘eeuw van vernederingen’. Of denk aan Donald Trump met zijn Make America Great Again. Het gaat hier om in de geschiedenis gewortelde ressentimenten en emoties, die door politieke leiders voor mobilisatiedoeleinden kunnen worden gebruikt.

In zijn boek analyseert Moïsi de huidige ‘emoties’ in de wereld langs de volgende lijnen. In Azië zou overwegend een cultuur van hoop zijn ontstaan, gebaseerd op het economische succes van China en India en de daarmee groeiende geopolitieke macht die deze landen opeisen. De islamitische wereld in het Midden-Oosten zou vooral getekend worden door gevoelens van vernedering en miskenning, wat zich uit in zwakke, verdeelde staten. En de angst zou met name regeren in Europa en Amerika. In het Westen vreest men voor zowel geo-economisch als geopolitiek machtsverlies, en is men intern bezorgd over de stabiliteit van de eigen nationale democratie en identiteit.

Olifanten in de kamer
Begin mei nam ik deel aan een internationale conferentie in New York waar al deze emoties boeiend samenkwamen.
1
Denkers uit Amerika, Azië en Europa bespraken daar met elkaar de kantelende liberale multilaterale wereldorde. De unipolaire wereldorde van na de Koude Oorlog staat sterk onder druk. Opkomende machten bepleiten een alternatief systeem.

In New York waren er twee olifanten in de kamer: China en Trump 2.0. Hierdoor kwam de emotie-verdeling van Moïsi minder goed uit de verf, want het was vooral angst, toekomstangst, dat de in Manhattan verzamelde wetenschappers en denktankers met elkaar verbond. Wat wil China precies? Hoe ver wil het gaan met het creëren van een wereldorde met Chinese karakteristieken? En wat als Trump terugkeert in het Witte Huis? Hij haat – zo werd nog weer eens bevestigd – internationale organisaties en multilaterale samenwerking, en is louter gefocust op what we can get-deals vanuit arrogant eigenbelang.

Academici uit Japan, Zuid-Korea en de Filipijnen bleken zich grote zorgen te maken over de assertieve expansiedrang van China in de regio. Zij hebben – letterlijk – te kampen met aanvaringen met China in de Oost- en Zuid-Chinese Zee, en denken volop geraakt te worden door een mogelijk conflict rondom Taiwan, zowel militair als economisch.

Japanse war games houden er rekening mee dat Amerikaanse legerbases in Japan tot de eerste doelwitten van een Taiwanoorlog zullen behoren. In Japanse beleidskringen wordt over een nucleaire optie nagedacht, over atomaire afschrikking, mocht het land in de verre toekomst geïsoleerd raken tussen Rusland, China en Noord-Korea.

Amerika was de laatste decennia zo ongeremd in zijn machtspositie dat er grote fouten konden worden gemaakt

Verontrustend was dat bronnen vanuit de Amerikaanse inlichtingengemeenschap hun bezorgdheid uitten over de acceptability van een Chinees-Amerikaans oorlogsscenario in Washington. Een jongere generatie beleidsmakers, zonder persoonlijke ervaring met de periode van de Koude Oorlog, zou lichtzinniger over oorlog denken. Japan houdt rekening met een scenario vergelijkbaar met dat van Oekraïne: een conventionele oorlog die na verloop van tijd in een status quo zal eindigen, maar met veel burgerdoden.

Maar naast de vrees voor oorlog was er ook hoop. Landen als de Filipijnen, Pakistan en Zuid-Korea zouden in een bipolair scenario eigenlijk niet willen kiezen tussen China en de VS. Zij beschouwen multi-alignment als de meest succesvolle strategie voor zichzelf. Ook eisen zij voor zichzelf de verantwoordelijke rol van schokbreker op, die China en Amerika van confrontatie moet zien af te houden.

De Aziatische strategen riepen Europese landen op om ook bij te dragen de onvermijdelijke ‘valkuil van Thucydides’ te voorkomen: een onafwendbare oorlog tussen een opkomende macht en een heersende macht, zoals die tussen Athene en Sparta in het verleden.

Vanuit Amerikaanse diplomatieke kring zelf kwam nota bene de opmerking: “unipolarity is a disease.” Een unipolaire wereldorde is niet goed voor Amerika, noch voor de rest van de wereld. Amerika was de laatste decennia zo ongeremd in zijn machtspositie dat er grote fouten konden worden gemaakt. Het is zaak dat in de nieuwe wereldorde ruimte wordt gemaakt voor China en opkomende landen van de Global South (zoals India, Brazilië en Zuid-Afrika), mits er wel zicht blijft op een multilaterale, op regels gebaseerde orde, met het VN-Handvest als minimale houvast.

Continent van de Angst?
En waar bleef Europa? Bij de Europeanen was er wat ongemak over de recente Sorbonne-speech en het Economist-interview van de Franse president Emmanuel Macron. Daarin deed hij vergaande voorstellen voor nauwere Europese samenwerking, maar de toonzetting waarmee dat gebeurde kon niet op veel enthousiasme rekenen. Macron beklemtoonde in schrille, ‘declinistische’ tonen dat Europa “sterfelijk” is en dat “we er ons bewust van moeten zijn dat Europa kan doodgaan”. De vraag is of deze onheilspellende vorm van communicatie (die Macron eerder gebruikte toen hij de NAVO “hersendood” noemde) de meest constructieve is in een tijd van grote onzekerheid en politiek-maatschappelijk onbehagen.

Macrons inspirerende Europees leiderschap kunnen we goed gebruiken, maar niet zijn ondergang-discours over een stervend Europa

Met Moïsi zou men Europa immers het continent van de angst kunnen noemen. Vooral de angst om te verliezen wat Europa heeft en is. Men kan Europa nog altijd de quality of life-supermacht van de wereld noemen, met de hoogste levenskwaliteit voor de meeste mensen. Maar de EU is kwetsbaar. Er heerst angst voor het verlies van Europese invloed in een bipolaire wereldorde en angst voor het verlies van het Europese samenlevingsmodel, dat van een gematigde middenklasse-samenleving. Er bestaat ook vrees dat Europese geopolitieke machtsvorming en verdere samenwerking niet gaan lukken, of dat dit proces te langzaam gaat. Europa is chronisch verdeeld en verhoudt zich moeizaam tot coherent leiderschap, waardoor Europa’s concurrentievermogen en geopolitieke positie in het geding zijn.

De historicus Arnold Toynbee stelde ooit: “Civilisations die from suicide, not by murder.” Oftewel: beschavingen bezwijken aan interne krachten, niet door invloeden van buiten. De grootste zorg in New York betrof dan ook de kwetsbaarheid en het gebrek aan zelfvertrouwen van de westerse democratieën. Die worden intern geplaagd door polarisatie, fragmentatie, politiek wantrouwen, populisme en technocratie.

Dat terwijl, zo bevestigden de Aziatische denkers, het westerse samenlevingsmodel nog altijd het ultieme doel is in de Global South. Men heeft moeite met de westerse buitenlandse politiek, het hypocriete paternalisme en de in mensenrechtentaal vermomde kapitalistische belangenpolitiek, maar streeft wel de Amerikaanse en Europese levenskwaliteit na. Men riep zelfs het Westen op zich niet blind te staren op China, maar vooral de eigen democratie en economie te versterken als langetermijnremedie tegen Chinese invloeden. Macrons inspirerende Europees leiderschap kunnen we daarbij goed gebruiken, maar niet zijn ondergang-discours over een stervend Europa. Iets meer zelfvertrouwen is nodig om angst weer om te zetten in hoop.

  • 1Deze column is deels gebaseerd op de presentatie die René Cuperus gaf op de conferentie ‘Crisis of Liberalism. World Order in the 21st Century’’, 8-10 May 2024, New York City, georganiseerd door Friedrich Ebert Stiftung New York & FES Asia.

Auteurs

René Cuperus
A.i. Hoofdredacteur van de Clingendael Spectator