Terug naar archief
De wereld door de ogen van ons team van spectators

Wat China niet begrijpt in de mediastrijd om Hong Kong

28 Aug 2019 - 08:34

‘Politieke macht komt uit de loop van het geweer’. Chinese leiders hebben lang geleden al geconcludeerd dat deze uitspraak van China’s Grote Roerganger Mao Zedong wel waar kan zijn, maar dat het niet de beste manier is om brede steun te verwerven voor China’s politieke beleid. Veel liever zetten zij daarom in op vormen van machtsuitoefening waar geen militair geweld aan te pas komt.

De Chinese regering heeft zoveel vertrouwen in haar visie en beleid dat zij de hoop, zo niet de verwachting, koestert dat zij de wereld van het eigen gelijk kan overtuigen. Aan deze wens om ‘zachte macht’ (ofwel ‘soft power’) uit te oefenen is niets verkeerd, maar het lukt China niet zich te beperken tot de zachte middelen van de overreding. Als het niet goedschiks lukt, schuwt Beijing niet om stevige politieke en economische drukmiddelen in te zetten, en daarmee de eigen glazen in te gooien. Zo ook gedurende de nu al drie maanden aanhoudende protestdemonstraties in Hong Kong.

Alhoewel de Chinese overheid steeds duidelijker benadrukt dat China het recht heeft om in te grijpen in Hong Kong om er de orde te herstellen en de Chinese troepen vlak over de grens van Hong Kong klaar staan, zal het een militair ingrijpen zo lang mogelijk uitstellen. Beijing richt zijn pijlen liever op de beïnvloeding van het internationale bedrijfsleven, politieke connecties in het buitenland en de internationale publieke opinie.

Met selectieve, nationalistische berichtgeving voedt het de patriottische gevoelens onder de Chinese bevolking en spoort het hen aan de protesten in Hong Kong luid en duidelijk te veroordelen. Het beweegt internationaal bekend filmsterren (zoals Jackie Chan) en invloedrijke magnaten in het buitenland ertoe de demonstranten tot kalmte te manen en te voorkomen dat Hong Kong in een economische afgrond wordt gestort.

Internationale bedrijven in Hong Kong worden met de harde hand van economische vergelding gedwongen hun werknemers ervan te weerhouden sympathie te betuigen aan de protestbeweging

Waar deze acties, en zeker het economische argument, nog een gunstig effect sorteren, doet China deze winst met andere acties weer volledig teniet. Internationale bedrijven in Hong Kong worden met de harde hand van economische vergelding gedwongen hun werknemers ervan te weerhouden sympathie te betuigen aan de protestbeweging. Dit overkwam luchtvaartmaatschappij Cathay Pacific, maar ook de vestigingen van KPMG, PwC, EY en Deloitte in Hong Kong.

Zo mogelijk nog funester voor het imago van China was de uiting van nationalistische verontwaardiging en ‘woede’ door miljoenen Chinese consumenten aan het adres van modebedrijf Versace. De woede werd veroorzaakt door een Versace T-shirt waarop, in een lange lijst van steden, ook de namen Hong Kong en Macao prijkten, zonder vermelding dat zij onderdeel zijn van de Volksrepubliek China. Het bracht het invloedrijke Chinese topmodel en ambassadeur voor Versace in China, Yang Mi, ertoe haar contract met Versace op te zeggen. Dat deze bedrijven, zich uitputtend in verontschuldigen, niet weten hoe snel zij de kant van China moeten kiezen is een pyrrusoverwinning. Niemand wordt door deze acties overtuigd van China’s visie. Wel ziet de wereld steeds duidelijker hoe China zijn economische machtspositie gebruikt om de vrijheid van meningsuiting naar believen in te perken.

Opvallender echter zijn China’s pogingen de internationale (sociale) media te beïnvloeden in de kwestie Hong Kong. China bewandelt daarbij verschillende wegen. Een opmerkelijke actie was de brief die het Chinese Ministerie van Buitenlandse zaken afgelopen week schreef aan tientallen internationale mediaorganisaties. Daarin beschuldigde het ministerie de buitenlandse media eerst van misleiding van de publieke opinie over Hong Kong en de VS van een sterke hand in de protestbeweging.

Minder onschuldig zijn de pogingen van de Chinese overheid om met behulp van trollen de discussie over Hong Kong op de sociale media te manipuleren

Vervolgens riep het ministerie de journalisten op tot ‘onpartijdige’ en ‘objectieve’ berichtgeving, gebaseerd op feiten die het ministerie voor het gemak meteen in bijlagen bij de brief had gevoegd. Deze naïeve en onhandige actie onderstreept nog eens hoezeer China overtuigd is van het eigen gelijk en niet begrijpt hoe persvrijheid werkt en hoe deze acties in het Westen overkomen.

Minder onschuldig zijn de pogingen van de Chinese overheid om met behulp van trollen de discussie over Hong Kong op de sociale media te manipuleren. In vergelijking met Russische politieke beïnvloeding via sociale media zijn de Chinese acties beperkt in omvang en amateuristisch in aanpak.

Toch reageerden platforms Facebook, Twitter, en Youtube hard. Twitter verwijderde 936 Chinese accounts die zich schuldig zouden maken aan door de Chinese staat gecoördineerde ‘heimelijke manipulatieve’ berichtgeving. Facebook, dat naar eigen zeggen ‘getipt’ werd door Twitter, volgde met de verwijdering van, let wel, zeven pagina’s, drie groepen en vijf accounts. Ook Youtube sloot 210 accounts. Twitter kondigde daarnaast aan niet langer advertenties te plaatsen van staatsmedia.

China veroordeelde deze handelingen meteen als een Amerikaanse actie in het kader van de handelsoorlog tussen beide landen. Het beschuldigde daarop de Amerikaanse mediaplatforms die, oh ironie, alle drie verboden zijn in China, ervan de regels van persvrijheid te misbruiken en verworden te zijn tot een politiek instrument. Beijing kan ondertussen maar niet begrijpen waarom de wereld zich niet aan zijn zijde schaart. Hier gaapt een onoverbrugbare kloof in politiek denken.

             

Maandag 9 september organiseert het Clingendael China Centre samen met het LeidenAsiaCentre Het Grote Chinadebat waar politici, Chinadeskundigen en het publiek in discussie zullen gaan over het Nederlands Chinabeleid. Klik hier voor meer informatie.

Auteurs

Ingrid d'Hooghe
Senior Research Associate Clingendael