Terug naar archief
De wereld door de ogen van ons team van spectators

Nuchterheid na de champagne

22 Dec 2015 - 11:13
De Parijse klimaattop verliep perfect: geen aanslagen, en uiteindelijk zelfs een verrassend ambitieus klimaatakkoord. Niemand had vooraf verwacht dat een verwijzing naar een klimaatdoel van 1,5 graden Celsius het zou halen in de verdragstekst.
 
Dat is goed nieuws. Wereldleiders haastten zich dan ook om de uitkomsten van de top in superlatieven te beschrijven, van ‘turning point for the world’ (Barack Obama) tot ‘a monumental triumph for people and planet’ (Ban Ki Moon). En inderdaad is het van groot belang dat drieëntwintig jaar na de eerste top over klimaat en ontwikkeling in Rio de Janeiro (1992) er nu eindelijk een klimaatakkoord is dat door vrijwel alle landen wereldwijd wordt gesteund. 
 
Maar nadat de champagne is opgedronken en de vergadertenten in Le Bourget weer zijn opgeruimd, past ook enige nuchterheid. De Spaanse Eurocommissaris voor Klimaatactie en energie Miguel Arias Cañete, die nog niet eerder was opgevallen met rake uitspraken over zijn dossiers, verwoordde het deze keer wel treffend: ”Vandaag vieren we feest. Morgen moeten we aan de slag.” Dat is precies wat er moet gebeuren, want de 31 pagina’s van de verdragstekst staan vol met goede voornemens, maar omvatten verder weinig concreets. De komende jaren zal daarom moeten blijken wat er waar wordt gemaakt van al deze mooie woorden. 
 
De anderhalve graad klimaatverandering zal het daarbij waarschijnlijk niet redden als iets dat realiseerbaar is. Een artikel in Trouw van 9 december 2015 haalde een aantal berekeningen van het Planbureau voor de Leefomgeving aan: als  de mondiale uitstoot van broeikasgassen vandaag naar nul zou gaan, dan nog zou de aarde met 1,3 graden opwarmen door de uitstoot die nu al in de atmosfeer zit. [1]
 
En om met een redelijke waarschijnlijkheid het doel van 1,5 graad te halen, mag er in de toekomst wereldwijd nog maar 250 miljard ton koolstof uitgestoten worden.  Bij ongewijzigd beleid is dat ‘budget’ over zes jaar opgebruikt.
 
Rond die tijd valt ook het moment van de waarheid voor het verdrag vanuit een pragmatischer oogpunt: er is afgesproken dat iedere vijf jaar de vrijwillige emissiereductiedoelen moeten worden aangescherpt. Ook al is de anderhalve graad dan misschien niet haalbaar, er moet bij die aanscherping minstens zicht op zijn dat de afspraken bij elkaar opgeteld de twee graden emissiereductie halen. Tot dusver is zelfs dat niet binnen bereik.
 
En in 2020 wordt ook duidelijk of het bedrag van 100 miljard euro aan jaarlijkse klimaatfondsen, zoals genoemd in het verdrag, bij elkaar is verzameld. Probleem daarbij is tot dusver, naast de hoogte van het bedrag, ook de administratie ervan. Als er in 2020 niet een heldere definitie is van wat wel en niet meegeteld mag worden in die fondsen, wat de publieke en private bijdrage is, en welk geld er naast al bestaande ontwikkelingsgelden additioneel wordt vrijgemaakt, dan zijn de juichende gezichten van nu op zijn minst te vroeg geweest. 
 
 
Stephan Slingerland is redacteur van de Internationale Spectator op het gebied van energie, klimaat en grondstoffen.
 
 

[1] Trouw, 9 december 2015: Anderhalve graad? Dat is onhaalbaar.

 

Auteurs