Terug naar archief
Author(s):
De wereld door de ogen van ons team van spectators

Europa: patrones van hopeloze gevallen

17 Mar 2020 - 14:12

Het is nu ieder voor zich. Aan de kassa staan mensen met een vracht macaroni, weggepikt voordat een ander ermee aan de haal ging. Hamsteren is een poging om in rare tijden greep te krijgen op de situatie, zeggen psychologen. Het is vooral een illusie.

Wat zijn we met een schap vol droge voeding als we straks met piepende longen en veertig graden koorts zitten en er geen bedden meer zijn op intensieve zorgafdelingen? Of het beademingstoestel is in gebruik en er zijn nog zes wachtenden voor ons?

Mogelijk raakten we trouwens besmet aan die kassa, naast de hijgende kerel met de grote kar die de strijd won om de laatste pakken dubbellaags toiletpapier. Ieder probeert in een reflex de eigen zaken te regelen. Het behoedt ons niet voor superverspreiders en het brengt genezing ook niet dichterbij.

Wat zich afspeelt in de supermarkt doet zich ook voor tussen naties. Iedereen heeft de neiging om zijn eigen gang te gaan. Het is een klerezooi geworden, met een mikmak van nationale acties.

De fouten van één land komen op de rekening van andere landen

In het radionieuws horen landen van elkaar wanneer scholen gesloten worden, of bijeenkomsten verboden zijn vanaf 5, 50 of 100 mensen, onder welke omstandigheden je nog op straat mag komen en welke grenzen er dichtgaan en voor wie. En als de kans zich voordoet om in het geniep een container met mondkapjes af te snoepen van een buurland, laat niemand de gelegenheid voorbijgaan.

Zoveel landen, zoveel maatregelen. Zo gebeurde het dat Belgen afgelopen zaterdag op de terrassen in het Zeeuwse Sluis het virus gingen opdoen of verspreiden omdat de Nederlandse regering later dan de rest in gang schoot.

De fouten van één land komen op de rekening van andere landen. Als op dit continent een plek is waar ze laks zijn, heeft het weinig zin dat andere lidstaten het drastisch aanpakken. We hangen hier zo hard aaneen dat we het niet opgelost krijgen door aan elke grensovergang mensen in witte pakken te zetten met een masker en spray. Daar is zo’n virus te vinnig en te venijnig voor. Als het in één land uit de hand loopt, blijven we allemaal kwetsbaar.

Het houdt dus steek om ons af te vragen waar Europa blijft. Een week geleden, wat in deze tijden een eeuwigheid is, organiseerde EU-president Charles Michel een videoconferentie. Meer dan wat rimram kwam daar niet uit. Sindsdien horen we Michel nauwelijks, en dat is niet omdat hij aan de beademing ligt.

Als Michel een week geleden Europeanen verboden zou hebben om nog pintjes te gaan drinken, zou iedereen gedacht hebben dat hij een klap van de molen had gekregen, of zelf was aangestoken door het virus

Het is natuurlijk niet gemakkelijk. Lidstaten wilden nooit dat Europa zich bemoeide met hun gezondheidszorg. De best uitgewerkte systemen hebben zelden solidariteit getoond met de rest. Het is dus raar om nu ineens te verwachten dat het beschermingsmateriaal eerlijk verdeeld zal worden.

En als Michel een week geleden Europeanen verboden zou hebben om nog pintjes te gaan drinken, zou iedereen gedacht hebben dat hij een klap van de molen had gekregen, of zelf was aangestoken door het virus. Verontwaardigd zou geroepen zijn dat hij over de grens van zijn bevoegdheden ging.

Het is altijd hetzelfde. Of het nu gaat om vluchtelingen, terrorisme, banken of een virus: de Unie moet er afblijven en landen willen hun aanpak zelf regelen. Tenminste, tot er een crisis komt en ze er een zootje van maken.

Als de situatie akelig en uitzichtloos wordt en niemand nog een oplossing ziet, dan moet Europa optreden, en – simsalabim – met een mirakel komen. De Unie als de Heilige Rita, patrones van hopeloze gevallen. Eurokritische partijen, die de Unie mager willen houden, vragen zich nu het hardst af waar Europa blijft. Hypocrieter en cynischer kan het niet.

Voor de Europese Unie is dit wel het punt om, zo goed en zo kwaad als het nog kan, haar verantwoordelijkheid te nemen. Als Michel méér wil zijn dan een protocolpresident, moet hij nu wat doen. Dit is zijn afspraak met de grote wereldpolitiek.

Het is op deze ogenblikken, die schreeuwen om solidariteit, dat een leider het verschil moet maken

Vanmiddag gaat hij opnieuw skypen met alle regeringsleiders en dat is niets te vroeg. Dit is het moment om lidstaten te dwingen met elkaar te overleggen, om te zeggen waar het op staat, om de neuzen in dezelfde richting te krijgen, om de bevolking te disciplineren en gerust te stellen.

Nu het virus binnen zit en Europa de brandhaard is, volstaat het niet om de buitengrenzen dicht te doen. Er is een onmiskenbare lotsverbondenheid. Dat betekent dat er ook moet worden omgekeken: is iedereen wel aan boord? Wat gebeurt er als het virus toeslaat in de migrantenkampen in Griekenland of aan de grens met Turkije?

Is er een plan? Of laten we de mensen ginds verrotten? Het is op deze ogenblikken, die schreeuwen om solidariteit, dat een leider het verschil moet maken.

Deze column verscheen ook in De Standaard.

Auteurs

Hendrik Vos
Hoogleraar Politieke Wetenschappen aan de Universiteit Gent