Terug naar archief
De wereld door de ogen van ons team van spectators

Nederland als aanvoerder van het rebellenclubje

15 Mar 2018 - 13:16

Dat Mark Rutte geen visie op Europa heeft, was nepnieuws. Verspreid door de minister-president zelf. In zijn recente rede in Berlijn bleek wel degelijk hoe het huidige kabinet denkt over de nabije toekomst van de EU en van de euro. Daarnaast heeft de Nederlandse coalitie-smederij haar stiekeme karakter verloren en weten we nu welke strategie de regering voor ogen heeft.

De grote nieuwsgierigheid van de vaderlandse pers naar de niet bestaande visie was merkwaardig. Rutte heeft er nooit een geheim van gemaakt: het gaat om resultaten, om het oplossen van gemeenschappelijke problemen, waardoor de lidstaten welvarender, veiliger en stabieler worden. Een stap-voor-stap benadering. Wegblijven van federale vergezichten en populistisch gemekker over Brussel.

De hoofdlijnen van ons EU-beleid zijn in al Ruttes kabinetten dezelfde. Hierin domineert het Nederlands financieel belang. Nu er nieuwe afspraken moeten worden gemaakt over de euro en de EU-begroting (2021-2027), hoeft niemand meer te twijfelen aan de kern van de Nederlandse inzet.

Nederland is voor een sterke en stabiele muntunie. Om niet al te bot over te komen, gebruikte Rutte in Berlijn een oude Nederlandse truc: ons nationaal belang formuleren als gemeenschappelijk Europees belang. Dus expliciet: de EU kan alleen goed functioneren als lidstaten zich aan hun afspraken houden. Regeringen moeten eerst orde op eigen zaken stellen voordat ze aankloppen in Brussel.

Het betekent impliciet: als ze dat doen, hoeft Nederland ook niet op te draaien voor de schulden van andere landen of vreemde banken. Europese fondsen zijn een laatste uitweg, geen eerste hulp. Het Europees Monetair Fonds moet een instelling van de lidstaten zijn. De Europese Commissie mag zich daar niet te veel mee bemoeien – en het verkwistende Europees Parlement al helemaal niet. Ideeën van president Macron voor een Europese minister van Financiën en een apart euro-parlement zijn te verwerpelijk om openlijk aandacht aan te besteden.

Het huidige Nederlandse Europabeleid wordt meer door Nederland dan Europa ingegeven

Zodra de Britse nettobetalers niet meer thuis geven, moet de EU-begroting omlaag, niet omhoog. Net als de Nederlandse afdracht. De nieuwe prioriteiten: duurzaamheid, klimaat, veiligheid, migratie en innovatie, kunnen gemakkelijk betaald worden als we een ‘onsje’ minder uitgeven aan landbouw en arme regio’s. Nederland mag daarin gelijk hebben, de kans dat het zijn zin krijgt is minimaal.

De ‘nuchtere’ acht
Vooruitlopend op de Brexit manifesteert ons land zich alvast als nieuwe aanvoerder van de integratieremmers. Minister van Financiën Wopke Hoekstra heeft zelfs een verbond gesloten om Macron te dwarsbomen in zijn plannen om de euro-samenwerking te verdiepen en te democratiseren.

Maar liefst zeven lidstaten kwamen door de ballotage van Wopkes Rebellenclub, maar vraag niet welke! Tjonge jonge, Denemarken en Zweden, niet eens lid van de eurogroep en even weinig Europees gezind als Finland, plus Ierland, notoir financieel brekebeen uit het recente verleden, en dan de dwergstaatjes Estland, Letland en Litouwen, vooral bekend om hun gebrek aan Europese solidariteit (vluchtelingen). Alleen eurolanden San Marino, Vaticaanstad en Andorra ontbreken nog. Rutte noemt de acht ‘nuchtere’ landen. De rest van Europa verkeert blijkbaar in een roes.

Het huidige Nederlandse Europabeleid wordt meer door Nederland dan Europa ingegeven. Het wordt bepaald door VVD, CDA en ChristenUnie, nauwelijks door D66. Departementaal is de macht onmiskenbaar verschoven van Buitenlandse Zaken naar Financiën, met zijn diep verankerde houding: hand op de knip, geen zeggenschap overdragen aan Europese instellingen.

Ideologisch gesproken was Ruttes rede reactionair gereformeerd

Gevolg: weg met het oude evenwicht tussen interstatelijk en bovennationaal. Rutte: “Alles begint en eindigt met de lidstaten.” Vroeger werd een sterke Commissie als steun beschouwd voor kleinere lidstaten zoals Nederland. Dat hebben we blijkbaar decennia lang verkeerd gezien. De politiek blaffende Juncker en Timmermans moeten terug in hun mand.

Democratisering? Het woord Europees Parlement kwam in de Berlijnse rede niet voor. De minister-president noemt de EU “een waardengemeenschap en een samenwerkingsverband van 27 (het VK telt voor hem al niet meer mee) soevereine lidstaten”. Dat is de oude formulering van de kleine gereformeerde partijen, waar onze regering en bijna het hele parlement zo’n halve eeuw niets van moesten hebben. Ideologisch gesproken was Ruttes rede reactionair gereformeerd.

Stiekeme Duitse steun
Zakelijk gesproken zijn er natuurlijk wel goede redenen om bij de euro-nieuwe stijl strengheid te betrachten en garanties in te bouwen om nieuwe crises te voorkomen. Ogenschijnlijk liep Nederland te hoop tegen de Franse initiatieven en Duitse inschikkelijkheid. In werkelijkheid heeft de coalitie volgens Hoekstra de politieke steun van Berlijn. Het  Duitse  buiten-lidmaatschap van de Rebellenclub werd eerst angstvallig geheim gehouden. Vreemd schimmig dubbelspel van Frau Merkel om haar nieuwe vriend Macron onder druk te zetten.

Hoe lonend is het Nederlands aanvoerderschap van de Rebellenclub? Wat Nederland aan krediet opstrijkt in Berlijn verliest het in Parijs. Waarom moet het kleine Nederland de kastanjes uit het vuur halen voor het grote Duitsland? Het is inmiddels wel duidelijk dat de nieuwe Duitse coalitie wat minder royaal aan de Franse wensen tegemoet wil komen dan Merkel in haar blijdschap over de verdwijning van Hollande suggereerde. De rijke Duitsers zeggen niet graag ‘nein, nein, nein’ in Brussel. Ze laten maar wat graag Rutte en Hoekstra ‘nee, no, no’ en vooral ook ‘non, non’ roepen. Dat versterkt ons profiel, maar verzwakt onze positie. Nederland is ook rijk. En nog belangrijker: we hebben meer belangen dan alleen ‘geen cent te veel’.

 

Auteurs

Bob van den Bos
Politicoloog en voormalig D66-lid Eerste Kamer, Tweede Kamer en het Europees Parlement